I Surrealistische kunst in Rotterdam beter te zien dan waar dan ook Museum Boymans- Van Beuningen troetelkind van Rotterdam A Salvador Dali: Paar met het hoold vol wolken Salvador Dali: Impressies van Afrika René Magritte: Het rode model die succesvol heeft gespeculeerd in moderne kunst en die nu de buit binnenhaalt. Als dat het geval was, zou hij via de kunsthandel zijn doel veel gemakkelijker kunnen bereiken. Het komt ons voor dat hij wel degelijk node afstand doet van het bezit dat hem lief is en dat er een persoonlijke relatie nodig is om hem te bewegen, niet alleen te verkópen, maar uit de collectie uitgerekend die stukken te nemen die, met name geldt dat voor Dali, gekenschetst kunnen worden als 'sleutelstukken' uit het oeuvre van de kunstenaar. Die relatie was er tussen de vorige Boymans-staf en de Edward James Foundation. Ze resulteerde niet alleen in de grote tentoonstelling van 1970/71, maar ook in enkele belangrijke bruiklenen die sindsdien nog steeds in het museum aanwezig zijn. In één klap aan de top De huidige directeur, W. A. L. Beeren, heeft veel minder affiniteit met de surrealistische kunst. Gezien zijn vroegere museale activiteiten zal hij zich, wat de moderne kunst betreft, eerder gaan richten op gebieden als pop-art, minimal-art en .conceptuele kunst. Voor hem komt daarbij dat topstukken, zoals nu verworven, eigenlijk voor zijn museum onbetaalbaar zijn geworden. Ze zouden het aankoopbudget voor jaren opsouperen en alle afdelingen oude kunst, moderne kunst, kunstnijverheid zouden blijvend gehandicapt zijn omdat er geen fondsen meer waren. Toch zag de heer Beeren natuurlijk wel in welk een kans hier aan zijn museum werd geboden: in één klap aan de top te staan wat de surrealistische kunst betreft of, om het in zijn eigen woorden te zeggen, „voor wat betreft deze kunst te worden wat het Haags Gemeentemuseum is voor Mondriaan of het Stedelijk te Amsterdam voor Malewitch". Hij heeft zich dan ook zeer beijverd om deze stukken in huis te krijgen en dat is uiteindelijk gelukt zonder het eigen aankoopbudget aan te tasten. Dat kon door belangrijke bijdragen van de Vereniging Rembrandt, het Prins Bernhard Fonds, de Erasmusstichting, de Stichting Boymans-Van Beuningen en vooral door de genereuze medewerking van de gemeente Rotterdam, voor wie dit museum een soort troetelkind is aan wie bijna niets geweigerd kan worden. Salvador Dali: Spanje Voorstudie: Impressies van Afrika ROTTERDAM Met de recente aankoop door de gemeente Rotterdam van vijf schilderijen en twee grote tekeningen van Salvador Dali en een schilderij van René Magritte is een voorlopige afronding gekomen aan het project van Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam om een enigszins representatieve verzameling van surrealistische kunst tot stand te brengen. Vóór de grote Dali-tentoonstelling van 1970/71 waren er op dat gebied slechts enkele werken. De toenmalige directeur Ebbinge Wubbe en vooral zijn hoofdconservatrice dr. Hammacher hebben zich jarenlang sterk gemaakt om deze kunst te tonen in grote tentoonstellingen en ook stukken voor de eigen collectie bijeen te brengen. Dat is gelukt en er is geen ander museum in Europa, waar men met name Dali zo goed kan zien met werken uit zijn vruchtbaarste tijd. Voor een belangrijk déél is dat te danken aan de relatie met Edward James. Hij is een wat bizarre Engelsman: rijke grootgrondbezitter, dichter, kunstverzamelaar en hobbyist. In de latere dertiger jaren trad hij op als maecenas voor Dali, wiens werken hij naarstig verzamelde evenals dat van de Belg Magritte. Hij zal wel geen enorme kapitalen in dat werk gestoken hebben, kunst was immers niet duur in die barre tijd. Maar de Brit kwam na de oorlog toch