•token hoeft I niet, •maar hoe kom je eraf I? 9 9 seconde i zes hamburgers uit i ai di l Elke 'i de pers e tg1 Stichting Volksgezondheid en Roken, dhr. A. H. Pontfoort, zegt het zelf: „De meeste rokers lopen van tijd tot tijd met de gedachte rond om ermee te stoppen. Uit een Amerikaans onderzoek kwam onlangs zelfs de conclusie naar voren dat negen van de tien rokers wel zouden willen stoppen, „wanneer daar maar een snelle, eenvoudige en prettige methode voor bestond". Kennelijk ondervindt men de rookgewoonte toch niet zo positief als de plaatjes en de teksten van de advertenties ons willen doen geloven. Die snelle, eenvoudige en prettige methode bestaat natuurlijk wel degelijk. Gewoon van de ene op de andere dag ermee kappen! Dat valt evenwel menige roker allerminst gemakkelijk". Allerminst gemakkelijk. Alsjeblieft, daar heb je het al. Maar wanhopen? Nooit! „Want", zegt de heer Pontfoort, „vergis u daarbij niet in het aantal mensen dat er dag-in, dag-uit in slaagt om van het roken af te raken. Van degenen die in ons land niet roken (en dat is gelukkig de meerderheid van ons volk) hebben er twee miljoen vroeger wel gerookt. Ze zijn ermee gestopt. Op allerlei manieren; voor 90 procent op eigen houtje. Soms op advies van hun arts, maar meestal uit zichzelf". „Voor degenen die hun goede voornemens echt niet zelf in daden kunnen omzetten zijn yele methoden ontwikkeld. Soms helpen de middelen die bij de drogist en apotheek te koop zijn: anti-rook kauwgum, nicotine- ontwenningsfilters, dranken etc. Voor Niemand zal het u kwalijk nemen als u toch dat biefstukje met dat stukje stokbrood en dat glaasje wijn in dat semi Franse bistrootje prefereert. Maar dat kun je geen „snelle hap" meer noemen, en kwalitatief hoeft het echt niet zoveel beter te zijn dan die hamburger-met-alles-erop-en- eraan. Dat is de instelling van enkele grote, op Amerikaanse leest geschoeide, restaurantbedrijven met vele vestigingen in ons land, die helemaal ingespeeld zijn op de nieuwe snelle eetconsument. De vraag naar hamburgers groeide ondanks geluiden uit consumentenkringen dat ze te vet zouden zijn dermate dat het vleesconcern De Vleeschmeesters BV, directeur E. Teekens, het helemaal zag zitten. In Amerika werd voor ruim drie miljoen gulden een aantal machines gekocht. In Weesp werd een pand neergezet, Nederlands personeel werd in Amerika getraind en ziedaar, de anderen is een behandeling volgens een strikte methode en dan onder deskundig toezicht de beste oplossing: de 5-dagen cursus, acupunctuur, hypnose, een geneesmiddelenkuur. Tot dusver nemen nog maar betrekkelijk weinig rokers hun toevlucht tot die methoden. Dat zal van jaar tot jaar een groter aantal worden, want stoppen willen onze rokers meer en meer. Om zich fitter te voelen, om hun gezondheid te beschermen!". In de folder die de Stichting Volksgezondheid en Roken verspreidt staren een aantal bekende en, althans mij, onbekende Nederlanders de lezer aan. Het is hun gelukt. Nee, niet Willem Duys, die staat niet in deze folder. Wel John Woodhouse bijvoorbeeld: „Ik ben er zonder meer radicaal mee gestopt". En Henk Molenberg: „Ik ben onmiddellijk gestopt". Adèle Bloemendaal: „Elf jaar geleden ben ik met roken gestopt. Abrupt. Van de ene dag op de andere. Miniseren ging niet, want ik ben een onmatig mens". Meneer Kuipers, woninginrichter in Kwintsheul: „Drop was voor mij drie jaar geleden, tezamen met een cursus, een extra hulpmiddel om van het roken af te komen. Ondertussen moet ik kilo's van dat spul hebben gegeten". Meneer Niessen, eigenaar van een schoonmaakbedrijf in Hilversum lukte het van het roken af te komen door een acupunctuurbehandeling; meneer van Bussel, ex- vrachtwagenchauffeur uit Lierop ging naar een hypnotiseur en raakte zo zijn verslaving kwijt. eerste hamburgerstraat in Europa, de eerste lopende band voor fabricage van de snelle-hapschijven was geboren. Directeur Teekens: „Het was een grote investering, maar de vraag is zo groot, dat we niet bang zijn voor zo'n bedrag". Vroeger in de tijd van de landverhuizers naar Amerika werden er nogal eens grapjes gemaakt, zo in de geest van: „In Chicago daar hebben ze machines. Je stopt er aan de ene kant een koe in en aan de andere kant komen er worst, entrecötes en steaks uit". Daar in Weesp is die droommachine bijna werkelijkheid geworden. Bijna, want in plaats van een hele koe worden er aan de ene kant honderden kilo's netjes uitgebeend vlees ingestopt en komen er aan de