weekpuzzel door dr. Pluizer
bh
dierenportret
V
Waf,
postzegels
DENKSPORTEN/HOBBY
z> oplossing vorige puzzel
NR. 31
CONTACTPUZZEL
BiWWtWIl
\cp
m
yol»
jMJi
Lu
WLMJÊ JÈ
8i
aammm
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979 PAGIlj
De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn:
Vijftien gulden:
D. Plaat, Vijf Meilaan 17, 2321 RH Leiden.
Cath. van Rijn, Parklaan 58a, 2171 EG Sassenheim.
De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd.
Door in elk cirkeltje een letter in te
vullen, kunnen woorden van 5 letters
van navolgende betekenis worden ver
kregen:
1-25 via 13: jonge koe tot ongeveer
twee jaar;
1-25 via 14: de tweede binnenplaneet;
2-26 via 14: uitkering van bijzondere
aard;
2-26 via 15: vis;
3-27 via 15: vierendeel;
3-27 via 16: behaagziek;
4-28 via 16: overscharige kaart van
het kaartspel;
4-28 via 17: jachtvliegtuig;
5-29 via 17: slecht vioolspeler (fig.);
5-29 via 18: bevalligheid van bewe
ging;
6-30 via 18: toevluchtsoord;
6-30 via 19: orgaan v.e. wesp;
7-31 via 19: muziekinstrument;
7-31 via 20: halfedelgesteente;
8-32 via 20: omslagdoek;
8-32 via 21: klos waarop garen ge
wonden wordt;
9-33 via 21: meubelstuk;
9-33 via 22: metselaarsgereedschap;
10-34 via 22: bruine kleurstof;
10-34 via 23: bevel;
11-35 via 23: zitplaats op een fiets;
11-35 via 24: drukkend warm;
12-36 via 24: optocht;
12-36 via 13: vertrek bij b.v. een hard
loopwedstrijd.
Oplossingen onder vermelding van Puzzel 31 dienen uiterlijk
woensdagmiddag in bezit te zijn van:
Leidse Courant,
Postbus 11, 2300 AA Leiden.
Eigen postcodenummer s.v.p. leesbaar vermelden.
Aja
che
iee
[an
j n s
tn
Voor de vakantietijd volgt hier
een probleempje, waarin u ho
pelijk een aantal aangename
minuten zult beleven.
Voor de goede orde nog even
de ..spelregels" voor dit soort
opgaven: het wordt met open
kaarten gespeeld, zodat de
plaats van alle kaarten als be
kend mag worden aangeno
men en de tegenpartij, in dit
geval oost-west, moet het zo
lastig mogelijk maken, d.w.z.
zo sterk mogelijk tegenspelen
om te trachten te voorkomen
dat zuid zijn beoogde contract
binnenhaalt.
Er zitten in dit opzicht wat ad
dertjes onder het gras, waar
door het probleem niet zo een
voudig is als het op het eerste
gezicht lijkt. Onderzoekt u
vooral of er ergens nog een
min of meer verborgen verde-
♦7 6 5
"AH
OHB 10 98765
4 3 2 N ♦H B 8
*>10 76 w o "4 3 2
O- 7 OA V 4 32
8765432 4HB
Het door zuid te spelen eind-
contract is 6 SA, waartegen
west uitkomt met harten 7.
Hoe haalt zuid zijn twaalf sla-
Vakantie
gen tegen de beste verdedi
ging?
Oplossing: Zoals ook in de
praktijk vaak het geval is, zit
de pointe van dit probleem
reeds in de eerste slag. Zuid
moet dan namelijk harten 8
bijspelen (althans de 5 bewa
ren) en het waarom zal straks
duidelijk worden.
Nadat noord met hartenaas
aan slag gekomen is,wordt een
kleine schoppen nagespeeld,
die in zuid zo laag mogelijk
wordt genomen. Vervolgens
gaat zuid met harten 9 weer
naar de dummy, waarna nog
maals in schoppen wordt ge
sneden. Hierna wordt schop
penaas geïncasseerd en harten
5 (daar is hij dan) nagespeeld.
West moet nemen en is ge
dwongen klaveren na te spe
len, waardoor de heer-boer
van oost er uit gesneden wor
den. De laatste zeven slagen
zijn dan voor zuids klaveren A
V 10 9, hartenvrouw en -boer,
alsmede schoppen 10.
