iets is de kurk waarop Batavus nu drijft Vorig jaar gingen maar liefst 140.000 Nederlanders er toe over zich een racefiets aan te schaffen. Niet voor de wielrennerij, maar zuiver en alleen om eens heerlijk te toeren of zo u wilt om te trimmen. Als de verwachtingen bewaarheid worden zullen er dit jaar nog eens twintigduizend meer aan de vrouw en de man gebracht worden. Ja, ook de vrouw heeft de racefiets ontdekt. Steeds meer groepjes mannen èn vrouwen ziet men er in de vrije uren op de racefiets op uit trekken. Ga 's zondags maar eens op een terrasje zitten op de boulevard van Scheveningen, Katwijk of Noordwijk en u zult er versteld van staan, hoeveel toerende, trimmende, racefietsende enthousiastelingen aan uw oog voorbijgaan. Voor ons reden genoeg om eens een praatje te gaan maken bij Batavus in Heerenveen, welk bedrijf in de Nederlandse tweewielerwereld al vijfenzeventig jaar een begrip is. ERENVEEN Van het Heerenveense industrie kern wordt 35.000 vierkante meter in beslag ge nen door de grootste fiets- en bromfietsfabriek i Nederland, Batavus Intercycle B.V. Een be- dat gonst van leven en waar maar liefst 1250 imeter buis per jaar omgebogen en in elkaar st wordt tot fiets. Er werken bijna 700 man, zorgen voor een produktie van zo'n 250.000 ;en en een kleine 60.000 brommers per jaar. betekent dat er elke twee minuten een com- le brommer en elke dertig seconden een vol- rdige fiets van de testbanken rolt. De fiets wint duidelijk van de brommer, waarbij aangete- id mag worden,«dat de vraag naar een racefiets (t het jaar groter wordt. Vijfenzeventig jaar Bata- Een verhaal over een Fries bedrijf met een in- laïionale naam, dat als een van de weinigen de fc en downs in de tweewielerwereld wist te door- jan. begon allemaal op 15 september 1904. Op |e gedenkwaardige dag startte de jonge han gman Andries Gaastra (overleden in 1945) in erenveen een klein zaakje in naaimachines, jkken en horloges. Deze handel duurde echter jt lang, want Gaastrg zag meer toekomst in de js. In 1917 opende hij zijn eerste fietsfabriekje, Br op een gegeven moment een complete fiets [d gemaakt voor nog geen vijftien gulden, der supervisie van de twee zonen van Gaastra, rrit en Hans laatstgenoemde overleed in ^8 ten gevolge van een motorongeluk groei- 6atavus uit tot één van de belangrijkste fietsin- ptrieën van Europa. In 1956'vond de eerste rigo- reorganisatie plaats. Er verrees een nieuwe (riek van 6000 vierkante meter op het nog kale prenveense industrieterrein. Tot 1974 bleef men [iwen. En nog geen jaar geleden vond er op- taw een totale reorganisatie plaats. Elke machi- ;in de fabriek werd van zijn plaats gehaald, niet jen om de inrichting aan te passen aan de laat- eisen, maar vooral ook om ruimte te maken voor nieuwe, nog modernere machines. Het fiets- frame wordt nu in elkaar gezet zonder dat het wordt aangeraakt door mensenhanden. Ondanks deze verregaande automatisering vinden toch nog een kleine 700 man werk in de Heerenveense tweewielerindustrie. De meesten zitten in de pro duktie, ongeveer tweehonderd man hebben admi nistratieve en leidinggevende functies. Algemeen directeur is ir. Fred van der Want. Zijn grote steun en toeverlaat in perszaken is de com- mercieel-directeur drs. H. Hiensch. „Het klinkt vréémd in deze tijd van werkloosheid", zegt deze, „maar we zitten te schreeuwen om mensen. We kunnen zó 50 man plaatsen. En een opleiding is niet nodig, daar zorgen wij wel voor". Assortiment „De functie van de fiets is de laatste jaren sterk veranderd", aldus de heer Van der Want. „Vroe ger fietste je om ergens te komen. Nu fietsen we veel meer voor ontspanning. Vroeger hadden we één soort fiets, dat was die grote zwarte, de werk ezel. Maar nu is het assortiment enorm gevarieerd. Je hebt trimfietsen, racefietsen, sportfietsen, nos talgische fietsen, maar ook sterke, degelijke fiet sen voor de postbodes en krantenjongens. Als je tegenwoordig een fiets wilt kopen, moet je je eerst gaan afvragen: waar ga ik hem voor gebruiken, want voor elk doel is er een aparte fiets". Reclame is volgens de heer Van der Want een zeer belangrijke zaak voor Batavus. „Wij maken een consumentenprodukt", zegt