Publikatie namen belastingfraudeurs is spotten fjDe SS waarin s Aantjes uit Duitsland naar Nederland wilde komen rechtsgang met beginselen van behoorlijke ij WIE OORDELEN WIL, MOET S DE FEITEN KENNEN M 4 Stadhuis Rotterdam in teken van Duits verzet tegen Nazi's BINNENLAND LEIDSECOURANT/ -DONDERDAG 28JUN11979 PAGINA7 op) er ym bh cun» Mr. W. Aantjes. zich ten volle bewust van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG De commissie-En- schedé heeft gesproken. De com- missie-Patijn heeft gesproken, Aan tjes heeft gesproken en ook oud-di recteur De Jong van het Rijksinsti tuut voor Oorlogsdocumentatie heeft gesproken: daarmee lijkt het laatste woord in wat de „affaire Aantjes" is geworden, gezegd. Toch verdient het aanbeveling een aan tal zaken nog eens rustig op een rijtje te zetten, om de feiten zoals die er liggen in te laten werken. Temeer omdat mr. Willem Aantjes een terugkeer in de politiek voor zichzelf niet uitsluit. Hij verbindt er evenwel de voorwaarde aan, dat er dienaangaande een „beroep" op hem moet worden gedaan. Het hem bij de Tweede Kamer-verkiezingen van 1977 verschafte mandaat acht hij wat hem betreft vervallen. Maar kunnen de kiezers, die hem eventueel aan een nieuw mandaat zouden moeten helpen, door de bo men het bos nog wel zien? Is er in de zaak-Aantjes nog wel een zuiver oordeel, niet be invloed door begrij pelijke menselijke emoties, moge lijk? Wat kan helpen, is het, waar mogelijk, reconstrueren van de fei ten en deze te plaatsen tegen de achtergrond van de tijd waarin ze zich afspeelden, de oorlogsjaren tussen 1940 -1945. Vast staat dat de jonge Willem Aantjes, die in de jaren 1943-1944 in het kader van de „Arbeitsein- satz" via de PTT bij de Deutsche Reichspost tewerk was gesteld, zich in de zomer van 1944 heeft aange meld bij de Germaansche SS, naar zijn zeggen met geen ander oog merk dan om uit Duitsland weg te komen. Hij hoopte, zo verklaarde hij vorige week vrijdag nog, op deze wijze voor een „politieke en sportopleiding" naar Nederland te komen. De vraag rijst of iemand met het scherpe verstand van Wil lem Aantjes niet zou hebben kun nen weten wat er, ideologisch ge zien, schuilging achter dergelijke fraaie woorden. TWEE STROMINGEN Er zijn, voorzover dat vóór de oor log ai niet duidelijk is geweest, in elk geval sinds de Duitse inval in ons land, twee elkaar soms zelfs openlijk vijandige stromingen ge weest binnen het Nederlandse Nati- onaal-Socialisme. De ene groepe ring, verreweg de grootste, schaar de zich achter Mussert en diens NSB. De andere liet zich, aange spoord door o.a. mr. M.M. Rost van Tonningen en J.H. Feldmijer, inspi reren door de z.g. „SS-gedachte" en ijverde openlijk voor aansluiting van ons land bij Duitsland, iets waartoe Mussert minder te bewegen Het is aan deze kleine, maar uiterst fanatieke groep Nationaal-Socialis- ten te danken geweest dat op 11 september 1940 besloten werd tot de formele oprichting van de Ne derlandse SS als afdeling IX van het NSB-hoofdkwartier onder Feld mijer als voorman. Uit de bronnen publicatie van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie „De SS en Nederland" van dr. N.K.C.A. in 't Veld citeren wij het volgende over de doelstelling van deze Ne derlandse SS: „...De Nederlandsche SS was, en wilde dat ook zijn, een instrument van de ware Nationaal- Socialistische revolutie, een revolu tie, die in tegenstelling tot de half slachtige en eng-nationale doelein den van de