andere kant keurige schijven hamburgers, diepgevroren en wel, uitrollen, zo de klaarstaande verpakking in. Bedrijfsleider J. Prent aan de koud. Klaar voor het nog koudere avontuur..., de diepvriestunnel, waar ze door middel van stikstof min 198 graden Celsius tot min vijftig onder nul worden gebracht. Aan het eind van de tunnel worden de steenharde uit-de-kluiten gewassen damschijven, die nog in niets doen denken aan het geurige, smakelijke kant en klaar-produkt, door zorgzame vrouwelijke koude handen in dozen gepakt. Het leven van koe tot hamburger is maar kort. De hamburger gaat, daar twijfelt de heer Teekens niet aan, ook de Nederlandse huisvrouw bekoren. Vandaar dan ook de verwachting, dat binnenkort via supermarkten en slagerijen de kille roze schijven uit de hamburgerstraat in menige keuken in de koekepan zullen pronken, tot meerdere eer en glorie van het rund. Gebruikerstip: strooi wat sesamzaadjes op een dampende hamburger. Smaakt voortreffelijk. GERARD CRONE DEN HAAG Zojuist heb ik me voor de drieëndertigste keer als ik goed geteld heb, het kunnen best een paar keertjes meer geweest zijn heilig voorgenomen niet meer te roken. Met een doelbewust, bijna nijdig gebaar heb ik de sigaret in de asbak uitgedrukt, de asbak leeggegooid en schoongeveegd. Verwijtend spiegelt dat glazen oog me vanaf mijn bureau toe. Telkens kijk ik even opzij, om dat stille verwijt niet te zien. Verraad aan een asbak. Maar roken doe ik niet meerl Dat zei ik die vorige tweeëndertig keren ook. En zie wat ervan is terechtgekomen. Zeg maar gerust: niets. Natuurlijk, geen middel is onbeproefd gelaten. Overgestapt van de sigaretten op de sigaren, van sigaren op de pijp. Nog eens een sigaartje ertussendoor. En dan weer het bovengenoemde ritueel. Denk nu niet dat er geen duidelijke aanleidingen waren om ermee te stoppen. Wel degelijk: dat blafferige hoestje, dat gebrek aan conditie, die collega die aan longkanker stierf. Noem dat maar geen aanleidingen! En toch, dit is de drieëndertigste keer of daaromtrent. Voor mij, en voor vele honderdduizenden wie het ook niet wil lukken. Ik sta u grootmoedig toe om openlijk tegen me te zeggen dat ik in dit opzicht een slappeling ben. Ik voel me in goed gezelschap. Bovendien, de directeur van de In Amerika heeft zich als snelle hap de hamburger ontwikkeld. Het bekende recept: broodje, blaadje sla, dampend hete tartaarschijf, een lik tomatenketchup. Wie volgt? Nog een cola erbij, meneer?... Smaken verschillen natuurlijk. telefoon: „Ja, met Prent; Prent, de afkorting van prentenboek" is niet weinig trots op „zijn" straat. Graag laat hij zien dat er puur rundvlees wordt gebruikt. Een derde deel diepgevroren industrievlees, Argentijns, Iers, Frans of waar dan ook vandaan, een derde deel zogenaamde vanglappen, buikvlees, eveneens diepgevroren en een derde deel vers rundvlees, voorvoeten en schouders. Dat gaat in een „kraker", een machine waarin de steenharde, - 20 graden Celsius, vleesklompen worden geschaafd tot handzame brokken. „U ziet het, meneer, geen vet. Onze afnemer eist echter dal er 17,2 procent vet in elke hamburger zit. Daarom hebben we hier een vetanalysator, waarmee we precies vaststellen hoeveel vet er in een partij vlees zit. Om aan die 17,2 procent te komen voegen we dan vet toe". En inderdaad, het elektronische wonderkastje vertelde op hetzelfde vlak liggen de activiteiten van het echtpaar Blom in Baarn. Door begeleiding, een informatief gesprek en twee mentale trainingen helpen zij de roker van zijn „kwaal" af. Het grote verschil met de stopgroepeh is dat het hierbij niet gaat om een groepstherapie, maar om een puur individuele behandeling. Over het nut van acupunctuur is al veel geschreven, zowel ten gunste als ten ongunste. Toch zijn vele rokers na behandeling met naalden van hun rookgewoonten afgeraakt. Behandeling door psychiater, hypnotiseur of psycholoog ligt evenals acupunctuur op het medische vlak. Een voorafgaand gesprek met de huisarts is op zijn minst aan te raden. Behandeling op dit niveau zou men liever gereserveerd zien voor „noodgevallen". Maar is iedereen die niet van het roken af kan komen niet zo'n noodgeval? Voor hen die van kuuroorden houden: in Oberstdorf bestaat de mogelijkheid om via een Kneippkuur tot ontwenning te komen. Twee kuurartsen houden zich daarmee bezig. En verder drop eten, anti rookkauwgom kauwen, de mond spoelen met vieze drankjes. Enz. enz, wandelen, water drinken, zoethout kauwen. In de glazen