De reden dat zuid in de eerste
en derde slag de harten 5 niet
mag bijspelen is, dat west niet
in de gelegenheid mag worden
gesteld zich aan het ingooien
met harten te onttrekken. Zou
zuid zich te vroeg van harten 5
ontdoen, dan kan west in de
tweede hartenslag de 10 af
gooien, waarna zuid twee sla
gen moet verliezen.
Ook het te vroeg incasseren
van de vierde schoppen is fou
tief, omdat west ook in dat ge
val harten 10 kan opruimen en
"zuid gedoemd is down te gaan.
Geen al te zware vakantiekost,
maar oppassen was toch wel
de boodschap.
Jeugd (2)
Pas in de jaren vijftig komt het
begeleiden van de jonge dam
mers enigszins van de grond,
jarenlang echter nog op primi
tieve basis. Pas na de professi
onelere aanpak van de sport in
de jaren zestig gaat de dam-
bond mee.
Het was voor Nederland nog
niet te laat, al konden de harde
klappen die eerst de Canadese
Deslauriers in 1956 en daarna
Koeperman in 1958 de Neder
landse damtop toedienden,
pas door de successen van Sij-
brands en Wiersma ongedaan
worden gemaakt.
In 1960 brak de 19-jarige Tsje-
golev opeens door. Hij ver
overde de wereldtitel in Neder
land, in een toernooi waarin de
Nederlanders er eenvoudig
niet aan te pas kwamen. Bom
en Gordijn eindigden op een
gedeelde zesde plaats, met
een achterstand van 16(!) pun
ten op de grandioze toernooi-
speler Tsjegolev. Weliswaar de
den aan Neaeriandse zijde
Roozenburg en Keiler niet
mee, het resultaat kwam hard
aan. Tsjegolev bleef Baba Sy
één punt en Koeperman twee
punten voor, vooral door hun
onderlinge scores (beide keren
3—1 voor Tsjegolev).
De belangrijke overwinningen
op zijn beide concurrenten wil
ik graag nader belichten. In de
zevende ronde versloeg Tsje
golev met zwart, Koeperman.
Na 38.36-31 is de stand van
het eerste diagram bereikt.
Koeperman heeft zich een
beetje in slaap laten sussen:
38... 17-21! verhindert het ge
programmeerde 31—26 door
het venijnige 19-24 28x30 20
25 26x17 25x45. Nu wordt het
venijnige schijf 31 een pro
bleem. 39. 48—43 21—26 40.
28—22 12—17 41. 22x11 6x17
42. 43—39 17—21 43. 33—28
20—24 44. 40—34 24—29 45.
34—30 19—24 46. 28x19 24x35
47. 19—14 35—40 48. 14—10
40—45, er lijkt nog weinig aan
de hand, maar de betere posi
tie van de zwarte schijven
geeft de doorslag 49. 10—4
13—18 50. 4x22 45—50 51.
22x4 50x47 52. 27—22 29—34.
op weg naar de tweede dam.
53. 22—18 47—29 54. 4—9
29x12 (trapt er niet in: slaan
naar 7 of 1 wordt gevolgd door
32—27 21x41 9—25 en remi
se) 55. 9—14 12—7! (nu baat
P .1 1
J H 1
32—27 21x41 10x46 26x37
niet omdat wit naar 11 moet
slaan) 56. 3127 (zwart moet
nu met 37-31 enz. rekening
houden, maar dat is geen ech
te dreiging door de vangstand)
56. 34—40 57. 14—25 7—12 (er
dreigde 37—31 26x28 14—3)
58. 24—14 12—18 59. 14—3
18x48 60. 3x45 en zwart won
het overmachtseindspel.
De belangrijke partij tegen
Baba Sy in de 23e ronde werd
een anti-climax. Het diagram
Baba Sy
toont de stand na 32. 12—18.
Nu levert 33—28 problemen
op door 14—19 44—39 (op
35—30 18—23 enz.) 19x30
35x24 26—31 37x17 18—22
27x18 13x44. Dus: 33. 24—20
15x24 34. 29x20 14—19 35.
20—15 19—23 (dreigt 23—28)
36. 33—28 25—30 37. 28x8
30x50 38. 37—31 26x28 39. 8—
3 21x32 40. 3x25 28—33 41.
48—43 33—38 42. 42x33 50x28
43. 43—38 32x43 44. 25x48 en
Baba Sy verloor kansloos.
