weekpuzzel door dr. Pluizer bh dierenportret V Waf, postzegels DENKSPORTEN/HOBBY z> oplossing vorige puzzel NR. 31 CONTACTPUZZEL BiWWtWIl \cp m yol» jMJi Lu WLMJÊ JÈ 8i aammm LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979 PAGIlj De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn: Vijftien gulden: D. Plaat, Vijf Meilaan 17, 2321 RH Leiden. Cath. van Rijn, Parklaan 58a, 2171 EG Sassenheim. De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd. Door in elk cirkeltje een letter in te vullen, kunnen woorden van 5 letters van navolgende betekenis worden ver kregen: 1-25 via 13: jonge koe tot ongeveer twee jaar; 1-25 via 14: de tweede binnenplaneet; 2-26 via 14: uitkering van bijzondere aard; 2-26 via 15: vis; 3-27 via 15: vierendeel; 3-27 via 16: behaagziek; 4-28 via 16: overscharige kaart van het kaartspel; 4-28 via 17: jachtvliegtuig; 5-29 via 17: slecht vioolspeler (fig.); 5-29 via 18: bevalligheid van bewe ging; 6-30 via 18: toevluchtsoord; 6-30 via 19: orgaan v.e. wesp; 7-31 via 19: muziekinstrument; 7-31 via 20: halfedelgesteente; 8-32 via 20: omslagdoek; 8-32 via 21: klos waarop garen ge wonden wordt; 9-33 via 21: meubelstuk; 9-33 via 22: metselaarsgereedschap; 10-34 via 22: bruine kleurstof; 10-34 via 23: bevel; 11-35 via 23: zitplaats op een fiets; 11-35 via 24: drukkend warm; 12-36 via 24: optocht; 12-36 via 13: vertrek bij b.v. een hard loopwedstrijd. Oplossingen onder vermelding van Puzzel 31 dienen uiterlijk woensdagmiddag in bezit te zijn van: Leidse Courant, Postbus 11, 2300 AA Leiden. Eigen postcodenummer s.v.p. leesbaar vermelden. Aja che iee [an j n s tn Voor de vakantietijd volgt hier een probleempje, waarin u ho pelijk een aantal aangename minuten zult beleven. Voor de goede orde nog even de ..spelregels" voor dit soort opgaven: het wordt met open kaarten gespeeld, zodat de plaats van alle kaarten als be kend mag worden aangeno men en de tegenpartij, in dit geval oost-west, moet het zo lastig mogelijk maken, d.w.z. zo sterk mogelijk tegenspelen om te trachten te voorkomen dat zuid zijn beoogde contract binnenhaalt. Er zitten in dit opzicht wat ad dertjes onder het gras, waar door het probleem niet zo een voudig is als het op het eerste gezicht lijkt. Onderzoekt u vooral of er ergens nog een min of meer verborgen verde- ♦7 6 5 "AH OHB 10 98765 4 3 2 N ♦H B 8 *>10 76 w o "4 3 2 O- 7 OA V 4 32 8765432 4HB Het door zuid te spelen eind- contract is 6 SA, waartegen west uitkomt met harten 7. Hoe haalt zuid zijn twaalf sla- Vakantie gen tegen de beste verdedi ging? Oplossing: Zoals ook in de praktijk vaak het geval is, zit de pointe van dit probleem reeds in de eerste slag. Zuid moet dan namelijk harten 8 bijspelen (althans de 5 bewa ren) en het waarom zal straks duidelijk worden. Nadat noord met hartenaas aan slag gekomen is,wordt een kleine schoppen nagespeeld, die in zuid zo laag mogelijk wordt genomen. Vervolgens gaat zuid met harten 9 weer naar de dummy, waarna nog maals in schoppen wordt ge sneden. Hierna wordt schop penaas geïncasseerd en harten 5 (daar is hij dan) nagespeeld. West moet nemen en is ge dwongen klaveren na te spe len, waardoor de heer-boer van oost er uit gesneden wor den. De laatste zeven slagen zijn dan voor zuids klaveren A V 10 9, hartenvrouw en -boer, alsmede schoppen 10. De reden dat zuid in de eerste en derde slag de harten 5 niet mag bijspelen is, dat west niet in de