Rinus Michels niets veranderd Gelijkspel onmogelijk „Astroturf is een ramp" DEEL Peil scheidsrechters bedroevend Lex Schoenmaker: herstel in Amerika SPORTTRIBUNE 2 Vandaag publiceren wij de tweede aflevering in een reeks verhalen over het Amerikaanse voetbal. De eerste aflevering stond in onze krant van afgelopen zaterdag. LEIDSECOURANT. A/_. - MAANDAG30JUL11979 Rinus Michels, ook in Amerika de leider die gehoor zaamd moet worden. Michels actief tijdens de training bij de Aztecs. LOS ANGELES Rinus Michels is nog niets veranderd. Die ochtend tijdens de training in het Rose Bowl Stadion is hij precies dezelf de als de Michels die ooit bij Ajax, het Nederlands elftal en Barcelona triomf na triomf vierde. Autoritair dus, duidelijk de leider van het voetbalgezelschap. Een leider die door zijn manschappen gehoor zaamd moet worden. Onverbidde lijk. Voor tien uur staat die ochtend de training geprogrammeerd. Tegen de regels in wil Michels de training in de Rose Bowl zelf houden, en niet op het armetierige trai ningsveldje van de Aztecs. Al ruim van te voren druppelen de eerste spelers op het veld. Blij dat Michels vandaag al om tien uur traint, op een moment dat het nog niet zo warm is. De spelers staan er wat ontspannen bij. Johan Cruyff voert uiteraard het hoogste woord. Ook Wim Suurbier vormt het mid delpunt. De Amerikaanse spelers van de Aztecs luisteren. Meer mogen zij ook niet. Nederland overheerst nu eenmaal in Pasa dena. de voorstad van Los Angeles, waar de Aztecs spelen. Kort na tienen stapt Michels het veld op. Rustig lopend, maar met onderzoekende ogen. De spelers voelen het. want ogen blikkelijk valt een verandering in hun hou ding te bespeuren. De tijd van dagdromen is voorbij. Er moet gewerkt worden. Trai nen onder supervisie van Michels is nu eenmaal geen vakantie. Dat ervaart Michels' hulptrainer ook zo. Die mompelt als Michels hem opdracht geeft om een klusje voor hem op te knap pen: „Ik lijk wel een loopjongen. Doorlo pend word ik weggestuurd om wat voor Michels op te halen. Hij behandelt me als een klein kind. Het vuile werk mag ik doen. de rest doet hij zelf". Wind eronder Rinus Michels heeft de wind er goed onder. Is ook zo'n beetje de enige voetbaltrainer in Amerika die niet aan het handje van de clubeigenaar loopt. Michels is de eerste de beste niet. Weet dat zelf ook. Niet dat zijn gedrag onhebbelijk is, verre van dat zelfs, maar in alles blijkt toch dat hij niet met zich laat spotten. Clubeigenaar Larry Friend: „Een kei van een vent. Met uitgesproken ideeën. Op zijn terrein een hele grote. Altijd bereid om naar anderen te luisteren, maar uiteinde lijk toch een beslissing nemend die geba seerd is op zijn eigen kennis en zijn eigen gevoel. Ik ben blij dat ik hem naar de Az tecs gehaald heb. Hij doet het hier erg goed. We zijn erg tevreden over hem". Rinus Michels boert inderdaad goed in Californië. Vorig seizoen waren de play offs onbereikbaar voor de Aztecs. Slechts een bescheiden rol was weggelegd voor het kostbare troetelkindje van Larry Friend. Dit seizoen is dat anders. Alhoewel de Aztecs nog niet op het niveau van de New York Cosmos en de Tampa Bay Row dies verkeren, moet toch rekening gehou den worden met Michels en zijn volgelin gen. Een plek in de play-offs staat dan ook vast. Nors Zoals ook bij Ajax en bij Barcelona het geval was, staat Michels na de training niet te springen om een praatje. „Goed, een kwartiertje dan", geeft hij uiteindelijk toe. Zo'n norse houding hoort min of meer bij zijn image. Later valt hij, zoals zovaak, mee. Stelt zelfs zijn tactische besprekingen een poos je uit om verder te kunnen praten over zichzelf, de Aztecs en het Amerikaan se voetbal. „Het werken hier is anders", begint Mi