^Paviljoen Schubertlaan voor huisvesting bejaarden Het luitboek van Thysius Grootste circuscombinatie aller tijden in Leiden Van 13 tot en met 15 augustus op Schuttersveld BlwiBglw NASTAD LEIDSE COURANT WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1979 jpalLElDEN Op het terrein tussen de Schu- d04>ertlaan en de Korte Vliet in Leiden Zuid- *West zal zeer waarschijnlijk in de eerste gdJielft van 1980 een paviljoen worden ge bouwd voor de tijdelijke huisvesting van be verwaarden. Een aantal bejaardenoorden in Lei dden voldoen niet meer aan de huidige eisen voor huisvesting en verzorging van bejaar den en moeten worden gerenoveerd. Het tij delijke paviljoen aan de Schubertlaan zal dan gaan fungeren als een soort wisselwo- enfiining voor de bewoners van de betrokken be- Repjaardencentra. Katic aHet gaat om bejaardenoorden als Haagwijk, Groenhoven en Rijn en Vliet. De provinciale heeft de besturen van deze huizen erop gewezen dat renovatie spoedig zal moeten plaatsvinden en deze besturen zijn inmiddels bezig om de financiën daarvoor, onder meer door middel van overheidssteun, bijeen te krij gen. Een gemeentelijke projectgroep heeft een tijd lang het probleem van de tijdelijke opvang van de bejaarden tijdens de renovatie bestudeerd. Veel alternatieven bleken niet uitvoerbaar. Het. gebruik van een hotel bleek niet mogelijk om dat hotels voor een te korte periode beschik baar zijn. Salonschepen moesten als mogelijk heid worden geschrapt omdat ze niet geschikt zijn voor bejaardenhuisvesting. Voor de bouw van een nieuw permanent bejaardenoord kon en kan geen toestemming worden verkregen van het Rijk. Het plaatsen van een geprefabri ceerd paviljoen bleef als enige bruikbare oplos sing over. Het vinden van een geschikte plaats voor het paviljoen bleek niet zo eenvoudig, maar uiteindelijk bleek het terrein tussen Schubertlaan en Korte Vlietkanaal ter hoogte van de Kennedylaan en de Max Regerlaan de beste plaats. In het ter plaatse geldende bestemmingsplan bestaan geen belemmeringen om het terrein tij delijk te gebruiken voor de bouw van de behui zing voor de bejaarden. Het gemeentebestuur wil de grond tezijnertijd een recreatieve be stemming geven, die nu dan echter voorlopig nog even zal moeten wijken voor de bouw van de bejaardenopvang. Nodig zijri nog de goed-, keuring van de gemeenteraad voor verhuur van het terrein en een bouwvergunning, waar over het college van b en w moet beslissen. Het te bouwen paviljoen zal niet meer dan één verdieping beslaan. De bouw zal pas kunnen beginnen in de eerste helft van 1980 omdat er nogal wat voorbereidingen aan vooraf gaan. De duur van de operatie is afhankelijk van enkele nog onzekere factoren zoals het aantal deelne mende tehuizen en de voortgang van de reno vatiewerkzaamheden. Het paviljoen zal naar schatting gedurende vijf jaar tijdelijke huisves ting aan bejaarden bieden. De bewoners van de Schubertlaan ter hoogte van het gedeelte Kennedylaan/Max Regerlaan hebben inmiddels een schrijven van de ge meente in de bus gekregen waarin de plannen worden uiteengezet. Naar aanleiding van me tingen die op het terrein werden verricht was er namelijk nogal wat ongerustheid ontstaan bij de bewoners, hetgeen geleid heeft tot de op richting van een belangenvereniging Zuid- West, die zich speciaal met de gang van zaken rond de bouw van het paviljoen bezighoudt. "l.w" Rechts de koorddansende olifant van circus Knie. Links Ru- pert Bemmerl met de Tigergroep van circus Knie. Branchevervaging (1) Een typisch geval van branchevervaging of branche vervreemding. die nieuwe actie van grootgrutter Si mon de Wit Zoiets als de groenteboer die melk gaat verkopen en de melkboer die verse spruitjes aan de man probeert te brengen. En dan nu een nieuwe ont wikkeling op dit terrein. Een levensmiddelenbedrijf dat zich als intermediair in de kamerverhuur opwerpt Hoe is het mogelijk nietwaar. Welnu bij Simon kan al les. Lees het persbericht maar dat dezer dagen onder het kopje: Simon neemt proef voor kamerbewoners" op de redactie verscheen. Branchevervaging (2) Simon zal vanaf 6 augustus bij wijze van proef een gedeel te van zijn winkelramen beschikbaar stellen voor het aan plakken van gratis kameradvertenties. Via speciale kaart jes zal men kamers te huur kunnen vragen of te huur kun nen aanbieden. De 'kamerkaartjes' zijn in de filialen ver krijgbaar". Een verklaring van deze actie gaat erbij: ..Het is gebleken, dat rond de vestigingen van de filialen veel ka mers worden gevraagd en dat er tevens in veel gevallen nog 'verborgen' kamerruimte besct.ikbaar is. Men wil na