asbak op mijn bureau ligt weer één peuk. Mark Twain heeft, geloof ik, ooit eens gezegd: „Het is niet moeilijk met roken te stoppen. Ik heb het al wel duizend keer gedaan". GERARD CRONE WEESP We gaan helemaal op de Amerikaanse toer met ons goede vaderlandse bestedingspatroon. We eten vaken buiten de deur en over het algemeen is de tendens te bespeuren, zowel uit als thuis, naar „fast food", oftewel, in goed Nederlands gezegd, de „snede hap". En daarbij moet dan niet onmiddellijk worden gedacht aan het zakje patat bij de friteskraam of de vette bal gehakt of de lauwe kleffe kroket uit de muur, nee, aan kwalitatief goed „voer", snel opgediend, in een restaurant, dat daarvoor is ingericht, al of niet met zelfbediening. „Zo stopten wij met roken", heet die folder. Hij ligt nu naast de nog steeds lege asbak. Op de omslag twaalf portretten van geslaagden. Zij roken niet meer. Bemoedigend. Statistisch gezien behoren zij echter tot de slechts tien procent waarmee het totale aantal rokers in ons land in zes jaar terugliep. Dat is nog geen twee procent per jaar. Er blijven nog 4,5 miljoen wei-rokers over, die elk jaar meer verbruiken dan het jaar ervoor. Gek is dat eigenlijk, want de algemene mening is wel degelijk dat roken slecht is voor de gezondheid en dat je er eigenlijk mee zou moeten stoppen. En maar erg weinig Nederlanders durven begrip te tonen voor diegenen die het roken niet kunnen laten. Dat zou tenminste kunnen worden afgeleid uit het antwoord op de vraag die het NIPO begin dit jaar aan de bevolking voorlegde. De vraag: „Willem Duys heeft eind december via de televisie en in een folder van de Stichting Volksgezondheid en Roken aangekondigd dat hij ging proberen met roken te stoppen. Een maand later verscheen hij in een advertentiecampagne van een sigarettenfabrikant om te vertellen dat het hém niét gelukt was en dat hij nu een nicotine-arme sigaret van een bepaald merk was gaan roken. Heeft u over deze feiten gehoord- gelezen of niet? Wat vindt u van deze handelwijze van Willem Duys?". Het antwoord: 9 procent had begrip voor Duys, 67 procent keurt de handelwijze van Duys af. Slechts 9 procent van de ondervraagden kon of wilde begrip opbrengen voor de zwakke, in zijn rookfout vervallende medeburger. En die 67 procent dan? Daar moeten toch vele rokers onder geweest zijn, want ongeveer 47 procent van de bevolking boven de vijftien rookt. Ja, hoe kom je nu echt helemaal van dat roken af? Enkele methoden zijn reeds genoemd. De Stichting Leven en Gezondheid helpt de roker van zijn verslaving af in het 5-dagenplan. Voor verscheidene rokers is dat een succesformule geweest. De Stichting is een initiatief van de Adventskerk (Zevende-dag-adventisten). De leden van dit kerkgenootschap drinken niet, roken niet en gebruiken geen vlees. Koffie en thee gebruiken zij evenmin omdat ook deze verslavend werken. Hun anti-rookkuur is dan ook puur op de gezondheid ingesteld. Het vijf-dagenplan is door de NCRV-televisie uitgezonden. 400.000 Rokers meldden zich toen aan. Van hen zijn er naar schatting nog zo'n 125.000 die niet meer roken. De cursus wordt door medici en psychologen begeleid. Veel rokers zouden ook baat kunnen vinden bij deelneming aan praatgroepen. Onder het motto: gedeelde smart is halve smart zijn er links en rechts zogenaamde stopgroepen opgericht, waarvan de leden elkaar helpen de titanenstrijd te strijden. Kleine advertenties in dagbladen e.d. roepen op tot deelname: „Op je eentje is het moeilijk, samen met anderen is het best te doen". Resultaten zijn er zeker, maar hoeveel is niet bekend. Een beetje dat er in het genomen monster maar 14 procent vet zat, zodat er moest worden bijgevoegd. De grote brokken vlees van zojuist waren inmiddels in supergehaktmachines verworden tot rood-roze tartaar op weg naar de pers. Klap-boem, ssst, klap-boem, ssst. Elke seconde dat geluid, elke seconde zes hamburgerschijfjes uit de pers, tien centimeter middellijn, een halve centimeter dik. Driehonderdzestig hamburgers per minuut, meer dan 800.000 hamburgers per week. Elke hamburger weegt exact 45 gram. 36.000 kilo vlees wordt er per week weggestampt. En dat allemaal voor de snelle hap. Je zou zeggen dat geen koeienfokker dat meer kan bijbenen. Het hele produktieproces gaat zo spel dat de vleesschijfjes geen tijd hebben gekregen boven het nulpunt te komen. Als ze uit de pers komen zijn ze precies - 1,4 graad Celsius

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 29