postgiro en rijkspostspaarbank bemanning, is nog steeds van kracht". Eilco Kasemier wil geen zedeprekerig vingertje heffen. De gedachte alleen al vervult hem met walging. Hij probeert niet een zondebok aan te wijzen of vanuit zijn ivoren toren stenen naar anderen te werpen. Wel wil hij dit (aanvankelijk slechts schoorvoetend toegestane) interview benutten om zijn kritiek op de moderne vorm van zeezeilerij te onderbouwen, nu de sport tot een even verschrikkelijke als overbodige tragedie heeft geleid. „Op grond van mijn ervaring voel ik het als mijn taak een bijdrage te leveren tot een meer verantwoorde beoefening van het zeewedstrijdzeilen. Wanneer de zucht naar eer en dat is, net als bij allerlei andere sporten, de enige drijfveer mensenlevens gaat kosten, dwalen we af van ons ideaal. Zeilen op zee dient ons ideaal te zijn, niet spotten met de zee". Tuigage Om met windkracht tien de ruimte te kunnen kiezen, moet je natuurlijk wel over een goed, sterk, betrouwbaar schip beschikken. Hetgeen Kasemier brengt op een volgend punt van kritiek. „Wanneer je de 23 gezonken schepen zou kunnen ophalen en wanneer je het relaas van de overlevende opvarenden zou analyseren, zou je naar mijn gevoel ontdekken dat de bemanningen redelijk zeewaardig waren en de schepen redelijk sterk, maar dat de tuigage niet tegen het geweld opgewassen is geweest. Masten, wanten, stagen, allemaal te dun. Je zou voorts ontdekken dat er geen betonschaar aan boord is geweest om de draden van een gebroken mast te kappen. Zo'n mast die overboord slaat, maar niet vrij kan worden gemaakt van het schip, gaat tegen de romp beuken en heeft hij eenmaal een gat gemaakt, dan zink je als een baksteen. Er komt nog iets bij. De meeste moderne jachten hebben een massieve voorstag. Die is bij het overboord slaan van de mast, vooral op een beweeglijk voordek, nooit los te maken van het schip, zelfs niet met een betonschaar". Roer Veel deelnemers aan de Fastnetrace ook de geredde hebben te kampen gehad met een afgebroken roer. Dit verklaart Kasemier aldus. ,,De jachten voeren tegenwoordig, met name als ze voor de wind gaan, veel zeil. Denk aan de kolossale spinnakers. Daarom lopen ze, ook vanwege het moderne concept van kielen en roeren, sneller uit hun roer dan vroeger. De kracht die nodig is om een schip voor de wind op koers te houden, is kolossaal groot. Nog niet zo lang geleden deden we dat met handkracht, zelfs op de grotere schepen. We hingen met twee, drie man aan de helmstok. En als je het niet kon houden, dan liet je los en gebeurde er verder niets. Het schip loefde op en in het ergste geval kreeg je averij aan Fanatiek De mentaliteit van de wedstrijdzeezeiler tenslotte. Televisiebeelden van deelnemers aan de race die veilig de haven van Plymouth waren binnengelopen en op de kade lachend pils stonden te hijsen, terwijl hun rivalen in de golven van de Ierse Zee crepeerden, kwamen cynisch en schokkend over. Kasemier: „Inderdaad was ik zelf ook even geschokt. Maar je moet dat wereldje kennen. De mentaliteit is er zeer fanatiek. Zeezeilers zijn fanaten. Ik ken schippers die tijdens de scheepsraad voor de start van een wedstrijd hun bemanning duidelijk maken: als er één van jullie in zwaar weer overboord slaat, zal ik terugvaren om je te zoeken, maar niet langer dan de tijd waarvan ik weet dat je in koud water kunt overleven, twintig minuten dus. Daarna