"W"
Labrador-retriever,
een perfecte jacht-en huishond
Ongeveer honderd jaar gele
den arriveerde in Engeland een
vreemdeling die in sneltrein
vaart één der meest geliefde
honden van dit hondenmin-
nend eiland zou worden: de
Labrador-retriever. Zijn naam
verraadt zijn afkomst hij is
inderdaad afkomstig uit het
onherbergzaamste gedeelte
van de Noord-Amerikaanse
kust. Toevallig trok de eerste
Labrador de aandacht van
Lord Tweedmouth, een groot
en kundig hondenliefhebber,
die als eerste Labradors fokte
in Engeland en zeer enthousi
ast was over hun intelligentie
en hun praktische waarde voor
de jacht.
De Labrador is een retriever.
Dat betekent letterlijk „terug
vinder". In het oude Engeland,
waar de jacht bijna tot religie
verheven was, werden in te
genstelling tot het vasteland
van Europa, hoog gespeciali
seerde jachthonden gebruikt.
Hier op het continent, waar de
jacht veel meer in het teken
van het vergaren van voedsel
stond, was elke te vullen hon-
denmond er één. Daarom ga
ven de jagers de voorkeur aan
all-round jachthonden, zoals
de Duitse staande hond.
De vaak zeer welgestelde En
gelse jager keek niet op een
hond meer of minder en ga^de
voorkeur aan honden die een
klein gedeelte van het voorko
mende veldwerk tot in de
puntjes beheersten en hun
werk in grootse stijl verricht
ten. De Labrador is een typi
sche hond voor het werk ,,na
hef schot" zoals de jagers zeg
gen. Zijn enige taak is het ge
schoten wild ophalen. Voor het
opzoeken of het opstoten van
wild zorgden zijn andere mak
kers zoals pointers, setters en
spaniels.
Nu moet u over dit ophalen
niet te licht denken. De Engel
se jachten waren en zijn in de
meeste gevallen drijfjachten
met een zeer groot „tableau".
Van de retriever wordt ver
wacht dat hij tijdens de jacht in
de gaten houdt waar het wild
dat geschoten is valt, de plaats
onthoudt en het feilloos op
haalt als de jacht „afgeblazen"
is. En uiteraard zonder hef wild
te beschadigen. De eigen
schappen die hiervoor nodig
zijn, zachtheid van karakter,
volgzaamheid, gehoorzaam
heid en intelligentie maakten
van de Labrador al spoedig
een geliefde huishond. Hij is
geen druktemaker, erg be
trouwbaar met kinderen, aan
hankelijk en kan wat zijn ge
zondheid betreft een stootje
hebben. Gezien zijn geboorte
land schrikt hij niet van een
beetje kou. Labradors zijn uit
stekende zwemmers want het
apporteren van waterwild be
hoort ook tot de eisen die in
de praktijk aan zijn werk ge
steld worden. Veel van deze
honden vinden het zwemmen
in water dat enkele graden bo
ven nul is een pretje.
De baas hoeft zich hierover
geen zorgen te maken. Het
schaadt de gezondheid niet en
de eerste hood die uit eigen
initiatief iets onderneemt dat
hij niet prettig vindt moet nog
geboren worden. De eigenaar
van een Labrador moet wel in
de gaten houden dat hij een
hond uitkiest die werken en
veel vrije beweging prettig
vindt. De baas „hangt" dan
ook voor de vele tijd die het
uitlaten in beslag neemt.
Onderweg moet ook strijk en
zet hetzelfde spelletje gespeeld
worden. Tot in den treure. De
hond komt met een stok aan
dragen die weggegooid moet
worden om vervolgens weer
naar de baas gebracht te wor
den. De eigenaar die dit werk
wil perfectioneren en zijn hond
daarmee een plezier wil doen
kan zich het best in verbinding
stellen met de plaatselijke ky-
nologenvereniging of de afde
ling van de Koninklijke Neder
landse Jagers Vereniging die
baas en hond instructie geven
om het veldwerk, de oorspron
kelijke baan van de Labrador,
te boefenen. Zij die dit werk in
tensief gaan ondernemen en
aan wedstrijden deel willen ne
men kunnen dan beter een
hond uit een „jachtlijn" aan
schaffen. Deze honden worden
minder op schoonheid en meer
op praktische gebruikswaarde
gefokt dan hun tentoonstel
lingskameraden, hoewel La
bradors ook door de kynologie
zó goed gefokt worden da* het
één het ander niet uitsluit.
door
C. J. de Feijter
Vakantieschaak
Wanneer u tijdens de vakantie
dagen geen zin hebt in een se
rieuze partij schaak, dan kunt
u zich wenden tot een van die
mogelijkheden die u zonder in
spanning tóch verpozing
brengt. Als u daar nog nooit
kennis mee hebt gemaakt,
moet u met een tegenspeler
eens het spelletje „weggeven"
op het schaakbord proberen.