wat krap in zijn contanten te zitten. Het leven van een Engelse grootgrondbezitter gaat niet over fiscale rozen. Bovendien had James vreemde ideeën over geld verdienen. Aanvankelijk wilde hij een museum opzetten, dat zichzelf bedruipen moest en waar, als het kon, zelfs geld mee verdiend zou kunnen worden. Zoiets zal door iedere museumdirecteur als een kwalijke grap worden ervaren. Meer succes had een volgend idee: school waar oude ambachten onderwezen worden. Die school loopt nu goed, maar er moet wel geld bij. Edward James en de stichting waar het grootste deel van zijn kunstbezit was ondergebracht was nog steeds zeer rijk, mpar met de contanten bleef het moeilijk. Wat ligt dan meer voor de hand om iets af te stoten. Voor wat de jongste aanwinst van Rotterdam betreft was daar een bedrag van 3,6 miljoen gulden mee gemoeid, nadat eerder al andere werken uit de collectie verkregen waren. Sleutelstukken Uit bovenstaand moet men vooral niet willen lezen dat Edward James au fond een handig zakenman is De nieuwe werken zijn nu bijeengehangen met de werken die eerder verkregen waren en de nog aanwezige bruiklenen van de Edward James Foundation. Meest frapperend vonden we t feit dat de collectie als totaal het zo goed doet. Het betreft hier kunstenaars wier waarde je moeilijk aan één werk kunt afmeten. Een ensemble is altijd meer dan de som der delen en dat gaat ook hier op. Impressies Afrika Toch moeten we iets zeggen over de afzonderlijke werken. De meeste indruk maakte Dali's „Impressies van Afrika" (tot voor kort met het eveneens verkregen „Paar met het hoofd vol wolken" bruikleen aan de Londense Tate Gallery). Een krachtig doek met, als gewoonlijk bij Dali, gewone en buitenissige elementen naast elkaar, maar prachtig geschilderd, met de schilder als visionaire figuur dominerend op de voorgrond. Interessant zijn twee voorbereidende tekeningen die tonen hoe juist die schilderfiguur bij de kunstenaar langzaam naar zijn definitieve vorm gegroeid is. Het koper-omlijste „Paar met het hoofd vol wolken" toont Dali als de grote „vervreemder", de „Grote paranoïde" is een krachtig werk met in de wriemelende figuurtjes elementen, die vooruitlopen op „Spanje". Dit laatste werk, al geruime tijd in bruikleen te Rotterdam, was destijds een van de geraffineerdste werken op de Dali-tentoonstelling met zijn twee voorstellingen-in een. Je kunt er lang naar blijven kijken, zonder direct te zien wat je ziet. Salvador Dali: De grote paranoïde De nieuwe Magritte-is wat onthutsend van eenvoud. Het heet „Het rode model", maar voorgesteld is een houten schutting met ervoor twee schoenen, die overgaan in blote voeten. Die voeten staan op een ruwe ondergrond en dat geeft de griezelige suggestie van beschadigbaarheid en pijngevoelens. Een curieus schilderij, dat zeker. Bij de ingang van Boymans-Van Beuningen hangen affiches die de ruim 200.000 bezoekers van de recente tentoonstelling „Goden en Farao's" wijzen op het feit dat zij weliswaar een prachtige tentoonstelling hebben gezien, maar dat zij te weinig hebben gekeken naar andere, gratis toegankelijke, meesterwerken in het museum als de „Toren van Babel" van Brueghel, de „Titus" van Rembrandt en nog enkele andere topstukken. Toekomstige bezoekers van Boymans-tentoonstellingen mogen bedenken dat zij in hetzelfde huis ook surrealistische kunst kunnen zien. Beter dan waar ook. VOLKERING vi A ""WÉ Paul Therom schrijft jg een ode aa* het reizen per trein De successchrijver Paul Theroux stapte op een nie nader genoemde datum in 1973 om half vier in de middag in Londen op de tri en bleef vier maanden wei per trein door Azië. Na Pa met de vorig jaar opgehev Orient Express naar 1st an boel. door naar Ankai