agverblijf Hoge Rijndijk
iert 10-jarig bestaan
MINISTER PAIS VOERT
ICHIJN OVERLEG
Patient
heeft recht op
volledige informatie
De Lodewijkskerk
m de saaihal
beiden gaat buikdansen
.vide universiteit:
LEIDSE
PROMOVENDUS
I Economisch
iwel en wee
TAD/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 24 OKTOBER 1979 PAGINA 5
LEIDEN Het dagverblijf voor ouderen
„Hoge Rijndijk" viert binnenkort zijn tien-ja
rig bestaan. Een feest dat niet onopgemerkt
voorbij mag gaan. Huize Hoge Rijndijk, gele
gen aan de gelijknamige straat nummer 19 in
Leiden, biedt reeds tien jaar lang voor 48
geestelijk gehandicapten (mannen en vrou-
™wen) een thuishaven waar men vijf dagen in
de week van half negen 's morgens tot half
vier 's middags gezellig onderelkaar de tijd
passeert. Een grote familie, vertakt in zes af
zonderlijke groepen, kleine gezinnen eigenlijk,
die zich ieder in hun eigen leefruimten over
dag bezighouden met samen boodschappen
doen, koken, afwassen, knutselen. En als ie
mand daar gewoon eens zin in heeft met lek-
h ker luieren.
okti
aarl
d Aad van Schie, de hoofdleider van het dagverblijf,
vertelt een en ander over het jubileum dat van
woensdag 31 oktober tot en met vrijdag 2 novem
ber door de dagverblijvers, hun ouders en vrien
den, 12 begeleiders (twee per groep) en nog een
.g groot aantal andere genodigden wordt gevierd.
^Van Schie gaat hierbij ook nog even in op de ge
schiedenis van Hoge Rijndijk en hoe het dagver-
blijf op dit moment reilt en zeilt: „Je moet dit huis
zien als een dagopvang voor oudere geestelijke ge
handicapten. De leeftijden van deze mensen lig
gen tussen de 20 en 65 jaar. Het pand waar we
buurt om te helpen. De dagverdeling kan er dan
als volgt uitzien: de een gaat handwerken, een an
der doet het huishouden, er wordt muziek ge
maakt, toneel gespeeld, gefotografeerd, geknut-
hierin zitten werd met dat doel in 1969 aange- seld, geschilderd. Men doet gewoon dus waar men
kocht door de Stichting voorzieningen gehandi- zin in heeft. Er zijn mannen en vrouwen bij die
capten noordelijk Zuid-Holland. Deze stichting, op zelfstandig boodschappen gaan doen voor hun
j i u* u~' J groep. Het is de bedoeling dat iedere groep volle
dig voor zijn eigen eten zorgt, inclusief het afwas-
achteraf. Het zijn allemaal kleine huishou-
initiatief van de ouders opgericht, beheert inmid
dels vier dagverblijven (nog twee in Oegstgeest en
een in Sassenheim), een aantal tehuizen en een
kinderdagverblijf. Sinds verleden jaar hebben we dinkjes met vaste taken. De activiteiten naar bui-
het pand hiernaast erbij getrokken en daar zijn ten gericht omvatten bij voorbeeld zwemmen,
we uiteindelijk enorm blij mee. Het is veel groter paardrijden en schaatsen op de Menken-ijsbaan.
geworden. Iedere groep heeft nu zijn eigen leef- Er zijn zelfs 13 mensen die een eigen parttime
of werkruimte, dat geheel naar eigen inzichten is
ingericht. Wij zijn van alle gemakken voorzien, er
is een lift voor mensen met een rolstoel, de drem
pels zijn er overal uitgehaald, de keuken is aange-
baan hebben. Een paar meisjes hebben een baantje
bij een mevrouw in het huishouden, eentje werkt
als hulpje in een garage, een ander doet heel een-
oudig kantoorwerk en er zijn er zelfs een paar bij
Enkele leden van de grote familie van 'Hoge Rijndijk'
past, we hebben een gymzaal laten bouwen. Kort- die in een crèche helpen".