NSB-leiding gericht was op een toekomstig rijk, dat geba seerd was op een consequent volge houden ras-principe. Voor de Höhe» re SS und Polizeiführer, vertegen woordiger van de SS in Nederland, was de inheemse SS-formatie bij uitstek een instrument voor de ver wezenlijking van de SS-politiek....". De Nederlandse SS bleef formeel gesproken een onderdeel van de NSB, zoals de Duitse SS formeel verbonden was met de Duitse NSDAP. De (Duitse) SS-leiding had echter andere plannen. Op 19 juni 1940, ruim vóór de formele oprich ting van de Nederlandse SS, schreef Reichsführer Himmler hier over een brief aan Rauter, zijn zet baas in Nederland. Feldmijer moest, aldus Himmler, de SS-for matie „mit unserer Hilfe und nach unseren Richtlinien vornehmen". We citeren nogmaals dr. In 't Veld: Al gauw werd het voor hen (voor Feldmijer en vooral diens mannen) vanzelfsprekend dat de Nederlandse SS een deel vormde van de SS als geheeL De Duitse SS-autoriteiten, in de eerste plaats de Reichsführer en zijn HSSuPF (Höhere SS und Polizeiführer - red.), in Nederland werden als de natuurlijke superieuren aan vaard....". Mussert evenwel bleef zich vast klampen aan het idee, dat de SS een NSB-partijformatie was. Dit standpunt bracht hem voortdurend in meerdere of mindere mate met de SS-ers in conflict. De SS liet zich evenwel weinig of niets aan de „leider" gelegen liggen en handelde naar eigen goeddunken. Dat leidde op 1 november 1942 bijvoorbeeld tot de formele naamswijziging van Nederlandsche in Germaansche SS en in februari-maart 1944 tot invoe ring van de groet „Heil Hitier". Op 17 maart 1942 werd misschien wel het duidelijkst aan welke kant de SS ideologisch gezien stond: op die dag werd de Nederlandse SS door Mussert in aanwezigheid van Himmler op Hitier beëdigd en de formatie werd plechtig overgedra gen aan de Reichsführer. DRUK En voor wie het allemaal nog niet duidelijk genoeg is (of was), sprak Rauter op 1 januari 1943 - en dat is vóór het vertrek van Aantjes naar Duitsland - over de radio lovende woorden over de inzet San het front van de mannen der Germaan sche SS: Das Frontskampfertum ist der Ausgangspunkt der Natio- nal-Sozialismus und gerade auf die- sem Grunde begrüsse ich jetzt vom ganzen Hertzen dasz alle Mannern der Germanischen SS in den Nie- derlanden nach und nach hinaus ins Veld gekommen sind in die Di- vision-Wiking wo sie im harten Ein- satz gegen den Asiatischen Bolsche- wismus stehen wo sie diese Weltan schauung kennen lemen und wo sie vom soldatischen Gesichtspunkt aus harte Germanischen Manner wer den. Manner auf wie sich die Hei mat einmal verlassen werden kann. Ich bin überhaupt auch gründsatz- lich der Auffassung dass je mehr Niederlander sich den Frontskamp fertum zur Verfügung stellen des zu heber und rascher der Nazional- Sozialismus in diesen Germanischen Vorlande zum Durchbruch kommen wird...". En hij was niet de enige die er zo over dacht. Ook voorman Feldmijer oefende keer op keer druk op zijn mannen uit om het zwarte uniform van de Germaanse SS te verruilen voor het veldtenue van de Waffen- SS. Vanuit de SS-ideologie gerede neerd meer dan een logische conse quentie van het lidmaatschap. Toen in februari-maart 1944 de „Nederlandse" details aan het uni form van de Germaanse SS (zoals de Wolfsangel, een typisch NSB-sy- mbool), werden vervangen door het SS-koppelslot en het „Hohheitsab- zeichen") werd dit door individuele SS-ers openlijk toegejuicht. Om