chels. „Erg verschillend van wat wij in Eu ropa gewend zijn. De overgang van Neder land naar Spanje was minder groot dan die van Europa naar Amerika. Voetbal wordt hier heel anders benaderd. De spe lers staan ook anders tegenover hun vak dan in Europa. Dat is allemaal wel even wennen". „Het probleem voor een Europese coach zoals ik is dat hij het spelersmateriaal van zijn eigen club niet eens kent, laat staan dat van de tegenpartij", vervolgt Michels. „Daarom was het begin zo moeilijk. Zeker hier bij de Aztecs. Ik moest met een ge heel nieuw elftal beginnen. Sommigen moesten zelfs nog komen toen ik begon. De groep kende elkaar ook niet. Had nog nooit met elkaar gespeeld en verstond el kaar op het veld dan ook niet". Niet enige Dat was niet het enige probleem waar Michels in die beginfase mee kampte. „Ook de trainingsfaciliteiten zijn niet te vergelijken met die in Europa. Nu nog voer ik doorlopend strijd om een betere trainingsaccommodatie te krij gen. Daarom ook oefenen we vandaag op het hoofdveld. Een verhaal apart trouwens dit veld. Was eerst veel te smal. Ik heb echt moeten praten als Brugman om het voor elkaar te krijgen dat het veld een beetje verbreed werd". Alhoewel hij in Nederland maar vooral in Spanje zijn buik nogal eens vol had van alle overdreven publiciteit rond het voet ballen, erkent Michels dat hij het na een paar maanden Amerika toch wel een beet je mist, die dagelijkse aandacht voor Ko ning Voetbal. Desondanks heeft Rinus Michels het uit stekend naar zijn zin: „Zuiver privé was het een hele overgang. Natuurlijk, het kli maat en de omgeving is mooi, maar je mist toch je vrienden en kennissen. Lang zamerhand zijn we daar overheen. Maar het was toch wel even wennen. Zoals je ook moest wennen aan de enorme over gangen in temperatuur. Dit land is zo groot dat het temperatuursverschil vaak wel zo'n 20. soms 30 graden is. We reizen natuurlijk vrij veel, en dan is het nog wel eens moeilijk om je aan die verschillen aan te passen". Redelijke eenheid Met ijzeren hand heeft Rinus Michels inmiddels van de bonte verzameling Aztec-spelers (wie had ooit kunnen vermoeden dat een amateur als Tho mas Rongen nog eens in èén elftal zou spelen met Johan Cruyff) een redelijke eenheid gemaakt. De resultaten bewij zen het ook. Michels: „Ons elftal staat er nu. Ik heb een groep van zo'n twintig spelers en iedereen weet zo langzamerhand wat zijn eigen po sitie binnen die groep is. Dat is belangrijk. Blindelings op elkaar ingespeeld zijn we nog niet. Dat heeft meer tijd nodig dan we tot nu toe gehad hebben. Maar met dat probleem kampt vrijwel elke ploeg, omdat vrijwel overal elk jaar opnieuw met een heel nieuw elftal begonnen moet worden' De komst van Johan Cruyff, de herenigini van het succesvolle koppel Michels-Cruy eigenlijk, heeft het werken van Michels in Pasadena een stuk eenvoudiger op ge maakt. „We kennen elkaar natuurlij goed", geeft Michels toe. „Ik ben dan ooi blij dat Johan er is. Het geeft toch een sti mulans aan de ploeg. Het kost alleen tiji voordat Cruyff het rendement geeft dat h biedt. Zijn medespelers moeten aan ziji acties wennen". Mild oordeel Het oordeel van Michels over het nivea waarop het Amerikaanse voetbal zie voortbeweegt is mild. „Natuurlijk valt he nog niet te vergelijken met Europa", weel ook Michels. Toch zit er verbetering in Toen ik hier vorig jaar als vakantieganga enkele wedstrijden zag, schrok ik me rot In èén jaar tijd is het niveau echter goet vooruit gegaan. Er zit echt beweging ir Natuurlijk zijn er nog een aantal kinder ziektes, zoals de verschillen in speelvel en de grote verscheidenheid van de aan pak van de diverse coaches, maar die kin derziekten zijn er wel uit te krijgen. Hf heeft alleen tijd nodig. En