a Opa Tjibbe de Groot voor tweede keer Nederlands kampioen pijproken Wij zingen iedere week Gregoriaans Isolatie van renovatiewoningen wordt het eerst ter hand genomen Verwachte Hollandse pelgrimage naar Margaret Sinclair bleef uit Universiteit steekt drie miljoen gulden in huisvestings projecten «STAD/REGIO LEIDSË COURANT DINSDAG 9 OKTOBER 1979 PAGINA 5 Hij heeft het 'm weer geflikt, opa Tjibbe J. E. de Groot van 68 uit Alphen aan den Rijn. Voor de tweedemaal Nederlands kampioen pijproken. Vrijdagavond stak hij in Gouda ongeveer veertig zuinig trekkende concurrenten de loef af. „Ik heb er precies 77 minuten en 1 seconde over gedaan. De laatste 16 minuten zat ik alleen te roken zonder dat ik dat wist. Ik dacht dat er nog meer in de running waren en een gegeven moment vond ik, je moet maar ophouden Tjibbe, want die titel haal je toch niet meer. Als ik beter had geweten, dat er niemand meer in actie was, had ik m'n record van '75, toen ik de eerste keer Nederlands kampioen werd, kunnen verbeteren. Toen deed ik er 78 minuten en 59 seconden over". De bejaarde en volleerde toebackzuiger uit Alphen, een stevige roker met alle aandacht voor de pijp, is er weer niet kapot van. Hij begint aan het succes te wennen. Nummer twee, meneer Van den Oever uit het Brabantse Veghel - ook een kei natuurlijk - kwam niet verder dan 1 uur en 30 seconden. gjn(j aprji weerde De Groot zich in Brussel en Metz in Belgische en Franse kampioenschappen. Daar had hij minder succes, ofschoon hij in Metz tussen 270 titelgegadigden toch nog even 76 minuten het vonkje brandende hield, watvhem toen een tiende plaats opleverde. Zal opa Tjibbe nog vaker de strijdpijp roken Wel, de toekomst ligt wat dit betreft nog in de tabaksrook verborgen, „maar ik hou u op de hoogte", zei De Groot, die deze maand niet naar Italië gaat voor de wereldkampioenschappen, „want daar heb ik geen sponsor voor, ziet u". Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Brits vertrouwen en verering bij Margarets graf, omtrent de Schotse hoofdstad Edinburgh. Wim Langeveld nam de foto tijdens z'n pelgrimage. Het Schotse fabrieksmeisje Margaret Sinclair, dat in 1925 als zuster Mary Francis of the Five Wounds op 25 - jarige leeftijd in de geur van heiligheid stierf, heeft haar jaarlijkse pelgrimage weer ontvangen bij haar graf in de buurt van de Schotse hoofdstad Edinburgh. Onder u zullen er zijn die zich nog herinneren, dat Sassenheimse Wim Langeveld, met een sterk geloof en vertrouwen, een zieke naar Schotland wilde meenemen om daar de gunsten van de eerbiedwaardige Margaret - die nog maar één wonder op haar gebenedijde naam hoeft te krijgen om zalig verklaard te worden door de Heilige Stoel - deelachtig te laten worden. Hij had Annette uit Rotterdam daarvoor op het oog, een invalide huismoeder. Er waren vele tientallen mensen, die op het verhaal in deze rubriek reageerden en geld overmaakten om die reis te kunnen bekostigen. Het is er helaas niet van gekomen. Gisteren vertelde Langeveld (die aan twijfels ten prooi is geweest maar daar nu weer, flink geestelijk doorbijtend, overheen is) me, dat Annette gewoon niet mee kon, omdat haar toestand steeds meer verslechterde. "Ik ben op 9 september alleen gegaan. Zonder zieke. Het was de officiële dag van de Schotse en Engelse pelgrimage naar Margarets graf (dat intussen flink beschadigd was door jeugdige schenners, maar weer hersteld). Schotse