streeks diezelfde tijd verdwenen ook de vernederlandste namen der SS-rangeri (zoals „onderschaarlei- der". en „hoofdstormleider") en maakten plaats voor de Duitse ran gaanduidingen. CURSUS Dat is dan het beeld van de organi satie waarbij de jonge Willem Aan tjes zich medio 1944 aanmeldde met de hoop langs deze weg naar Ne derland te kunnen terugkeren om een „politieke en sportopleiding" te volgen. Had iemand als hij op dat moment er dan echt geen idee van wat de SS verstond onder bijvoor beeld „politieke" opleiding? Daartoe bestond sinds 1 mei 1941 het eigen opleidingscentrum, de SS-Schule in Ellekom, dat overigens vanaf maart 1943 SS-Ausbildungslager Avegoor ging heten. Cursisten die zich er voor aanmeldden, werden om te be ginnen voor de duur van de oplei ding in het uniform van de Waffen- SS gestoken, hetzelfde uniform dat Aantjes weigerde aan te trekken toen hem verzocht werd toe te tre den tot de landmacht. Niettemin was Avegoor geen direkte voorbe reiding op het front. In de woorden van de SS-Vollehrgang z6het studie programma) staat echter duidelijk wat er dan wel van de cursisten werd verwacht. Am Ende dieses Lehrganges sol len Sie geistich und zahlig gefesügt körperlich Soldatichstrang durch- drungen vom Bewustsein der Not- wendigkeit einer Soldaüschen Le- benshaltung zurück gehen in Ihre Einheiten". Het bovenstaande belicht slechts enkele facetten van de barre werke lijkheid van de (Germaansche) SS. Een groep ideologische fanatici, wier trouw en loyaliteit jegens Füh- rer en Reich boven elke twijfel ver heven was. En dat moet iemand met een meer dan middelmatig ver stand zeker hebben beseft Vlak na de oorlog immers al wist Aantjes dat hij die twee letters moest ver zwijgen omdat ze „met brisant gela den waren". In elk geval heeft mr. Willem Aan tjes 33 jaar kunnen nadenken over het antwoord dat hij zou geven op het moment dat er iets van zijn toetreding tot deze groep aan het licht zou komen. Dit artikel wil al lerminst suggereren dat de heer Aantjes de waarheid geweld heeft aangedaan. Er is slechts gepoogd het perspectief van het eind van de jaren zeventig te verleggen naar dat van de oorlogsjaren. Tijd tast de feiten niet aan, maar kan ze wel vertroebelen. RUUD RAMPEN (Van één onzer verslaggevers) ROTTERDAM Tot 6 juli staat Rotterdam in het te ken van het Duitse verzet tussen 1933 en 1945 tegen het Nazisme. In de grote hal van het Rotterdamse stadhuis is daarover in beeld en geschrift een tentoon stelling ingericht, die te kennen wil geven dat ook Duitsland zijn eigen verzet tegen de wreedheden van het Nazisme gekend heeft. De meeste niet-Duitsers kennen vooral de zogenaamde Putsch-Von Stauffenberg van 20 juli 1944, die ten doel had Hitier door een bomaanslag te doden. De Putsch mislukte. Hitier bleef volkomen hysterisch in leven. Zijn sadistische wraak heeft kort daarna aan vele vooraanstaande Duitsers van de groep - Von Stauffenberg het leven gekost. Een monument in West-Berlijn herinnert nog steeds aan het verzet van deze groep. De foto van de jonge adellijke officier Von Stauffenberg siert de Rotterdamse tentoonstelling op een opvallende manier. Maar dat geldt in feite ook voor de befaamde Jezuïet pat^r Friedrich Muckermann, voor wie het leven in het begin van de dertiger jaren in nazi Duitsland al een hel werd. Deze Duit se Jezuiet vluchtte in die jaren naar Nederland, van waaruit hij het Duits verzet bleef inspireren en waar bekende Neder landers