Indiase meisjes betalen bruidschat met hun leven "j Centrum Hoensbroeck mikt op volle londerd procent U voor gehandicapten NEW DELHI Tenminste eenmaal per dag wordt ergens in India een jonge pasgetrouwde vrouw door haar schoonfa milie vermoord, omdat zij de bruidsschat niet heeft meege bracht. Het geven van bruidsschatten is een eeuwenoude traditie in dit land, maar de laatste tijd heeft dit aan de hoogste bieder verkopen van bruidegoms een sinister tintje De „vraagprijs" van de familie van de toekomstige bruide gom is de afgelopen twintig jaar enorm gestegen. Wanneer de ouders van het meisje uiteindelijk niet konden of wilden betalen, werd de jonge bruid vaak vermoord of tot zelf moord gedreven. Alleen al in Delhi werden bij de politie in het afgelopen jaar 200 van zulke sterfgevallen gemeld. Ver moed wordt dat het werkelijke cijfer nog veel hoger ligt. omdat veel gevallen eenvoudigweg niet worden aangege ven. Het meest opzienbarende recente voorval gaf in de hoofd stad aanleiding tot algemene verontwaardiging en onder andere tot twee demonstraties van vrouwenorganisaties. Aanleiding was het geval van de 25-jarige Tarvinder Kaur die met zware brandwonden werd opgenomen in eeri zie kenhuis in New Delhi. Vlak voordat ze stierf kon de jonge vrouw de politie nog vertellen dat zij verbrand was door haar schoonmoeder en schoonzuster, omdat dezen niet te vreden waren met de geleverde bruidsschat. Tarvinder trad in december vorig jaar in het huwelijk met de 28-jarige Satpal Singh, die tot de Sikhs behoort en in de hoofdstad motoronderdelen verkoopt. Volgens haar eigen getuigenis werd Tarvinder op de avond van de vijftiende mei door de moeder en de zuster van haar man overvallen. Zij was naar de televisie aan het kijken, toen de schoon moeder van achteren petroleum over haar heen gooide, terwijl de schoonzuster een brandende lucifer tegen haar kleren hield. Tarvinder probeerde het huis uit te hollen, maar vlak achter de deur viel ze bewusteloos neer. Volgens Tarvinders vader had de schoonfamilie steeds meer geld geëist, omdat haar man zijn zaken wilde uitbreiden. De Indiase wet verbiedt het geven en aannemen van bruidsschatten, maar de gewoonte wordt in alle delen van het land nog altijd nageleefd. De „prijs" van een toekomsti ge bruidegom wordt over het algemeen vastgesteld naar zijn beroep, zijn inkomen, de kaste waartoe hij behoort en de sociale achtergrond van zijn familie. Het „duurst" zijn ambtenaren en politiemensen. Een jongeman met een van deze beroepen levert wel zo'n 100.000 tot een half miljoen roepies op (ongeveer 25.000 a 125.000 gulden). Artsen, in genieurs, advocaten en andere hoog betaalde beroepen zijn ook In trek: deze vereisen een bruidsschat van 50 tot 95 duizend roepies. Ook in het bui tenland wonen de Indiërs zijn zich bewust van hun waar de op de huwe lijksmarkt. Een Indiër, die in Amerika woont en in het bezit is van een groene kaart (hij heeft dan toestemming om na een be paald aantal ja ren het staats burgerschap aan te nemen), kan met gemak 100.000 roe pies van zijn aanstaande schoonfamilie eisen. Vroeger werd een bruidegom voornamelijk gekozen op zijn kaste. Dat ge beurt ook nu nog wel, maar toch wordt de uiteindelijke prijs tegen woordig voor namelijk be paald door de financiële en machtspositie van de jonge man. De bruidsschat wordt niet al leen in de vorm van geld aan genomen, maar vaak ook als meubilair, tele visies, andere duurzame huis houdelijke arti kelen, auto's, scooters of fietsen. Dat hangt af van de kwalificaties van de man. De hoogte van de bruidsschat kan nog aange past worden naarmate de bruid bepaalde tekortkomin gen heeft, of juist 'n streep je voor heeft op andere ge gadigden. Vaak moet de toe komstige bruid dan ook een streng medisch onderzoek on dergaan. In Bangalore, de hoofdstad van de zuidelijke provincie Kar- nata, moesten bij een kortgeleden afgesloten huwelijk de ouders van het meisje het dubbele van de „normale" som betalen, omdat hun dochter bij het lopen een beetje met haar been trok. Enorme hoeveelheden geld gaan bij het sluiten van huwelij- ken van hand tot hand. In Bihar alleen al zou er per jaar j zo'n 4000 miljoen