Tiran, Afghanistan, Pakistó Heen en weer getrek in Ini Door naar Singapore. Vandaar Vietnam (ditmaal vliegtuig), dan Japan, met r zijn ultramoderne treintechniek. Theroux kee terug naar het westen met beroemde Transsiberië- Express, via Irkoetsk, Om&, J Moskou, Hoek van Hollai naar Londen. Over deze treinreis van honderd dagen (met derti expresstreinen) heeft Paul Theroux daarna een van meest opwindende en meeslepende reisverhalen geschreven die ik ooit las: ,,De grote spoorweg- i carrousel" noemt hij dit verslag van zo'n 400 pagina's. Het boek heette het Engels ,,The Great Railway Bazaar" en het is een werkelijk uitstekende vertaling van Cor Koremai nu als grote ABC verschei bij de Arbeiderspers. Voor zo'n 40 gulden, dat wil zeggen een dubbeltje per pagina. En daar heb je eei reis voor. althans het vers\ ervan, dat heel nauwkeurig de werkelijkheid volgt. Da3 mag je tenminste aannemi want zo laat zich geen fictj schrijven. Paul Theroux woonde zeil verschillende jaren in Azië\ het is duidelijk dat hij verwonderd is en blijft doé dit continent. Hij is de aut\ van meerdere romans en essay-bundels, hij heeft a/ grote aandacht gehad voa Engelstalige auteurs die uij (voormalige) koloniën" kwamen, zoals bijvoorbeei de Caraibische schrijvers. boek over het reizen per trein, een modern epos, ei- ode van klassieke kracht, j over de hele wereld terecl\ een enorm succes, het is alom vertaald, er zijn van eigenlijk onverfilmbare bo\ waar immers geen verhaal, geen „plot" in ziti films in voorbereiding. Wat is er dan aan de hanid met „De grote spoorwegcarrousel Misschien de verscheidentï aan informatie die het boè biedt? Theroux geeft landschap- en stedenbeschrijvingen, typeringen van volkeren e, hun leefwijze, reisgewoont reizigers, hun gesprekken, hun gedragingen en beheptheden, hun weerzin tegen reizen. Of hun passj ervoor. In typeringen is Theroux o, zijn best in dit boek. Dat gevoegd bij een grote pas voor treinen en de beteke van het reizen per trein, B, herhaling komt Theroux daarop terug: „Ik ben evê stoutmoedig als ieder and, maar ik heb één eigenaardigheid missen heb ik daarom zo'n voorlid voor treinen ik geniet alleen van de reis van wed de prettige vertragingen onderweg, een luie vulgaiif- sybariet die Azië afreist oj zoek naar comfort, een plezier dat door de afgele^ afstand gerechtvaardigd wordt. Ik had dus veertigduizend kilometer gereisd om hier in Maym niets te hoeven doen, om mijn kont te warmen bij tl vuur". |P Treinen zijn niet zomaar vervoersmiddelen. Paul Theroux hecht daar veel ni waarde aan: ,,ln elk land j tonen de treinen de L essentiële kenmerken var cultuur: Thai-treinen hebt) de badkuip met de geglazuurde draak op de zijkant; de Ceylonese een wagen die gereserveerd is voor boeddhistische monniken; de Indiase een vegetarische keuken en zl klassen; de Iraanse bid matjes; de Maleisische een noedelstalletje; de 1 Vietnamese kogelvrij glas I de locomotief en in elk rijt van de Russische spoorwegen staat een j samovar. De spoorwegbal met haar reizigers en vindinkjes vertegenwoordig de maatschappij zó volmi dat je je bij het instappen blootstelde aan het natioè karakter. Soms leek het <j een rustige collegezaal, i soms kreeg ook ik wel het gevoel dat ik gevang zat en werd overvallen dcf dat monsterachtige typische". Veel verhaal is er niet. Hè bestaat voor het grootste\ deel uit het verslag van minieme gebeurtenissen i treinen, op stations. Gesprekken met mede reizigers, vaak met dezell verhalen. Desondanks spannend als een avonturenroman, met een macht aan informatie ove van alles en nog wat, JAN VERSTAPPEN Paul Theroux: „De Grote SpoorwegcarrouselUi tg De Arbeiderspers. Prijs 39.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 28