hij, „dus kun je niet zonder publieke bekendheid". Het bedrijf heeft een eigen publiciteitsafdeling, die zich vooral bezig houdt met het organiseren van campagnes, het uitgeven van folders en andere reclame-uitingen, zo vertelt reclamechef Eelco Hellinga. Er werken vijf man op zijn afdeling. Tot deze publiciteitsafde ling behoort ook de begeleiding van de Batavus- wielerploeg van Piet Hoekstra. De Batavus tour club, die meer dan 3000 leden telt, verdeeld over geheel Nederland, is ook door deze afdeling opge zet. „Onze belangrijkste taak is het verstrekken van goed voorlichtingsmateriaal aan onze dea lers", zegt de heer Hellinga. „Wij maken het pro- dukt, maar de dealer moet het verkopen aan de gebruiker. Wij kunnen met onze reclame wel pro beren om zoveel mogelijk aan de dealers te verko pen, maar als die geen klanten voor de fiets heb ben, komen we vast te zitten. Wij voorzien de dea lers dus van goed reclamemateriaal, om zodoende de consument te bereiken". Naast de reclame-af deling heeft Batavus ook twee adviseurs in dienst, die gratis hulp bieden bij de inrichting van shows, tentoonstellingen en winkels. Bromfiets De fiets- en bromfietsindustrie is de laatste 20 a 30 jaar enorm aan schommelingen onderhevig ge weest. In het begin van de vijftiger jaren moest Ba tavus zich noodgedwongen meer op de brommers gaan richten, doordat dit hét vervoermiddel werd. Commercieel directeur Hiensch: „De brommer was in die tijd hetzelfde wat de auto nu is voor de klei ne man. Het was de eerste mogelijkheid voor hen om zich motorisch te kunnen verplaatsen. Dit be tekende een gevoelige klap voor de fiets, want, ie mand die fietst, die bromt niet. Dat klinkt vreemd en het is ook logisch, maar wij bedoelen hiermee dat er eigenlijk niemand is die én een fiets èn een brommer bezit. Het is één van beide". Aan het begin van de zestiger jaren moesten op nieuw de bakens worden verzet. Door de toene mende welvaart konden steeds meer mensen zich een auto veroorloven. „De brommermarkt werd daarom vooral een jeugdmarkt", aldus Hiensch. „Later is de brommerverkoop nog sterker terug gelopen. Ook mede door de wetgeving, zoals het verplichten van de helm. Daardoor zijn vooral veel meisjes en vrouwen van de brommer afgestapt". Doelgericht Met de teruggang in de brommerhandel nam de fietsenverkoop echter weer toe. Hiensch: „Op die ïinds kort rouwen dienst De oermens: sterk, stoer, solide Veel mensen vragen zich af waar de naam Batavus vandaan komt en wat het betekent. Het antwoord is simpel. De eerste bewoners van Nederland wa ren de Batavieren. De eerste Hollander, zo dacht Andries Gaastra in de oprichtingstijd, was dus Ba tavus, een oermens, die ongetwijfeld associaties oproept met sterk, stoer en solide. En dat was nu net de bedoeling van Gaastra. Batavus heeft daar om ook jaren zijn handelsmerk geïllustreerd met een gebaarde Batavier op sandalen, met een knuppel in de hand manier hebben wij ons er doorheen geslagen. Toen de fiets daalde, waren wij sterk in bromfiet sen en nu de brommers dalen, zitten wij weer vol op in de fietsen. Dat is geen toeval, maar zuiver een kwestie van doelgericht beleid. Sommige fa brikanten hebben in de toptijd van de brommer de fiets uit de produktie genomen. Wij hebben de fiets nooit vaarwel gezegd. Wij geloofden heilig in de fiets. Ik zeg altijd: je moet nooit een boterham weggooien, ook al zit er niet al te veel boter op. Nu de fiets de kurk is waarop we drijven, zullen we ook de bromfiets niet gaan afstoten. Wat de brom mer betreft ligt er momenteel een enorme toe komst in de export". De heer Hiensch is al 23 jaar in dienst bij Batavus. Hij is één van de weinige stafmedewerkers die al zolang bij Batavus werkt. „Van huisuit ben ik eco noom" vertelt hij. „Zodoende ben ik hier ook ge komen. Tijdens de bouw van de nieuwe fabriek in 1956 trad ik op als adviseur. Het beviel mij zo goed dat ik maar ben gebleven". Via een aantal interne functies werd hij uiteindelijk commercieel directeur. Hij was zes jaar voorzitter van de stichting Fiets en fungeert momenteel als voorzitter van de sectie fietsen op de Rai. Als ver koopchef heeft hij een sterke binding