om het klopt allemaal tot in de puntjes".'
banen
„Wat we hier doen? Nou, van alles, 's Morgens om
half negen zijn de groepen compleet en dan drin
ken we met z'n allen eerst een kopje koffie in de
grote zaal. Daarna gaat iedereen naar zijn eigen
werkruimte, steevast met twee begeleiders in de
Het dagverblijf is aan het eind van de jaren zestig
opgericht voor geestelijk gehandicapte mensen,
die het om een of andere reden niet op de ge
meentelijke, destijds nog particuliere werkplaats
naar hun zin hadden. „Er zich niet lekker voel
den, of de produktie niet aankonden", verklaart
Aad van Schie, De ene helft van de dagelijkse be
zoekers woont bij zijn ouders thuis en de andere
helft woont in een tehuis. De meesten worden
's morgens met een busje gebracht en 's middags
weer afgehaald. Sommige onder hen komen ge
woon met het openbaar vervoer. De oudste bewo
ner is 63 jaar. Met pensioen gaat men hier niet, al
wordt men honderd jaar oud, de deur blijft voor
iedereen altijd geopend.
Het belooft een aardig jubileumfeest te worden op
nummer 19 aan de Hoge Rijndijk. Woensdag 31
oktober viert het huis intern feest met 's middags
een optreden van de straattheatergroep Gajes.
Donderdag 1 november is er een open dag met
film, ontvangst van de gasten, een tentoonstelling
en een lopend buffet. Vrijdag 2 november worden
de deelnemers opgehaald en gaan dan een dagje
naar Zandvoort (bezoek aan dolfinarium), met als
slot eten en drinken aan de Braasem.
wa IDEN Of het nu inderdaad een ge-
zon Idig middel voor het „lijnen" is of dan
-h heel ongeëmancipeerd een kunst om
wederpartij met bevallige bewegingen
„behagen", laten we in het midden.
'Js£ staat in ieder geval dat het „buikdan-
eP|| i" in Leiden wortel gaat schieten. De
kende buikdanseres Senitza en Dans
idio Oriental hebben het plan opgevat
geïnteresseerde dames uit Leiden en
geving maandag 29 oktober in het An-
1 uusclubhuis aan de Lange Mare de eer-
beginselen van deze eeuwenoude dans
ritus bij te brengen. Bij voldoende be-
Gigs telling gaat er dan in de maand no-
_amber voor het eerst in de Sleutelstad
buikdanscursus van start. Het is vol
ts Senitza haast wel zeker dat in deze
itreien de buikspierbeoefening, verpakt
een oosters jasje (turnpakje o f harem -
Ifit), bij velen zal aanslaan,
lgens Senitza, die haar opleiding' kreeg
Yonina (diverse malen op de t.v. te
n geweest, onder meer bij Willem Ruis)
waten er behalve een aantal geheimzinni-
en romantische kanten ook een hoe-
mielheid nuchtere aspecten aan het buik-
f tsen vast. Iets wat volgens haar onge-
twijfeld erg veel vrouwen zal aanspreken.
Zij vertelt, dat bij het buikdansen niet al
leen de buikspieren in beweging zijn,
maar vrijwel alle lichaamsdelen. Het
kneepje van de kunst zit hem dan ook in
het afzonderlijk bewegen van alle mobiele
gedeelten van het lichaam.
Alle leeftijden
Het blijkt een feit te zijn dat degenen die
buikdansen beoefenen als hobby of als
broodwinning lenig als elastiek zijn ge
worden en lichaamslijnen vertonen waar
zonder meer „u" tegen gezegd mag wor
den. Het leuke van buikdansen is dat ie
dere leeftijd er aan mee kan doen. Een
sprekend voorbeeld daarvan is volgens
Senitza een 70-jarige dame die onlangs
een cursus bij haar heeft gevolgd. En met
Hoe een en ander tijdens de cursus in zijn
werk gaat, wordt tijdens de informatie
bijeenkomst op maandag 29 oktober in het
Antoniusclubhuis uit de doeken gedaan.