gaan of het op deze wijze adverteren een bijdrage kan le veren aan de oplossing van de kamernood, die ook dit jaar weer in zijn volle om vang duidelijk zal worden. De cijfers laten, aldus het levensmiddelenbedrijf, een schrikbarend beeld zien. Een telling bij 26 kamerbureaus toonde aan dat van de 3512 kamerzoekenden, die in één maand werden ingeschreven, er na verloop van tijd slechts 263 onderdak konden worden gebracht, nog geen 10 procent. Een lande lijke tv-actie leverde slechts 396 geschikte kamers op. Maar toch..", aldus Simon met een omhaal van woorden, „valt aan te nemen dat er nog veel 'verborgen'kamerruimte is" Branchevervaging (3) Een goed initiatief van Simon, of misschien toch niet en is hier sprake van een poging om een nog 'verbor gen' markt aan te boren. Allerleids is benieuwd naar het verloop van de proef van Simon en naar de mate waarin wordt gereageerd en dan vooral naar het aan tal aanmeldingen van verhuurders. Voor wie het in Leiden overigens nog niet zou weten, de Stichting Stu dentenhuisvesting heeft een speciaal Kamerbureau aan de Doelengracht 4b, telefoon 071 -141110. Grepen uit de Leidse muziekgeschiedenis Op de hoek van het Rapen burg en de Groenhazen- gracht staan een zeventiende eeuws gebouw, dat bekend is als ,,de Thysiusbibliotheek". Ik durf er veel onder te ver wedden, dat U nog niet één stap in dat gebouw hebt gezet en dat U dus ook niet weet, dat daar een heel boeiend muziekalbum wordt be waard, dat in de muziekwe reld „het luitboek van Thysï- us" wordt genoemd. Was Thysias een componist Neen: een hooggeleerde ama- leurluitenist, die het boek kocht op de veiling van Smout en er lustig uit speel de. Wat speelde hij uit dat boek? Je zou bijna zeggen: al- les wat los en vast zit, zowel Cc psalmen, gezangen en geeste lijke liederen als de toppop rond het jaar 1600. Die top pop was toen wat gecivili- seerder dan tegen woordig, want we komen er componis- 32 ten van naam in tegen zoals J o.a. Sweelinck, Padbrué, meester Maarten van Persijn Lrlat en als 'k ze alIemaal ga op- er noemen, zegt het U weinig. Het zijn allemaal luitbewer- roep kingen voor huiselijk ge bruik. De luit was in die tijd een heel geliefd instrument en men bewerkte letterlijk alles wat in het gehoor lag: een vendellied van Jan van der Does net zo goed als een madrigaal of een Psalm. Zo lang het leuk klonk, was al les toegestaan. Een in Leiden aanwijsbare luitspreler als Joachim van den Hove gaf een hele bloemlezing luitbe werkingen uit. Hij gaf die naamook naar de eis van zijn tijd uiteraard in het La tijn bloemrijk aan: „Flori da". Thysius en Van den Hove waren niet de enige luitspre- kers in Leiden. In de Non nensteeg woonde Maarten van Persijn. een leraar en componist, die als luitbewer- ker grote voorliefde toonde voor kerstliedjes. Op de Doe- zastraat woonde een tijdlang de uit Haarlem afkomstige musicus Padbrué en op het Rapenburg - ter hoogte van het huidige woonhuis van prof. Bakhuizen v.d. Brink op no. 40 - had Herman Piso een uitgebreide lespraktijk in een huis, dat hij ook aan stu denten verhuurde. Schuin achter het Rapenburghuis van Piso woont Van den Hove aan de Pieterskerkhof. Deze Joachim verhuurt ook kamers aan studenten en geeft veel lessen bij mensen in de stad aan huis. Zuid-Ne derlander van geboorte heeft hij een vurig temperament. In de twintig jaar, dat hij vanaf 1594 in Leiden heeft gewoond, komen we regel matig aantekeningen tegen, waar duidelijk in staat, dat hij meisjes erg aardig vond en zijn seksuele driften graag en vaak tot uiting kwamen in het bed van de diens tmaagd des huizes waar hij les had gegeven. Van den Hove paste helemaal in het beeld van de zeventiende eeuw, waarin de luit op schil derijen een uitbeelding geeft van seksualiteit. Ik denk, dat ik daar een keer een verhaal tje over zal schrijven. In de loop van de eerste helft van de Gouden Eeuw taant de belangstelling voor de luit. De enige instrumentmaker in Leiden, Asseling, laat in 1649 een lijst opmaken van zijn werkplaats en daaruit blijkt duidelijk, dat de citer de luit verdrongen heeft. De luit luidt dan niet meer maar gaat duiden. Met dat appreciatie-verval van de luit, raakt ook de luit muziek in de vergetelheid. Het luitboek van Thysius gaat een kast in om er eeu wen te blijven liggen. In de vorige eeuw heeft prof. Land het boek beschreven en de heropleving van de belang stelling voor luitmuziek in onze dagen, heeft de stof van het luitboek afgeblazen. Schuin tegenover de Thysi usbibliotheek hebben we in het Museum van Oudheden een schitterende concerthal gekregen, waar luitmuziek