Het was
een schok
voor me,
toen ik
merkte, A
dat er f
iets was
met mijn
gehoor'
ieidóaQowumt
HOORAPPARAAT IS
GEEN NIEUW OOR
HAAG Nederland telt naar schatting een
Ijoen doven en slechthorenden, jong en oud; ze-
n procent van de bevolking. Van de bejaarden
rs> n een op de vijf tot de categorie slechthorenden
__rekend worden. Een bijkomende ellende van de
agd, idicap is, dat men hem niet kan zien.
:hoo omgeving wijt doofheid dikwijls aan onoplettend-
Tel. d of onwil om te luisteren. „Dat kind is Oostin-
uur. ch doof...". Het blijkt voor een normaal horende
Mst moeilijk zich voor te stellen hoe het is om
goed te horen. De onzichtbare handicap laat
ichfastig geloven.
r.
Nog een andere factor speelt een rol. Slechthoren-
lty (fcn vertonen de neiging hun kwaal te verbergen of
Aa fcontkennen. „De mensen spreken tegenwoordig zo
mi Écht", klagen ze dan. „Vooral op het toneel maken
inseer een potje van". Voor de rest doen ze of er
s iels aan de hand is. Alleen praten ze veel en luid,
rhuv ant praten voorkomt, dat je moet luisteren en luis-
ren is moeilijk. Ze kletsen je de oren van het
pi Kld. Ofwel ze vervallen in eenzaam zwijgen. Beide
innen van gedrag wekken ergernis. De omgeving
'oorj at zulke mensen voorzichtig mijden.
gehoor leiden. Verder zijn er geneesmiddelen die de
zintuigcellen aantasten; de overgevoeligheid op dit
gebied verschilt van persoon tot persoon.
De oorheelkunde is er tot dusver niet in geslaagd
op afdoende wijze de sterk gespecialiseerde, hoog
ontwikkelde zintuigcellen tot nieuw leven te wekken.
Soms lukt het de werking van een verzwakt binne
noor iets te verbeteren, maar er mag op het ogen
blik nog niet te veel van verwacht worden. Trans
plantatie van het binnenoor is momenteel geheel on
denkbaar. Zelfs al zou het mogelijk zijn dit orgaan
over te brengen in een ander lichaam, dan nog lijkt
het ondoenlijk de aansluiting van duizenden zenuw
vezels, draadje voor draadje op elkaar, tot stand te
brengen. Er zijn de laatste tijd berichten verschenen
over een methode om door middel van electroden
de hoorzenuw rechtstreeks te prikkelen, dus met
overslaan van de zintuigcellen, maar de resultaten
blijken tot nu toe gering. Voorlopig is een goed
aangepast hoortoestel bij binnenoor-doofheid de eni
ge oplossing.
Dan nog staat een slechthorende vaak voor een
moeilijk dilemma. Wie nog gehoorresten heeft, goed
kan liplezen en een onzichtbaar apparaat draagt, zal
licht geneigd zijn te doen alsof er geen vuiltje aan
de lucht is. Hij gedraagt zich als iemand zonder
handicap of verdoezelt de ernst van de kwaal. Zo
begeven veel slechthorenden zich op glad ijs. Soms
verstaan ze wat er op het werk gezegd wordt, maar
een andere keer begrijpen ze het helemaal verkeerd.
Dit brengt dé collega's op een dwaalspoor en maakt
dat dezen zo'n man of vrouw gaan onderwaarderen,
met in het ernstigste geval ontslag of degradatie als
gevolg.
In mijn werk moet ik me enorm A
inspannen vanwege mijn j
gehoorverlies. Ik stel hoge eisen A
aan mezelf; ik wil op de zaken t
vooruitlopen en stel er een eer I
in de dingen goed te doen. Vaak I F
voel ik me beroerd, maar dat II
mogen ze op het werk niet
merken. Ik moet voortdurend V|
toneelspelen en dat is erg
vermoeiend. Ik heb het gevoel
dat ik uitgebuit word omdat ik zo
plichtsgetrouw ben".
(ambtenares. 41 jaar, ernstig gehoorverlies).