Daarbij probeert u al uw stuk
ken weg te geven. Als er meer
dan een stuk te nemen valt
dan heeft de tegenstander de
vrije keus welk stuk hij zal ne
men. Schaak telt hier niet mee
want ook zonder de koning
wordt rustig doorgespeeld.
Speel het hier volgende partij
tje maar eens na, dan weet u
er alles van 1. e4?, b5!, 2.
Lb5:, Pf6l, 3. Ld7:, Pe4:, 4.
Lc8:, Pd2:, 5. Ld2:. Dd2:, 6.
Dd2:, Pa6:, 7. La6:, Tc8:, 8.
Lc8:, f5:, 9. Lf5:, Tg8, 10. Lh7:,
C5:, 11. Lg8:, e6. 12. Le6:, c4,
13. Lc4:, a6. 14. La6:, g5, 15.
Dg5:, Kd8, 16. Dd8:, Le7, 17.
De7:,.en zwart heeft gewon
nen, want hij is alles kwijt.
Als wit op de vierde zet op e8
slaat, duurt het een zet langer,
maar dat moet 'u zelf maar
eens uitzoeken.
Ook op dit gebied zijn er opga
ven gemaakt, met inhoud. Wat
denkt u bijvoorbeeld van het
volgende:
(Zie diagram nr.1.)
Wit: Tb3, Th3; pion e2)
Zwart: Le5.
Wit begint en houdt remise.
I M 8
is m
!S1
k 8 l m m
mjÊ
ii
Dat gaat niet door: 1. Th2?,
Lh2:, 2. Tb8, Lb8:, 3. e4, La7!,
4. e5, Lb6, 5. eb, La5, 6. e7.
Ld8! en wit wint.
Maar wit kan als volgt een pat
stelling afdwingen: 1. Tb2!,
Lb2, 2. Th8!, Lh8, 3. e4.en
nu is zwart gedwongen wit
door: 3.Le5 pat te zetten,
anders wordt de laatste pion
door wit geofferd.
Hier is nog een hele mooie, die
ook in een patstelling eindigt.
Op pat spelen is trouwens de
beste verdediging. Ook wil
soms een remise ontstaan
door het halen van een ongelij
ke loper. Van de onderstaande
opgave hebt u een week de
gelegenheid de patstelling zelf
op te zoeken:
(Zie diagram nr.2.)
Wit: Tb3, Lf2, Pa3, Pb1: pion
nen: c2, d3, e4, g4, g3, g2.
Zwart: Lf7.
Wit begint en houdt remise.
Meester Vonk heeft de vorige
zaterdag zijn gebruikelijke ont
moeting gehad met Jantje Vis
ser. Het kwam tot de volaende
stand na veertig zetten, dus
moest meester Vonk weer een
mat in hoogstens drie zetten
vinden:
Meester Vonk.
(Zie diagram nr.3.)
Wit: Kh2, Lf5, Pc4, Ph3.
Zwart: Kf3:, pionnen: e2, e4,
h4.
U ziet dat de „grand old man"
weer het nodige materiaal had
veroverd. Jantje had met zijn
laatste zet e3-e2 gespeeld en
dacht gewonnen te staan.
Maar dat brak hem lelijk op,
want zwart deed nog één zet
en toen gaf Jantje op! Kunt u
die zet ook vinden?
Van een minder bekende Rus
vond ik in de laatste „64" een
eerste prijs uit een toernooi
van het blad Molodoi Leninetsj
1978, en deze wil ik u niet ont
houden:
E. Asaba. 1e prijs 1978.
Wit: Ke1, Tg1, Lc6.
Zwart: Kh6, Lf3, Pe4; pion: h7.
Wit begint en wint.