zijn strijd in toenemende mate gingen steunen. Verzet tegen Hitier Er is in Nazi-Duitsland veel meer verzet tegen Hitier geweest dan de gemiddelde buitenlander vaak weet. Het verzet leefde bij jong en oud, bij werknemers en werkgevers, bij de kerken en in het Duitse leger. Duizenden hebben er aan deelgenomen- Oud-bondskanselier Willy Brandt bijvoorbeeld wees er al in 1937 op, dat het verzet van de sociaal of politiek georganiseer- de jongeren „een prachtig reservoir vormde voor de gehele il legale beweging" in Nazi-Duitsland. Bij deze verzetsgroepen bevonden zich in het begin van de jaren dertig zelfs jongeren van 17 en 18 jaar en hier en daar in sommige streken zelfs nog jonger. In de oorlogsjaren tussen 1940 en 1945 kreeg de jongeren ver zetsgroep „De Witte Roos" van Hans en Sophie SchoU bekend heid. Beiden, broer en zus, werden in 1943 met een aantal an dere jongeren van „De Witte Roos" terecht gesteld. Nazi-Duitsland heeft verschillende verzetsgroepen gekend. In de evangelische en katholieke kerk, van vooraanstaande Duit sers, zoals de groep-Goerdeler. de Kreisauer-groep, de groep- Von Stauffenberg en het socialistisch en communistisch verzet, georganiseerd in eigen groepen. Bijna 6.000 Duitse verzetsmen sen werden tussen 1933 en 1944 ter dood gebracht Daarvan alleen tussen 1942 en eind 1944 bijna 5.000. Verschillende leden van verzetsgroepen hebben contact gehad met het buitenland. Andere anti-nazistische Duitsers, bevreesd voor de macht van de aanhang van Hitier, vluchtten naar an dere landen: vooral politieke vluchtelingen en Joden. Dat hun angst niet overdreven was, bleek vooral in de jaren 1940-1945 Zoals gezegd, bijna 5.000 Duitsers werden door hun eigen landgenoten in die jaren gerechtelijk ter dood gebracht Dui zenden anderen overleden in de concentratiekampen of onder de handen van hun landgenoten-beulen nog vóórdat zij voor de Nazirechter gesleept waren. Dit alles brengt de tentoonstelling in het stadhuis in Rotter dam tot 6 juli nadrukkelijk, maar uiterst sober in beeld. En voor hen, die zich er dieper in willen begeven, is er het boek van dr. G. van Roon, „Het Duitse verzet tegen Hitier", dat al in 1968 bij A.B. Bruna te Utrecht is verschenen, na de promo tie over dit onderwerp van de schrijver. Dr. Van Roon be schrijft daarin vooral de idealen en de resultaten van vrij veel verzetsgroepen die nazi-Duitsland gekend heeft, ondanks het feit dat zij bij vele buitenstaanders onbekend zijn gebleven. In Berlijn is de kerk „Maria, koningin der martelaren" gewijd aan de nagedachtenis van de slachtoffers van het Duitse verzet. Op de foto het herdenkingsplein met de Kruisweg en de klokketoren. scheiden belastingdienst-districten, meer fraudezaken bij de strafrechter aanhan gig te maken. Met als gevolg dat de pro cessen-verbaal van verhoor door Fiod- ambtenaren aan dé toets der openbare controle werden onderworpen. Het viel velen op, dat deze processen verbaal sterk afweken van wat men normaliter van poliüële opsporingsambtenaren ont vangt Suggestieve ondervraging, zonder verdere aanwijzing, herroepen van eerde re verklaringen e.d. Een insider verklaar de: „Die Fiod-mensen? Ze spelen recher- cheurtje en doen dat niet eens onaardig. Het enige probleem is dat ze blijkbaar de spelregels niet kennen!" VERWIJT Overigens brachten deze openbare pro cessen een heel ander facet aan het- licht, namelijk de vraag in hoeverre deze verdachten (het waren er in totaal zes), een