Gartenschau in Bonn show der superlatieven voor echte natuurvrienden van het accordeon Louisiana's platteland De magie BONN De man uit Neurenberg aan de bierkraam op de Bundesgartenschau in Bonn is boos: hij is thuis gewend dat zijn pilsje zorgvuldig getapt wordt (dat duurt minstens drie minuten), maar hier gaat het „op zijn Hollands" toe. Het serveerstertje is niet op haar mond gevallen. In plat, zangerig Rijnlands dialect verweert zij zich. „Dat heb ik in het begin ook gedaan, maar daar was ik al gauw overheen. Als ik op die manier was doorgegaan had ik de helft minder verkocht". Bij de kinder verkeersopleiding hebben de moeders andere problemen. Heuse Duitse politieagenten geven haar diploma's voor verkeersgedrag, maar er zijn slechts 16 fietsen en 14 trapauto's ter beschikking en elke „cursus" duurt een kwartier. Op deze drukke dag midden in de vakantie betekent dat lang wachten tot het kroost aan de beurt is voor een proefcircuit. Hoe mooi de stoplichten de bewegwijzering, en de rest van het mini- wegpatroon ook is, er zijn grenzen aan het geduld en een moeder uit Hamburg sleurt haar kind dan ook weg: „Thuis kun je ook fietsen - daar hoeven we hier geen uur op te wachten...." Het zijn de enige wanklanken die ik gedurende een dag rondlopen op de Bundesgartenschau heb vernomen. Voor het overige toonde het veelkoppige publiek, dat deze gigantische tentoonstelling op het gebied van tuinen, natuur, groen, bloemen, planten en alles wat daarmee te maken heeft bezocht, zich moe doch uiterst tevreden. Ook de Nederlanders die er een lange reis voor over hadden gehad (voor de grensbewoners een wipje, voor mensen uit de Randstad wel wat erg ver weg) waren onder de indruk van wat op deze tweejaarlijkse Bundesgartenschau (kortweg „Buga") te zien is. In Bonn moest het een „show der superlatieven" worden en dat is ook gelukt, zowel in het positieve als in het negatieve. Om met het laatste te beginnen: de voorbereidingen gingen gepaard met een onvoorstelbare reeks blunders en mislukkingen waardoor de Bonner Buga al van het begin af aan ging strijken met de eer, de duurste van alle eerder gehouden tentoonstellingen te zijn. Minstens 60 miljoen mark moet de Een van de 28 „Thema-tuinen": hier de tuin van de zonnige levensvreugde (nog in wintertooi). Veel voor beelden worden gegeven hoe men zijn tuin op een individuele manier gestalte kan geven.. stad Bonn terzijde leggen om dit prestige object te kunnen financieren: driemaal zoveel als eigenlijk in de bedoeling lag. Door dit alles kwam de Bonner Buga nog al eens in de belangstelling en deze voorpubliciteit is er waarschijnlijk de oorzaak van dat het bezoekersaantal groter is dan bij alle eerdfere Gartenschaus. Halverwege de duur van de tentoonstelling (die nog tot 21 oktober te bezichtigen is) hebben al meer dan vier miljoen mensen zich laten lokken naar het terrein tussen Bonn en de diplomatenwijk Bad Godesberg aan beide zijden van de Rijn dat kunstmatig is omgetoverd tot een schitterend golvend parklandschap met allerlei vijvers van meer dan 100 ha. Deze grote oppervlakte met meer dan 40 km. wandelwegen - weer twee superlatieven - heeft het prettige gevolg dat zelfs op dagen met een massale toeloop (100.000 mensen of meer) men elkaar nauwelijks voor de voeten loopt. Alleen bij de veren die de hele dag (gratis) tussen de beide Rijnoevers heen en weer pendelen, merkt men dan hoeveel bezoekers er wel zijn. Het zijn oude autoponten die soms met meer dan 700 mensen worden volgestouwd, wat op zichzelf al een attractie is om te zien. Voor iedere tuinliefhebber en amateur-kweker is de Bundesgartenschau een „must". Niet alleen vanwege de duizenden bloemen en gewassen die hier verzameld zijn, maar vooral ook door de gevarieerde instructie- en leermogelijkheden, om nog maar niet te spreken van de „plantendokter" die de gehele dag spreekuur houdt en