„Haal mij
hier uit!
Elke dag is
een foltering!"
'lil
- 1
Oleg
Feofolovits
Achimov:
slachtoffer
van het
Sovjet
systeem
D
BI
Psichuschka-systeem
niet alleen menselijk
sadisme maar vooral
politieke ideologie
VALENTIN
WERBITZ:
n in di
epavil
uisves
-V-v
Oleg Achminov: niet
krankzinnig, maar
wei opgesloten in een
psychiatrische
kliniek.
v
J
k.i"
;;'k
f
-
rderen
m d(
ting te
Herman Achmlnov,
schrijver in West-
Ouitsland, die pas
twee jaar geleden
hoorde dat hij eea
halfbroer heeft in de
Sovjet-Unie.
Iravet
van
t geb
l han
were
ige.
k Volgens de gevangen
Russische dissident Joeri
Orlov zitten er op het
ogenblik minstens vijf
H: miljoen mensen in
UH werkkampen. Hij denkt dat
OMhet aantal gevangenen in de
Sovjet-Unie twintig keer zo
hoog is als bijvoorbeeld in
mm de Verenigde Staten. Orlov
zelf werd vorig jaar tot zeven
jaar dwangarbeid
veroordeeld. Maar behalve
gevangenissen en
werkkampen zijn er in
Rusland ook een onbekend
aantal psychiatrische
inrichtingen waar een
eveneens onbekend aantal
gezonde mensen een
psychiatrische
„behandeling" ondergaan.
Onlangs kwam bij het CDJA-
Den Haag het verzoek
binnen om in Nederland iets
de ka te doen voor de Rus Oleg
Wet] Achminov. Een tpt dan toe
wen] volkomen onbekende
inwoner van de Sovjet-Unie,
maar maar hij is een van die
mensen die, hoewel hij
absoluut niet krankzinnig is,
volgens de autoriteiten voor
zo'n behandeling in
aanmerking kwam. Oleg
Achminov wil weg uit zijn
vaderland. Hij wil naar zijn
s,a6f halfbroer in West-Duitsland,
van wiens bestaan hij
overigens pas twee jaar
geleden hoorde. Deze broer,
Herman Achminov, deed een
beroep op het CDJA in Den
Haag om op enigerlei wijze
te helpen zijn broer naar
Keulen te krijgen. De
christen-democratische
jongeren zijn daarop
kortgeleden een
handtekeningenactie
begonnen. Hieronder het
verhaal van Herman
Achminov over zijn broer, en
een relaas van Valentin
Werbitz, een Rus die evenals
Oleg Achminov de
verschrikkingen van de
„psischuska" heeft
doorgemaakt.
725
KEULEN Een half jaar geleden kreeg
Herman Achminov in Keulen een
telefoontje uit Leningrad. Een
opgewonden vrouwenstem zei: „Oleg
was op 31 januari op de visa-afdeling
en vroeg toestemming om naar
Duitsland te gaan. Daags daarop werd
hij gearresteerd en naar de
psichu8chka (de psychiatrische
gevangenis voor dissidenten)
gebracht". Herman en Oleg Achminov
zijn halfbroers. Herman woont sinds de
'oorlog in West-Duitsland. Zijn broer
woont in Rusland. Pas twee jaar
geleden hoorden zij van eikaars
bestaan. Herman is schrijver en houdt
zich bezig met politieke
wetenschappen. Onder meer schreef
hij een paar boeken over de historische
rol van het communisme. Dit echter
zonder te weten dat hij nog familie had
in zijn geboorteland. Sinds twee jaar
heeft Herman een nieuwe bezigheid: hij
probeert zijn broer uit Rusland weg te
krijgen. Tot nu toe echter zonder
succes. Wat er, door acties in
Duitsland, Oostenrijk en Noorwegen
wel is bereikt, is dat Oleg tijdelijk weer
uit de psychiatrische inrichting is
vrijgelaten. Maar voor hoe lang? Het
zwaard van Damocles hangt
voortdurend boven zijn hoofd. Oleg
Achminov is geen „bekende dissident",
maar evenmin is hij een uitzondering.
Hij is een van de zeer velen die worden
geconfronteerd met een volslagen
gebrek aan rechtspraak in het Sovjet
systeem.
„Mijn broer is voor zover wij weten geen
dissident. Hij heeft geen kritische essays
geschreven over de toestanden in de
Sovjet-Unie, geen interviews gegeven
aan buitenlandse correspondenten en
geen protestdemonstraties op poten
gezet. Hij is een gewone Sovjetburger,
maar er rust een vloek op hem: zijn oud-
bolsjewistische afkomst", aldus Herman
Achminov.