journalisten hadden van father Dennis O'Connell uit Glasgow, die postulator is in het proces dat de zaligverklaring van Margaret moet voorbereiden, gehoord, dat er „een hele Hollandse toeloop naar het graf" zou zijn. Dat stond ook in de Catholic Herald (een krant die aankondigde, dat de paus naar Schotland zou komen als Margaret Sinclair eenmaal zaligverklaard zou zijn). Maar ik was de enige uit Nederland. Erg triest. De stroom bleef beperkt tot Wim Langeveld uit Sassenheim. Het was geen leuke reis voor me. Tegenslagen en zo; slecht weer, een storm bij Loch Ness, waaraan het monster part noch deel had". Langeveld slikte de teleurstellingen weg. Een paar weken terug werd hij gebeld door een doodzieke, door de dokters opgegeven, mevrouw uit Zwolle. Die had in haar krant ook het verhaal over Margaret Sinclair gelezen. „Ze had een groot vertrouwen in dat meisje gekregen en wil nu op 24 november, de sterfdag van Margaret, naar Schotland. Als ze daartoe in staat is, gaat ze, en ik ga dan met haar mee. Devotie kun je de mensen niet opdringen. Deze Zwolse vrouw heeft vertrouwen in Margaret, die haar leven en lijden met een lach en een traan in handen van Onze Lieve Heer had gelegd. Ze kan thuisblijven, want die engel van God verlangt niet, dat je per se bij haar laatste rustplaats komt bidden. Maar ze wil nu eenmaal naar Edinburgh, die mevrouw uit Zwolle". Dan is het geschonken geld (ongeveer 950 gulden, waarvan 230 gulden in het offerblok van de Leidse Lodewijkskerk) op z'n plaats. Want daar zat en zit Langeveld nog steeds erg mee in z'n maag, sinds Annette verstek heeft moeten laten gaan. „In elk geval wil ik al die goede gevers, ook de anonieme, erg bedanken voor hun intenties. Het is niet tevergeefs gedaan". De geschiedenis met Margaret Sinclair, de zowat zalige politoerster uit een verpauperde Edinburghse achterbuurt en religieuze die bedelend haar weg door Londen zocht en geen aardse beloning vond, gaat verder. Langeveld noemt het een „continouing story", want zijn grote aanhankelijkheid tot het meisje Sinclair - dienaresse Gods - heeft hem geslagen met de „Engelse ziekte". Een verhaal met een vervolg. „Ik ga door met Margaret. Daartoe krijg ik steeds weer nieuwe impulsen, ook van anderen, van vreemden. Een wonderlijke zaak, op zichzelf al. Ik geloof stellig, dat ik niet voor gekke Henkie werk. Nogmaals: wie met mij in contact wil komen, kan dat doen op het adres J. P. Gouverneurlaan 43, Sassenheim, tel. 02522 - 14 191". DIRIGENT VAN DER STEEN VAN HET GEMENGD KOOR ST. CECILIA: „We hadden best nog een paar maanden met ons verhaal kunnen wachten, want het jubileum is pas volgend jaar. Ons gouden feest vieren we 7 april 1980, tweede Paasdag. Maar we wilden wel graag wat anders kwijt". Aan het woord zijn mevrouw Trees de Haas - Roelofs, en de heren P. A. Turkenburg en W. N. A. van der Steen, drie functionarissen van het Hillegomse gemengd koor „Sinte Cecilia" van de Martinusparochie, die nauwelijks hun ongenoegen kunnen verbergen en daartoe ook geen moeite doen. „We zijn het er niet mee eens". Waarmee dan niet Enige tijd geleden stond op deze plaats een bespiegeling over de gregoriaanse schola cantorum van Oegstgeest die veertig jaar bestond. Daarin werden door hoofd - scholist dr. Jan van de Poel woorden gesproken die bij het tegenover mij zittende drietal en bij ongetwijfeld nog meer Hillegommers en elders wonenden in het