ik kan niet be oordelen of het Amerikaanse voetbal di tijd ook werkelijk krijgt. Wat dat betre vormen die mensen hier een vreemd voll Een beslissing om ergens mee te beginne is snel genomen. Een besluit om er maa mee te stoppen echter ook". ROB HARTCX HÜHH LOS ANGELES Een gelijk spel kent het Amerikaanse voetbal niet. Aan het eind van elke competitiewedstrijd is er altijd één winnende ploeg. Net als elders in de voetbalwereld duurt ook in Ameri ka een wedstrijd negentig minuten. Is op dat moment de stand nog gelijk dan be gint de „overtime", de verlenging dus,- die twee keer een kwartier duurt. Die verlenging wordt altijd uitgespeeld. Ook indien al in de eerste minuut van de extra speeltijd een doelpunt wordt ge maakt. Is de stand na die extra dertig mi nuten nog altijd gelijk, dan wordt een be slissing geforceerd met tie zogeheten shoot-outs. Een spectaculair onderdeel van het Amerikaanse voetbal, die shoot- outs. Min of meer te vergelijken met het nemen van strafschoppen. Wel echter met enkele verschillen. De shoot-outs vormen een strijd tussen een aanvaller en de doel man. De aanvaller start met de bal vanaf de 35-yards-lijn, die een paar meter buiten het strafschopgebied ligt. Hij dribbelt ver volgens naar het doel en moet zien te sco ren. De doelman probeert dat uiteraard te verhinderen. Beide clubs nemen in de eerste ronde een serie van vijf shoot-outs. Een tweede serie volgt indien de stand dan nog altijd gelijk is. Vanaf dat moment wordt net zo lang doorgespeeld tot de clubs afstand van el kaar hebben genomen. Een overwinning levert in het Amerikaanse voetbal zes punten op. Het maakt daarbij niet uit of die winst geboekt is in de nor male speeltijd, de extra verlenging of in de shoot-outs. De verliezende partij krijgt geen enkel punt. Daarnaast wordt voor elk doelpunt eveneens een punt toegekend. Dat overigens tot aan een maximum van drie punten. Maximaal valt derhalve negen punten per wedstrijd te scoren voor de winnaar, en drie voor de verliezende partij. De bij de Chicago Stings spelende Wim van Hanegem: „Interessant die regel van een bonuspunt voor de eerste drie doel punten. Maar ook gevaarlijk. Natuurlijk is de bedoeling daarvan om aanvallend voet bal te spelen, maar er kleven gevaren aan. De clubs doen er eigenlijk goed aan om zo snel mogelijk op 3—3 te komen en pas daarna om de punten te gaan voetballen. In dat geval verdient de winnaar immers negen punten en de verliezer nog altijd drie". Rinus Michels, de oefenmeester van de Los Angeles Aztecs: „Vooropgesteld: die regels zijn er nu eenmaal en dan moet je er mee leren leven. Dat probeer ik dan ook, maar ze zijn natuurlijk wel dwaa^ Met 1 —0 verliezen tegen een gelijkwaard^ ge tegenstander levert geen enkel purl op. Met 20—3 verliezen van een ploeg dij veel en veel sterker is, levert daarentegej drie punten op. Dat is niet helemaal recht vaardig". Michels over de verlenging: „Het heelj voordelen dat een gelijk spel niet mogelijl is, maar de scheiding tussen zes en nii punten voor winst en verlies zou wat gerin ger moeten worden indien een ploeg pa: in de extra tijd verliest. Net zoals in he voorbeeld dat ik net aan gaf is sprake vat onrechtvaardigheid. Met 1—0 verliezen i( de laatste minuut van de verlenging levert een punt minder op dan met 101 verlie zen in de normale speeltijd. Dan klopt e eigenlijk iets niets". Bepaald ongelukkig is Michels met d* shoot-outs. „Voor het publiek is het nal tuurlijk spectaculair", realiseert Micheir zich. „Maar voor een coach is het een ver" schrikking. Op zich is er niets op tegen maar het is te dwaas dat bij een stand vaL 0—0 na de normale speeltijd en de verlent ging de shoot-outs uiteindelijk gaan be slissen over de zes