Vraagtekens achter de DC 10 CDA 2 europese 'Het morgen van Europa en Nederland, „.begint morgen... 7 juni!... volkspartij Bouke Beumer Ons CDAóók in Europa! BINNENLAND LEIDSE COURANT WOENSDAG 6 JUN11979 PAGINA AMSTERDAM - Per KLM zullen dit jaar een kleine 300.000 vakantie- vierders naar hun bestemming rei zen en Martinair gaat er ruim 700.000 verschepen. Voor een aan zienlijk deel loopt dit miljoenkoppi- ge publiek de kans te moeten vlie gen in een toestel, dal momenteel met een uiterst scheef oog bekeken wordt: de DC-10. Angst schijnt de passagiers niet bevangen te hebben sinds het rampzalige ongeluk bij Chicago, dat technische mankemen ten bij dit soort machines aan het licht bracht; nergens zijn tenminste telefoontjes binnengekomen van mensen die hun boeking wilden an nuleren of die overboeking op een ander type vliegtuig eisten. Maar de naam van de DC-10 is besmet ge raakt en dat menige luchtreiziger zijn riemen met gemengde gevoe lens vast zal gespen, lijdt geen twij fel. Het is vaker voorgekomen dat series van een bepaald vliegtuig de ziekte van onvolkomenheden in de con structie vertoonden. Een berucht voorbeeld blijft de Comet van Haw ker Siddeley, de eerste straalmachi- ne in de burgerluchtvaart, trots van de Engelse vliegtuigindustrie. De romp van het revolutionaire ontwerp - te revolutionair voor zijn tijd mis schien - kreeg verschijnselen van metaalmoeheid en na een reeks on gelukken werd de Comet in 1954 aan de grond gezet. 1 KILLING Dan is er de Electra van Lockheed. Toen in 1960 een toestel van dit type neerstortte, bleek de oorzaak te liggen bij een vleugel die als gevolg van escalerende trillingen was afge broken. Voor alle Electra's dreigde hetzelfde gevaar en het kostte Lock heed 118 miljoen dollar om de con structie van de vleugels zodanig te versterken dat de machines weer veilig de lucht in konden. Ook de Cornet mocht, nadat het ontwerp de nodige veranderingen had onder gaan. zijn rentree in het luchtruim maken en voldeed daarna voortref felijk. Vraag die op het ogenblik veel luchtvaartmaatschappijen, ge bruikers van de DC-10, en natuur lijk de fabriek McDonnell Douglas zelf kwelt: staat er opnieuw zo'n ge ldverslindende operatie voor de deur? GEBREKKIG ledereen met hart voor een veilig zwerk zou het liefst ja willen ant woorden. De belanghebbenden nei gen ertoe de kwaal van de DC-10 eerder aan gebrekkig onderhoud dan aan constructiefouten te wijten; de feilen zijn tot dusver uitsluitend bij in Amerika vliegende toestellen aangetroffen, hetgeen in die richting zou kunnen wijzen. De voorgeschie denis zowel als de feitelijke historie van de luchtreus bevatten echter zo veel dubieuze elementen, dat ingrij pen niet misplaatst lijkt. Anderzijds valt begrip op te brengen voor de beslissing om voorlopig te volstaan met een controle na iedere tien da gen of honderd vlieguren inplaats van een keer per jaar, zoals voor de ramp van Chicago gebruikelijk was. Er liggen, zeker met het vakantiege- drang op til, gigantische geldelijke belangen in de weegschaal. OFFERS Het aan de grond houden van de Comets van Electra's was indertijd nog wel doenlijk, al vergde de maat regel grote financiële offers. Het ging om betrekkelijk geringe aantal len vliegtuigen - om relatief kleine toestellen ook, die niet zulke kolos sale bedragen bij elkaar hoefden te rossen om zichzelf terug te verdie nen en de kassa van hun eigenaar te doen rinkelen. De DC-10 is een totaal ander verhaal. Er vliegen er momenteel niet minder dan 247 van rond. 750 vluchten per dag, uitge voerd door 41 maatschappijen. Een miljoen passagiers per week. Zo'n raderwerk laat zich niet van de ene dag op de andere stopzetten zonder catastrofale gevolgen voor de be drijfsvoering. De burgerluchtvaart van vandaag met zijn moordende concurrentie houdt zich in evenwicht op een gevaarlijk dun en slap koord tussen winst en verlies. Een wankele positie die geen financiële bokkes- prongen gedoogt. EGE LIJF Jawel, maar 273 doden bij Chicago en. toen eerder een andere DC-10 neerstortte. 