roepies (tegen de 1 miljard gulden) aan bruidsschatten worden betaald. Dat is meer dan de jaarlijk se begroting van die staat. Tegen het gebruik blijkt ook geen wet of regeling opgewas sen. Er gelden straffen van 1 maand tot 1 jaar opsluiting voor overtredingen van het verbod op bruidsschatten. In Madhya Pradesh werd in 1976 de wet door het staatsbes tuur veranderd, en de straf verhoogd tot een jaar opsluiting en een boete van maximaal 10.000 roepies. Het is echter bijna onmogelijk deze wetten goed uit te voe ren, omdat de ouders van het meisje bijna nooit naar de politie durven te gaan. Ze durven de eisen van de familie van de bruidegom niet aan te geven, omdat ze daarmee de huwelijkskansen van hun dochter voorgoed zouden kunnen vergooien. De politie wordt er pas bij gehaald als het al te laat is, en de dochter al vermoord of tot zelfmoord gedre ven is. Zelfs dan is het moeilijk te bewijzen dat er een misdaad in het spel was. De meeste bruiden worden met petroleum overgoten en in brand gestoken. Het is dan gemakkelijk te zeggen dat het 'een ongelukje met een petroleumkacheltje was. Van de 200 gevallen die in New Dehli werden gemeld, kon maar in negen bewezen worden dat het een misdaad betrof. Omdat de wet hen blijkbaar niet helpt, hebben de familiele den van vermoorde bruiden die maar in eigen handen ge nomen. In het noordelijke Strinagar stak een woedende menigte het huis in brand van een vrouw die haar schoon dochter levend verbrand zou hebben. Ondertussen beraden de centrale en plaatselijke overheden zich op meer omvattende wetten. In Punjab, bijvoorbeeld, moet er nu een lijkschouwing worden uitgevoerd op alle vrouwen die binnen zes jaar na hun huwelijk sterven. (Copyright The Guardian) deze voordelen het nadeel staat van verminderd contact met het gezin en met vrienden of vrien dinnen. We geloven dat we dit ten dele kunnen ondervangen door de weekends heilig te verkla ren. De mensen mogen op vrijdag al vroeg in de middag weg en ze hoeven pas op maandagmor gen terug te zijn. Daarnaast voorziet het les rooster in flinke vakanties en in vrije dagen tus sendoor. En we hebben acht gast-appartemen- ten gebouwd waar een partner kan komen loge ren als dat wenselijk of noodzakelijk lijkt. Elders in Europa Frankrijk, Denemarken, En geland zijn specifieke opleidingen voor licha melijk gehandicapten reeds lang gemeengoed. West Duitsland telt met twee verminkende wereldoorlogen achter de rug zelfs 12.000 van dergelijke opleidingsplaatsen. Dat Neder land achter loopt, wil de heer Albers echter niet gezegd hebben. „Bij ons hebben we een andere ontwikkeling gehad, die meer in de richting van de sociale werkvoorziening is gegaan; dat is al les en daarin hebben we het erg ver gebracht, veel verder dan de buurlanden. Het gevolg is wel geweest dat de specifieke opleidingen bij ons weinig aandacht hebben gekregen en in de loop van de tijd bleek daaraan toch steeds meer behoefte te bestaan. De sociale werkgele genheid was niet voldoende. Mensen die erin verzeild raakten, kwamen er niet meer uit. Ze bleven er hun hele arbeidsleven aan vast zitten. Theoretisch bestaat de mogelijkheid van door stroming naar het bedrijfsleven, maar in de praktijk komt het er niet van. En uiteraard is werken in zo'n beschut verband nu juist vol strekt tegenstrijdig aan de moderne opvattingen over integratie". Naast de sociale werkvoorziening stonden en staan de gehandicapten in Nederland nog drie mogelijkheden ten dienste: schriftelijke cursus sen, bedrijfsopleidingen en natuurlijk de 25 cen tra voor vakopleiding van volwassenen die het ministerie van sociale zaken, verspreid over heel het land, heeft ingericht. Maar met name deze laatste waren niet voor gehandicapten gedacht. Gebrek aan begeleiding en aan bouwkundige voorzieningen zorgde voor een nasleep van mis lukkingen. Directeur dr. C. de Ruijter van de Lu cas Stichting kwam als eerste met een plan voor specifieke beroepsopleidingen die de be staande leemte moesten vullen en zo kreeg Hoensbroek de landelijke primeur. Op de top van een Zuid-Limburgse heuvel prijkt nu een 17 miljoen gulden duur complex met alle denkbare accommodatie die nodig is om