zeil ik zo snel mogelijk door en zullen we je aan boord meteen vergeten, want anders krijgen we een gedrukte sfeer onder de bemanning en dan kunnen we de race niet winnen. Begrepen?". Om de eer Winnen, daar gaat het om bij de wedstrijdzeezeilerij. Geldprijzen zijn er niet, de eerst aangekomene krijgt hooguit een bekertje (Kasemier maakt een gebaar met duim en wijsvinger). De echte prijs is de eer, de voldoening over een goede sportieve prestatie en verder niets. Net als bij een marathonloper. Zelfs de glamour die wèleens aan de zeezeilerij wordt toegedicht, ontbreekt volgens Kasemier. „Je vindt het gewoon geweldig om binnen te lopen. Eindelijk een borreltje, een sigaar, een Chineesje pikken. Je verdient het, want je bent afgepeigerd en je hebt een prestatie geleverd om de pet voor af te nemen. Je kunt wel janken van blijdschap dat de hel achter je ligt. De spanningen ontladen zich. Je vergeet even het lot van je kameraden die in de zee liggen te verrekken. Zo moet u de emoties op de kade van Plymouth zien. Het waren geen mensen met eelt op hun ziel. De terugslag krijgen ze heus wel en dat weten ze". BELEGGINGSBEWIJZEN. Beleggingsbewijzen zijn waardepapieren, die u jor f 1000,- of f 5000, per stuk kunt kopen ji vervolgens te kunnen profiteren van wat wordt jioemd 'rente op rente'. j Het rente-percentage dat geldt op 't moment ji aankoop! blijft gedurende de hele looptijd van Jcht. Zowel het gestorte bedrag als de totale rente men aan het eind van de looptijd vrij. f 1.000,- f 5.000,- f 1.000,- f 5.000,- f 1.000,- f 5.000,- f 1.268,48 f 6.342,40 f 1.398,68 f 6.993,38 f 1.574,24 f7.871,19 VAStE RENTE 8>/«% 8VA% 83/4% 83/4% 9'/2% 9'/2% SPAARDEPOSITO'S. Spaardeposito's zijn rekeningen met dagaf schriften, waarop u bedragen vanaf f 1000,- voor één of meer jaren kunt vastzetten tegen hoge rente. Het gestorte bedrag komt vrij zodra de looptijd is verstreken, maar over de jaarlijks bijgeschreven rente kunt u steeds direct beschikken. Ook in dit geval geldt dat de op 't moment van aankoop geldende rente niet meer verandert tijdens de looptijd. LOOF TIJD VASTE RENTE 1 JR. 7'/2% 2 JR. 8 3 JR. 8>/4% 4 JR. 83/4% 5 JR.- 9'/2% 6 JR. 9V2% MEER INFORMATIE? Via onderstaande bon kunt u nadere informatie thuisgestuurd krijgen. U kunt ook bellen: (020) 591 21 73 (afd. Beleggingsbewijzen), (020) 591 21 3S (afd. Spaardeposito's). Beleggingsbewijzen Spaardeposito's Naam: Straat: Postcode/Plaats: Kruis uw wens(en) aan en stuur deze bon in eèn envelop zonder postzegel naar: Administratiekantoor postgiro en rijkspost spaarbank. Weesperzijde 190,1097 DZ Amsterdam. ije zeil. Maar tegenwoordig zijn de jachten uitgerust met grote stuurwielen, die enorme krachten kunnen overbrengen; zoveel kracht als je wilt, zéker wanneer je er met z'n tweeën aan gaat hangen. Loslaten is er niet meer bij. Helaas vergeet men dan dat de stuurinstallatie niet op dergelijke krachten berekend is. Er knakt iets". Onbeschermd ontbreken beschermde plaatsen bij moderne jachten nogal eens, want ze leveren luchtweerstand op en remmen de snelheid af". „De roerganger en de wacht moeten zich maar zien te redden op een praktisch onbeschermd dek. Ik acht dat onjuist. Men trekt een wissel op de zeewaardigheid omdat men denkt: och, bij een race als de Fastnet loopt het allemaal zo'n vaart niet. Nu ben ik persoonlijk een toerzeiler en geen wedstrijdzeiler. Als zodanig