346 doden bij Parijs. Moeten voor zulke tragische statis tieken niet alle overwegingen wij ken? Tellen mensenlevens soms min der zwaar dan zakelijke belangen? Typisch een vraag aan gezagvoer ders; zij immers dragen de eind-ver antwoordelijkheid voor de veiligheid van de passagiers die hun vege lijf toevertrouwen aan hun vakbe kwaamheid en oordeel. Nu heerst daaromtrent onder vliegers een merkwaardig nuchtere opvatting. Hij laat zich als volgt samenvatten: „Ik denk niet zozeer aan de veiligheid van die honderden mensen achter mijn rug als wel aan mijn eigen vei ligheid. Wanneer ik erin slaag veilig de grond te bereiken, dan komen de passagiers er vast en zeker ook". vERTROlWEN Dus ligt de volgende vraag aan ge zagvoerders voor de hand. Zijn ze er, na wat gebleken is, nog steeds gerust op dat ze met een DC-10 vei lig de grond kunnen bereiken? Een peiling levert een verrassend één stemmig resultaat op. „O ja. Ons vertrouwen in de machine is onge schokt. We hebben er meer vertrou wen in dan in het handjevol mensen dat nu moord en brand schreeuwt". Gedoeld wordt met name op een man als Philip Hogue, lid van de National Transportation Safety Board, een Amerikaans overheidsli chaam dat luchtvaartrampen onder zoekt. Hogue liet vorige week na het ongeluk bij Chicago weten: „Ik zou liever geen passagier meer in een DC-10 willen zijn". NONSENS Gevraagd naar de reden van zijn dramatische uitspraak, verklaarde Hugue: „Ik maak me zorgen over de mogelijkheid van afgebroken vleu gels. Ik ben bezorgd over het ont werp. over het gewicht dat kan wor den opgehangen aan de verbindings stukken tussen de vleugels en de motoren. Zijn deze verbindingsstuk ken wel goed? Ik zou er veel voor voelen de DC-10's aan de grond te houden". Inderdaad bleek tijdens het onderzoek, door de ramp in Chi cago ontketend, dat 31 van de 138 in Amerika rondvliegende DC-10's dringend naar de hangar moesten. De door ons ondervraagde gezag voerders echter. „Het is nonsens dat zo'n Philip Hogue nu opeens een be schuldigende vinger uitsteekt naar McDonnell Douglas of naar de be trokken luchtvaartmaatschappijen. Zijn hand hoort in eigen boezem thuis. Immers: niet een vliegtuigfa briek en niet een luchtvaartmaat schappij maakt uit of en wanneer een machine luchtwaardig is - dat doet de overheid. Het ontwerp vam de DC-10 is geheel onder toezicht van de Amerikaanse luchtvaartauto riteiten tot stand gekomen". \iarkt Dan nog was die voorgeschiedenis volgens sommige critici twijfelachtig. Een citaat van de Britse journalisten Eddy, Potter en Page - naar wie het PSP-Kamerlid van der Spek in vra gen aan de regering verwijst - die na de ramp bij Parijs (maart 1974) jarenlang in de feiten rond de jum bo met de roemruchte merknaam Douglas hebben gewroet. „De DC-10 ontstond na een van de hefstigste concurrentieslagen uit de geschiede nis van de burgerluchtvaart.. In de zestiger jaren werd duidelijk dat er met de ontwikkeling van grote straalmotoren een nieuwe generatie jumbo-passagiersvliegtuigen zou kun nen ontstaan. Boeing wist zich met de 747 een leidende positie op die markt te veroveren. Twee andere, minder bloeiende firma's bleven over om te vechten voor de markt van de middellange afstand: Lock heed en Douglas". wedloop Beide fabrieken begonnen een wed loop tegen de klok: Lockheed met zijn Tristar en McDonnell Douglas met zijn DC-10. De laatste stopte er een miljard dollar aan ontwikkeling skosten in en won de race. Er vlie gen nu 274 DC-10's tegen slechts 163 Tristars. Zakelijk gezien een bla kend succes. De critici echter: het besluit van McDonnell Douglas om de achterstand op het gebied van de jumbojet in te halen, en wel zo snel mogelijk, heeft geleid tot het ge bruik van oudere technologieën, ont leend aan de DC-8, en tot het wegla ten van enkele veiligheidssystemen. Zo heeft de DC-10 drie onafhanke lijk van elkaar werkende hydrauli sche systemen voor de besturing te gen vier bij de Boeing 747. „Het is de vraag of de fabriek zich voldoen de tijd heeft gegund voor het berei ken van een zekere technologische perfectie". stuurloos Dan de feitelijke historie, door vraagtekenzetters evenzeer aange haald teneinde hun gelijk te bewij zen. De ramp bij Parijs, maart 