Meer dan
honderdduizend
Nederlanders
lopen rond met
zwarte" tanden
Sprookjesprins
had het in
beginperiode
niet makkelijk
Huwelijk Margriet
en Pieter 121/2 jaar
geleden een lieve
rustige gebeurtenis
DEN HAAG Per jaar worden in Nederland
zo'n zeventien miljoen kunstkiezen en kunsttan
den ingevoerd. De tandartsen geven aan de be
lastingen per jaar 400.000 gebitten op. Een gebit
telt, om het gemakkelijk te maken, dertig tan
den en kiezen, elementen heet dat in vaktaal.
Een eenvoudige rekensom1 leert dat er dan nog
zo'n vijf miljoen elementen tekort zijn. De in
richtingen die buiten de tandartsen om kunstge
bitten aanmeten en inzetten leveren per jaar
nog eens zo'n 50.000 gebitten. Dat zijn nog eens
anderhalf miljoen elementen. Blijven over nog
een 3,5 miljoen elementen, Globaal meer dan
100.000 kunstgebitten, waar de belastinginspec
teur niets van weet. Stel een gebit op duizend
gulden en de fraude van honderd miljoen ligt
voor u. De gegevens zoals hierboven gebracht,
[komen van de organisatie van Nederlandse
tandprothetici.
In feite is er niets nieuws onder de zon. Jaren
geleden is er al gesproken over de tandheelkun
dige branche in verband met het verdienen van
zwart geld. En iedereen die maar een klein beet
je bekend is met dit aparte wereldje van tand
artsen aan de ene kant en tandtechnici, grote en
kleine toeleveraars van materialen voor kunstge
bitten, aan de andere kant, had het u ook kun
nen vertellen: tandartsen en tandtechnici de
[goede niet te na gesproken proberen zoveel
mogelijk zwart geld binnen te halen. Geld, waar
van de fiscus niet vetter wordt. Maar hetzelfde
had iedereen u al jaren kunnen vertellen over de
bouwvakkers, de AWW-ers, de postbodes, de pla-
vuizenleggers, loodgieters en wat al niet meer
beroepen in de gouden gids te vinden.,
Immers het zwarte werken, het zwarte geld ver
dienen, is even normaal geworden als het koekje
bij de koffie. Met één verschil: steeds meer men
sen laten dat koekje op de schaal liggen omdat
ze er maar dik van worden en steeds meer men-
jsen ook proberen zoveel mogelijk zwart geld
[mee te pakken om rijker te worden en zo meer
koekjes op de schaal te kunnen laten liggen. Zo
simpel is dat
De tandartsen zal het meest aanspreken om dat
koekje te laten liggen in verband met de gezond
heid van het gebit en zo. Wat het zwarte geld
betreft: het is uitermate logisch eigenlijk dat
tandartsen en tandtechnici hun uiterste best
doen om zoveel mogelijk zwart te verdienen. Een
beetje tandarts verdient normaal al zoveel dat
hij 72 procent inkomstenbelasting moet betalen.
Van elke gulden maar 28 centen overhouden dat-
is toch te gek. Hoe hoog moet je je tarieven dan
wel niet opschroeven om nog legaal een Jaguar
of een Porsche te kunnen rijden of twee rijpaar
den te kunnen houden? Tussen u>en mij: de ta
rieven gaan zeker niet omlaag, omdat de naar
verhouding te kleine hoeveelheid tandartsen in
Nederland zo'n vierduizend die tarieven
strak in .de hand houdt Aanmerkelijk meer
tandartsen kunnen er niet komen omdat er geen
opleidingsmogelijkheid voor is. Die zou er kun
nen komen als er geld voor was en als de Ne
derlandse Maatschappij tot Bevordering van de
Tandheelkunde inderdaad die tandheelkunde
in casu de opleiding wilde bevorderen. Maar
dat schaadt de monopoliepositie en vandaar. Als
u echt goed kiespijn hebt, bent u immers bereid
om alles te betalen om er vanaf te komen. Nee,
in de tandheelkunde zal het nooit tot een patiën
tenstaking komen.