geef ik zelfs toe dat wij, toerzeilers, in het verleden veel van wedstrijdzeilers hebben geleerd, op het gebied van scheepsontwerpen bijvoorbeeld. Maar inmiddels is de tijd aangebroken dat de wedstrijdzeilers iets moeten gaan leren van ons..., dat ze iets van zeewaardigheid gaan leren". Verantwoordelijkheid Had men de fatale race niet bijtijds af kunnen gelasten? Per slot van rekening bleven zelfs de geharde vissers van Cornwall al voor het uitbreken van de storm binnengaats. Nee, zegt Kasemier, dat doet een wedstrijdleiding niet en zeker geen Engelse. De Britten zijn zeevaarders van natuic. Ze beschikken over een grote dosis zeemanschap en ze' weten niet beter of ze zijn omspoeld met hoge golven en harde winden. Ze laten de start doorgaan, al waaien de pannen van de daken. Hun standpunt is: het materiaal en de kundigheid van de deelnemers zijn op eventualiteiten berekend, en iedereen weet precies de grenzen van zijn verantwoordelijkheid. De race stoppen misschien toen de ramp zich eenmaal aan het afspelen was? Alweer nee. Kasemier: „Je mag het niet vergelijken met een autorace die wordt gestopt wanneer een coureur verongelukt. Bij zo'n wedstrijd heb je een vast circuit met veertig mannen er omheen die de wagens af kunnen vlaggen. Hoe wil je meer dan driehonderd schepen terugroepen die rondzwalken over een brok zee, groter dan heel Nederland? Trouwens: toen de catastrofe uitbrak, was er helemaal geen sprake meer van een race; die was meteen afgelopen. De schippers probeerden alleen nog het vege lijf te redden". golven van de Ierse |ijn bedaard en de tol Ie Fastnetrace in zijn omvang is vastgesteld, I een storm van andere de deining op te stuwen, irn van de nieuwe fssie die boven het iationale zeezeilersveld t, wordt gevormd door aag: had deze catastrofe ziogen voltrekken? „Ik n 7 zeker van dat zoiets naan gebeuren", zei de Maan Ted Turner zonder n legen nadat zijn jacht cious als winnaar de itreep te Plymouth had ?fd. „Nonsens", bitste Green terug, de grote |bij de Royal Ocean ig Club, die de letrace al sinds 1925 liseert zonder dat er ooit toffers in het logboek bij te schrijven, ns hem moet men de Igrijkste oorzaak zoeken it onverwacht opsteken ten uitzonderlijk jtige orkaan. d waleze laatste mening is naasfKasemier het vierkant is. irsomstandigheden, hoe grillig'en bar ook, kunnen nooit als excuus gelden voor zo'n catastrofe", zegt hij. En Eilco Kasemier is bij uitstek de man die het kan weten. Hij mag zich een van de meest ervaren zeezeilers noemen die Nederland kent. Vijftigduizend mijlen heeft hij in het kielzog van zijn schip zien verglijden, waarvan veertigduizend solo rond de wereld. Ook de Fastnetrace ontbreekt niet op Zijn lijst. „Maar ik weet er weinig meer van, want ik was toen nog een jong broekje. Ik zat meestal Onderop om de zeilen aan te geven, aardappelen te schillen of de smeerboel aan de kant te doen en een emmertje onder de heren te houden wanneer ze zeeziek waren. Ik herinner mé alleen dat we windkracht drie tot vier hadden, met een uitschietertje van zes. Het was een gladde race zander complicaties". Berekenbare factor Wanneer Kasemier stelt dat de plotselinge orkaan geen geldig excuus is voor de ramp, bedoelt hij het volgende: „Er is gespot met de zee en dat mag je volgens mij niet doen. Ook al lach je om de lyriek van de gulzige baren, je moet met twee benen op de grond blijven. De