1974, die 346 slachtoffers eiste. Een slecht geconstrueerde afsluiting deed de vrachtdeur uit de romp van een DC- 10 vliegen. Tussen vrachtruim en ca bine ontstond een geweldig drukver schil. De vloer brak en ook de hy draulische besturingsleidingen van de cockpit naar de staart die er pal onder lopen, knapten af. Stuurloos stortte de machine van 3600 meter hoogte naar beneden. De ramp van 25 mei jongstleden met zijn 273 do den. Als gevolg van metaalmoeheid breekt een verbindingsstuk aan de vleugel. De 6000 kilo zware motor vliegt weg en vernietigt de pal ach terliggende hydraulische besturing sleidingen. Alweer moet een beman ning machteloos toezien hoe een DC-10 zonder mogelijkheid tot con trole neersmakt. Niet het verlies van een vrachtdeur of een motor veroor zaakte de rampen, maar het wegval len van de hydraulische druk. Had den de leidingen maar ergens an ders gezeten of was er nog maar een vierde systeem geweest, aldus de kritiek. SISSER De rampenlijst van de DC-10 zou bovendien nog uitgebreider hebben kunnen zijn - het totale aantal do den zou boven de 800 hebben kun nen liggen. Al in juni 1972 sprong er een vrachtdeur uit een DC-10 en bezweek de vloer van de cabine waarbij de meeste systemen bescha digd raakten. Alleen omdat de ma chine niet zwaar beladen was en omdat de gezagvoerder bijzonder be kwaam wist te reageren, liep het met een sisser van lichte verwondin gen af. Voorts ontplofte in novem ber 1975 een motor van een starten de DC-10. Hoewel het toestel door het wegvallen van de hydraulische druk nog slechts beschikte over de helft van zijn remvermogen, kon de gezagvoerder het juist voor het ein de van de baan tot stilstaan bren gen. PROTEST „De enige manier om voor honderd procent veilig te vliegen, is helemaal niet te vliegen", schokschouderen de meeste vliegers, over deze materie ondervraagd. Ze hebben leren leven met het vooruitzicht van een ramp die ook hen kan treffen; allemaal betreuren ze wel het verlies van een goede vriend en collega. De domhie, nodeloze oorzaak van een construc tiefout echter - dat is wat degenen benauwd die na Chicago of al eer der hun stem tegen de DC-10 ver hieven. Een catastrofe kan allerlei oorzaken hebben en vaak ligt er nog een noodlottige samenloop aan ten grondslag ook. Tragisch. Deelneming met de nabestaanden. Over tot de orde van de dag. Maar in het geval van de DC-10 lijkt deze berusting hier en daar te wijken voor protest. En van protest is dewereld nooit slechter geworden - misschien wordt het enge, achter zichzelf en elkaar hollende wereldje van de burger luchtvaart nog te weinig gehoord. PIET SNOEREN Weinig animo voor kringkampioenschappen (Van onze zwemmedewerker) ROELOFARENDSVEEN De komende weken staan een aantal belangrijke wedstrij den voor de Kring Gouwe Rijnstreek op het programma nl. de Kringkampioenschap pen. Deze wedstrijden zijn voor de Leidse vertegenwoor digers de laatste kans om zich te kwalificeren (NK '79). Gisteravond in Roelofarend- sveen viel vooral de geringe belangstelling van de wat ou dere zwemmers op. Zowat de voltallige top in deze leef tijdsklasse liet verstek gaan. maar wellicht werd dit ook veroorzaakt door het feit dat alleen lange-afstandnummers op het programma stonden. In de jongere leeftijdsklassen viel er echter genoeg te genie ten. De 800-vrij voor jongens onder 12 jaar werd niet al leen één van de spannendste, maar ook de snelste race van de avond. De eerste drie aan komenden doken allen ruim onder de NK-limiet. Winnaar werd René Rieken (AZC) in 10.24.1, op de voet gevolgd door Gijsbert v.d. Leeden (BZ PC) in 10.24.3, die op wat grotere afstand weer gevolgd werd door Sander Verheul (AZC) in 10.58.5. De enige Leidse kringtitel kwam in be zit van Brigitte Distelveld (Zijl/LGB). Zij won de 800- vrij voor meisjes onder 14 jaar in 10.55.0, haar clubgeno te Karin v.d. Linden werd tweede in 11.02.1. Op het zelf de nummer voor meisjes ón der 12 jaar eindigden Ciska Spek (AZC) en Marianne Knot (LZ'86) in excact dezelf de tijd (11.12.0). Eerstgenoem de werd echter door de jury als eerste geklasseerd en dus moest Marianne Knot met het zilver genoegen nemen. De belangrijkste uitslagen: 400-vrij meisjes onder 10: 2 Y. de Kier (LZ'86) 6.08.3. Idem jongens: 1. R. Brouwer (AZC) 5.52.6 (NK-limiet). 