'We knallen ze kapot' oordwijkse >aon Janson ferspringer n Nederland PARKER-TRAINER HENNIE BLOM KLAAR VOOR NIEUW SEIZOEN: <RT LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1979 Amateurisme Over amateurisme gesproken. Een mooi voorbeeld daarvan bij de wedstrijd SJC-HBS af gelopen zondag. In de zestien de minuut van de eerste helft moest de Noordwijkse doel man Ben Plug geblesseerd het veld verlaten. Goede raad was duur, de spelersbank van SJC voorzag namelijk niet in extra keepers. Er was wel een doel man onderweg; Koos Haze- broek had een wedstrijd ge keept voor het derde elftal en bevond zich op dat moment ergens tussen Leimuiden en Noordwijk. De scheidsrechter besloot maar niet te wachten op de komst van Hazebroek en daarom trok verdediger Jan van der Zalm de keeperstrui maar aan. Ook HBS wachtte niet op Hazebroek en pikte snel nog even een doelpuptje mee voordat de reservedoel man eindelijk was gearri veerd. Van der Zalm had toen twintig minuten onder de lat gestaan. Laatkomer Hazer- broek bewees in dat eerste elf tal nadrukkelijk zijn waarde: hij stopte in de tweede helft onder meer een strafschop. Een bekend gegeven overi gens, die spelers die van het ene naar het elftal moeten rennen om een team compleet te maken. Maardoorgaans speelt,dit zich vooral af ondér, de lagere elftallen. Zo is het verhaal bekend van een spe ler, die op één dag in vier elf tallen uitkwam. Maar voor het eerste team van SJC zou het toch wat plezieriger zijn als Hazebroek voortaan vanaf het beginsignaal op de bank zit. Onderonsje Door het besluit van de afde lingen Leiden en Gouda, de Leids- Goudse zondagcompeti tie te ontbinden, is die afdeling een 'Leids' onderonsje gewor den. De eerste wedstrijddag gaf twee duels van een voor malige hoofdklasser met een gewezen eersteklasser te zien. Alkmania leverde de beste prestatie. Deze ploeg, oor spronkelijk ingedeeld in de eerste klasse, sleepte een 1-1 gelijkspel uit het vuur bij Oranje Groen, een club voor bestemd om in de hoogste re- fionen te spelen. Stompwijkse oys voldeed aan de verwach tingen door met 1-2'bij Unitas Leiden te winnen. Maar het onderscheid was ook hier niet zo groot dat er van een hele klasse verschil kan worden ge sproken. Misschien een voor barige conclusie, maar zou er dan toch niet zoveel onder scheid bestaan tussen een hoofdklasse en de verdieping lager? Debuut (1) Het begin van elke nieuwe competitie betekent dat vele clubs een debuut maken. Door promotie of degradatie is men als 'nieuwkomer' in een ande re klasse beland. Hoe is het dit weekeinde met een tweetal van deze nieuwelingen ver gaan? SJZ promoveerde van de tweede naar de eerste klas se van de zaterdagafdeling. Gestart werd met een wed strijd tegen Kagia, een kanslo ze 2-7 nederlaag was het resul taat voor de ploeg uit Zoeter- woude. „Maar het was ook zo warm", zei routinier Hein van Leeuwen na afloop. Het Zoe- terwoudse SJZ heeft ook een zondagafdeling en het eerste team debuteerde eveneens. In de vierde klasse danwel. Dit team won met 2-3 bij Graaf Willem VAC. Maar zondag was het natuurlijk niet zo warm meer. Debuut (2) Andere debutanten, en wel uit de categorie 'degradanten', zijn de zaterdagclubs Katwijk, SVOW en de zondagvereni gingen DOCOS en Rooden- burg. Ploegen waarvan wordt verwacht dat ze mee gaan draaien in de top van hun af deling. De drie KNVB ploegen zetten een goede stap in die richting. Katwijk won bij Scheveningen, Roodenburg vc-sloeg Blauw Zwart en DO- COS begon met een overwin ning op ADO Alleen afde lingsclub SVOW pakte beide winstpunten niet, de ploeg speelde gelijk tegen Woubrug- ge- Kans De honkballers van Alphians hadden het niet best dit jaar. Na het vorig seizoen behaalde kampioenschap werd vol goe de moed