Dan wordt namelijk om acht uur voor be
langstellenden van buikdansen een de
monstratieavond georganiseerd.
De ledematen worden als elastiek eri de
'lijnen' voortreffelijk.
bef 1IDEN De rijksuni-
rsiteit van Leiden
j.1 Best dat minister Pais
n Onderwijs en We
ischappen schijnover-
voert om onder de
spraak van de Twee-
Kamer uit te komen,
larin hem is opgedra-
n overleg met de in
ningen van weten-
lappelijk onderwijs te
eren over herstructu-
•ing van dit onder
wijs. De universiteits
raad van Leiden heeft
dit in een motie vastge
legd, die gisteren naar
de Tweede Kamer is ge
stuurd.
De motie gaat ook naar minis
ter Pais, de Academische
Raad, de overige universitei
ten en de hogescholen. Daarin
wordt opgemerkt, dat de be
windsman het dagelijks be
stuur van de Academische
Raad had uitgenodigd om te
praten over het voorontwerp
van wet om een twee-fasen-
structuur van het wetenschap
pelijk onderwijs in te voeren.
De raad had dit voornemen
van de minister afgewezen.
Om de impasse, die daardoor
is ontstaan, te doorbreken aan
vaardde het dagelijks bestuur
van de raad de uitnodiging. De
gedachtenwisseling heeft vori
ge week woensdag plaatsge
vonden. De minister vroeg een
mening over een aantal aspec
ten van de twee-fasenstruc-
tuur, aldus het ministerie. Pais
ontwerpt thans een memorie
van toelichting op het wets
ontwerp, dat wordt voorbe
reid.
Volgens het dagelijks bestuur
van de Academische Raad
sprak het op basis van argu
menten in het afwijzende ad
vies van de raad. Het tekent -
er bij aan niet namens de uni
versiteiten en hogescholen te
hebben gesproken .het heeft
bepleit, dat - als tot invoering
van een twee-fasenstructuur
wordt besloten - de wettelijke
regeling soepeler wordt, zowel
waar het de cursusduur in de
ereste fase betreft als de in
richting van de tweede fase.
LEIDEN „Artsen en ande
re medische hulpverleners
moeten er tijdens hun studie
en daarna op geconditio
neerd worden dat zorgvul
digheid en systematiek bij
het verstrekken van infor
matie aan de patiënt even
belangrijk kan zijn als het
stellen van een diagnose of
het ontwikkelen van een
therapie", aldus de heer mr,
A.F.M. Dekkers uit Amster
dam in zijn proefschrift „De
patiënt en het recht op infor
matie", waar hij vandaag
aan de Leidse Universiteit
op promoveert.
Volgens de heer Dekkers
wordt de patiënt in de institu
tionele gezondheidszorg over
het algemeen afdoende infor
matie onthouden. Hij onder
scheidt daarbij de zogenaamde
toestemmingsinformatie, dat is
informatie over de aard en de
gevolgen van een medische
behandeling alvorens de pa
tiënt toestemming geeft tot
uitvoering daarvan en het me
disch advies, dat is informatie
die voor de patiënt van belang
is met betrekking tot ziekte en
genezing.
De situatie met betrekking tot
het verstrekken van informa
tie aan de patiënt verschilt
van ziekenhuis tot ziekenhuis
en van arts tot arts. Ook is het
niet juist om alleen de artsen
en ziekenhuizen de schuld te
geven van het vacuüm dat er
bestaat, vindt de heer Dek
kers. Volgens hem zou ook het
onderwijs bijvoorbeeld al moe
ten inspelen op de gezond-
sheidszorg waar nagenoeg ie
der mens als patiënt wel een
keer iets mee te maken krijgt
door kinderen voor te berei
den op het patiënt-zijn. „Pa
tiënteninformatie mag echter
niet langer een vrijblijvend
randgebeuren zijn dat welis
waar door talrijke artsen se
rieus genomen wordt maar
door anderen ook geheel gene
geerd wordt zonder dat de be
nadeelden daar iets tegen kun
nen beginnen", aldus de heer
Dekkers in zijn proefschrift.