verwijt gemaakt kan worden. Is wat zij gedaan hebben, echt zo schandelijk als Van Bijsterveld en met hem de staatssecretaris willen doen voorkomen? Het kan zijn, dat men bij deze eerste processen ongelukkigerwijze geen door sneevoorbeelden van opzettelijk wange drag heeft aangebracht. Twee verdachten zijn door de rechtbank vrijgesproken. Waarbij het vermoeden bestaat, dat deze mensen, indien zij ambtshalve waren aangesproken door de fiscus, een hoge boete hadden moeten betalen. Verder bleek men, op één uitzondering na, te doen te hebben met kleine zakenlieden, die weliswaar opzettelijk de belasting hadden ontdoken, maar het is nog zeer de vraag of zij dat deden met als doel een inderdaad verwerpelijke benadeling van de gemeenschap. In één zaak was er wel. objectief gesproken, een vorm van verrijking, maar in subjectieve zin aller minst. Dit brengt ons tenslotte tot een belang rijk principieel punt. als het gaat om be lastingfraude: het verschil tussen ontdo ken en ontwijken. In het eerste geval pleegt men een strafbaar feit, in het tweede geval maakt men gebruik van mazen in de wet. Emotioneel gerede neerd is er echter geen verschil: men be nadeelt de gemeenschap ten bate van zichzelf. Praktisch zijn er wel verschil len: de een is strafbaar, de ander niet. Het aantrekkelijke van een gedegen on derzoek naar belastingfraude zou wel licht daarin kunnen liggen, dat aange toond kan worden, dat de „kleine" over treders zich aan ontduiking schuldig ma ken, terwijl de „grote" doorgaans ook slimmer en dankzij hun kapitaal ook voorzien van gespecialiseerde deskundi gen op „ontwijken" van de fiscus - door de mazen heenglippen. Als dit -zo mocht zijn. het bang vermoeden daartoe is helaas gewettigd, dan blijkt eens te meer hoe onrechtvaardig het recht wel kan zijn. En zeker in dat geval dient elke vorm van extra-leedtoevoeging - te worden voorkomen. GERT VALKENBURG een onzer redacteuren) mafcN HAAG Het ontduiken van be- jagüfctingen is een misdrijf. Iedere poging ?era® dit frauduleus handelen te omgeven ak-Mfct een waas van sportiviteit, is mis- Aljaatst. Ontduikers moet men niet min- en <r hard aanpakken dan „ordinaire" die- en oplichters, om maar alternatieven te noemen. Maar in om deze vorm van misdadig- en mag men niet die in strijd zijn strekking van het strafproces- De voorstellen, die blijkens recen- ■ichten, staatssecretaris Nooteboom icien) overweegt (het publiceren ie namen der overtreders in de tenderen sterk in die Zij ademen de sfeer van die- hevige verontwaardiging be- die menen dat op zedendelin- moet worden toege- voor moordenaars slechts de is, aldus een nog rapport van de oud-direc- der belastingen, Van Bij een ware crime geworden. Per zou de Staat voor meer dan 900 gulden benadeeld worden. Dit zo en voorbijgaande aan de vraag of het feit als zodanig mag aannemen rond van één incidentele waame- is de eerste raüonele vraag die men zich stellen moet: Hoe komt het dat het aantal van deze misdrijven de laatste jaren zo sterk is gestegen? Een dergelij ke alarmerende situatie roept als het ware om een gedegen onderzoek. Pas daarna kan men komen tot een afgewo gen bestrijding van het probleem. Dit onderzoek heeft, voorzover bekend, in Nederland nimmer plaatsgevonden. Erva ringen in het buitenland hebben echter aangetoond, dat er doorgaans twee rede nen zijn: belastingontduiking neemt toe, naarmate de fiscus de schroef dichter aandraait en het percentage belasting