„Onze vader was lid van de
bolsjewistische partij. Twee jaar voor de
„grote zuivering" in 1937/1938 werd hij
gearresteerd omdat zijn naam op een
lijst stond die vermoedelijk door Stalin
zelf was opgesteld. Vijf jaar later stierf hij
in Magadan, een van de
verschrikkelijkste concentratiekampen
van het Rusland ten tijde van Stalin".
„Olegs moeder werd, zoals het
toentertijd gebruikelijk was, ook
verbannen. Oleg, geboren in 1931,
groeide op bij familie en kennissen en
zag zijn moeder voor het eerst toen hij al
zestien jaar was.
„Na de dood van Stalin lukte het Oleg,
ondanks allerlei tegenwerkingen, de
universitaire graad geografie te behalen.
Hij wilde poolonderzoeker worden, maar
mocht dit beroep als „zoon van een
volksvijand" niet uitoefenen, aangezien
het om „geheime staatszaken" ging. Hij
moest dus iets anders gaan doen en
werd aardrijkskundeleraar".
Enige tijd later verloor Oleg die baan
precies In de periode waarin hij zich van
zijn vrouw liet schelden. Hij moest
daardoor hun woning verlaten. Op die
manier kwam hij terecht in de
welbekende Russische vicieuze cirkel:
Geen werk - geen woning, geen woning -
geen werk, want je krijgt in Leningrad*
alleen een verblijfsvergunning als je kunt
aantonen dat je een baan hebt. Een baan
krijg je alleen als je een
verblijfsvergunning hebt.
„Na een jaar", aldus Herman, „werd hij
aangeklaagd wegens landloperij. De straf
als zodanig was niet zo hoog. Erger was
het dat hij veroordeeld was. Want wie
veroordeeld is, kan in de Sovjet-Unie
geen universitair beroep meer
uitoefenen. Zijn graad telde derhalve niet
meer. Naar alle waarschijnlijkheid
P'obeerde Oleg tegen deze discriminatie
te protesteren en hij belandde, zoals dat
in de Sovjet-Unie gebruikelijk is, In de
„pslchuschka". Hoe vaak hij in totaal
naar een kliniek gebracht werd weten wij.
niet".
„Oleg is geen dissident in de normale zin
van het woord maar hij maakt geen
geheim van zijn kritische instelling ten
opzichte van het Sovjet-systeem. Hij
schreef bijvoorbeeld in een brief dat de
machthebbers zeer bewust aan
academici veroordelingen opleggen
omdat er in dat land bijna een
overproduktie is aan afgestudeerden; er
is daarentegen een groot gebrek aan
ongeschoolde arbeiders. Hij denkt dat
inmiddels ongeveer 25 procent van de
volwassen mannelijke bevolking wel een
veroordeling op zijn naam heeft".
„Hij vertelt weinig over zijn belevenissen
in de psychiatrische kliniek. Doch in een
brief aan een katholiek geestelijke, die
uit liefhebberij ikonen schildert, liet hij
iets daarover los: „Het is U niet gelukt
die treurige Russische blik te vangen, die
voor de Russische Ikonen zo
karakteristiek is. Ik heb deze blik gezien
in de ogen van de Russische artsen, als
zij mij in de kliniek een injectie gaven, die
verschrikkelijke hoofdpijn veroorzaakte.
Zulke injecties worden aan agressieve en
gewelddadige patiënten gegeven om ze
te kalmeren. De artsen gaven mij deze
spuiten en zeiden erbij dat het maar een
halve dosis was, maar dat zij me ook het
volle pond konden geven".
Herman weet te vertellen dat Oleg
diepgelovig is. Op de vraag hoe hij, als
iemand die in de Sovjet-Unie is
opgegroeid, een gelovige christen werd
antwoordde Oleg: „Iemand heeft mij bij
de tramhalte het Evangelie in de hand
gedrukt. Ik las het, en begon te geloven.
Ik ben indertijd gedoopt, maar het echte
geloof kwam pas na lezing van het
Evangelie". Is het geloof in God een
bewijs van krankzinnigheid, zo vraagt
Herman zich bitter af. Bijna in eike brief
schrijft Oleg hem: „Haal mij hier uit! Elke
dag is een foltering".
„Aan uw lezers zou ik willen zeggen:
Lieve mensen, u kunt hem helpen!
Schrijft u hem (zo mogelijk aangetekend)
aan het volgende adres:
UdSSR, Oleg Achminov.
Prospekt Energetikov, 35 - 1 - 195
Leningrad 195 248.
Schrijf hem wat u wilt: hij moet het
gevoel hebben dat de wereld hem niet
vergeten heeft (en hetzelfde geldt voor
de autoriteiten). Stuur hem kaarten met
kunstafbeeldingen, die hij verwoed
verzamelt. Wees alstublieft niet bang, dat
u hem daardoor in gevaar brengt. Oleg
heeft mij uitdrukkelijk gevraagd zijn
adres bekend te maken".