competitiepunten dn tussen winst en verlies liggen. Die margj zou veel kleiner gemaakt moeten worden. LOS ANGELES De scheidsrechters in Amerika groeien nog maar nauwelijks mee met het stijgende peil van het profvoet bal in de Verenigde Staten. Vooral de Europese en Zuidamerikaanse spelers klagen steen en been over de malle fratsen die de Amerikaanse arbiters uit halen. Geheel ten onrechte is dat gejammer niet. Sterker nog: inder daad is het ronduit bedroevend wat de gemiddelde NASL- scheidsrechter er van maakt. De heren hebben bij wijze van spreken niet eens een behoorlijke kennis van de spelregels. Laat staan dat zij in staat zijn om de wedstrijd „aan te voelen" zoals dat in Nederland zo mooi heet. Vreemd is het natuurlijk niet dat het scheidsrechterskorps nau welijks kwaliteit in huis heeft. De prestaties van de arbiters kun nen het beste vergeleken worden met die van de Amerikaanse voetballers zelf, niet best dus. Geen wonder dan ook dat de Eu ropeanen en de Zuidamerikanen regelmatig tandenknarsend over het veld lopen indien weer eens een onbegrijpelijke beslis sing is genomen. De NASL realiseert zich overigens terdege dat de ontwikkeling van het scheidsrechterskorps geen gelijke tred houdt met de ontwikkeling van het spelpeil. Om dat enigszins op te vangen zijn vier Schotse scheidsrechters zes weken lang gast geweest van de NASL. Tijdens hun verblijf floten zij ook competitiewedstrij den. Daarnaast hebben zij via instructiedagen de kennis van de Amerikaanse scheidsrechters iets bijgespijkerd. Hans Kraay, regelmatig laaiend op de scheidsrechters: „Ergens kan je het ze niet kwalijk nemen. Die mensen zijn ook maar uit de lucht komen vallen. Maar inmiddels veroorzaken zij wel een heleboel ergernis. Het was werkelijk een hele verademing toen wij ook een keertje een van die Schotten als scheidsrechter hack den. Kon er eindelijk eens normaal gevoetbald worden". De Limburger Huub Smeets, spelend voor de Aztecs en onlang}, nog uit het veld gestuurd: „Het is werkelijk niet te geloven wfj/ die mannen er van maken. Dat is met geen pen te beschrijven Ze snappen niets van het hele spel. Werkelijk een ramp. ledereel klaagt er over. In Nederland klagen we ook wel eens over d( scheidsrechters, maar na een paar maanden Amerika ben ik di" mensen toch met andere ogen gaan bekijken. De Amerikaansf scheidsrechter heeft nog niet in zijn hele lijf wat zijn Nederland^ collega alleen maar in z'n pink heeft. Het is werkelijk diep treu rig". Het Amerikaanse voetbal kent net als wij zowel gele als rora kaarten. In tegenstelling tot ons land betekent een gele kaan echter niet automatisch een schorsing. Pas na de vie' gek kaart wordt een speler in Amerika voor één wedstrijd buiten d« lijnen gehouden. Daarnaast moet voor elke gele kaart een vastt boete betaald worden. Rood levert een forse straf op. Die varieert van twee tot zes wed1 strijden. Anders dan bij gele kaarten wordt een speler die me rood bestraft is, wel officieel berecht. De speler kan en mag zid dus verweren. Dat kan na een gele kaart niet. Inmiddels hebben de Nederlandse spelers waar het de gele ef rode kaarten betreft al een hele „faam" opgebouwd in de Vere nigde Staten. Huub Smeets, Wim Rijsbergen, Peter Ressel ef Wim Suurbier werden al eens van het veld gestuurd. Wim var Hanegem, Huub Smeets, Hans Kraay en Dick Advocaat zijn zoi beetje de recordhouders in het krijgen van gele kaarten. Har* Kraay jr. scoort zelfs het hoogst in het Amerikaanse voetbal me al bijna tien gele kaarten. LOS ANGELES In Nederland klagen voetballers nogal eens over de condi tie waarin het speelveld verkeert. Voor al die klagers zou een kort bezoek aan Amerika uiterst nuttig zijn, want al snel zouden zij tot de conclusie ko men