dat betaald moet worden van het inko men groter wordt. De andere zaak: toe nemende onvrede over de besteding der belastinggelden. Wannéér we dus spreken over de motie ven, die de belastingfraudeur bewegen hetgeen van uitermate groot belang is om dit debet in te schatten in onze ver ontwaardiging en dus in de vast te stel len strafmaat dan mag men niet voet stoots aannemen, dat er sprake is van een uitsluitende poging om zichzelf te verrijken ten koste van de gemeenschap. Dit zal zeker door een gedegen onder zoek moeten worden aangetoond. RECHT ren van namen van zware overtreders in de Staatscourant lijkt op het eerste ge zicht een aantrekkelijk wapen. Men dient echter wel te bedenken, dat het hek dan van de dam is. Wat let ons dan om de namen te pubheeren van diegenen, die bij herhaling andere ernstige misdrijven plegen? Waarmee de moeizaam op gang gekomen beweging om het strafrecht mede een individu-beschermende taak te geven, nutteloos is geworden. Dit geldt des te meer, nu de beweegredenen om namen te pubbceren van een verkeerd principe uitgaat. Deze maatregel is uit sluitend bedoeld om aan de straf meer leed toe te voegen. In het Wetboek Eco nomische Dehcten komt inderdaad de mogebjkheid voor om wetsovertreders publiekehjk bekend te maken. De inten tie is dan echter, om het pubbek te waarschuwen (bijvoorbeeld dat een krui denier voortdurend slechte waar ver koopt), niet om de overtreder zelve extra „te pakken". Overigens is er sprake van een contradictio in terminis. Volgens Van Bijsterveld mankeert het de Nederlandse bevolking aan een juiste mentahteit Men acht ten onrechte belastingontdui king een nationale sport. Welnu, wanneer men tot pubhkatie van de namen der ergste overtreders overgaat, dan fungeert dat voor hen eerder als een aanbeveling, dan als een opzettebjke leedtoevoeging. Erger is, dat de maatregelen waar men aan denkt om belastingfraudeurs aan te CONTROLE pakken, spotten met de beginselen van een behooriijke rechtsgang. Het pubhee- De staatssecretaris overweegt tevens om de opsporingsambtenaren, belast met de opsporing van dit speciale debet, meer bevoegdheden te geven. De vraag is, wat hij daaronder verstaat Vermoedelijk zal het niet gaan om meer bevoegdheden, maar om meer dwangmiddelen. Men dient daar uiterst voorzichtig mee te zijn. Reeds nu is het zo, dat menige „norma le" opsporingsambtenaar (in de regel een pobtieman) de hppen zal aflikken bij de gedachte, dat hij over dezelfde middelen zal kunnen beschikken als zijn „collega" van de Fiscale Inlichtingen- en Opspo ringsdienst (Fiod). Immers, een verdachte van een misdrijf, is niet verplicht aan het onderzoek medewerking te verlenen.. Het verbod van zelf culminatie (men kan niet worden verpbcht zelf bezwarende feiten aan te dragen) is een vast beginsel van ons procesrecht. Hoe staat het ech ter bij fiscale overtredingen? Alleen al het weigeren van medewerking aan het onderzoek is op zich reeds een misdrijf! Daar komt bij dat de controle op de ac tiviteiten van de Fiod minimaal is. Wan neer een pobtieman in het verhoorstadia de grenzen van zijn bevoegdheid over schrijdt. komt dit ongetwijfeld tijdens de openbare terechtzitting naar voren. Het belastingrecht speelt echter af in een be sloten sfeer. Tot welke problemen dit kan leiden, is recentelijk nog gebleken voor de rechtbank in Almelo. Zoals be kend, besloten de directies van de onder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 7