Terschelling zag dit jaar slechts weinig roodhuiden JAN SOLDAAT GAAT SJIEK SCHIETEN Op een van de winderige, natte dagen, waaraan deze zomer zo rijk was, verbleet een van onze verslaggevers op het prachtige eiland Terschelling. Het strand was nagenoeg verlaten en geen enkele badgast haalde het iri zijn hoofd het water in te gaan. Hieronder een impressie van zijn bevindingen, die wat negatief moeten overkomen voor hen, die dit jaar wel goede maatjes waren met het licht en warmte uitstralende hemellichaam, dat zon heet. egti itrandwachten Bert Broersma en Maurice Bernhard samen met hoofdstrandwacht Jaap Lettinga op de 5 at litkijktoren. Geen mens in zee te zien! Uitzicht op Terschelling met de beroemde vuurtoren de Brandaris. TERSCHELLING De man heeft een li chaam, waarvan wij de omvang taxeren >p de wijdte van de meest kapitale eik lit het Teutoburgerwoud. Een sweater, hthi>edoeld als lekker ruim zittend kleding- grie 'tuk. omspant de tors. Dat heeft tot drie roordeel, dat de tekst op zijn trui beter hee °t zijn recht komt dan de fabrikant in ssa 'jn stoutste dromen heeft durven ver- je noeden. „Terschelling, parel der Wad- Ni len", lezen wij. Het is een conclusie die uch »»j vooralsnog voor rekening laten van Ir ofte inventieve confectionair. Een parel... set azeker... maar dan vandaag wel eentje pit de bijouterieënvoorraad van een uit- Iragerswinkeltje. >amen met de dikkerd en hooguit een do- :ijn in regenjassen en vesten verpakte va- vojcantiegangers voorkomen wij. dat het demand volledig uitgestorven is. Zonder eni- onderbreking rollen de golven naar de {ant- Geen badgast haalt het in zijn hoofd ter iet water in te gaan. Een snelvuurkanon is i, eeg te schieten op de koppen van de h^bvanding. Zonder iemand letsel te berok- 3t (kenen. n \jDe branding waar tienduizenden vakantie- jangers hunkerend naar verlangen. Doch :e worden op afstand gehouden door de lepressies, die Nederland als doelwit heb- ien gekozen gelijk meeuwen een afvalem- ner zonder deksel. De tapperijen in de pit- oreske dorpsstraatjes profiteren ervan. Serstenat lijkt het eeuwige leven te bezor- n. Zo wordt het gedronken! Geloof hechtend aan de fraaie, veelkleuri ge folders over de parels van de Wadden zee, waarmee de landelijke VVV's je bij kans doodsmijten, behoorden thans enke le honderden windschermen op het strand te staan en enkele duizenden moegestre den loontrekkers driftig in actie te zijn om zo snel mogelijk van bleekgezicht tot roodhuid te transformeren. Voorlopig ko men zij evenwel niet verder dan vanachter de beregende herbergvensters het grafie ten uitspansel af te zoeken naar een blauw vlekje. De blauwe vlekjes laten het noch tans afweten. „Mij niet gezien!" Weliswaar is z'n borst nog gesierd met „Terschelling, parel der Wadden", maar het lijkt de laatste stuiptrekking van de dikkerd in zijn eenmansactie reclame te maken voor 's lands overzeese gebieds delen. „Mij niet meer gezien", zegt hij vol gramschap. „Als ik vakantie heb wil ik in de zon kunnen liggen. Wil bruin weer thuis komen. De mensen moeten kunnen zien dat ik weggeweest ben. Ze kunnen wel denken, dat ik drie weken Bankenbos op geknapt heb. Het volgend jaar gaat deze jongen toevallig" wel ergens anders heen. Terschelling is een hartstikke mooi ei land... geen verkeerd woord... maar met dit weer zit ik nog liever in mijn cafeetje op de hoek een potje te klaverjassen. Van mijn vakantie wil ik bruinverbrand terug- Komen. Al barst ik ook van de blaren". Zonneklaar Het is zonneklaar, dat het instellen van een strandbewaking bij het slechte weer van deze zomer even zinvol is als het plaatsen van verkeerslichten in het hart van de Sahara. Nochtans vertoeven in een ruwhouten, geel geverfd bouwwerkje, pal aan de vloedlijn, de strandwachten Bert Broersma (21) en Maurice Bernhard (20). Beiden komen uit Zutfen en beiden zijn ze leerling aan de zeevaartschool van Ter schelling. Een gedeelte van hun vakantie besteden ze om al te overmoedige bad gasten binnen de perken te houden. Bijster druk hebben ze het tot op heden niet