begonnen aan de overgangsklasse. Een'te grote stap zo bleek al snel. De Al- phenaars verloren al hun wed strijden tot nu toe. Alphians krijgt nog één kans om iets aan die minimale score te doen. Morgen wordt de laatste competitie-wedstrijd gespeeld. Tegenstander is het Haagse Laakkwartier. Voor Alphians de laatste kans om die hatelij ke nul van de standenlijst te schrappen. OR VELEN VOLKSVERMAAK, OR ANDEREN TOPSPORT Spelverdeler Mitchell Plaat, hier in de finale tegen Den Bosch, staat dit jaar niet meer alleen de ploeg groeide per week". Volgens Blom is Parker sterker dan vorig jaar: „Dat moet ook wel want toen zijn we tweede geworden. In het vorige seizoen hadden we één guard (organisator en spelverdeler,red.). Mitchell Plaat, een verschrikkelijk goede speler, maar als hij wegviel dan zat ik zonder spelver deler. Dat zag je in die finale-wedstrijd tegen Den Bosch in de Groenoordhal. Plaat had erg snel vier persoonlijke fouten en daarom moest ik hem naar de kant halen. Dat heeft ons de over winning gekost. Nu heb ik Ron Leys- ner als tweede guard. Trouwens alle plaatsen in de ploeg zijn dubbel bezet. De balans in het team is beter verdeeld dan vorig jaar". „We knallen ze kapot" is het antwoord van Blom op de vraag hoe Parker gaat spelen tegen ploegen met een zone-ver dediging: „Ik verwacht dat de meeste clubs tegen Parker met zo'n defensie gaan spelen. We hebben vijf spelers( Jim Woudstra, Sid Bruinsma, Ron Kruidhof, Mitchell Plaat, Irving Gid- dings en Washington) die een zuiver schot hebben. Wij gaan hoofdzakelijk de man to man verdediging hanteren. En dan speelt die hele achterhoede op agressie, zo snel mogelijk in balbezit komen is daaravan bedoeling". Europa Cup Ook dit jaar Europa cup basketbal in Leiden. Vorig jaar werd Parker in Bar celona uitgeschakeld voor de Europese beker. Blom: „We zijn er toen echt een beetje schlemielig uitgevallen tegen Ju- ventut. We hebben er wel veel van ge leerd, zo'n ervaring werkt door. Je weet nu bijvoorbeeld dat je thuis voor een zo'n groot mogelijke uitslag moet door blijven knokken. Het verschil moet zo groot mogelijk zijn". Parker is van plan die internationale duels in de Groenoord hal te spelen: „Je kunt tien duizend man nu eenmaal geen nee ver kopen. Het is altijd een moeilijke belsis- sing. In de Vijf Mei hal spelen we tien procent beter. Andere lichtval, houten vloer, betere temperatuur, een intieme sfeer, kortom het is onze thuisgrond. Voor de spelers maakt dat echt wat uit. Maar voor die toeschouwers gaan we toch wel door de knieën. Den Bosch, Donar en Parker zijn de drie ploegen die aan het eind van dit seizoen in de play-offs spelen zegt Blom. Amstelveen, Frisol en Flamin go's zullen volgens hem om die vierde plaats vechten. Blom heeft veel ver trouwen in de prestaties van dit jaar: „Over een kampioenschap hoor je me niet. Het gaat er om dat je je krachten goed verdeeld. Daarbij moeten we niet vergeten dat we ook nog Europa Cup spelen. De kunst is, dat wanneer de play-offs beginnen de ploeg in optimale conditie is. Dat we niet zoals vorig jaar tegen Den Bosch de boot ingaan. Die wedstrijden hebben we puur op karak ter gespeeld". KEES VAN^HERPEN AMSTERDAM De diamantbeurs in Amsterdam, een monumentaal ge bouw gesitueerd in de drukke Wees- perstraat. Op de vierde etage bevindt zich het kantoor van de firma Slij per, het werkterrein van diamant- verkoper Hennie Blom, een man be ter bekend als trainer van basketbal vereniging Parker. Diamanten vor men nauwelijks het onderwerp van gesprek. Wat aan de orde komt is Parker dat vanavond zijn eerste competitiewedstrijd van het seizoen speelt. Tegenstander in de Vjf Mei hal is Amstelveen, een ploeg die je volgens Blom niet mag onderschat ten: Die wedstrijd tegen Amstel