KEULEN Een van de mensen die de psichuschka, de
Russische psychiatrische kliniek, van binnen kent is Valentin
Werbitz. Werbitz woont nu evenals Herman Achminov in
Keulen. Hij is daar werkzaam als tolk. Werbitz werd zeven en
een halve maand in een dergelijke kliniek opgesloten, hoewel
hij nooit zoiets als „geestesziek" is geweest. Volgens Valentin
Werbitz wordt de psychiatrische behandeling gebruikt om een
ongewenste mening en een „foutieve instelling" van de
mensen tegen te gaan. ledereen die naar ambtelijke
maatstaven een „verkeerde persoonlijkheidsontwikkeling met
ziekteverschijnselen" vertoont, kan door de psychiatrie gepakt
worden.
„Dit systeem maakt een efficiëntere en rationelere
onderdrukking van meningen mogelijk dan in de eigenlijke
gevangenissen. Het wordt daarom in grote mate toegepast, niet
alleen tegen hen die politieke oppositie voeren, doch in het
algemeen tegen mensen die als schadelijk voor het sociale
systeem worden beschouwd en die hun omgeving op
ongewenste wijze beïnvloeden. Ik was zo iemand", aldus
Valentin Werbitz.
Wat het psichuschka-systeem voor politieke onderdrukking
vooral geschikt maakt, is naar zijn mening de volslagen
rechteloosheid van de slachtoffers. „Alles verloopt zeer
onbureaucratisch, waarmee het zich onttrekt aan het
gezichtsveld van de ambtenaren. De geheime politie kan de
opdracht geven dat iemand „ter observatie" wordt opgesloten.
Vaak komt hij er na korte tijd weer uit, maar hij heeft dan wel
een aantekening op zijn legitimatiebewijs gekregen. Deze
aantekening heeft tot gevolg dat willekeurig welke politieman
hem naar believen weer kan laten opsluiten".
„Er wordt nauwelijks onderscheid gemaakt tussen echte zieken
en tussen mensen met „ziekelijke opvattingen". Ik schat dat
ongeveer 90 procent van mijn medegevangenen om enigerlei
verklaarbare reden daar terecht is gekomen. Het eigenaardige
van het systeem is dat de vaststelling van geestesziekte ook het
gevolg kan zijn van „maatschappelijke" gedragingen. Wie
bijvoorbeeld bijzondere interesse toont voor het buitenland of
voor In Rusland verblijvende buitenlanders, wordt gebrek aan
vaderlandsliefde verweten. Men neemt aan dat iedere „normale"
Sovjet-burger bezield is van vaderlandsliefde. Het speelt
nauwelijks een rol of het land waarvoor men zich interesseert,
vriendschappelijk dan wel „imperialistisch" is".
Valentin Werbitz, die deels afstamt van Wolga-Duitsers, viel op
doordat hij met de Oostduitse studenten aan zijn universiteit
contact zocht. Hij kocht Duitse boeken en zong samen met de
Oostduitsers in een koor. Er werden discussies gevoerd, onder
meer over de levensomstandigheden van de Sovjet-burger. De
invasie in Tsjechoslowakije werd eveneens heftig bediscussieerd.
„De politie wist dat allemaal en ook was het bekend op het
Oostduitse consulaat omdat er in de studentenpensions
spionnen zitten", aldus Werbitz. „Doorslaggevend voor mijn
arrestatie was waarschijnlijk dat ik wilde trouwen met een
Oostduits meisje. Het consulaat van de DDR reageerde zeer
onwelwillend op haar verzoek om de benodigde papieren. De
DDR-beambten in Leningrad kenden mij en wilden vooral niet
dat een Rus met mijn instelling naar de DDR zou komen. Ze
wensten niet dat ik het beeld, dat men daar van de Sovjet-Unie
heeft, zou komen verstoren. Het is mogelijk dat het DDR-
consulaat de Russen heeft aangespoord iets tegen mij te
ondernemen".
Enige tijd na zijn arrestatie kreeg Werbitz een brief van zijn
vriendin waarin zij schreef dat zijn instelling ten opzichte van het
socialisme haar betrekking bedreigde. Klaarblijkelijk was zij
onder druk gezet. Na Werbitz' arrestatie kwam er ook een man
van het consulaat in het pension van de Duitse studenten die
verklaarde dat Werbitz, die de Sovjet-Unie belasterd had,
bewezen had geestesziek te zijn en dat men hem daarom niet
serieus hoefde te nemen.
Werbitz werd op een dag plotseling bij zijn woning opgepakt.
.Een van de verpleegsters die met de politie was meegekomen,
vroeg: „Weet u waar u nu terecht komt?" „Ik zei, dat ik wel een
vermoeden had. „Maar waarom protesteert u dan niet?", zei de
vrouw die blijkbaar iets van de samenhang had begrepen. Doch
elke tegenstand zou vanzelfsprekend zinloos zijn geweest".