gelegenheid mag worden gesteld zich aan het ingooien met harten te onttrekken. Zou zuid zich te vroeg van harten 5 ontdoen, dan kan west in de tweede hartenslag de 10 af gooien, waarna zuid twee sla gen moet verliezen. Ook het te vroeg incasseren van de vierde schoppen is fou tief, omdat west ook in dat ge val harten 10 kan opruimen en "zuid gedoemd is down te gaan. Geen al te zware vakantiekost, maar oppassen was toch wel de boodschap. Jeugd (2) Pas in de jaren vijftig komt het begeleiden van de jonge dam mers enigszins van de grond, jarenlang echter nog op primi tieve basis. Pas na de professi onelere aanpak van de sport in de jaren zestig gaat de dam- bond mee. Het was voor Nederland nog niet te laat, al konden de harde klappen die eerst de Canadese Deslauriers in 1956 en daarna Koeperman in 1958 de Neder landse damtop toedienden, pas door de successen van Sij- brands en Wiersma ongedaan worden gemaakt. In 1960 brak de 19-jarige Tsje- golev opeens door. Hij ver overde de wereldtitel in Neder land, in een toernooi waarin de Nederlanders er eenvoudig niet aan te pas kwamen. Bom en Gordijn eindigden op een gedeelde zesde plaats, met een achterstand van 16(!) pun ten op de grandioze toernooi- speler Tsjegolev. Weliswaar de den aan Neaeriandse zijde Roozenburg en Keiler niet mee, het resultaat kwam hard aan. Tsjegolev bleef Baba Sy één punt en Koeperman twee punten voor, vooral door hun onderlinge scores (beide keren 3—1 voor Tsjegolev). De belangrijke overwinningen op zijn beide concurrenten wil ik graag nader belichten. In de zevende ronde versloeg Tsje golev met zwart, Koeperman. Na 38.36-31 is de stand van het eerste diagram bereikt. Koeperman heeft zich een beetje in slaap laten sussen: 38... 17-21! verhindert het ge programmeerde 31—26 door het venijnige 19-24 28x30 20 25 26x17 25x45. Nu wordt het venijnige schijf 31 een pro bleem. 39. 48—43 21—26 40. 28—22 12—17 41. 22x11 6x17 42. 43—39 17—21 43. 33—28 20—24 44. 40—34 24—29 45. 34—30 19—24 46. 28x19 24x35 47. 19—14 35—40 48. 14—10 40—45, er lijkt nog weinig aan de hand, maar de betere posi tie van de zwarte schijven geeft de doorslag 49. 10—4 13—18 50. 4x22 45—50 51. 22x4 50x47 52. 27—22 29—34. op weg naar de tweede dam. 53. 22—18 47—29 54. 4—9 29x12 (trapt er niet in: slaan naar 7 of 1 wordt gevolgd door 32—27 21x41 9—25 en remi se) 55. 9—14 12—7! (nu baat P .1 1 J H 1 32—27 21x41 10x46 26x37 niet omdat wit naar 11 moet slaan) 56. 3127 (zwart moet nu met 37-31 enz. rekening houden, maar dat is geen ech te dreiging door de vangstand) 56. 34—40 57. 14—25 7—12 (er dreigde 37—31 26x28 14—3) 58. 24—14 12—18 59. 14—3 18x48 60. 3x45 en zwart won het overmachtseindspel. De belangrijke partij tegen Baba Sy in de 23e ronde werd een anti-climax. Het diagram Baba Sy toont de stand na 32. 12—18. Nu levert 33—28 problemen op door 14—19 44—39 (op 35—30 18—23 enz.) 19x30 35x24 26—31 37x17 18—22 27x18 13x44. Dus: 33. 24—20 15x24 34. 29x20 14—19 35. 20—15 19—23 (dreigt 23—28) 36. 33—28 25—30 37. 28x8 30x50 38. 37—31 26x28 39. 8— 3 21x32 40. 3x25 28—33 41. 48—43 33—38 42. 42x33 50x28 43. 43—38 32x43 44. 