Toen ik nog zo 'n kastje had, a
ging ik altijd achteraan staan i
zodat niemand zou zien dat ik f,
een boorapparaat had. Dat IJ
toestel op je borst, dat snoer VI
langs je nek, dat afschuwelijke 11
kledinggeruis. Vreselijk. Het gaat
beter met twee-achter-bet-oor
toestellen, al kan ik daar niet zo
goed mee horen. Geen
kledinggeruis, geen snoertjes, ik
voel me heerlijk vrij".
(directrice, 40 jaar, ernstig gehoorverlies).
IG0 tl het begin vermeed ik
Aai idere mensen. Ik werd wat
en zou kunnen noemen
oeilijk omdat ik niet verstond
ttmen tegen me zei. Ik stond
imensen maar aan te kijken.
si irriteerde hen en ze liepen
eg. Er is geduld voor nodig
meen zin twee of drie keer te
irhalen".
Ian van 50 jaar, doof geworden).
Psychologen die zich met het onderwerp bezig hou
den. stellen het zo: „Hulpmiddelen kunnen het oor
spronkelijke verlies nooit goedmaken. De gehandi
capte mens begint aan een nieuwe levensfase. Zijn
houding tegenover zichzelf en zijn omgeving dient te
veranderen. Het leven hoeft niet armer te worden,
maar het wordt wel anders".
Deze ontwikkeling is moeilijk en de gehandicapte
mens zal vaak opstandig zijn. Hij wil niet verschillen
van de anderen en hij voelt zich door zijn omgeving
vaak die richting opgeduwd als gevolg van het ma
gisch geloof in hoorapparaten. Maar zo'n toestel is
geen nieuw oor. De slechthorende is anders en zal
zeer waarschijnlijk anders blijven. Geen ramp, eerder
een serieuze uitdaging die door hem en zijn omge
ving moet worden aanvaard.
Slechthorenden en doven dienen hun eigen identiteit
te vinden. Het is nodig te beseffen dat men sommi
ge waarden moet opgeven en tegelijk nieuwe moet
aankweken. Veel dagelijkse situaties vragen om aan
passing. Het is bijvoorbeeld niet meer mogelijk een
gesprek te voeren met iemand in een andere kamer,
want de slechthorende moet zijn gesprekspartner
kunnen zien. Dit vergt een afwijkende instelling,
maar het kan ook positief werken. In veel gezinnen
heeft men het zo druk, dat de- conversatie is gaan
bestaan uit een paar korte opmerkingen. De aanwe
zigheid van een slechthorende kan bewerkstelligen
dat men weer meer tijd uittrekt om rustig met elkaar
te praten. De onderbreking van het dagelijkse, jachti
ge leven is in het begin misschien wat hinderlijk,
maar als iedereen zich aanwent kalm en ontspannen
te praten, komt dat uiteindelijk heel de leef- en
werksfeer ten goede.
Revalidatie door het leren liplezen is raadzaam voor
alle slechthorenden, met of zonder apparaat, leder
mens heeft steun aan het zien van de mond van de
spreker. Niet voor niets ziet men in een zaal waar
iemand het woord voert, alle toehoorders zo schui
ven op hun stoelen, dat ze de persoon in kwestie
ook met de ogen kunnen waarnemen. Leer liplezen,
luidt daarom het parool van de Vereniging. Een
hoortoestel is geen nieuw oor.
Ook hier echter een probleem. Men kan te goed ge
revalideerd zijn. In de normale omgang merkt de
omgeving dan nauwelijks iets van de onzichtbare
handicap, want de slechthorende weet zich met zijn
vaardigheden zo goed te redden dat hij kan door
gaan voor een goedhorende. Bezwaar: er blijven mo
menten waarop hij hulpeloos is, bijvoorbeeld in het
donker of wanneer er hetzij achter zijn rug, hetzij in
een andere richting gesproken wordt. Onder dergelij
ke omstandigheden vergeet de omgeving met de
goed gerevalideerde hardhorige rekening te houden
en daardoor krijgt hij juist extra moeilijkheden.