Met deze materiaalverhouding
heb ik al een hele ris eerste
klas studies verzameld, i
staat wit met 8-7 in het vor
deel, normaliter is dit remij
materiaal. Maar heel vaak
kwamen er bijzonder goi
studies mede op het bordl
dit is er weer zo een! U m»
dat beslist eens op het b^
zetten - u zult er van genie1
Wit gaat op jacht naar sl
winst: 1. Tg1-f1, Lf3-g2 (1.I
Pd2, 2. Kd2:, Lc6,: 3. Tf6t,
en wint), 2. Tf1-f8!, Kh6-g7i
Tf8-a8ü en nu moet u f
maar eens proberen te
waarom deze zet twee uitrol
tekens heeft. 3. 4. TfL
pC5, Kg7-f6. Om bij aanvalY
het paard het paard te kunif
dekken. Er dreigde Ta7!, fl
Ta8-g8!, Lh1, 5. Tg1, Lf3,i
Tg1-f1, en het is uit. Wash
zwarte koning op de derde i
naar h6 gegaan dan was ij
ook snel mis geweest: 3. .ft
Kg7-h6, 4. Ta8-e8, Pe4-f6,jf
Te8-e6, Lg2xc6, 6. Te6xfj
en: 7. Tf6xc6.
Een fijne opgave, waarin
u nog heel wat na te pluizen t
Deze week willen wij het uitgif
te-programma van West-Duits-
land wat nader onder de filate
listische loep nemen. Voor 9
augustus a.s. heeft men daar
de uitgifte van vier zegels op
de agenda staan. Als eerste is
daar een zegel in de waarde
van 110 pf. Deze zegel wordt
uitgegeven ter gelegenheid van
de 800ste sterfdag van Hilde-
gard von Bingen. Op 17 sep
tember 1179 overleed de Be-
nediktines Hildegard in het
door haar gestichte klooster
op de Rupertsberg nabij Bin
gen.
Hildegard von Bingen was de
eerste Duitse mystica, en werd
vanwege haar visioenen be
roemd. Haar kerkelijke en na
tuurwetenschappelijke ge
schriften zijn cultuurgeschied
kundig van groot belang. De
door Peter Steiner uit Stuttgart
ontworpen zegel toont de Be-
nediktines in het klooster.
Eveneens op 9 augustus ver
schijnt een serie van drie ze
gels. Met deze serie huldigt de
Westduitse PTT drie natuurwe
tenschapsmensen en Nobel
prijswinnaars die in het jaar
1879 geboren werden. Het
gaat hier om Albert Einstein,
Otto Hahn en Max von Laue.
Albert Einstein werd op 14
maart 1879 te Ulm geboren.
Na zijn natuurkundestudie in
Zürich was hij vanaf 1902
werkzaam op het patentenbu
reau te Bern. In 1905 nam hij
drie baanbrekende taken op
zich. Het gelukte hem de bete
kenis van het uitwendige foto-
electrische effect vast te stel
len, Hiervoor kreeg hij in 1921
de Nobelprijs voor natuurkun
de. Binnen het kader van zijn
navorsingen ging Einstein er
van uit dat het licht niet alleen
uit golven bestaat doch ook uit
tastbare deeltjes. Einstein
maakte ook in 1905 de grond
beginselen van de speciale re
lativiteitstheorie openbaar. Hij
stierf op 18 april 1955 te Prin
ceton ia de staat New Jersey in
de VS. Op de aan hem gewijde
Duitse herdenkingszegels
zegel ziet men een schemati
sche voorstelling van het foto-
elektrisch effect.
Vervolgens is daar Otto Hahn,
die op 8 maart 1879 in Frank
furt werd geboren. Vanaf 1904
hield hij zich bezig met het on
derzoek van radioactieve stof
fen. Ook was hij van 1948 tot
1960 president van het beken
de Max Planck Instituut. Hij
stierf op 28 juli 1968 te Göttin-
gen. De aan hem opgedragen
zegel toont een schematische
voorstelling van de splitsing
van een uraniumkern. Als der
de in deze serie is daar Max
von Laue, die op 9 oktober
1879 te Pfaffendorf bij Koblenz
werd geboren. In 1909 werd hij
aangesteld als privaatdocent
voor theoretische natuurkunde
aan de universiteit te Mün-
chen. Voor zijn navorsingen op
het gebied van de invloed van
röntgenstralen bij de regeling
van atomen in kristallen kreeg
hij in 1914 de Nobelprijs. Max
von Laue stierf op 24 april
1960 in Berlijn, waar hij vanaf
1951 directeur was geweeest
van het Fritz Haber Instituut.