waar men met de gekste problemen om raad kan komen. Interessant zijn ook de 28 tuinen die volgens een bepaald thema zijn opgebouwd - een wedstrijd tussen tuinarchitecten - waar men kan zien op hoeveel manieren en onder welke gezichtshoeken zelfsL aan een betrekkelijk"31 klein stukje grond vel achter het huis op zeer individuele manf^ vorm kan worden gegeven. In dit kader is het onmogelijk een opsomming te gevet51 van alle bezienswaardigheden attracties en evenementen op de Bundesgartenschau. Alleen de catalogus al meer dan 250 pagina's. Een aparte183 vermelding echter j'3" verdienen de Japan! tuin (een geschenk 133 de regering van Tok die in zijn geheel na "J Bonn is verscheept), Jr; het rosarium, de j"J3i kunstwerken (o.a. vf "er Nederlanders), de rj speciale tentoonstel®"311 van grafbeplantingen?®" de talloze muziekuitvoeringen JJ8 de moeite die gedag" is om de Buga ook voor de kinderen h, aantrekkelijk te mak Itc zij kunnen naar hartelust spelen, klimmen, sporten, koken, schilderen en inte wat een kind verder allemaal leuk vindt. Ami van Vree We zoeken eerst onze weg naar de Mississippi en zakken langs de rivier af naar het zuiden. In de monding wonen Fransen, want daar ligt immers New Orleans, maar daar moeten we niet zijn. Dan naar Baton Rouge, waar het regeringsgebouw van de staat Louisiana te vinden is. Er gaat per slot van rekening een prachtig cajunlied over deze plaats: „In het Frans betekent Baton Rouge mis schien Rode Stok, maar voor mij betekent het Ge broken Hart". Maar in Baton Rouge moeten we ook niet zijn, het is een moderne havenstad, maar gelukkig kan men ons daar wel precies vertellen waar we wel moeten zijn. In Lafayette, de hoofdplaats van het cajunge- bied, ofwel „bayou-country", een streek van ri viertjes, plassen en kreekjes. Nou, Lafayette ken nen we ook, uit het cajun-volkslied „Allons a La fayette", in 1928 (waarschijnlijk) voor het eerst op de plaat gezet door Joseph Falcon. De snelweg naar Lafayette gaat tientallen kilome ters door een plassengebied, waar hele bossen tot halverwege de stammen in het water staan. De weg wordt door palen boven het moeras uitgetild en het wordt duidelijk dat de Franstalige gemeen schap die we zoeken vóór de bouw van die weg in een groot isolement geleefd heeft. Gehuchten Het is bloedheet in Lafayette en het kost een shirt vol zweet de koffers naar ons motel te brengen. De hoofdstad van het cajun-rijk. Ja, maar ik hoor er geen enkele noot van de geliefde, mysterieuze muziek, en als ik vraag waar concerten worden ge geven, haalt men de schouders op en verwijst men ons naar de gehuchten op het platteland. Een radi omedewerker weet van het bestaan van cajunmu- ziek, maar hij draait zelf popmuziek en kan ons niet verder helpen. Het is tekenend voor de positie die de oude cul tuur vandaag inneemt in het bayou-gebied. Het is een weggezakt stuk folklore, de Franse taal en ty pische muziek bestaan officieel niet of nauwelijks. De cajuns worden opvliegend en onbetrouwbaar genoemd, hun opleidingsniveau ligt doorgaans laag. Ze vormen een minderheid die hoofdschud dend of met een spottend lachje wordt getole reerd. Historici in Louisiana behoren tot de weinige men sen die er iets in zien. Ten zuiden van Lafayette»ligt een soort cajun „ghost town", een gerestaureerd bayou-dorp dat „Acadiana Village" wordt ge noemd. Er is een wit kerkje, La Chapelle Nouveau Espoir, en een dorpswinkel met souvenirs. Aan de kreek staan typische cajun-huizen van hout met een trapje buitenom en gedroogd mos tussen de voegen. De nederzetting wordt onderhouden door gehandi capten, het is een liefdadigheidsproject van een rijke familie. Dat geeft het geheel toch een beetje een ziekenhuissfeer en het lijkt er niet op dat we te maken hebben met een volwaardige, rijke cultuur. Trouwens de meeste inwoners van Lafayette zijn er nog nooit geweest en ze weten niet