Terug naar dat zwarte geld. Het is eigenlijk op
vallend dat het ministerie van Financiën zo
breed aan de weg timmert met hele of halve re
sultaten die de rijksaccountantsdiensten hebben
behaald bij het zoeken naar fraude. Eerst grote
verhalen over fraude jn de bouwvak, toen bij de
drankverzorgers en nu bij de tandartsen. Kwaad
williger tongen dan de uwe en de mijne beweren
al dat het ditmaal allemaal de schuld is van een
voorlichter bij Financiën die last had van een
rotte kies en niet onmiddellijk een tandarts kon
vinden. Het geeft te denken.
Of dit nu waar is of niet, Financiën heeft het bij
de maajschappij met de lange naam die voor het
wel en wee van onze tanden en als we Finan
ciën mogen geloven de eigen, zwart of wit ge
vulde, beurs instaat, voorgoed verkorven. „Hier
wordt een gehele branche bijkans veroordeeld
terwijl het in genendele duidelijk is wie zich hier
schuldig moet voelen. Dit klemt temeer nu de
voorlichtingsdienst van het ministerie van Finan
ciën op een vraag van de maatschappij heeft
verklaard officieel van niets te weten",
schreeuwt de maatschappij boos. Om er gematig
der aan toe te voegen: „Uiteraard is het hoofd
bestuur van mening dat elke geconstateerde be
lastingfraude bij een tandarts of fabrikant vol
gens de normale Nederlandse normen moet wor
den berecht".
Tja, dat is allemaal vrij logisch, maar nogmaals,
waarom wil die tandarts en -technieker zwart
verdienen? Te veel winst, te hoge belastingen.
Dan ligt de schuld, zo daarvan sprake is, toch of
in eerste instantie bij de tandartsen, of, in twee
de instantie bij Financiën, de regering dus.
Ephraim Kishon, Israëlisch journalist-schrijver,
heeft eens een amusant verhaal geschreven over
zwart geld. Want troost u, in Israël is dat alle
maal niet anders dan bij ons en de belastingen
zijn er nog hoger. Hij ging, als ik me goed her
inner, naar een tandarts, die hem halverwege de
behandeling in de stoel liet zitten met de opmer
king: „Verder behandelen is voor mij de moeite
niet waard. Van elk pond dat ik verdien moet ik
tachtig procent belasting betalen".
Na veel bidden en smeken wilde de tandarts
Kishon wel helpen als deze de rij-instructeur van
zijn vrouw wilde betalen. De rij-instructeur ech-
ter vond dat die dan ook te veel befasting moest
betalen en stelde voor de babysit voor hem en
zijn vrouw te betalen. Die had echter ook be
zwaar tegen betaling in baar geld maar stelde
voor dat hij een vakantieweekend voor haar aan
zee zou betalen. De eigenaar van het hotel aan
zee had het liefst dat Kishon de rekening van
des hoteliers tandarts betaalde en die vroeg weer
een vliegticket naar een Zuid-Amerikaanse staat,
dat Kishon weer kon betalen met enkele duizen
den eieren, die een weekblad hem betaalde voor
zijn artikel
Kishon komt dan tot de conclusie dat de rege
ring op de goede weg is met haar belastingmaa
tregelen, om ons van de vloek van het geld te
verlossen.
Zo gaat het, met wat satirische overdrijving, in
IsraeL Wij zijn er niet zo ver van af. Aan menig
een zou men kunnen vragen: hoe zwart is uw
gebit mevrouw? En wie weet wat ze ervoor heeft
moeten doen. En neem het die tandartsen nou
eens kwalijk. Nee toch. Die man met kiespijn op
het ministerie die moesten ze in de tang nemen.
Hij zou blij zijn.