met het pro- duk.t. „De fiets is een leuk produkt", zegt hij „Het trekt mij. En eigenlijk, als je het goed bekijkt, is het een vreselijk geraffineerde uitvinding. Er is geen enkel vergelijkend apparaat, dat dezelfde mogelijkheden biedt. Het is een soort verlengstuk van het lichaam. Bovendien is het een dynamisch produkt waar je elk jaar opnieuw een stuk ontwik keling in vindt. Je kunt je eigen ervaringen er in kwijt en het spreekt aan, zo'n fiets. Als ik op va kantie ben in het buitenland en ik zie daar de vele Batavus-fietsen, dan vind ik dat prachtig, dat geeft een enorm stuk voldoening. Nogmaals, er is altijd wel weer wat nieuws. Daarom ben ik hier mis schien al 23 jaar: ik ben nog steeds niet klaar". Beter Veel mensen klagen er tegenwoordig over dat de fietsen en brommers veel minder solide zijn en veel korter meegaan. Hiensch: „De fietsen waren vroeger veel zwaarder. Het was zelfs een verkoo pargument. Een fiets die niet zwaar was, kon niet goed zijn. Dat is natuurlijk onzin, want dat gewicht moet je alleen maar meeslepen. De fietsen die te genwoordig worden gemaakt, zijn veel lichter. Ze lijken minder sterk, maar ik durf te beweren dat de huidige fiets beter is dan de vroegere. Beter en lichter". „Een tweede punt is: Vroeger was de fiets vreselijk belangrijk voor de mensen. Velen moesten er de kost mee verdienen. De mensen die een fiets had den, beschouwden het als een heilig bezit. Er werd daaror* ook bij het leven gepoetst en g*sleuteld. ie produktie-afdeling van Batavus werken sinds Éeen stuk of dertig meisjes en vrouwen op proef, maar wat de 21-jarige Roelie it De Hemrik betreft, worden alle dertig aangenomen. „Wij hebben het hier best trk bevalt ons. De sfeer is uitstekend". IBlie kwam in mei bij Batavus. „Ik zag een adver se in de krant en besloot gelijk op te bellen pr een afspraak. Voordat ik het wist had ik werk. pet begin hebben we hier en daar wat meege- faid om de fiets beter te leren kennen", ina een paar maanden weet ze er alles van. Da ms gaan er honderd fietsen door haar handen, I ze zorgvuldig nakijkt op technische en uiterlijke heken. fnvankelijk deden de mannen wat aanstellerig", rtelt ze, „maar nu ze door hebben, dat wij het l zo goed kunnen als zij, is dat wel voorgoed prbij. Wij werken net zo hard als de jongens, we f" hetzelfde werk en krijgen ook hetzelfde be- ld. Dat vind ik een goeie zaak". Roelie Postma heeft het best naar haar zin en is al volledig ingeburgerd in de mannenmaatschappij van Batavusv Mijlpaal Op 15 september aanstaande bestaat Batavus 75 jaar. Een mijlpaal en een moment om even terug te denken aan vroeger. „Maar niet te lang", zegt directeur Van der Want. „Wij willen de image heb ben, een bedrijf van de toekomst te zijn. We zijn nu wel 75 jaar oud, maar dat betekent niet dat we kunnen rusten. Om aan de top te kunnen blijven, zullen we veel moeten investeren. Een belangrijk ding om de continuïiteit te waarborgen, is dat je op de toekomst gericht bent. Niet achterblijven, maar vooroplopen. Nostalgie is leuk voor vrijetijds besteding, maar het past niet in het moderne za kenleven". Tegenwoordig koopt men een fiets en men fietst net zo lang tot het ding in elkaar zakt. Onderhoud wordt praktisch niet meer gepleegd. Wij proberen op dit punt, met name via de tourclub, de mensen weer wat beter op te voeden". Het model van de fietsen is de laatste tijd sterk veranderd. Hiensch: „De oude werkezels waren log en groot. Nu zijn de fietsen veel korter en steiler. Steil wil zeggen dat de stuurstang en de stang on der het zadel, die overigens evenwijdig lopen, veel rechter staan. Bij sommige racefietsen staan deze stangen bijna loodrecht op de weg. Hierdoor krijg je een betere gewichtsverdeling. Men kan meer. kracht uitoefenen op de trappers. Denk maar aan een trapauto. Daar heb je de trappers ergens voor je, op neushoogte. Dat is geen doen. Verder zijn de sturen tegenwoordig lager. Dan heb je minder luchtweerstand. Dat scheelt soms twintig procent. Tot slot zijn de fietsen kleiner, je hebt minder buis nodig, dus goedkoper en het frame wordt sterker, de fiets zwiept minder".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19