verkeerde keelgat zijn geschoten. Het komt er ongeveer op neer, dat mevrouw De Haas (secretaresse van „Cecilia", twintig jaar koorervaring), ex - koorvoorzitter Turkenburg (met 15 jaar voorzitterschap tot '78) en dirigent Van der Steen (sinds '57 in de weer) willen zeggen: „wat zij kunnen, kunnen wij ook". Wat vooral de koristen van „St. Cecilia" in heilige toorn heeft doen ontsteken is de tussen neus en lippen - opmerking van „Jan van de schola": „verdraaid als het niet zo is, maar een goede gregoriaanse schola kan geen meerstemmige muziek zingen en een koor dat goed meerstemmig zingt, faalt in het uitvoeren van gregoriaans". En wat Dom Bör, vicaris - generaal van het bisdom, op een later gehouden symposium als stelling heeft geponeerd, was ook nogal bar: „gregoriaans is typisch mannenzang" („ofschoon", meent de heer Turkenburg, niet zonder gevoel voor eigenwaarde, „nou ja, misschien dat uitsluitend mannen het iets mooier kunnen laten klinken dan met vrouwen erbij"). Maar dan vindt hij direct dirigent Van der Steen op z'n weg: „Dat mag best zijn, maar ik kan 's zondags toch moeilijk tegen de dames in het koor -als we met de wisselende gezangen bezig zijn - zeggen: dames, u moet uw mond nu even houden. Dat gaat toch niet Hoe dan ook, toen de dirigent (die van '32 tot '56 in net Zilker kerkkoor heeft gezongen en daar ook, zonder organist te zijn, weieens achter de manualen plaatsnam) de Poel - opmerkingen las, zei hij meteen spontaan: „verrek, is dat nou zo'n prestatie, dat gregoriaans zingen Dat doen wij iedere week. En behoorlijk ook. En met vrouwen erbij. Nee, ik ben het, op dit punt althans, helemaal niet met meneer Van de Poel eens. Inderdaad, stel dat je veertien enthousiaste 'mannen hebt, dan kun je geen meerstemmige muziek behoorlijk zingen. Daar is het een te klein koppel voor. Maar omgekeer: waarom zou een groot koor geen gregoriaans kunnen zingen Geen enkel koor bestaat uit beroepszangers; het blijft amateurwerk. Mensen, laat ze maar meedoen, hoor, en schakel ze niet uit". „Als je een vaste kern hebt, red je het best, zeg ik maar", aldus oud - voorzitter Turkenburg; „trouwens, die vaste latijnse gezangen krijg je de laatste tijd weer meer terug. Ja, vroeger, dan werd je als zanger uitgezocht, geballoteerd. Zelf ben ik twee jaar aspirant geweest. Zingen in een koor ging zo maar niet. Dat bestaat niet meer". Nu we toch met Sinte Cecilia in Hillegom bezig zijn, kijken we enkele momenten vijftig jaar terug. Er was voor die tijd natuurlijk al een koor, „maar in 1929 was er wat gebeurd met het oude Martinuskoor, zullen we maar zeggen", vertelt meneer Turkenburg. Het had iets met een zekere wrijving tussen pastoor en koor te maken. Er bleven vier zangers over en daarmee werd opnieuw begonnen. Het nieuwe koor, onder het toeziend hemels oog van Cecilia, groeide .allengs tot dertig ferme zangers van boven de 18. Turkenburg: „eerst was het een mannenkoor, maar in de dertiger jaren kwamen er jongens bij. Schola cantorum, noemden we dat". Dirigent Van der Steen (sinds '57): „Ik was hier een half jaar toen ik de helft van de jongens al had uitgeschakeld. Die konden •niet zingen. Ik wilde er meisjes bijhebben. Op het koor vroeg pastoor Van Houten me verschrikt, nou, nou. Maar z'n heerbroer had op diens feest wèl meisjes in het koor gehad. Dus. Hij verzette zich niet, maar, zei hij: als je maar niks vraagt", herinnert Van der Steen zich