25x48 en Baba Sy verloor kansloos. "W" Labrador-retriever, een perfecte jacht-en huishond Ongeveer honderd jaar gele den arriveerde in Engeland een vreemdeling die in sneltrein vaart één der meest geliefde honden van dit hondenmin- nend eiland zou worden: de Labrador-retriever. Zijn naam verraadt zijn afkomst hij is inderdaad afkomstig uit het onherbergzaamste gedeelte van de Noord-Amerikaanse kust. Toevallig trok de eerste Labrador de aandacht van Lord Tweedmouth, een groot en kundig hondenliefhebber, die als eerste Labradors fokte in Engeland en zeer enthousi ast was over hun intelligentie en hun praktische waarde voor de jacht. De Labrador is een retriever. Dat betekent letterlijk „terug vinder". In het oude Engeland, waar de jacht bijna tot religie verheven was, werden in te genstelling tot het vasteland van Europa, hoog gespeciali seerde jachthonden gebruikt. Hier op het continent, waar de jacht veel meer in het teken van het vergaren van voedsel stond, was elke te vullen hon- denmond er één. Daarom ga ven de jagers de voorkeur aan all-round jachthonden, zoals de Duitse staande hond. De vaak zeer welgestelde En gelse jager keek niet op een hond meer of minder en ga^de voorkeur aan honden die een klein gedeelte van het voorko mende veldwerk tot in de puntjes beheersten en hun werk in grootse stijl verricht ten. De Labrador is een typi sche hond voor het werk ,,na hef schot" zoals de jagers zeg gen. Zijn enige taak is het ge schoten wild ophalen. Voor het opzoeken of het opstoten van wild zorgden zijn andere mak kers zoals pointers, setters en spaniels. Nu moet u over dit ophalen niet te licht denken. De Engel se jachten waren en zijn in de meeste gevallen drijfjachten met een zeer groot „tableau". Van de retriever wordt ver wacht dat hij tijdens de jacht in de gaten houdt waar het wild dat geschoten is valt, de plaats onthoudt en het feilloos op haalt als de jacht „afgeblazen" is. En uiteraard zonder hef wild te beschadigen. De eigen schappen die hiervoor nodig zijn, zachtheid van karakter, volgzaamheid, gehoorzaam heid en intelligentie maakten van de Labrador al spoedig een geliefde huishond. Hij is geen druktemaker, erg be trouwbaar met kinderen, aan hankelijk en kan wat zijn ge zondheid betreft een stootje hebben. Gezien zijn geboorte land schrikt hij niet van een beetje kou. Labradors zijn uit stekende zwemmers want het apporteren van waterwild be hoort ook tot de eisen die in de praktijk aan zijn werk ge steld worden. Veel van deze honden vinden het zwemmen in water dat enkele graden bo ven nul is een pretje. De baas hoeft zich hierover geen zorgen te maken. Het schaadt de gezondheid niet en de eerste hood die uit eigen initiatief iets onderneemt dat hij niet prettig vindt moet nog geboren worden. De eigenaar van een Labrador moet wel in de gaten houden dat hij een hond uitkiest die werken en veel vrije beweging prettig vindt. De baas „hangt" dan ook voor de vele tijd die het uitlaten in beslag neemt. Onderweg moet ook strijk en zet hetzelfde spelletje gespeeld worden. Tot in den treure. De hond komt met een stok aan dragen die weggegooid moet worden om vervolgens weer naar de baas gebracht te wor den. De eigenaar die dit werk wil perfectioneren en zijn hond daarmee een plezier wil doen kan zich het best in verbinding stellen met de plaatselijke ky- nologenvereniging of de afde ling van de Koninklijke Neder landse Jagers Vereniging die baas en hond instructie geven om het veldwerk, de oorspron kelijke baan van de Labrador, te boefenen. Zij die dit werk in tensief gaan ondernemen en aan wedstrijden deel willen ne men kunnen dan beter een hond uit een „jachtlijn" aan schaffen. Deze honden worden minder