Valentin Werbitz werd naar de psychiatrische kliniek nummer 6
in Leningrad gebracht. „De arts die de leiding had heette Boris
Fjodorovitsch Schendroff. Aan hem was de taak mij geestesziek
te verklaren. Om de twee dagen kwam hij met mij praten,
meestal over sociale en „patriottische" onderwerpen. Er werd
voortdurend naar aanleidingen gezocht om mij ziek te verklaren.
Het verplegend personeel liet mij bijvoorbeeld niet met de
anderen op de gang schaken, hoewel de arts mij dat had
toegestaan. Daarmee wilde men een reactie uitlokken. Ik kreeg
een reprimande omdat ik uit het raam keek terwijl ik at. Daarmee
„keerde ik mijn rug toe aan het collectief", zo werd gezegd. Ook
tijdens de observatieperiode werden de patiënten aangesproken
en behandeld alsof zij al krankzinnig verklaard waren. De
levensomstandigheden in deze kliniek waren armoedig. De
patiënten leefden dicht op elkaar in grote zalen en ook werd er
op bed gegeten. Zonder toestemming mocht men niet naar het
toilet. Het lezen van eigen boeken en het bezit van eigen spullen
waren verboden, tenzij het ging om snuiftabak. Er werden hier
echter, behalve in speciale gevallen, geen medicijnen
toegediend".
Werbitz vertelt dat hij er alles aan deed om zich niet te laten
provoceren, opdat hij minstens als een „goede zieke" behandeld
zou worden. Zodoende kon hij straffen voorkomen. Op die
manier wilde hij ook dr. Schendroff geen aanleiding geven hem
ziek te verklaren. Maar blijkbaar stond vanaf het begin al vast
dat Werbitz „behoefte aan verzorging" had.
Na een maand werd hij naar kliniek nummer 2 overgebracht, een
heel oud en slecht onderhouden gebouw. Hier werd hij zes en
een halve maand „behandeld"
„Vreemd genoeg leek het personeel zich helemaal niet voor mijn
toestand te interesseren. Het voerde alleen een
behandelingsplan uit dat van bovenaf was voorgeschreven. Ik
kreeg drie soorten medicijnen: titzertsin, aminazin en triftazin.
Het eerste was éen soort slaapmiddel, dat de volgende dag een
onbehaaglijk gevoel in het hoofd gaf. Triftazin verstoort het
concentratievermogen, zodat de patiënt zich niet in gedachten
kan terugtrekken maar steeds de stank en het lawaai van de
ziekenzaal moet meebeleven. Patiënten die zich slecht gedragen
of tegen de behandeling protesteren, kunnen met
pijnverwekkende injecties gestraft worden. Dat middel heet
sulfazin en er is vermoedelijk zwavel in verwerkt".
Werbitz heeft kunnen vermijden dat hij met dit middel werd
behandeld, doordat hij steeds deed alsof „hij Inzag dat hij ziek
was". Hij bedankte er het personeel zelfs voor dat zij hem
hielpen van zijn ziekelijke opvattingen af te komen. Bij zijn
vrijlating werd Werbitz door een hoofdverpleegster
gewaarschuwd zich niet meer „sociaal onrustig" te gedragen,
opdat hij niet nogmaals in de psichuschka terecht zou komen.
Waarom gebruiken de Russen psychiatrische behandelingen om
mensen van hun opvattingen af te brengen? „Voor de
machthebber, die het wetenschappelijke socialisme aanhangt,
ligt het voor de hand te denken dat diegenen, die hem
moeilijkheden bij het eigen volk bezorgen, werkelijk ziek zijn",
aldus Werbitz. „Voor de communisten is hun geloof niet meer
een kwestie van subjectieve opvattingen, maar van kennis van de
objectieve waarheid. Men redeneert als volgt: leder normaal
mens met een goede opleiding zal naar deze kennis van de
objectieve waarheid verlangen. Doet een mens dat niet, dan is er
ofwel iets fout met hemzelf dan wel met zijn omgeving. Zulke
mensen hebben een speciale behandeling nodig, en zij moeten In
inrichtingen worden geïsoleerd, waar zij hun medemensen niet
kunnen beïnvloeden (vanzelfsprekend worden de klinieken
daarom streng bewaakt). Uit communistisch oogpunt kan het
veelal noodzakelijk èn gerechtvaardigd lijken mensen vanwege
hun opvattingen op te sluiten".
„Het psichuschka-systeem is niet alleen een kwestie van
menselijk sadisme, maar ook en vooral van politieke ideologie",
zo luidt de conclusie van Valentin Werbitz.
LONNEKE VAN KOQT