veen is al meteen ons eerste topduel. Van het Amstelveen van vorig jaar is niets meer over, die ploeg is erg sterk geworden. Volgens mij is het een van de favorieten voor een plaats in de play-offs". Parker bereidde zich intensief voor op het nieuwe seizoen. Trainde vanaf 11 agustus vier keer per week en speelde twee oefenwedstrijden per week. Een voorbereidingsperiode die begon met een trainingsweekeinde in Sittard. Een niet al te prettige start. Sterspeler Ar thur Collins kwam niet opdagen en werd zonder pardon de laan uitge stuurd. Blom: „Daar zijn we niet blij mee, maar op het moment dat een spe ler zich niet op tijd meldt dan ligt die beslissing er in feite al. Dan is er maar een ding mogelijk; die speler kan zijn biezen pakken. Ik begrijp best dat dat wegsturen van Collins als een bom is ingeslagen in de Nederlandse basket balwereld". Op dat moment kreeg Blom het extra druk: „Er moest meteen contact worden gezocht met Amerika. Ik had een nieuwe speler nodig". Dat contact had resultaat, na een week kwam Irving Giddings naar Nederland. Naast Ron Kruidhof en Ron Leysner Parkers'derde nieuwe speler. Was het geen overhaaste beslissing Giddings over te laten komen? Blom: „Er is na tuurlijk een risico-factor aan verbon den. Dat is met alle Amerikanen die je naar Nederland haalt zo. Die spelers worden daar wel gescreend maar je ziet ze daar niet aan het werk. Zijn die Amerikanen eenmaal hier dan krijgen ze na acht dagen een try out. Na ver loop van tijd krijg je telkens een stukje van zijn kunnen te zien totdat de leg puzzel compleet is". De Giddings-puz- zel is bijna af. Blom: Ja, ik geloof zeker dat Giddings een aanwinst is voor de ploeg. Die voorbereidingsperiode was zwaar: „Ja, maar dat was noodzakelijk. Ik moest die drie nieuwe spelers inpassen in het team. Het is grandioos verlopen, Met deze sprong veroverde Ton Janson het Nederlands kampioenschap polsstokverspringen bij de junio ren. DWIJK De eerste confrontatie met anson, de nieuwe Nederlandse junio- ftpioffl polsstokverspringen is niet ld een ontmoeting met een op klom- M^Pende agrariër die, gehuld in boeren- azendsnel in een paal klimt en vervol- robeert zonder „nat te gaan" met paal over een brede poldersloot te vallen, ndeel, de nu negentienjarige kam- die bescheiden zijn behaalde trofeeën blijkt een atletisch gebouwde sport- lie naast de tijd, die hij aan de H.T.S. Haag doorbrengt, hard traint voor le prestaties in zijn favoriete sport: Isstokverspringen of zoals het in de lat Friesland wordt genoemd, het feppen. Tijdens de Nederlandse kampi- pappen in het Friese plaatsje Buiten- Wam Ton Janson vanaf het verlaten s aanloopsteiger 16 meter en 98 centi- verder in het zand terecht en liet met prestatie de Hollandse en Friese con- iiten ver achter zich. De sprong, die de Swijker de nationale titel bezorgde, Koor hem tevens de verste sprong, die die tijd ooit haa gemaakt: een per- jk record. dag in de zomer van 1974 trok Ton met u„,roers de polder in om te gaan polsstok- ^e aar11- ^en simpel boomstammetje deed als springstok, vanwege de geringe leng- 8 het niet mogelijk er in te klimmen en dus konden zij alleen kleine slootjes naar beho ren overkomen. „Een beetje amateuristisch modderen", noemt de kampioen het nu. Een boer, die lid van de polsstokverspringvereni- ging Leeuwenhorst bleek te zijn, zag de knapen op zijn weiland aan het werk en "nodigde hen uit eens bij zijn club te komen springen. Na lut tele sprongen, bleek, dat de gebroeders Janson zeer getalenteerd waren, want al snel behoor den zij tot de betere springers van Leeuwen horst. Thans trainen de Leeuwenhorsters regel matig in de duinen van Noordwijk. Ton: „Voor al de stevigheid van de enkels is naar mijn me ning belangijk, daarom