gehad. Geholpen door een logboek komt Bert tot ongeveer tien stranddagen op een periode van vier weken. „Best is het niet", stelt hij vast. Tweeëntwintig jaar kent Terschelling een georganiseerde strandbewaking. Tot 1957 behoorden de pachters van de strandpa viljoens voor de oppas te zorgen. Het was een verplichting, die zij op zich laadden bij het verwerven van de exploitatie van de drink- en eettentjes. Doch deze nering doenden zetten de opgedragen verant woordelijkheid maar al te vaak met de lege patatkisten bij het grove vuil, waar door het met een doelmatige bewaking nogal eens uit de hand liep. Het gemeen tebestuur van het eiland trad daarop in contact met de Academie voor Lichamelij ke Opvoeding uit de stad Groningen, van welk instituut voortaan zes studenten overkwamen, die over de drie badcentra werden verdeeld. Uitgerust met een ge- luidkrachtige toeter en een kijker kregen zij tot taak waaghalzen terug te roepen. Voor het eerst Het is dit jaar voor het eerst, dat de strandwachten worden gerecruteerd uit leerlingen van de eilandelijke zeevaart school. De organisatie is overgenomen door het Sportfondsenbad. Een comman do-wisseling, die ongetwijfeld een grotere uniformiteit in de baby-sit-voor-het-ganse- gezin langs de vaderlandse stranden in de hand zal werken. „Hoewel er eigenlijk nauwelijks richtlijnen zijn, is er wat geschaafd aan onze kennis van de EHBO. Zo hebben we op een com puterpop mond-op-mondbeademing ge daan. Daarbij komt uit de pop een strook je, waarop je kunt zien of je te hard of te zacht hebt geblazen. Verder wordt van de strandwachten geëist, dat ze kunnen zwemmen. Op zich misschien vrij logisch, maar in de praktijk heb je er niks aan. Als iemand zover uit de kust is geraakt, dat er reddend opgetreden moet worden, heeft het geen zin om er zwemmend achteraan te gaan. Een rubbervlet met buitenboord motor is altijd startklaar om in geval van nood onmiddellijk uit te varen. Op drukke dagen varen we er ook mee heen en weer. Zo'n boot sorteert meer effect dan wat ge toeter vanaf de waterlijn." Strandwachten hebben geen enkele be voegdheid. Dragen derhalve ook geen ver antwoordelijkheid. Bert Broersma: „Wanneer iemand naar ons gevoel te ver de zee ingaat beginnen we te toeteren. Vervolgens kunnen we de megafoon inschakelen. Worden we dan nog genegeerd, dan is het nutteloos er met de boot achteraan te gaan. Omdat we geen bevoegdheid hebben. Onze taak is uitsluitend preventief. Het enige wat we kunnen doen is de bereden politie, die langs het strand patrouilleert, inschakelen. Dat doen we dan ook meestal". Veel strandbezoekers beschouwen de wachten als vervelende bemoeials. Spel bedervers, die zwemmers hun pleziertjes willen ontnemen. Bert Broersma: „Het is voor mij onbegrij pelijk, dat er zoveel baders zijn, die onze waarschuwingen volledig langs zich heen laten gaan. Ze vergeten, dat de zeebodem vlak onder de kust regelmatig verandert. Voordat je erop verdacht bent kom je in een mui terecht en word je meegesleurd. Alleen zij, die ooit eens de stroming echt gevoeld hebben, weten hoe gevaarlijk de zee kan zijn. Kijk, waar je de branding ziet is het ondiep. Maar waar de branding wegvalt heb je de muien. Bloedlink is het daar! Zo is het een enorme misvatting, dat zwemmen bij vloed minder gevaarlijk zou zijn dan bij.eb. Nonsens. Er zijn zwem mers, die geloven, dat ze bij vloed naar het strand teruggedreven worden. Het eni ge verschil tussen eb en vloed is, dat bij vloed het water in oostelijke richting ge stuwd wordt en bij eb in westelijke rich ting. De stromingen blijven onveranderlijk gevaarlijk. Bovendien heb je nog onder stromingen, die in tegenovergestelde rich ting kunnen gaan!". Maurice Bernhard merkt op, dat kleine kinderen vaak gevaar lopen op banken. Deze worden soms door opkomend water zeer snel ingesloten. „In paniek proberen ze dan de bank te verlaten. Daarbij gaan ze nogal eens kopje-onder". Van half juni tot 20 augustus zijn de strandwachtposten permanent bezet. Met zelfs nog een uitloopmogelijkheid tot 3 september. Maar dan