De zegel die aan Max von Laue
is gewijd toont een voorstelling
van een zogenaamde verbui
gingsfase verkregen met rönt
genstralen uit kristal. Het ont
werp voor de zegels, die ieder
een waarde van 60 pf. hebben,
kwam van de hand van Briqitte
von der Linde te Sindelfingen.
Voor de nu volgende Westduit
se zegeis gaan we terug naar
12 juli j.l. Op die datum kwa
men drie verschillede bijzonde
re zegels in de verkoop. Als
eerste is daar een zegel in de
waarde van 60 pf. Deze wordt
uitgegeven ter gelegenheid van
het feit dat van 24 september
tot waarschijnlijk 1 december
a.s. te Genève de Wereldcon
ferentie voor het Radiowezen
wordt gehouden. De zegel
heeft als motief een hand aan
de afstemknop van een radio.
Rondom de afstemschaal de
tekst „Weltweite Funkverwal-
tungskonferenz 1979". De ze
gel werd ontworpen door W.P.
Seiter te Weingarten.
Aken viert dit jaar wederom de
traditionele Heiligdomsbede
vaart naar de kerk, het graf en
de relieken van Karei de Grote.
Dit feit heeft sedert de veer
tiende eeuw steeds om de ze
ven jaar plaatsgevonden.
Reeds gedurende het leven
van Karei de Grote bezochten
pelgrims de kerk van de Heili
ge Maria in Aken. In deze kerk
werd de keizer in het jaar 814
begraven. Uit de nimmer on
derbroken verering, gekoppeld
aan de herinnering aan de kei
zer, groeide bij keizer Otto de
Eerste de wens zich in Aken te
laten kronen. Zo werd de kerk
van Karei de Grote de kro
ningskerk van de Duitse konin
gen. Van 936 tot 1531 ontvin
gen 30 koningen hier de zal
ving en kroning. Naar aanlei
ding van deze traditie ver
scheen een bijzondere zegel in
de waarde van 50 pf. Deze ze
gel heeft als motief het kruis
van Christus als zegeteken bo
ven de aardbol. In deze bol
een achthoek die aan het Oc
tagon van de Dom van Aken
doet denken, met daarin het
zegel van Karei de Grote. Dit
zegel kwam voor op alle tij
dens zijn bewind uitgegeen
munten en oorkonden. Het
ontwerp voor deze zegel kwam
van de hand van prof. Karl
Hans Walter Pöcking.
Da
de
sp<
1
'|Ru«
Twaalf jaar nadat Luther i
stellingen aan de kathedrajeen
deuren te Wittenberg had I
vestigd, verscheen in het j
1529 „De Kleine Cathe
mus", in hetzelfde jaar gevol
door zijn „Duitse Catheclt
mus" (de grote catechismt^Fr;
Daar het dit jaar 450 jaar gep
den is dat deze catechisi
uitkwam, heeft de Westduif-
PTT een bijzondere zegel t
gegeven. Deze zegel heeft
waarde van 50 pf. en werd c
worpen door prof. Wilful
Neufeld uit Chieming-Pfaffi
Op de zegel ziet men
houtsnede, zoals die
kwam in de godsdienst!
boekwerken uit Luthers dag'
Tot slot in deze Duitslait,
reeks in het kort de zegels j
op 17 mei j.l. in de verko
kwamen. Het ging hier om v
bijzondere zegels en een ast
vulling van een zegel op de
bruiks-serie. Als eerste wai
daar twee Europazegels in
waarde van 50 pf. en 60 pf. i
zegel in de laagste waai
toont een telegraafbeamte
een postrestantebrief overhl
digt. Indien Anne Frank n r>
geleefd had zou ze dit jaar
jaar geworden zijn. De We
duitse PTT herdenkt dit
met de uitgifte van een zegel
de waarde van 60 pf. De zeg
toont haar portret en han»
kening. Van 8 juni tot en r
juli j.l. werd te Hamburg^
„Internationale Verkeers'
toonstelling" gehouden,
gelegenheid hiervan verschel
een zegel in de waarde vanf
pf. Afgebeeld is de electrise
miniatuurtrein die in 1879 l(
klapstuk vormde vna de
keerstentoonstelling te Bert
Als aanvulling op de gebruj'
serie „Industrie en Technï
verscheen een zegel in 'j
waarde van 230 pf. Afgebf
is het passagiersgebouw
de luchthaven te Frankfurt s F<
Main. Al de hier besproken
gels van West-Duitsland urf
den gedrukt door de Bund«
druckerei te Berlijn.