dat het slechtste veld in Neder land kan wedijveren met het beste grasmatje in de Verenigde Staten. Vaste richtlijnen voor de grasmat be staan niet in Amerika. Alleen is vast gesteld hoe lang en hoe breed een veld maximaal en minimaal moet zijn, de bodem zelf mag echter verschillen. En dat is dan ook het geval in Ameri ka. Wim van Hanegem: „De velden zijn werkelijk een verschrikking. Vooral dat astroturf waar wij op spelen, is een ramp. Je moet daar echt aan wennen, want het is niet te vergelijken met een sappig Nederlands veldje". Van Hane- gems clubmakker Dick Advocaat, net als de Kromme spelend voor de Chica go Stings: „Alleen als het erg hard ge regend heeft is dat astroturf redelijk be speelbaar. Dan kan je tenminste ook eens een behoorlijke sliding maken. Op een droge laag is dat levensgevaarlijk. Dat kost je je benen". In verhouding heeft de Los Angeles Az tecs een van de beste velden in Ameri ka. In het Rose Bowl Stadion wordt ook gewoon op gras gespeeld. Michels: „Daar ben ik erg blij mee. Het benadert een Hollands veld het beste. Dat astro turf is moeilijk om op te spelen. Dat maakt het voetballen hier trouwens toch lastig. Zo nu en dan speel je op velden waar eigenlijk behoorlijk voetbaL niet mogelijk is". Rinus Michels is blij dat zijn Aztecs niet doorlopend op astroturf moeten spelen. „De kans op blessures is veel groter", meent Michels. „Je ziet het aan de Cos- mos, die wel op astroturf spelen. Het aantal blessures ligt daar erg hoog dit jaar. Dat kan geen toeval zijn. Zeker voor Europe-anen die gewend zijn op gras te spelen heeft het astroturf geva ren. Ik ben dan ook blij dat wij gewoon op gras spelen". LOS ANGELES Lex Schoenmaker voelt zich weer re delijk happy. De Hagenaar is er weliswaar niet in ge slaagd om zijn Canadese club de Edmonton Drillers zo veel kracht te verschaffen dat de ploeg alsnog kon door dringen tot de play-offs, maar toch kijkt Schoenmaker met plezier terug naar het moment dat Kraay (inmiddels alweer vertrokken) hem vroeg om naar Edmonton te ko men. Schoenmaker heeft in Nederland een moeilijk jaar achter de rug. Hij moest geopereerd worden aan een hernia en hoewel hij binnen zes weken weer redelijk fit was. slaagde hij er toch maar niet in zijn draai te vinden bij FC Den Haag. „Ik heb het willen forceren", weet Schoenmaker nu. „Ik had de tijd moeten nemen om rustig weer terug te komen. Je weet echter hoe het gaat. Je wilt graag en je denkt dat je meer kunt dan waartoe je in werkelijkheid in staat bent. Daar kwam nog bij dat Den Haag lange tijd min of meer in degradatiegevaar verkeerde. En dan wil je je ploeg niet la ten barsten". Lex Schoenmaker trok naar Canada om zichzelf daar weer in vorm te voetballen. „Dat was inderdaad de belangrijkste reden", bekent Schoenmaker. „Ik wil fit aan de Nederland se competitie bezinnen. Zo snel mogelijk moet dat slechte vorige seizoen vergeten worden. De Amerikaanse competi tie leek me ideaal als voorbereiding op het komende sei zoen. Bang voor overbelasting ben ik niet. Het is hier zo'n beetje een werkvakantie voor me. Er is genoeg vrije tijd over om ook lekker te luieren Ik kom dus echt niet hele maal doorgedraaid terug naar den Haag". Schoenmaker steekt op dit moment weer in een redelijke vorm. Na een aarzelende start komt hij steeds beter los. „Het begin was moeilijk", herinnert hij zich. „Ik kampte ook met .vat aanpassingsproblemen. Het was ook een hele overgang van Den Haag naar Edmonton. Nu gaat alles goed. Ik heb geen klagen. We hebben een ontzettend leuke ploeg, waarin de stemming ondanks alle nederlagen opper best is'. Lex Schoenmaker: ,,lk kom echt niet helemaal door gedraaid terug naar Den Haag".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 16