op schoonheid en meer op praktische gebruikswaarde gefokt dan hun tentoonstel lingskameraden, hoewel La bradors ook door de kynologie zó goed gefokt worden da* het één het ander niet uitsluit. door C. J. de Feijter Vakantieschaak Wanneer u tijdens de vakantie dagen geen zin hebt in een se rieuze partij schaak, dan kunt u zich wenden tot een van die mogelijkheden die u zonder in spanning tóch verpozing brengt. Als u daar nog nooit kennis mee hebt gemaakt, moet u met een tegenspeler eens het spelletje „weggeven" op het schaakbord proberen. Daarbij probeert u al uw stuk ken weg te geven. Als er meer dan een stuk te nemen valt dan heeft de tegenstander de vrije keus welk stuk hij zal ne men. Schaak telt hier niet mee want ook zonder de koning wordt rustig doorgespeeld. Speel het hier volgende partij tje maar eens na, dan weet u er alles van 1. e4?, b5!, 2. Lb5:, Pf6l, 3. Ld7:, Pe4:, 4. Lc8:, Pd2:, 5. Ld2:. Dd2:, 6. Dd2:, Pa6:, 7. La6:, Tc8:, 8. Lc8:, f5:, 9. Lf5:, Tg8, 10. Lh7:, C5:, 11. Lg8:, e6. 12. Le6:, c4, 13. Lc4:, a6. 14. La6:, g5, 15. Dg5:, Kd8, 16. Dd8:, Le7, 17. De7:,.en zwart heeft gewon nen, want hij is alles kwijt. Als wit op de vierde zet op e8 slaat, duurt het een zet langer, maar dat moet 'u zelf maar eens uitzoeken. Ook op dit gebied zijn er opga ven gemaakt, met inhoud. Wat denkt u bijvoorbeeld van het volgende: (Zie diagram nr.1.) Wit: Tb3, Th3; pion e2) Zwart: Le5. Wit begint en houdt remise. I M 8 is m !S1 k 8 l m m mjÊ ii Dat gaat niet door: 1. Th2?, Lh2:, 2. Tb8, Lb8:, 3. e4, La7!, 4. e5, Lb6, 5. eb, La5, 6. e7. Ld8! en wit wint. Maar wit kan als volgt een pat stelling afdwingen: 1. Tb2!, Lb2, 2. Th8!, Lh8, 3. e4.en nu is zwart gedwongen wit door: 3.Le5 pat te zetten, anders wordt de laatste pion door wit geofferd. Hier is nog een hele mooie, die ook in een patstelling eindigt. Op pat spelen is trouwens de beste verdediging. Ook wil soms een remise ontstaan door het halen van een ongelij ke loper. Van de onderstaande opgave hebt u een week de gelegenheid de patstelling zelf op te zoeken: (Zie diagram nr.2.) Wit: Tb3, Lf2, Pa3, Pb1: pion nen: c2, d3, e4, g4, g3, g2. Zwart: Lf7. Wit begint en houdt remise. Meester Vonk heeft de vorige zaterdag zijn gebruikelijke ont moeting gehad met Jantje Vis ser. Het kwam tot de volaende stand na veertig zetten, dus moest meester Vonk weer een mat in hoogstens drie zetten vinden: Meester Vonk. (Zie diagram nr.3.) Wit: Kh2, Lf5, Pc4, Ph3. Zwart: Kf3:, pionnen: e2, e4, h4. U ziet dat de „grand old man" weer het nodige materiaal had veroverd. Jantje had met zijn laatste zet e3-e2 gespeeld en dacht gewonnen te staan. Maar dat brak hem lelijk op, want zwart deed nog één zet en toen gaf Jantje op! Kunt u die zet ook vinden? Van een minder bekende Rus vond ik in de laatste „64" een eerste prijs uit een toernooi van het blad Molodoi Leninetsj 1978, en deze wil ik u niet ont houden: E. Asaba. 1e prijs 1978. Wit: Ke1, Tg1, Lc6. Zwart: Kh6, Lf3, Pe4; pion: h7. Wit begint en wint. Met deze materiaalverhouding heb ik al een hele ris eerste klas studies verzameld, i staat wit met 8-7 in het vor deel, normaliter is dit remij materiaal. Maar heel vaak kwamen er bijzonder goi studies mede op het bordl dit is er weer zo een! U m» dat beslist eens op het b^ zetten - u zult er van genie1 Wit gaat op jacht naar sl winst: 1. Tg1-f1, Lf3-g2 (1.I Pd2, 2. Kd2:, Lc6,: 3. Tf6t, en wint), 2. Tf1-f8!, Kh6-g7i Tf8-a8ü en nu moet u f maar eens proberen te waarom deze zet twee uitrol tekens heeft. 