GERARD CRONE
BINNENLAND
LEIDSE COURANT
Het grote moment, nu twaalfëneenhalf jaar geleden.
dag had laten zien in geval van vechtpartijen geheel aan de
kant van de politie te staan. Dat er op die 10de januari 1967
toch nog twee jongelui van vage herkomst in de kraag werden
gepakt, lag dus niet aan de ongeïnteresseerde hoofdstedelijke
witmakers. Het span had deelgenomen aan het werpen van en
kele rookbommen, tussen kwart over een en half twee. Plaats
van handeling: de hoek Korte Poten Plein, waar drie eeu
wen geleden de republiek werd uitgeroepen. Geen toeval dus.
Na enkele charges van de politie was het echter ook daar
weer even rustig en beschaafd als elders in 't Haagje op die
dag.
De republikeinse gedachte was tevoren ook al even opgebor
reld, toen Tweede en Eerste Kamer hun góedkeuring aan de
verbintenis moesten hechten. De pacifisten konden het niet
over hun hart verkrijgen het „ja-woord" te geven.
Aardige jongen
De sprookjesprins heeft het in de beginfase niet gemakkelijk
gehad. Van het imago van „een erg aardige jongen", zoals hij
bij de verloving door zijn aanstaande schoonvader via de tele
visie werd gepresenteerd, was na enkele jaren niet veel meer
over. Mr: Pieter dreigde publicitair volkomen de mist in te
gaan. Hij struikelde enkele malen bij de reuzensprong, bij de
overgang van de anonimiteit naar de publiciteit. De voorlich
tingsdiensten van nature al geneigd zaken van zich af te
schuiven waren hieraan voor een niet onbelangrijk deel de
bet.
Pieter van Vollenhoven trad na zijn studie in dienst van de
luchtmacht. Publiciteitsmedia die eens iets meer wilden weten
over het reilen en zeilen van de verloofde van prinses
Margriet per slot van rekening wilden de Nederlanders wel
eens weten aan wie zij een van hun prinsessen nu eigenlijk
uithuwelijkten werden door de Rijksvoorlichtingsdienst ver
wezen naar de Luchtmachtvoorlichtingsdienst, want mijnheer
Van Vollenhoven is militair. Daar redeneerde men echter
weer: hij is lid van het Koninklijk Huis en daarvoor moet je
bij de RVD zijn.
Spel der vergissingen
De officiële voorlichting stokte, het klimaat was rijp voor het
spel der vergissingen, voor roddels en geruchten. Pieter van
Vollenhoven zou aan de benzinepomp voorrang eisen, in mu
sea alleen door de directeur rondgeleid willen worden, winkels
laten ontruimen om er rustig inkopen te kunnen doen, veer
tien overhemden tegelijk aanschaffen en snelheidsbeperkingen
aan zijn laars lappen. De „erg aardige jongen" van weleer
kreeg het imago van iemand die het verrukkelijk vond met
een prinses getrouwd te zijn en de bloemetjes flink buiten te
zetten.
Gevraagd waarom hij nooit iets gedaan heeft om deze ver
keerde beeldvorming tegen te gaanverklaarde Pieter van Vol
lenhoven eqns in een interview: „Dat komt door mijn opvat
ting, die ik overigens nog steeds huldig, dat het feit dat je met
een prinses bent getrouwd geen reden is om een interview te
geven. Je moet eerst gaan werken en als je dan iets te zeggen
hebt, moet je het doen over het onderwerp waarin je iets
presteert. Natuurlijk blijft het feit dat je zelf ook ziet dat men
zich langzamerhand een verkeerde opinie over je gaat vormen.
Achteraf denk je dan dat het toch anders georganiseerd had
moeten worden. Maar nogmaals: ik ben er van overtuigd, dat
wanneer het anders georganiseerd was, wanneer ik inderdaad
als student en militair grote interviews had weggegeven, dat
het dan ook niet goed was gevallen. En men had het ook niet
geslikt wanneer er destijds een publicist was aangesteld om de
heer Van Vollenhoven een imago te geven".