nog. De dirigent, die verliefd was op die meisjesstemmen en verder de pastoor niets vroeg, had al vrij snel ruim veertig meisjes en een stel jongens bij elkaar: „de rest kwam op de wachtlijst. Zo kon je tegen een niet al te vlijtig zangertje zeggen: je bent drie keer niet geweest, hup de laan uit, er staat een ander te wachten. Kom daar nou eens om. Tegenwoordig zeg je tegen een jongen of meisje: kom maar, probeer 't eerst eens een half jaartje. Het kaf selecteert zichzelf wel". De drie Cecilianen zijn het met elkaar over eens, dat in het koor - volgend jaar in het goud verpakt - „over de animo en de goede verstandhouding onderling niet te klagen valt. De stemming bij ons is geweldig". Het gaat om 23 heren en 13 dames, de Het Hillegomse koor St. Cecilia jongeren meegerekend. De jongens zijn inmiddels, meestal via de baard - in de - keel - procedure, van het koortoneel verdwenen. En er gaan nog weieens meisjes trouwen en die komen doorgaans ook niet meer terug. „St. Cecilia" bestaat nu sedert 1975 als gemengd koor, met „volledig gerechtigde dames". Elke zondag zingen de gemengde koorleden de latijnse hoogmis in de St. Martinuskerk. Mevrouw De Haas: „twee keer per jaar hebben we een vrije zondag, als de kinderen de liturgie verzorgen bij de eerste communie". In iedere Mis alle wisselende gezangen, gregoriaans dus; behalve het Graduale, want dat zou te lang duren. „En het gaat heel goed", verzekert Van der Steen me, „trouwens ook met de andere latijnse missen. Eens in de zes weken gregoriaans (één van de achttien missen) en de rest muziekmissen: Perosi's uiteraard veel, maar ook Haydn, Mozart, Reffice, Nieland, Cuypers. Daarnaast hebben we alle mogelijke meerstemmige gezangen die je vroeger onder het lof zong. Die voeren we nu uit onder de communie en ook na de Mis zingen we altijd een nummer". Mevrouw Trees de Haas heeft nog eens opgeschreven hoeveel onderscheiden koorleden er zijn die samen met „St. Cecilia" koorgeschiedenis hebben gemaakt: er zijn vier zangers (onder wie de heer Turkenburg, die praktisch vanaf het begin het koor heeft geschraagd) die vanwege hun veertigjarig lidmaatschap de gouden medaille van de St. Gregoriusvereniging hebben ontvangen, en maar liefst twaalf zangers kregen voor hun bijdrage van vijfentwintig jaar de medaille in het zilver. Vier zangers kregen Pro Ecclesia en er zijn vier dames die al hun koperen jubileum hebben gevierd. Turkenburg: „Veel nieuw bloed komt er niet bij. Iedere week repeteren en 's zondags zingen wordt voor sommigen een te vaste band. We hebben bijvoorbeeld dames te kort Jammer, maar we blijven hopen". „St. Cecilia" van de Hillegomse Martinusparochie is niettemin - dat is nu wel gebleken - een begiftigd en begaafd koorgezelschap waarvoor straks het goud past. jEMEENTE LEIDEN MAAKT ERNST MET ENERGIEBESPARING EIDEN De gemeente Lei en maakt ernst met de ener- iebesparing. Gisteravond ging e gemeenteraad akkoord met et voorstel van het college op orte termijn maatregelen te 'effen voor de besparing van nergie. Binnenkort brengt het ellege dan ook op basis van de nlangs uitgebrachte nota Energiebeleid een aantal deel; iota's ten aanzien van deze pro- lematiek uit. loor de verschillende vertegenwoprdi- ers van fracties werd erop gehamerd dat het Leids gemeentebestuur het gro- 4e voorbeeld moet geven ter besparing van energie. Het PvdA-raadslid de heer M. van Aken wees erop dat het