de cursussen in oktober van start te doen gaan. Het wordt een experiment dat drie jaar gaat duren. De resulta ten zullen bepalend zijn voor de vraag of er in Nederland meer van dergelijke instituten moe ten komen en welke eindvorm ze zullen krijgen. Aanbod van gehandicapte volwassenen die de wao door middel van omscholing willen verrui len tegen zinvolle, volwaardige arbeid, is er in elk geval genoeg. Een onderzoek heeft dat uit gewezen. Cynici hebben al tegengeworpen dat „Hoens broeck" wao-ers gaat opleiden voor de ww. Im mers: wat voor kans maakt een gehandicapte die is omgschoold, op een arbeidsmarkt waar zelfs gezonde, geschoolde krachten staan te dringen? De heer Albers: „We weten het niet. We kunnen het niet bewijzen. We kunnen geen garanties geven. Maar we geloven: het hoeft niet zo te zijn dat we hier wao-ers gaan opleiden voor de ww. Ik durf dit te zeggen op twee gron den. In de eerste plaats is er de kwaliteit van de opleiding, uiterst gericht op de praktijk. Bij ons vloeien theorie en praktijk in elkaar over, dit in tegenstelling tot het leerlingenstelsel waar ze naast elkaar lopen en niet aansluiten. In de tweede plaats krijgen we impulsen van werk groepen waarin ook het bedrijfsleven vertegen woordigd is. Die nemen we meteen in ons les programma over. Als voorbeeld noem ik de electronica. De bestaande vakopleidingen gaan voorbij aan de chips, de micro-processors die toch duidelijk de tweede industriële revolutie in luiden. Wij zijn er wel ingesprongen; bij ons zit ten ze in het pakket. Of de administratieve sec tor. Wij geven een basiscursus automatisering, iets waar het praktijkdiploma boekhouden hele maal niets aan doet. Dat is onze opzet: in elke opleiding zoveel stoppen dat de mensen het maximum meekrijgen om meteen inzetbaar te zijn in het arbeidsproces. Daarnaast wachten we niet met ons plaatsingsbeleid totdat de men sen hun diploma hebben gehaald. We zijn er ei genlijk al mee bezig voordat de cursussen be ginnen. We trekken tijdig aan de bel. We weten dat de situatie niet eenvoudig is, maar wij en de instanties achter ons zullen alles doen om te leurstellingen te voorkomen". Een zakelijke informatie tenslotte: wie meer wil weten over de beroepsopleidingen voor gehan dicapten van het centrum „Hoensbroeck", kan terecht bij alle Gewestelijke Arbeidsbureaus en bij de Gemeenschappelijke Medische Dienst. PIET SNOEREN De heer Albers daarover: „Bij ons project heb ben we bewust gekozen voor huisvesting binnen de instelling. Waarom? Op deze manier worden de mensen niet uit hun studie-ritme gehaald, door de besognes van het gezin. Ze kunnen zich ook in de avonduren gemakkelijker concentre ren op de leerstof. Er is meer gelegenheid voor studie-overleg of voor studeren in groepjes. Er gaat geen tijd verloren met heen en weer reizen. Er is minder kans op lichamelijke vermoeidheid en de mensen kunnen eventueel beter ver pleegd worden. Ik geef toe dat tegenover al n k| PP* en en j in r, <enl J w< bat i larroENSBROEK Ondanks de tegenwind van ïn kwakkelende economie met bijna een wart miljoen werklozen en een deels verkap- werkloosheid van 600.000 wao-trekkers in oktober bij de Lucasstichting voor Re- jlidatie te Hoensbroek een centrum voor be- lepsopleidingen van start met de bedoeling i hebhamelijk gehandicapten een nieuwe,' vol- ifisiaardige kans te geven in het arbeidsproces, fgepn gesprek daarover met de heer J. Albers acje aan het hoofd staat, mondt uit in de slot- Am: „Ondanks de ongunstige situatie ben ik e r heilig van overtuigd dat het instituut bij- Ander zinvol zal zijn. Kijk naar Duitsland, aar konden in de periode van hoogconjunc- sckur 90 op de 100 herschoolde gehandicapten j peplaatst worden. Nu telt het land een miljoen 'erklozen, doch desondanks is 't plaatsings- jjfer slechts tot 75 procent gedaald. Of ik ri|taks met die 75 procent tevreden zal zijn? Ik wil de 100 procent halen". opleidingen die het Centrum Hoensbroeck lat bieden, worden gepresenteerd als een lieke zaak en dat klopt in zoverre dat Neder- Ind tot nu toe iets dergelijks niet kende, dit in jgenstelling tot naburige naties. De cursussen |pn bestemd voor volwassenen van ongeveer 18 ■t ongeveer 40 jaar met een dusdanig ernstige, ^■hamelijke handicap dat ze geen gebruik kun- |ln maken van opleidingsmogelijkheden voor ^et-gehandicapten. 