Gelijdelijk aan, toen hij eenmaal ging werken, veranderde die
ZATERDAG 7 JUL11979 PAGINA 7
)EN HAAG Als jongetje van acht moet hij met zijn hoofd
jssen de spijlen naar het paleis hebben staan stareh. Tijdens
en schoolreisje, toen ook Het Loo werd aangedaan. Zelfs in
ijn stoutste dromen kan hij niet bevroed hebben, dat hij er
als eerste Nederlandse burgerprins zijn intrek in zou ne-
aan de zijde van een echte prinses. Hoewel zièleroer-
elen maken soms onbevangen zijsprongetjes. Maandag is dat
weer 12 1/2 jaar geleden. Koperen bruiloft dus, op Het Loo,
voor de Van Vollenhovens, zij het dan ook in zeer be
merkte kring. Prinses Beatrix en haar gezin genieten op het
\genblik van een vakantie in Italië en vader Bernhard is voor
trie weken vertrokken naar het Verre Oosten voor het We-
eldnatuurfonds. Wel in het land, maar zeker niet van de par-
ij, zijn prinses Christina en haar man Jorg met hun zoontje
emardo, die er gisteren een broertje heeft bijgekregen.
pers was het er 12 1/2 jaar geleden 'unaniem over eens, dat
iet Haagse huwelijk tussen Margriet en Pieter een lieve, rusti
ge aangelegenheid was. Rustig ging het er ook aan toe aan
word van de Nederlandse koopvaardijschepen. Een extra oor-
am voor de bemanningen. Per slot van rekening trouwt je pe
ekind niet elke dag. De hoofdstedelijke provo's lieten verstek
omdat, naar hun zeggen, het Haagse publiek op Prinsjes-
beeldvorming weer ten goede. Werken: eerst bij de Heidemij,
later bij AKZO, de KLM. Vervolgens directeur van 'de stich
ting Periodieke Veiligheidskeuringen Motorrijtuigen, de eerste
echte baan eigenlijk. De Tweede Kamer maakte hem echter
„werkloos" door na enig gekibbel de keuring weer op de lange
baan te schuiven. Uiteindelijk werd hij voorzitter van de Raad
voor de Verkeersveiligheid, een onafhankelijk orgaan dat de
minister van Verkeer en Waterstaat van advies moet dienen
omtrent allerlei vraagstukken op het gebied van de verkeers
veiligheid. Mr. Pieter van Vollenhoven denkt zijn draai te heb
ben gevonden.
Minder barrières
Zegt de inmiddels gerijpte Pieter van Vollenhoven: „Op een
heel essentieel punt heeft mijn huwelijk mijn leven drastisch
veranderd. Namelijk, dat ik geleerd heb me bewust te zijn van
elke stap die ik zet. Door mijn Rotterdamse achtergrond was
ik sterk geneigd tot het doorhakken van knopen en het snel
nemen van beslissingen. Later is me duidelijk geworden dat je
er soms beter nog een nachtje over kunt slapen. Een brok
spontaneïteit is er dus wel uit, want elke onverhoedse bewe
gingkan worden afgestraft".
Er kwam toch nog één rookbommetje aan te pas...