Door het ontbreken van wet
telijke regelingen of jurispru
dentie op dit gebied is er een
rechtstheoretische omhaal no
dig om het recht van de pa
tiënt op informatie gestalte te
geven, vindt Dekkers. Uit on
derzoek is hem gebleken dat
Nederland op dit gebied ver
achterloopt bij bijvoorbeeld
Duitsland en de Verenigde
Staten, waar de eerste rechter
lijke uitspraken over dit on
derwerp dateren uit het begin
van deze eeuw. „Wanneer een
arts, zonder acute noodzaak
een ingrijpende medische be
handeling instelt zonder de pa
tiënt voldoende toestemming
sinformatie te geven kan hij
zich in principe blootstellen
aan strafrechtelijke vervol
ging, terwijl hij tevens in be
ginsel civielrechtelijk kan
worden aangesproken voor de
nadelige gevolgen van zo'n o-
peratie. Tekortkomingen in de
categorie medisch advies zul
len niet makkelijk tot stra
frechtelijke vervolging kun
nen leiden, maar wel tot om
vangrijke civielrechtelijke
schadeclaims", aldus Dekkers.
Ook onzorgvuldigheid bij het
verstrekken van informatie
kan leiden tot tuchtrechtelijke
maatregelen. De schrijver van
het proefschrift ging ook na
wat voor argumenten er be
staan om terughoudendheid te
rechtvaardigen op het gebied
van de patiënteninformatie.
Dat kan zijn in gevallen waar
bij de patiënt ten dode is opge
schreven en men het niet in
zijn voordeel acht om hem dat
te vertellen. De heer Dekkers
vraagt zich af of informatie
over toekomstige onaangena
me gebeurtenissen inderdaad
stress-verhogend werkt.
„Gezien de enorme belangen
die er voor alle betrokkenen
met de informatieverstrekking
gemoeid zijn kan er niet ge
noeg gepleit worden voor na
dere bestudering en systemati
sering van patiënteninforma
tie. Zowel voor inhoud als
voor overdracht en versprei
ding van de informatie moeten
modellen ontwikkeld worden.
Patiënteninformatie moet on
derwerp zijn van voortduren
de multi-disciplinaire studie
en onderzoek en van intercol
legiale en rechterlijke toetsing.
Artsen moeten leren omgaan
met de informatiemodellen die
in vakgebied relevant zijn.
Uitvloeisels daarvan zijn on
der meer de noodzaak om in
rapporten aantekening te ma
ken van verstrekte of nog te
vertstrekken informatie,
schriftelijke contracten bij ie
dere ingrijpende medische be
handeling en een financiële
vergoeding aan de arts voor de
door hem gegeven voorlich
ting", aldus Dekkers.
Aan de Hogewoerd 22 is in een
v.m. winkel in huishoudelijke
artikelen het Italiaans speciali-
I teiten restaurant „Ristorante-
Pizzeria Tregalli" gevestigd.
Aan de Doezastraat 28 is i.p.v.
de zaak in damesmode „Moni
que", „Dickhoff mode", win
kel in damesmode gevestigd.
Aan de Haverstraat 58 is een
v.m. autostalling gesloopt.
Aan de Joseph Haydnlaan 92
is Barthen Expl. Mij B.V., han
del in onroerend goed, geves
tigd.
Aan de Hoge Rijndijk 260 is
Ierland Antiek Import B.V.,
import van en groothandel in
antiek en curiosa, gevestigd.
Aan de Lage Rijndijk 90e is
Bene Delft Leiden B.V., ad
viesbureau op het gebied van
microcomputers, gevestigd.
Aan de Fruinlaan 18 is S.N.
Jansen-Verplanke, schoon-
heidsverzorgingsbedrijf, geves
tigd.
Van de Lammenschansweg 85
is het administratiekantoor J.
van der Pluym B.V.verplaatst
naar de Valkenburgseweg 31.
Aan de Cobetstraat 85-87 is de
bakkerij van Nagtegaal voort
gezet door Van der Kleter-
steeg.