onder het oog van de Blinde Harpenaar geweldig goed tot zijn recht zou kunnen ko men. Luit en harp zijn vanaf de vroege middeleeuwen de instrumenten bij uitstek ge weest om hoofs en hoffelijk muziek te maken ter ere van heiligen of levende maagden. Joachim van den Hove zat niet zover naast de opvatting van weleer inzake de luit.' Dat de luit ook meer recrea tief behandeld kan worden, bewijst de dertiende eeuwse Italiaanse dichter Jacopone da Todi, die simpel stelt: „zo gauw zag niet die snuiter een troepje jongelingen of hij ging met zijn luit er de nieuwste wijsjes zingen". Thysius rende niet zo hard, maar speelde wel voor die tijd de nieuwste wijsjes en te kende ze op voor dagen „alst friest" zoals een der composi ties luidt. JAN DOOVE LEIDEN Drie gefuseerde Europese circusgiganten zorgen van 13 tot en met 15 augustus op het Schuttersveld voor een groots circusevenement. Te zien zullen zijn de circuscombinatie Busch en Roland, die reeds tien jaar bestaat en het Zwitserse Nationale Cir cus Knie met zijn bekende dressuurat- tracties. De circusgiganten bezoeken Leiden in een tournée langs 9 Neder landse steden dat 60 dagen duurt. Het is voor de eerste maal dat deze circus sen ons land aandoen. Circus Busch beleefde zijn eerste wereld première in het voorjaar van 1884 in de' stad Svenborg op het Deense eiland Fu riën. Directeur Paul Busch zag kans het circus snel uit te bouwen en het circus be trok vaste gebouwen in Berlijn, Hamburg, Breslau en Wenen. Tijdens de regering van keizer Wilhelm II kon het circus Busch de titel „hofcircus" voeren. Na de Eerste Wereldoorlog nam dochter Paula de leiding over. Zij maakte het circus Busch-Berlin internationaal bekend. Het circus Roland-Bremen werd in 1948 door directeur Will Aureden en diens echtgenote Ada opgericht. Zij fuseerden in 1962 met Busch-Berlin. Aureden is nog steeds betrokken bij de planning en orga nisatie van het circus. General manager Jos Mullens (76), de nes tor van het circus in ons land, en direc teur Geier van de circuscombinatie Busch en Roland die in Zwiterland onderhandel den met de familie Knie over de dres- suurcreaties, kunnen nu de grootste cir cuscombinatie in ons land presenteren. Te zien zal zijn het grote Batoude sprin gen, waarbij vermetele artiesten vanaf een verende plank verbijsterende afstan den springen. Een hindernis van vijf vol wassen olifanten is niets voor ze. Knie's olifantenshow wordt gepresenteerd door Ruppert en Mecky Bemmerl met als ve dette „Madura" een 400 kilo zware olifan tendame die balanceert op twee dikke scheepskabels. Zij is de enige koorddan sende olifant ter wereld. Louis Knie be haalde met deze meesterlijke dressuur- prestatie de Gouden Clown op het vierde internationale circusfestival in Monte Carlo. Dresseur Sacha Houcke presenteert Knie's elegante vrijheidsdressuur, waarbij niet alleen de mooiste paarden in de ring komen maar ook hun wilde familieleden uit de Afrikaanse steppen de zebra's die erg moeilijk te dresseren zijn. Vurige paarden, wilde ruiters en snelle Barsoi- windhonden zijn een tafreel uit de Russi sche steppen met Golgojew's kozakken van circus Busch Roland. Verder zullen er negen prachtige Bengaalse tijgers te zien zijn die door Louis Knie zijn gedresseerd maar al door een vingerbeweging Ruppert Bemmerl gehoorzamen. Een andere Knie- dressuur is een tijger die op een olifant rijdt. De roofdierennummers worden ge toond in een bijna onzichtbare kooi. Los Munoz uit Spanje zal wat staaltjes van ge durfde evenwichtskunst laten zien op twee elkaar kruisende boven elkaar ge spannen kabels. Directeur Heinz Geier-Busch heeft behal ve voor de optredens in het circus ook oog voor de technische en organisatorishe as pecten van dit bijzondere circus. Zo is di recteur Geier tevens commandant van de eigen bedrijfs-brandweer (een in de cir cuswereld onbekende organisatie). Deze brandweerploeg kreeg een volledige op leiding aan de brandweerschool in Neder- saksen. Zo zorgt Busch-Roland met een optimaal uitgeruste brandweer zelf voor de veiligheid van zijn bezoekers. Ook een ambulance staat paraat. Het circus reist met twee extra treinen en een kilometers lang auto-konvooi. Voor zijn meer dan 200 medewerkers zorgde di recteur Geier dat zij gedurende het negen maanden durende tourneé van alle ge- makken zijn voorzien, zoals speciaal uitge ruste wagens met een eigen douche- en badgelegenheid en een rijdend restaurant. Voor de kinderen is er een eigen school, genoemd naar de directeur. De school wordt uit eigen middelen gefinancierd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 3