Wat dat betreft heeft prinses Margriet heel wat minder barriè
res te verwerken gehad. Zij kreeg de cursus „Optreden in het
openbaar" bij wijze van spreken met de bijna spreekwoordelij
ke paplepel ingegoten. Sterker nog: ze wist reeds alle aan
dacht op zich te vestigen nog voordat zij zich officieel via de
koninklijke kraamkamer had aangekondigd. Deze bevond zich
'als gevolg van de oorlog in Canada, in het Civic Hospital in
Ottawa, om exact te zijn. „Hofkringen" braken zich in die da
gen het hoofd over het feit, dat volgens de wet iedereen die
op Canadees grondgebied het levenslicht aanschouwt, de Ca
nadese nationaliteit krijgt. Ongewenst voor een Nederlands
prinsenkind, vond men. Stel bovendien dat het een jongen is,
een troonopvolger dus. De heer J. Read, voormalig rechter bij
het Internationale Hof van Justitie in Den Haag en toentertijd
juridisch adviseur van het Canadese ministerie van Buiten
landse Zaken, schiep toen een naar eigen zeggen legendarisch
precedent. Hij stélde in een document voor, de plaats waar
prinses Juliana zou bevallen voor de periode van de eigenlijke
bevalling exterritoriaal te verklaren, zodat moeder en kind
buiten de Canadese wetten zouden vallen. De Koninklijke Pro
clamatie werd in de Canadese Staatscourant gepubliceerd.
Prinses Margriet, inmiddels moeder van vier zonen en met
haar gezin een uiterst moderne bungalow op een van de mooi
ste plekjes in de tuin van Het Loo bewonend, heeft zich altijd
erg geïnteresseerd voor de zieke en gehandicapte medemens.
Wat dat betreft is veelzeggend, dat het enige interview dat ze
ooit toestond, verscheen in „Welzijn", het blad van de zieken
fondsen.
Het blijkt dat met name de „ontmenselijking" in de gezond
heidszorg haar bezig houdt „Wie betrekkelijk gezond en zelf
standig een ziekenhuis in gaat wordt binnen enkele uren totaal
afhankelijk van anderen. Maatschappelijke positie, kennis, er
varing, alles valt weg. Dat gevoel zo afhankelijk te moeten
zijn, maakt onzeker. Daar komt natuurlijk nog angst bij. Het
totaal afhankelijk zijn, de angst èn een zekere bescheidenheid
bij de ziekenhuispatiënt om niet alles te willen vragen en het
verplegend personeel met van alles lastig te vallen, maken de
positie van de patiënt tot die van een onmondige in de zeer
ingewikkelde wereld waarin hij is terechtgekomen".
Vrijwilligerswerk
De prinses vindt dat er begrip voor eikaars problemen over
en weer nodig is. Want ook de patiënt is nooit geleerd zich te
verplaatsen in de rol van zijn verzorgers.
Prinses Margriet vindt ook, dat meer mensen zich beschikbaar
zouden moeten stellen voor vrijwilligerswerk bij onze zieken
verzorging. Ten eerste komt de buitenwereld daardoor op gro
tere schaal in aanraking met de wereld tussen vier muren van
een patiënt Anderzijds worden de verpleegkundigen in hun
werk geconfronteerd met mensen van buiten af, wat een rela
tiverende invloed heeft Bovendien kunnen vrijwiligers de be
roepskrachten ontlasten, waardoor deze laatsten meer tijd heb
ben om hun werk meer inhoud te geven.
Zelf brengt zij haar ideaal in de praktijk, bijvoorbeeld als
Rode Kruishelpster bij vliegtochten voor gehandicapten. Ook
dan heeft ze geen tijd voor een praatje met meereizende jour
nalisten. Ze is er om te werken. Dekens sjouwen, patiënten
ondersteunen, bagage nalopen, rolstoelen voorrijden en grapjes
maken met diegenen die het toch een beetje eng vinden. Dat
ze ook, zoals een goed verpleegster betaamt, kordaat kan op
treden, ondervond een journalist die tijdens een van de uit
stapjes in een warenhuis tegen zuster Margriet opbotste. De
prinses duwde een rolstoel voort «Luister eens", zei ze, ,Jk
heb hier drie mensen die allemaal een andere kant uit willen.
Kun tuer een paar meenemen Ze willen souvenirs kopen
Ze draaide zich om en verdween, want ze beschouwde de zaak
daarmee als afgedaan.
De medemens staat bij prinses Margriet centraal
Pieter verleende als pianist zijn medewerking aan een programma
ten bate van de gehandicapte sportmensen.