moet het kwik wél een forse optater krijgen. Bert Broersma: „Met dit weer beginnen we maar met zeer uitgebreid koffie te drinken in het strand paviljoen. Je moet je tijd toch ergens mee doden". „Weet je", vraagt de dikzak met corpulen te reclamezuil, „waar ik het volgend jaar naar toe ga...? Naar het Teutoburgerwoud. Ik ben daar al vaker geweest. Prachtig weer en een zwembad op nog geen vijf meter van het vakantiehuisje. En geen mens d'r in. Een privé zwembad voor m'n eigen...". Het bad zal beslist kleiner zijn dan de vij ver waarover hij deze zomer de beschik king had: de hele Noordzee. Met zes privé- strandwachten. Voor z'n eigen... JAN J. RITZEMA i n Zo wordt óp het ogenblik nog schieten geleerd aan de dienstplichtigen: in de open lucht en vaak op de koude of natte grond. ■hem zullen nog volgen. Als deze banen voltooid zijn kunnen een aantal bestaande schietbanen worden opgeheven. Niet alle maal want de schermenschietbanen kun nen alleen gebruikt worden voor de oplei ding van de individuele man. Gevechts schietoefeningen en groepsgevechten kun nen er niet gehouden worden. De artillerie schietkampen, waar vaak het kanongebul der tot in de wijde omtrek te horen is, blij ven bestaan. Het principe van een schermenschietbaan is simpel. Er worden over een afstand van ruim honderd meter betonnen schermen gebouwd die zelf 27 meter lang, 2.25 me ter hoog en 30 centimeter dik zijn. Deze schermen worden aan de zijkanten op pa len gezet op een hoogte variërend van twee tot drie meter. Aan het begin twee, aan het einde van de baan drie meter, be doeld om vertekening van de horizon zo veel mogelijk te voorkomen. Op die ma nier ontstaat een baan van maximaal hon derd meter lang, 27 meter breed en ge middeld 2,5 meter hoog. Er kan geen ko gel uit of men zou buiten de overkapping recht omhoog moeten schieten. De scher men zijn bekleed met hout waardoor het gevaar voor kogels die niet in het doel of in de kogelvangers (zandwallen) achter het doel terecht komen en zouden „kaatsen" tot een minimum beperkt is. Aan de zij kant van de baan worden aarden wallen aangelegd die aan de buitenzijde met groen ingeplant worden. Een dergelijke baan zal het landschap dus ook niet op onaanvaardbare wijze geweld aan doen. Kortsluiting De electronica speelt een belangrijke rol. De doelen zijn van kunststof en doorwe ven met draden. Gaat een kogel door het doel dan maken de draden kortsluiting en wordt op het kastje bij de schutter aange geven waar dat precies geweest is. Het wordt bovendien automatisch geregi streerd. De doelen kunnen duizenden ko gels verwerken voor ze, dikwijls ook nog maar bepaalde gedeelten, vernieuwd die nen te worden. Een andere aardigheid. Voor de schutter is een gerichte microfoon geplaatst. De apparatuur treedt pas in werking als het pal bij de microfoon lig gende geweer wordt afgeschoten. Het ge luid daarvan zet namelijk de apparatuur in werking. Luitenant-kolonel Rommers gelooft dat deze schermenschietbanen de mannen meer zal motiveren: „Je krijgt meer com petitie-element omdat ze zwart op wit heb ben staan hoe ze geschoten hebben. Voor hen wordt het op deze manier leuker. Bo vendien kan men geen grapjes meer uitha len, zoals schieten op de schijf van een an der. De knal wordt namelijk bil de schutter geregistreerd en de daaruit eventueel voortvloeiende misser ook. En het verge ten dicht te plakken van het doel, waar door een volgende schutter met tien ko gels tot zijn verbazing zeventien gaten in het doel telt, kan ook niet meer". Vuurwapens Dat over een aantal jaren Jan Soldaat achter het kastje met lichtgeweren op voorbij fladderende „eendjes" of rond- hobbelende „beren" staat te „knallen", gelooft de overste niet. „Ze moeten leren omgaan met een vuurwapen. Dat betekent ook wennen aan de knal en de terugslag van het geweer. En dat kan alleen met echte wapens". Dat het leger steeds meer denkt aan het welzijn blijkt wel uit het feit dat bij de schermenschietbanen kantines komen waar men iets kan drinken tijdens de oefe ning. Maar niet alleen het welzijn