nieuwe Stadsbouwhuis aan de Lange- gracht lange tijd bij de Leidenaar veel aanstoot heeft gegeven, aangezien er dag en nacht volop licht brandde. „We moeten zien te voorkomen dergelijke „gebouwen des aanstoots" te handha ven", aldus het PvdA-raadslid. Hij drong er bij het college op aan bij wijze van spreken morgen al met de bespa ring van energie te beginnen. Het CDA-raadslid de heer C. Vink ging in op de problematiek rond de stads verwarming. Aangezien het energiebe drijf „Rijnland" slechts stoom levert, is het niet voordeliger om stadsverwar ming te hebben dan individuele ver warming, aldus het CDA-raadslid. Hij werd in zijn stelling gesteund door het PPR-raadslid L. Beijen, die er bij wet houder H. van Dam op aandrong ui terst behoedzaam te zijn met het aan gaan van nieuwe contracten voor stoomleveranties. Het PPR-raadslid beklemtoonde voorts het belang van de isolatie van wonin gen in rehabilitatieplannen. Wethouder Van Dam deelde ten aanzien hiervan mee dat op korte termijn een deelnota zal verschijnen. „Isolatie van woningen is een van de effectiefste wijzen van energie besparen", aldus de wethouder van financiën. Het VVD-raadlid M. Zonnevylle had bij'de behandeling in eerste instantie van de nota Energiebeleid er al op ge wezen dat met besparing van energie de inkomsten van het Energiebedrijf voor Rijnland ook aanzienlijk zouden teruglopen. Hij vroeg de wethouder hoe de verschillende deelnemende gemeen ten in de gemeenschappelijke regeling tegen een dergelijke vermindering van inkomsten zouden aankijken. Ook de heer J. Hoekema (D'66) ging in op de mogelijkheid dat bij een verminderde afname het tarief per afgenomen een heid omhoog zou gaan. - De wethouder verzekerde de raad dat de afnemers van het Energiebedrijf nauwelijks iets zullen merken van tariefsverhogingen. LEIDEN-De Leidse universi teit blijkt een overschot van drie miljoen gulden te heb ben op de salarislasten. Om dit geld alsnog een bestem ming te geven, heeft de uni versiteitsraad gisteravond besloten dit geld te besteden aan diverse huisvestingspro jecten van de universiteit, waarvan het spoedeisende karakter duidelijk is. Onder meer valt hierbij te denken aan veiligheidsvoor zieningen en nieuwbouw bij de subfaculteit der Biologie. Deze noodzakelijke nieuw bouw is onder meer een ge volg van het feit dat er in de toekomst veel meer met radio actieve isotopen gewerkt zal worden. Bovendien zullen de veiligheidseisen steeds meer verscherpt worden. Verder moeten er bij de faculteit der Geneeskunde diverse veilig heidsproblemen aangepakt worden, waaronder de brand veiligheid op het Fysiologisch Laboratorium. Concrete voor- Stellen echter over de beste ding van de overschotten kon het College van Bestuur nog niet doen. Hiervoor is aller eerst toestemming nodig van de Minister van Onderwijs. De Leidse Studenten Bond» heeft aan het College van Be stuur gevraagd of het zijn me dewerking wil verlenen aan .een universitaire geldinzame lingsactie voor de wederop- bèuw van het onderwijs in Ni caragua. De Minister van On derwijs van Nicaragua heeft dringend om hulp gevraagd aan het NUFFIC, dat op zijn beurt het College om hulp ver zocht. In Nicaragua is voor on geveer 25 miljoen dollar scha de aangericht aan de onder wijsvoorzieningen. Het College van Bestuur zegde toe deze vraag op korte termijn te zul len behandelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5