eens hoe je er moet komen. Strijd H^t is in de historie eigenlijk niet anders geweest. De cajungeschiedenis die de muziek zo interessant heeft gemaakt, is een aaneenschakeling van strijd en ellende. Het begon allemaal met de emigratie van boeren uit Frankrijk, uit Normandië, Bretagne en Picardië. Zij vestigden zich aan de Canadese kust in een streek die nu Nova Scotia heet maar toen nog Acadia werd genoemd. Het land van deze Fransen kwam in Engelse handen, maar ze mochten er blij ven wonen. Na een halve eeuw echter wilden de Engelsen de vruchtbare grond van Acadia voor zichzelf en kwamen de Franse boeren onder zware druk te staan. Ze moesten hun katholieke geloof opgeven en hun bezittingen afstaan aan de Britse kroon. Tenslotte bleef er weinig anders over dan LAFAYETTE Je hoort een intrigerend stuk muziek en je wilt weten waar dat vandaan komt. Een speurtocht naar een melodie, als in een sprookje dus. Ik bedoel de „cajun-muziek", die gemaakt wordt door eigenzinnige Franse Ameri kanen in het moerasland van Louisiana op ac cordeons, violen en triangels. De sfeer is ge heimzinnig, de muziek zo autentiek en aansteke lijk dat de laatste jaren heel wat vooraanstaande musici „cajun-gek" zijn geworden. Uitlaatklep Overal in huis en ook op verschillende plekker de tuin werden lantaarns opgehangen zodat jongvolk in de gaten kon worden gehouden. K sen was een obsceniteit van de eerste orde. deze gespannen sfeer was de muziek de enige laatklep. Een bandje gewone boerenjongens _e0 speelde fel en hartstochtelijk en schreeuwde t nte sten waarin met driedubbele bodem de liefde w beschreven en de vervelende oude tantes veilles femmes") hun trekken thuis kregen. l/oo Naarmate de ochtend naderde, werden de seno< mentele variaties op oude accordeonthema's I iuis ger en dreunden de tafels vol bierflessen mee het opwindende ritme. Kerels met steeds groei de zweetplekken op hun overhemden stampten n de houten vloer, bewerkten de triangel („Ie p ten fer") en leefden zich uit op de viool die in de jacad dertig in gebruik kwam. ipo De beproevingen van de eeuwen en de passie i\\\y het moment maakten de muziek onweerstaanb jn» en de sloten bier verwijderden alle remmen, cajuns toonden hun hete temperament en hetjde niet verwonderlijk dat men in de rest van Amei^at begon te spreken van „crazy cajuns". „Colinda" De musici waren niet te stuiten en vaak werd óoc het laatst ook nog even het pikante „Colinda" te l zongen, een erotische voodoo-dans van de Ar rer len die jarenlang werd verboden. De oude wals las polka's, two-steps en bluesnummers worden i |ev steeds gespeeld door mensen als Nathan Absh George Fontenot, Iry Lejune, de Balfa broers Adam Hebert, maar de „Fais Do Do"-feesten fter al lang niet meer wat ze geweest zijn. In de laatste 25 jaar werden de invloeden van tfcali ten zo groot, dat de traditionele gebruiken onrteu zware druk kwamen. Het eerste wat een toerist |ee van de cajun-cultuur merkt in zuid-west-Louisii mti is de typische kookkunst. Menig restaurant piel. senteert trots de „cuisine cajun" met jambala eri crawfish étouffée (krab), gumbo (een vissoepad Val ge maaltijd) en de basis van veel gerecht Vill „roux", een mengsel van meel en vette olie. na< Goed, ik weet nu waar de muziek vandaan koi e t Ik kan me nu voorstellen hoe dansavonden in fil ter knokpartijen uitliepen als de musici te weinig nm >aa ten in hun pet vonden en de meisjes (stel je vo te I de meisjes) snel dokten om te voorkomen dat band de benen zou nemen. En de muziek g door, dat is zeker. Het realisme en het vuur van f cajunmuziek wekken steeds meer belangstellinj 'an Amerika en daarbuiten. Als je ooit in de Bayian komt, denk dan niet alieen aan de cajun-keuk k>c De hapjes kun je toch niet meenemen. De mut tec wel en dat is per slot van rekening de ziel van cajun-cultuur. nel DIRK VELLEN «in Nederig In het plaatsje Basile