3. 4. TfL pC5, Kg7-f6. Om bij aanvalY het paard het paard te kunif dekken. Er dreigde Ta7!, fl Ta8-g8!, Lh1, 5. Tg1, Lf3,i Tg1-f1, en het is uit. Wash zwarte koning op de derde i naar h6 gegaan dan was ij ook snel mis geweest: 3. .ft Kg7-h6, 4. Ta8-e8, Pe4-f6,jf Te8-e6, Lg2xc6, 6. Te6xfj en: 7. Tf6xc6. Een fijne opgave, waarin u nog heel wat na te pluizen t Deze week willen wij het uitgif te-programma van West-Duits- land wat nader onder de filate listische loep nemen. Voor 9 augustus a.s. heeft men daar de uitgifte van vier zegels op de agenda staan. Als eerste is daar een zegel in de waarde van 110 pf. Deze zegel wordt uitgegeven ter gelegenheid van de 800ste sterfdag van Hilde- gard von Bingen. Op 17 sep tember 1179 overleed de Be- nediktines Hildegard in het door haar gestichte klooster op de Rupertsberg nabij Bin gen. Hildegard von Bingen was de eerste Duitse mystica, en werd vanwege haar visioenen be roemd. Haar kerkelijke en na tuurwetenschappelijke ge schriften zijn cultuurgeschied kundig van groot belang. De door Peter Steiner uit Stuttgart ontworpen zegel toont de Be- nediktines in het klooster. Eveneens op 9 augustus ver schijnt een serie van drie ze gels. Met deze serie huldigt de Westduitse PTT drie natuurwe tenschapsmensen en Nobel prijswinnaars die in het jaar 1879 geboren werden. Het gaat hier om Albert Einstein, Otto Hahn en Max von Laue. Albert Einstein werd op 14 maart 1879 te Ulm geboren. Na zijn natuurkundestudie in Zürich was hij vanaf 1902 werkzaam op het patentenbu reau te Bern. In 1905 nam hij drie baanbrekende taken op zich. Het gelukte hem de bete kenis van het uitwendige foto- electrische effect vast te stel len, Hiervoor kreeg hij in 1921 de Nobelprijs voor natuurkun de. Binnen het kader van zijn navorsingen ging Einstein er van uit dat het licht niet alleen uit golven bestaat doch ook uit tastbare deeltjes. Einstein maakte ook in 1905 de grond beginselen van de speciale re lativiteitstheorie openbaar. Hij stierf op 18 april 1955 te Prin ceton ia de staat New Jersey in de VS. Op de aan hem gewijde Duitse herdenkingszegels zegel ziet men een schemati sche voorstelling van het foto- elektrisch effect. Vervolgens is daar Otto Hahn, die op 8 maart 1879 in Frank furt werd geboren. Vanaf 1904 hield hij zich bezig met het on derzoek van radioactieve stof fen. Ook was hij van 1948 tot 1960 president van het beken de Max Planck Instituut. Hij stierf op 28 juli 1968 te Göttin- gen. De aan hem opgedragen zegel toont een schematische voorstelling van de splitsing van een uraniumkern. Als der de in deze serie is daar Max von Laue, die op 9 oktober 1879 te Pfaffendorf bij Koblenz werd geboren. In 1909 werd hij aangesteld als privaatdocent voor theoretische natuurkunde aan de universiteit te Mün- chen. Voor zijn navorsingen op het gebied van de invloed van röntgenstralen bij de regeling van atomen in kristallen kreeg hij in 1914 de Nobelprijs. Max von Laue stierf op 24 april 1960 in Berlijn, waar hij vanaf 1951 directeur was geweeest van het Fritz Haber Instituut. De zegel die aan Max von Laue is gewijd toont een voorstelling van een zogenaamde verbui gingsfase verkregen met rönt genstralen uit kristal. Het ont werp voor de zegels, die ieder een waarde van 60 pf. hebben, kwam van de hand van Briqitte von der