lopen we veel op het rulle zand van de ruiterpaden. Verder train ik op het droge in paalklimmen en werk ik veel aan de perfectionering van de erg belangrijke afsprong." Voor het oefenen op de afsprong neemt de crack stelling op de plaats waar de sloot van Leeuwenhorst het minst breed is (ne gen meter) en in het water plaatst hij een korte polsstok (acht meter). Na de zeer snelle aanloop is de springer in een paar tellen boven en spaart zo zijn krachten om pas met de afsprong tot een krachtexplosie te komen. Na het losia- ten van de stok, belandt hij enkele meters ver der in het zand. Tensiotte oefent Ton Janson met de korte stok bij vader op het land. Verrassing Toen Ton richting Buitenpost vertrok, had hij niet gedacht zo hoog te eindigen. Een verras sing dus. Maar tijdens de training ging het plot seling zo goed, dat hij zich toen al wel een plaats in de finale-poule had toebedacht. „In de voorronde ging het verschrikkelijk goed. Ik haalde 16 meter 82, terwijl ik normaal ongeveer 16 meter 60 spring.", aldus een enthousiaste Ton. De Fries Catrinus Hoekstra was de groot ste kanshebber op de titel. Ton verklaart: „Ja, hem gaf ik de meeste kans. Vier weken terug had hij met 17.39 m. nog een Fries juniorenre cord gesprongen. Maar hij wilde te veel, nam te veel risico; zijn stok ging schuin en hij haalde de finale niet eens." Toen de Noordwijker in derdaad de finale bereikte, vermoedde hij, dat Henk van Os, de kampioen van vorig jaar (16.30 m.) zijn titel zou prolongeren. Maar het uur van de waarheid zou anders verlopen, dan Ton in gedachten had... De avond voor de fina le, was Ton na de training vroeg naar bed ge gaan en had geen druppel sterke drank in zijn lichaam. Ton: Een optimale conditie heb je voor deze sport niet nodig, natuurlijk moetje li chamelijk wel tot iets in staat zijn, want anders kan je bij de derde of vierde sprong geen goede prestatie meer leveren. Je moet keer op keer hard rennen en snel klimmen. Vandaar ook dat vroege naar bed gaan, het is een beperking, die ik mezelf heb opgelegd om geconcentreerd te blijven springen." Het resultaat was er dan ook wel naar, want met zijn beste sprong, toonde de outsider Janson zich ruimschoots de sterkste. Er gaat aan de eigeplijke sprong nog een hele ceremonie vooraf. Ten eerste lopen de sprin gers met de vijfentwintig kilo wegende alumi nium polsstok naar het water en planten het at tribuut in de bodem. Elke springer mag voor zichzelf bepalen hoe ver hij de slok van de kant zet. Ook hebben zij de lengte van de stok, die ongeveer vierhonderdvijftig gulden kost, in ei gen hand. Ton houdt het op een stok van elf meter en vijftig centimeter lengte. Er staat een assistent op de aanloopsteiger, die met een uit houder de stok op instructie van de springer onder een bepaalde hoek houdt. Als de juiste plaats eenmaal is bepaald, is het zaak, dat de as sistent zich niet meer beweegt; geringe veran dering van de hellingshoek kan de poging in het water doen vallen. Vervolgens neemt de springer de voor hem beste startpositie in (voor Ton Janson is dat altijd 25.50 m. vanaf de wa terkant „Het is bijzonder belangrijk, dat je een constante aanloop hebt, want anders kom je niet goed uit. Dan zet je bijvoorbeeld met je verkeerde voet af.", licht de kampioen toe. Na de concentratie volgt de aanloop, het razend snel omhoog klimmen, het vallen en ten slotte de afsprong of een zwempartij. Tot slot Ton Janson: „Veel mensen zien deze sport nog als volksvermaak, ze zien liever ie mand "een natte halen" dan een mooie sprong maken. Het is allemaal niet zo erg, want het publiek komt tenminste; soms wel tweeduizend mensen. Voor mij is het de mooiste sport die er is." WIM BUNSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 13