Aan de 2e Binnenvestgracht
14 is i.p.v. de autohandel van
Van der Kwast, de autohandel
„Autocenter" gevestigd.
De panden Haverstraat 56, 60
en 64, laatstelijk in gebruik als
opslag/bergruimte zijn ge
sloopt.
De schilderessenvereniging
ODIS exposeert van 27 okto
ber t/m 11 november werk
van leden in Panorama Mes
dag, Zeestraat 65b Den Haag.
Een winterlandschap van de
17e-eeuwse meester Pieter de
Bloot heeft op een veiling bij
Christie's in het Singermu-
seum te Laren 180.000.- op
gebracht. Andere toppers:
werken van Cornelis Springer
100.000.-), Jacob Maris
(f 70.000.-), Hermanus Koek
koek (ƒ50.000 en ƒ40.000),
Wouterus Verschuur (f 48.000.-
en Isaac Israëls (f 42.000.-)
s
•oc t is de tweede aflevering .van een se-
he artikelen over de historie van Leid-
^R kerken. Vorige week werd .begon-
i hi? de historie van de Lodewijkskerk
j het Steenschuur. In 1477 stond hier
iaU kapel ter ere van Sint Jacob. De
I lederschap verviel snel en in }547
ei rdt de kapel verkocht om aan een
:>Vflissement te ontkomen. Het kerke-
karakter vervalt geheel. In deze
eede aflevering staan we even stil bij
h kapel, die in 1573 na een veelheid
ta< j functies werd gebruikt als kore-
nb slagplaats.
de korenopslagplaats functioneert
a i ar kort. In 1567 krijgen de saai te
ts toestemming van het stadsbestuur
i hun hal in een deel van het kloos-
Nazareth aan de huidige Van der
?rft'straat te verwisselen voor de ka-
van het voormalige Sint Jacobsgas-
lis. Het is niet duidelijk waarom die
'huizing plaats moest vinden, want
die tijd was de textielnijverheid er
esbehalve gunstig aan toe. De vroe-
zo bloeiende industrie was al sinds
laatste kwart van de vijftiende
[jjw te vergelijken met de tegen-
dige stand van de lakennijverheid
eiden. In de twintigste eeuw zou de
vj idse lakennijverheid de genadeslag
ijgen, in de zestiende eeuw kreeg zij
•ht en gewaardeerd produkt. Tot
produceerde men jaarlijks zo 'n
0 stuks laken. In 1563 waren dat
d&nog maar 5000, in 1570 nog minder
4000. Toch was het dieptepunt nog
bereikt. De tachtigjarige oorlog
tokte de invoer van materialen prak-
ur^, onmogelijk. In 1573 was dat aan
r(j d lijve te merken: er kwamen slechts
jj Üzend stuks Leids laken op de keur-
tafel. Het Spaanse beleg legde de pro
duktie van Leids Laken helemaal lam.
Met de ondergang van de lakenindus
trie leek de .ondergang van de stad een
feit te zijn.
Men moest door die hele gang van za
ken constateren, dat vroegere afnemers
van het Leidse produkt zelf laken van
gelijke kwaliteit gingen maken; sterker
nog: soms waren de niet-Leidse prö-
dukten beter dan het Leidse. Daar wa
ren de Leidse ondernemers overigens
zelf ook schuldig aan, want wanneer
men meende het hoofd boven water te
kunnen houden door met de voor
schriften te knoeien en minder goede
waar voor echt Leids laken aan te prij
zen, moest het lid wel op de neus val
len. Vreemde overheden verboden
soms zelfs de invoer van Leids laken
en anderen hieven zulke hoge tolgel
den, dat uitvoer bijna onmogelijk was.
Er moest dus wel iets gedaan worden
om de nijverheid weer nieuw leven in
te blazen. De stadsbestuurders begre
pen, dat de produktie van lichtere en
goedkopere stoffen beter niet langer
verboden kon worden. In wat later „de
nieuwe draperie"genoemd zou worden
zocht men nu stadsheil. Het lijkt waar
schijnlijk, dat het beschikbaar stellen
van de oude Jacobskapel als keurhal
voor die goedkopere en lichtere stoffen
in 1567 een onderdeel was van de be
wuste bevordering van het nieuwe red
middel voor de Leidse textielindustrie.