woont de nu 66-jarige Na than Abshire die sind het begin van de jaren dertig platen maakt. Hij is een van de oude meesters, maar zijn muziek heeft hem bitter weinig dollars opgeleverd. Nathan woont nederig in een houten huisje en spelen doet hij in een doodgewone club om de hoek. Uit een gezin met 9 kinderen in Grand Mamou stammen de Balfa Frères. Zij hielden zo van de puurheid van hun muziek dat ze met ontzettend veel moeite overgehaald konden worden de pla- tenstudio binnen te gaan. De zwarte Clifton Che- nier is een van de weinigen die in het vliegtuig stapte om elders roem te vergaren. Zijn stijl ligt dicht tegen de blues aan (en wordt „zydeco" ge noemd) en dat schijnt buiten het cajungebied iets sneller aan te slaan. In dit land van rivieren, smalle weggetjes en inge dijkte stukken weiland vindt het muzikale contact plaats via de radio-uitzendingen en de platenmaat schappij van Floyd Soileau in Villé Platte. Soileau heeft heel wat vergeten grootheden naar de studio gehaald en niets is hem te veel om voorlichting te geven over de cajun-muziek. Kinderen Maar de meest emotionele en ingrijpende momen ten in de communicatie vormen de feesten, die „Fais Do-Do" worden genoemd. „Fais Do Do" is afgeleid van „fais dormir" (ga slapen) en dat werd gezegd tegen de kleine kinderen die meegingen' naar zo'n feest, maar in een belendend vertrek konden slapen, al of niet met behulp van een speen met alcohol. Als moeder vond dat dochter de huwbare leeftijd had bereikt, nodigde ze voor een zaterdagavond iedereen uit de omgeving uit. De huiskamer werd volledig ontruimd en langs de muren werden stoe len neergezet, waar de jonge stelletjes mochten zitten praten. Babbelen mocht, maar handje vast houden was uit den boze. Meisjes dansten met hun linker hand op de schouder van de jongen om hem op een afstand te houden en als de knaap toch te vrijpostig werd, kwam moeder persoonlijk naar voren om hem van de dansvloer te verwijde ren. de benen te nemen en een nieuwe woonplaats te zoeken. Tussen 1755 en 1763 vindt de volksverhuizing plaats. De 8000 „Acadians" komen eerst aan in het noorden van de tegenwoordige Verenigde Sta ten. Een deel gaat terug naar Frankrijk, een deel sterft door besmettelijke ziekten en ongeveer 100 gezinnen zakken de onmetelijke Mississippi af. Als de rivier bijna uitmondt in de Golf van Mexico, merken ze dat daar ook Frans wordt gesproken. De „Acadians" hun benaming wordt verbasterd tot „cajuns" vestigen zich in het watergebied rond de rivier de Bayou Teche en tot op de dag van vandaag wonen ze, afgezonderd en vrij arm, in plaatsjes als Mamou, Opelousas, Grand Couteau, Ville Platte, Lebeau en Jeanerette. Hun taal is een soort Frans dat op geen school wordt onderwezen. Het is zoiets als het Zuidafrikaans ten opzichte van het moderne Nederlands. De cajuns moeten Keltisch bloed in hun Franse aderen hebben, want hun muziek klinkt naar de oude Ierse en Schotse folksongs. Hun belangrijk ste instrument is de accordeon die in de vorige eeuw door Duitsers en Polen naar het zuiden van de VS werd gebracht. Er zijn ook Spaanse en Indi aanse invloeden en erg belangrijk was de inbreng van de zwarte bevolking. De blues werd opgeno men in de cajunmuziek. De negers, die nooit echt als slaven werden gebruikt, omdat de blanken even arm waren als zij, begonnen zich ook te we ren op de accordeon en te zingen in de Franse taal. Een Franse blues op de trekharmonica door een neger, merkwaardiger kan het bijna niet. Niet in de veramerikaniseerde steden, maar in schamele hutten onder oude eiken met grote waaiers van Spaans mos kun je de unieke klanken horen. De cajuns bezingen hun harde lot en ver driet uit volle borst en met ongeremde emotionali teit. De muziek is hun manier om te overleven en de dansfeesten worden gekenmerkt door totale overgave.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 16