telt. Bij de schietbanen worden ook zogenaamde gasmaskercontrolekamers gebouwd. Tus sen de schietoefeningen door mag de dienstplichtige daarin plaatsnemen met zijn gasmasker op. En heeft hij dat appa raat niet goed zitten dan kan hij knap veel last krijgen van het traangas dat in de „gaskamer" wordt geblazen. JAN VAN DALEN veeërs. Mannen die de doelen verwisselen of bedienen". Zo kon het dus eigenlijk niet meer. Boven dien zijn de bestaande schietbanen ter reinvreters, in die zin dat tijdens de schietoefeningen ongeveer honderd hecta re als onveilige zone aangemerkt kan wor den. Wie daar binnenkomt hoeft niet raar te kijken indien dat nog kan als hij door een verdwaalde kogel wordt geraakt. De afscherming van een dergelijk gebied gaat ook tot het verleden behoren. Weer tijdwinst dus. Geluid En dan nog vermindering van het lawaai. In de omgeving van schermenschietbanen wordt 15 tot 20 decibel minder gemeten dan op de orthodoxe banen. TNO heeft die meting verricht. Een objectieve meting dus. Vandaar dat luitenant-kolonel Rom mers dat graag als argument opnoemt. De oorzaak van deze geluidshinderverminde- ring is gelegen in de zo'n vijf meter hoge wallen die de schermenschietbaan omge ven. Het geluid kan niet meer in horizonta le richting verplaatsen maar weerkaatst binnen de muren of gaat omhoog. Momenteel wordt een schermenschiet baan gebouwd op het terrein van de Jo- hannes Post Kazerne in de buurt van He velt#. Wezep, Gorssel, Harderwijk en Arn- in aanbouw zijnde schermenschietbaan in Havelte. HAVELTE Jan Soldaat gaat sjiek 9pchieten. Niet meer dat gekruip over de waar het slecht toeven kan zijn, het zojuist heeft geregend of om- het zo koud is. Ook niet meer in de lucht. Nee, met een dak boven het en op een zachte ondergrond. En Soldaat hoeft niet meer naar het te lopen om te zien hoeveel treffers heeft geschoten. De gaatjes in het hoeft hij ook niet meer dicht te met tape, waardoor de volgende geen vertekend beeld kan geven. Dal*Nee, Jan Soldaat heeft een apparaat bij zich waarop precies wordt aangegeven Waar de kogel is ingeslagen. En na elk tchot wordt op een papierrol in het ap- iparaat aangegeven welk schot waar te- Slecht kwam. Gelijk een kassabon kan -d 1 Jan Soldaat dat stuk papier na zijn serie m£ 'it het kastje trekken. Klaar is Kees. Wil lingde volgende soldaat eerste klas zich >n< misschien neervlijen teneinde een supe- te tonen dat de Nederlandse mili- nog wel iets meer kan dan kankeren z» op het eten. Dat hij echt wel een geweer nstikan vasthouden en als het moet er nog iels mee kan raken ook. 9' De eerste schermenschietbanen zijn in- k tniddels in gebruik genomen door het nati- onale leger. De soldaten in het zuiden ken- NOfnen de luxe reeds van deze nieuwe ont wikkeling op het gebied van schietoefenin gen. En binnen afzienbare tijd kunnen de maten, boven de grote rivieren gelegerd, ook kennis maken met deze ruim drie mil joen gulden per stuk kostende schietba nen. Luitenant-kolonel A. Rommers, belast met de directievoering van de bouw van deze schietbanen, somt drie belangrijke rede nen op waarom deze schermenschietba nen worden aangelegd. Door de diensttijd verkorting is het noodzakelijk geworden dat soldaten sneller leren met een geweer om te gaan dan voorheen. De capaciteit van de bestaande schietbanen is te klein geworden en tenslotte zal met de komst van de nieuwe banen de onveilige zone van zo'n honderd hectare teruggebracht worden tot anderhalve hectare op zijn hoogst. „Vooral die diensttijdverkorting noopte ons te zoeken naar andere vormen van schietbanen. Een soldaat moet goed leren schieten. Maar dat was haast niet meer mogelijk. Ook al omdat schietoefeningen zoals ze worden gedaan erg tijdrovend zijn. Na elke serie moet men naar de schietschijven lopen om het resultaat te bekijken. Daar gaat heel wat tijd in zitten, vooral als over een afstand van honderd meter wordt geschoten. Vervolgens moe ten de gaten dichtgeplakt worden en vaak zitten er achter de doelen nog de kuilcor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 15