3. R. Filip- po (LZ'86) 6.31.0. 800-vrij meisjes onder 16: 1. P. Hoek (Katwijk) 10.10.5. Idem dames: 1. I Scholten (DONK) 10.09.0. 2. R. Hassefras (Zijl/LGB) 10.15.1. 1500-vrij jongens oi der 14: 1 E. v. Houten (BZ PC) 18. 31.9. 2 E. Riekt (AZC) 18.48.7 (beide NK-I miet). Idem jongens onder 1 1. C. v. Zwol (BZPC) 19.27. Idem heren: 1. G. Bosma (BZ PC) 18.26.1. 2. R. Zijp (Zijl/LGB) 19.13.1, 3. Hameter (LZ'86) 22.38.8. Adoptie nodig ook voor gebrekkig buitenlands kind DEN HAAG (ANP) „Juist gebrekkige buitenlandse kin deren hebben recht op adop tie. Zij moeten kunnen profi teren van onze faciliteiten, die er in hun eigen land niet zijn. Dat is één van de voor waarden voor een goed inter landelijk adoptiebeleid". Deze stelling verdedigt Miek de Langen. buitengewoon hoogleraar kinderrecht aan de Amsterdamse universiteit in blad van de vereniging Fami lie- en Jeugdrecht. Zij meent zeker te weten dat heel wat gezinnen in Nederland zich het lot van juist deze buiten landse kinderen willen aan trekken. Maar dan zal de pro cedure voor adoptie op ver schillende punten verbeterd moeten worden. Zij moet vlot, eenvoudig en voor adoptiefou ders zo goedkoop' mogelijk worden afgerond. Dit geldt volgens haar trouwens voor de adoptie in het algemeen. Open brief aan bisschc Geef Navohuur Leeuwenhorst aan I.K.V. (Van eerfonzer verslaggevers DEN HAAG De heer J. I Th. Kouwenhoven, voormal directeur van de Katholiel Jeugdbeweging in het dioce Rotterdam heeft in een „op< brief' aan mgr. Simonis, bi schop van Rotterdam, g vraagd zijn afkeuring uit i spreken over het beschikbai stellen van Congrescentra; Leeuwenhorst voor het hoi den van de NAVO-topconf rentie. Voorts vraagt hij de bisscho dat aan de diocesanen veron schuldigingen worden aangi boden voor het gebeurde e dat het geld, dat het Congre centrum aan deze conferenti heeft verdiend „als zoenoffei wordt aangeboden aan het li terkerkelijk Vredesberaad. Zijn bezwaren richten zich t< gen het feit, dat het Congres centrum (voorheen kleinsem narie), gebouwd voor met sen", die dagelijks het woor „vrede" biddend mogen uil spreken", vrijwillig wordt vei huurd voor een bijeenkoms van een militaire organisatit die is opgericht en almaar ij stand wordt gehouden on vijanden te bestrijden en li vernietigen, „een organisatij aan wie de bijbelwoord^ over geweldloosheid en vred volstrekt vreemd zijn en di wapenen bezit waarvan he gebruik te allen tijde ontoe laatbaar is". 'De vrede wordt duur betaald!' 'Gruwelijk toch eigenlijk hoeveel geld er in die be wapening gaat zitten.' 'Natuurlijk zijn die technische vindingen óók er gens anders voor benutmaar toch 'Wat zou het prachtig zijn als er méér gebruikt wordt voor een andere veiligheid een veiliger leefsfeer en een beter milieu zoals dat zo mooi heet.' 't Kan me ook niet schelen hoe ze het noemen als we met die Europese verkiezingen maar weer een stap in de goede richting zettenen dat moet voor de toekomst van onze kinderen.' 'In elk geval is het mijn CDA de moeite waarddie gaan daar wat aan doen.' 'Hoe méér moeders dat steunen hoe beter!' 'Ze maken me niks wijs.' 'Toevallig weet ik héél goed dat óók in de land bouw nog ruimte is voor zelfstandigheidzowel voor het kleine als voor het.middelgrote bedrijf en mét voldoende vrijheid voor eigen initiatief 'Maai' toevallig wéét ik ook, dat 't niet overal kan, of zelfs de kop wordt ingedrukten dat vind ik niet zo mooi!' 'Dan is het wél zo fijn te weten dat die Beumer van het CDA er nét zo over denkt!' 'Daarom doe ik mee met die Europese Verkie zingen met 9 landen en mét die Beumer komen we een heel eind verder dan Holland alleen!' - 'Zo zit dat. 'Hoe moet dat morgen 'Hoe zit datwaar is dat morgen goed voordie Europese verkiezingen 'We gaan stemmenhet is de eerste keer dat we zelf een Europees Parlement gaan kiezen en hoe meer CDA'-ers daarin zitten, hoe beter het is!' 'Bouke Beumer is morgen onze man!'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 6