4e stichting „Werkenrode" te Groesbeek heeft ■«zelfde opzet, maar dan voor jong-volwasse- pn van 16 tot 25 jaar. In Hoensbroek komt M aats voor 150 gegadigden. Ze kunnen kiezen w t een opleiding administratie, technisch teke- en, fijnmechanica of electronica. Allemaal zit- inde bezigheden (rolstoel geen bezwaar) die puwelijks lichamelijke inspanning vergen en re- plijke tot zeer goede toekomstkansen hebben, p opleidingen liggen duidelijk boven het peil kn het Lager Beroeps Onderwijs en slechts e7iigszins onder het niveau van Middelbaar Be eps Onderwijs. Ze worden afgesloten met een >or overheid en bedrijfsleven erkend diploma. |oe positief dat ook allemaal klinkt, er rijzen agen. Zo is het hedendaagse streven er toch il op gericht mensen met een handicap niet af zonderen van de maatschappij, maar ze juist illedig te integreren. Dit geldt met name op iderwijsgebied waar immers de kiemen van jolement het meest dreigend aanwezig zijn. 'illen gehandicapten zichzelf volwaardig voe- in, dan dienen ze ook als volwaardige leden n de samenleving behandeld te worden en iet als bemoederde uitzonderingen. Ie heer Albers blijkt het met deze stelling eens. %k wij vinden dat je gehandicapten moet in- igreren in de maatschappij. Alle mogelijkheden een samenleving biedt, zouden ook voor ge- indicapten toegankelijk moeten zijn. Helaas aken praktische omstandigheden dit soms on- logelijk. Ik denk aan gehandicapten -die de no- ige intelligentie en energie hebben om een be- lalde opleiding te volgen, maar van wie vast taat dat ze zonder begeleiding de eindstreep 30jiet zullen halen. Of ik denk aan mensen met i'n ernstige handicap dat ze'de specifieke ach- irgrond van een centrum als het onze nodig ibben". '.e worden dan hier op „Hoensbroeck" tijdelijk fgezonderd de opleidingen duren twee jaar maar dat gebeurt alleen om een blijvende in- S*gratie in de normale maatschappij te bewerk- lelligen. Neem nou een bouwvakker van 30 kar die door een ongeluk aan de rolstoel ge luisterd is geraakt. Hij zou misschien bij een [an de bestaande centra voor vakopleiding van olwassenen kunnen worden omgeschoold. Jlaar hij heeft ook therapie nodig en dat moet ;J°|us 's avonds. Een uiterst moeilijke zaak. Ik pfurf stellen dat er geen bliksem van terecht lomt. Ofwel de opleiding ofwel de therapie gaat ir onderdoor". niHier in Hoensbroek vind je alles bij elkaar, in %i complex, met afstanden van hooguit hon- lerd meter. De therapie kan tussen de lessen loor gegeven worden". .Hoensbroeck" staat voor vrouwelijke gehandi- iapten evenzeer open als voor mannelijke. Het jh{erw'jt dat de opleidingen een typisch mannelijk pjarakter hebben, wijst de heer Albers van de "and. „Ik vind dat met name de sectoren admi- listratie en electronica zeer geschikt zijn voor irouwen. Wel denk ik dat we in het begin weinig frouwen zullen krijgen. Dat komt misschien om- Pat werkende gehuwde vrouwen die arbeidson geschikt raken, vaak terugvallen op thuis. Ik [joop dat we in de loop van de ontwikkeling van Pns instituut steeds meer vrouwen welkom zul ten mogen heten, maar meer dan 20 percent zal bet, büjkens de ervaring in het buitenland, wel flooit worden". jannen of vrouwen, ze zullen twee jaar lang in tern op „Hoensbroeck" moeten verblijven, hoe feer de heer Albers het woord internaat ook irmijdt en liever gewaagt van „een soort ho- Daartoe zijn 150 éénoersoons apparte- Elektronica... mentjes gebouwd (30 geschikt voor rolstoelen) met weliswaar de privacy van eigen sanitair, maar met gemeenschappelijke ruimten voor maaltijden en recreatie. De heer Albers haast zich te verzekeren dat iedereen vrij zal zijn om te gaan en te staan waar hij of zij wil. De nacht-" portier zit er slechts voor het geval dat iemand hulp zou behoeven; niet als toezichthouder op handel en wandel. Dan nog jAlijft het feit be staan dat de cursisten gedurende twee jaar uit hun omgeving worden losgerukt. Alweer het vraagstuk van de afzondering, het isolement.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 17