bestaat een Nederlandse Vereniging voor Slecht-
orenden. Zij telt tegen de 7000 leden en is uiterst
lief. met name bij het signaleren van hiaten in de
aatschappij waarvan slechthorenden de dupe zijn.
re 91 ll<8'e voort)eelden. De PTT geeft een boekje uit
el voorlichting over speciale telefoonapparatuur:
n hoorn die met een knqpje hard gezet kan wor-
m. Maar openbare telefooncellen met een speciaal
estel voor hardhorenden bestaan niet, zelfs niet op
m Ktkantoren. Het doet bijna cynisch aan dat men
el van plan is er zachte achtergrondmuziek ten ge-
ore te gaan brengen. Een ander probleem is dat
it personeel van banken en post-girokantoren te-
nwoordig schuil gaat achter dik glas met enkele
aatgaatjes zodat liplezen onmogëlijk wordt. Aldus
een extra drempel geschapen die de slechthoren-
nauwelijks nog kan nemen.
ijzen is voor slechthorenden een griezelige bezig-
lid, zegt de Vereniging. Het blijkt bijna niet verant-
°ord ze alleen op stap te laat gaan. In geval van
»d kunnen ze niet snel naar huis bellen. Over-
*4 ichten in een hotel is gevaarlijk, want wie zijn
IJ torapparaat bij het slapen gaan heeft afgelegd,
Wrt het alarm niet wanneer er brand uitbreekt. Er
slaat een simpele oplossing in de vorm van een
Wekker die onder het hoofdkussen ligt en is aan
sloten op bel of alarm. Zodra deze in werking
sdt, wordt de slaper letterlijk wakker geschud,
«ar geen hotel dat over zo'n voorziening beschikt.
„Voordat Ik zelf mijn gehoor
kwijt raakte, had ik een paar
slechthorende collega's. Hun
slechthorendheid was de reden
waarom er een einde kwam aan
onze samenwerking en de
schuld lag bij mij".
(bedrijfsleider, 4$ jaar, doof).
"ef betekende een schok voor I
,e toen ik merkte dat er iets I
*tmijn gehoor was. Het eerste 11
Pr voelde ik me helemaal
kslagen. De eerste maanden 1
1° ik geen boodschappen doen.
fles was zo verwarrend".
juisvrouw, 60 jaar, matig slechthorend).
Vaak valt het isolement zo simpel op te heffen, zegt
de Vereniging. We moeten de oorzaak waarschijn
lijk niet bij onwil, maar bij onwetendheid zoeken.
Het is aan deze onwetendheid dat we een einde wil
len maken. We willen zowel de goed- als de slecht
horenden voorlichten over de mogelijkheden die er
zijn. Verbazend blijkt daarbij het gebrek aan kennis
dat onder de slechthorenden zelf leeft. Zo nemen ze
het geluid van de telefoon of de deurbel bijna niet
meer waar. Dat brengt hen in paniek. Ze spannen
zich vreselijk in om enig geluid op te vangen, want
stel je voor dat er gebeld wordt. Het resultaat is dat
ze andere dingen vergeten. Ze laten het eten aan
branden, ze vergeten de kraan dicht te doen of ze
weten niet meer waar ze hun bril neergelegd heb
ben. De spanningen stapelen zich op. Terwijl de op
lossing voor de hand ligt in de vorm van een appa
raatje dat lichtsignalen geeft wanneer de telefoon of
de deurbel gaat.
elk oor bevinden zich meer dan 40.000 zintuigcel-
Beschadiging daarvan heeft een vermindering
het gehoor tot gevolg die men binnenoor-doof-
,d noemt. Het meest doet zich een verminderde
Bfking door ouderdomsslijtage voor. Overmatig har-
9eluiden zoals op scheepswerven en luchthavens
In ketelmakerijen geven een beschadiging in het
jfle-tonengebied. Meningitis, bof en andere besmet-
"Jko ziekten kunnen tot totale vernietiging van het
Deze lieftallige schone, blijkens haar T-shirt-oproep fel voorstandster van minder lawaai, zou schrik
ken als zij wist hoeveel mensen Juist door overmatig harde geluiden het gehoor zien verminderen,
ja zelfs geheel verliezen.