Linde te Sindelfingen. Voor de nu volgende Westduit se zegeis gaan we terug naar 12 juli j.l. Op die datum kwa men drie verschillede bijzonde re zegels in de verkoop. Als eerste is daar een zegel in de waarde van 60 pf. Deze wordt uitgegeven ter gelegenheid van het feit dat van 24 september tot waarschijnlijk 1 december a.s. te Genève de Wereldcon ferentie voor het Radiowezen wordt gehouden. De zegel heeft als motief een hand aan de afstemknop van een radio. Rondom de afstemschaal de tekst „Weltweite Funkverwal- tungskonferenz 1979". De ze gel werd ontworpen door W.P. Seiter te Weingarten. Aken viert dit jaar wederom de traditionele Heiligdomsbede vaart naar de kerk, het graf en de relieken van Karei de Grote. Dit feit heeft sedert de veer tiende eeuw steeds om de ze ven jaar plaatsgevonden. Reeds gedurende het leven van Karei de Grote bezochten pelgrims de kerk van de Heili ge Maria in Aken. In deze kerk werd de keizer in het jaar 814 begraven. Uit de nimmer on derbroken verering, gekoppeld aan de herinnering aan de kei zer, groeide bij keizer Otto de Eerste de wens zich in Aken te laten kronen. Zo werd de kerk van Karei de Grote de kro ningskerk van de Duitse konin gen. Van 936 tot 1531 ontvin gen 30 koningen hier de zal ving en kroning. Naar aanlei ding van deze traditie ver scheen een bijzondere zegel in de waarde van 50 pf. Deze ze gel heeft als motief het kruis van Christus als zegeteken bo ven de aardbol. In deze bol een achthoek die aan het Oc tagon van de Dom van Aken doet denken, met daarin het zegel van Karei de Grote. Dit zegel kwam voor op alle tij dens zijn bewind uitgegeen munten en oorkonden. Het ontwerp voor deze zegel kwam van de hand van prof. Karl Hans Walter Pöcking. Da de sp< 1 '|Ru« Twaalf jaar nadat Luther i stellingen aan de kathedrajeen deuren te Wittenberg had I vestigd, verscheen in het j 1529 „De Kleine Cathe mus", in hetzelfde jaar gevol door zijn „Duitse Catheclt mus" (de grote catechismt^Fr; Daar het dit jaar 450 jaar gep den is dat deze catechisi uitkwam, heeft de Westduif- PTT een bijzondere zegel t gegeven. Deze zegel heeft waarde van 50 pf. en werd c worpen door prof. Wilful Neufeld uit Chieming-Pfaffi Op de zegel ziet men houtsnede, zoals die kwam in de godsdienst! boekwerken uit Luthers dag' Tot slot in deze Duitslait, reeks in het kort de zegels j op 17 mei j.l. in de verko kwamen. Het ging hier om v bijzondere zegels en een ast vulling van een zegel op de bruiks-serie. Als eerste wai daar twee Europazegels in waarde van 50 pf. en 60 pf. i zegel in de laagste waai toont een telegraafbeamte een postrestantebrief overhl digt. Indien Anne Frank n r> geleefd had zou ze dit jaar jaar geworden zijn. De We duitse PTT herdenkt dit met de uitgifte van een zegel de waarde van 60 pf. De zeg toont haar portret en han» kening. Van 8 juni tot en r juli j.l. werd te Hamburg^ „Internationale Verkeers' toonstelling" gehouden, gelegenheid hiervan verschel een zegel in de waarde vanf pf. Afgebeeld is de electrise miniatuurtrein die in 1879 l( klapstuk vormde vna de keerstentoonstelling te Bert Als aanvulling op de gebruj' serie „Industrie en Technï verscheen een zegel in 'j waarde van 230 pf. Afgebf is het passagiersgebouw de luchthaven te Frankfurt s F< Main. Al de hier besproken gels van West-Duitsland urf den gedrukt door de Bund« druckerei te Berlijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 8