Alle pogingen ten spijt zou waarschijn
lijk ook de niéuwe draperie door de
economische terugslag van het beleg
van Leiden niet tot ontplooiing zijn
kunnen komen wanneer niet van bui
tenaf een impuls werd gegeven. In de
jaren na het beleg ontvluchtten veel
Vlamingen hun geboortegrond uit
angst voor èn oorlog èn Inquisitie. Het
grootste deel van die uitwijkenden ves
tigde zich in de Noordelijke Nederlan
den, zoals dat tengevolge van de ach
teruitgang van Vlaamse steden op het
einde van de veertiende en in de vijf
tiende eeuw ook al was gebeurd.
De Vlaamse emigranten vertrokken
niet met lege handen. Zij konden bogen
op een ver gevorderde vakbekwaam
heid op het gebied van de produktie
van lichtere en goedkopere stoffen.
Aangespoord door stadssecretaris Jan
van Hout wilde het Leidse stadsbestuur
wel onderhandelen over de voorwaar
den die men zou kunnen bieden bij
vestiging in de Sleutelstad.
Ook dat was een herhaling van de ge
schiedenis. In 1278 beloofde graaf Flo-
ris V tolvrijheid voor tien jaar aan
vreemde wevers, die zich in zijn land
wilden vestigen.
Het gevolg van deze onderhandelingen
was, dat sinds 1577 een grote stroom
Vlamingen zich in Leiden kwam vesti
gen. Daardoor sneed het mes aan twee
kanten: de stadsbevolking steeg en de
nijverheid kon vernieuwd hersteld
worden. Heel terecht realiseerde het
stadsbestuur zich, dat een scherp toe
zicht op de kwaliteit van geleverde en
te leveren prod uk ten de garantie moest
en kon geven voor een goede en lang
durende reputatie van de Leidse tex
tiel. De keurkamer van de saai zou de
grootste aanvoer te verwachten heb
ben. Daarom was het nodig om een
grote ruimte voor die keuring of loding
in de stad te creëren. Het leegstaande
gebouw aan het Steenschuur was daar
toe uitnemend geschikt te maken.
In omvang nam de Nieuwe HoofdNe-
ringhe gestaag toe; reden waarom men
ging denken aan uitwendige en inwen
dige verfraaiing van het gebouw.
Uitwendig was de belangrijkste ver
fraaiing het optrekken van een sierlij
ke spits ter vervanging van de eenvou
dige spits, die tot dan toe de ingebouw
de toren bedekt moet hebben. Op 4 no
vember 1592 geven Burgemeesteren
aan Simon van Merwen opdracht om
het oude torentje, dat bedoeld was voor
de Raamtoren nu op de Saaihal te zet
ten. Doel van die torenspits is het op
hangen van een klok met uurwerk
„ten dienste ende geryeve van den ge-
buyre". De directeur van Gemeente
werken anno 1592 krijgt te horen, dat
er een torentrans gemaakt moet wor
den. Mr. Simon moet geschrokken zijn
van die opdracht. Er was namelijk he
lemaal geen plaats voor een torenom
loop. Getrouw aan zijn opdracht heeft
hij er een gemaakt, maar wie de Jacob-
storentrans betreedt met hoogtevrees,
hoeft zelfs geen angst te hebben: je
kunt er vergeef me de uitdrukking
je kont niet keren. Op die torentrans
kijkje in de hoed van de toren als in de
kelderkast van een zomerhuis in de
winter; het is een vervallen boel in de
muts van de „nuffige juffer" (want zo
heet de Lodewijkskerk in de volk
smond). Ze is net als in 1592 aan
een „face-lift" toe. We zullen eens gaan
bezien hoe dat in de zestiende eeuw ge-
beurde. Jan Doove De Saaihal; schilderij van onbekende meester (pastorie Lodewijkskerk)