zee heeft zijn kuren en het weer erboven ook. Dat weet je. Daar moet je van uitgaan. Denk aan die week tevoren toen De Bilt een storm met springvloed had voorspeld die wegbleef. Toen lagen de zandzakken voor niets op de daken van de strandtentjes. Maar het omgekeerde kan ook gebeuren. Ondanks de satellieten en de perfecte communicatie tussen weerstations te land en ter zee blijft het weer een onberekenbare factor waar niet mee te spotten valt". „Ik heb het zelf meegemaakt bij het Zuidzee-eiland Bora Bora. Ik zat er in mei, dus heel duidelijk buiten het cyclonenseizoen. Maar toch kregen we een staartje van windkracht elf mee. We lagen met een schip of zestien in een baai en ik was de enige die niet van zijn anker geslagen werd, want ik had op mijn Bylgia alles net een beetje sterker gemaakt dan in de voorschriften staat. Ach, ik ben misschien conservatief. Ik ben een ouderwetse schipper bij wie veiligheid boven alles gaat, en dan win je natuurlijk nooit een race".' „De orkaan daar bij Bora Bora want daar wil ik naar toe was niet voorspeld. Ik had hem, zelfs op mijn barograaf niet gezien, alleen een klein tikje. Hij kwam opeens, in minder dan een uur. Maar voortekenen in de lucht waren er wel. Die zijn er altijd". Wolken en golven Waarna Eilco Kasemier tot de analyse komt: „Tijdens de Fastnetrace zendt de BBC elk uur een aangepaste weersverwachting uit. Daar gaan de deelnemers op af. Maar ze vergeten dat wolken en golven een minstens zo goede aanwijzing vormen voor een komende depressie. Dat zien ze niet. Ze hebben het niet geleerd. Een week na de race zitten ze weer achter de groene conferentietafel of achter hun bureau. Door wat ik de mechanische berichtgeving noem, is een stukje visuele waarneming en een vingertoppengevoel voor bepaalde verschijnselen verdwenen". „Hetzelfde geldt trouwens voor de navigatie. Je drukt op een knop en je krijgt je positie. Daar verlaten de zeilers zich op. Sextant, kompas en log de drie belangrijkste navigatiemiddelen liggen er voor spek en bonen bij. En als er dan iets fout gaat met de electronica, zit iedereen met de handen in het haar. Zo plakken ze ook met het oor aan de radio in plaats van het oog gericht te houden op de lucht en de zee. Maar juist uit een bepaalde wolkenformatie, een temperatuurswisseling, een deining die komt opzetten, kun je verschrikkelijk veel afleiden". „Een schipper is misschien niet juridisch, maar wel moreel verantwoordelijk voor de veiligheid eri het leven van zijn opvarenden, ja? Dan zeg ik: zo*n schipper zou enige notie dienen te hebben van meteorologie. Want nogmaals, het excuus dat het zware weer tijdens de Fastnetrace verschrikkelijk onverwacht opkwam, geldt niet. Er zijn altijd voortekenen. Ik weet dat ik op deze uitspraak aangevallen kan worden, maar ik blijf er pal achter staan. Laten ze rustig opbellen. De oude waarheid dat een schip zo zeewaardig is als zijn Te lichte schepen voor een (plotsklaps) te zware race, daar komt een deel van Kasemiers kritiek op neer. Veiligheid, opgeofferd aan snelheid. Het gesprek brengt meer voorbeelden van deze misgroei aan het licht. „Een schip moet' tijdens zo'n wedstrijd altijd minimaal bemand zijn met een roerganger en een wacht aan dek. Ik persoonlijk vind het onaanvaardbaar dat die twee op een onbeschermde plaats in de cockpit zitten. Toch

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 13