Per jaar
worden
in ons land
200.000
vogels
geringd
Anne Frank geloofde
tot het eind aan
de innerlijke
goedheid van
de mens
BINNENLAND
DONDERDAG 31 ME11979 PAGINA 6
ik, dat alles zich weer ten goe
de zal wenden, dat ook deze
hardheid zal ophouden, dat er
weer rust en vrede in de werel
dorde zullen komen. Intussen
moet ik mijn denkbeelden hoog
en droog houden, in de tijden,
die komen zijn ze misschien
nog uit te voeren".
Dat is het wat honderdduizen
den jaarlijks naar het Anne
Frankhuis aan de Prinsengracht
in Amsterdam doet trekken.
Anne Frank is het nog steeds
levende bewijs, dat de wereld
niet weggegooid behoeft te wor
den. „Ik wil nog voortleven na
mijn dood", schreef ze op 4
april 1944. „En daarom ben ik
God zo dankbaar dat hij mij bij
mijn geboorte al een mogelijk
heid heeft gegeven om me te
ontwikkelen en om te schrijven,
dus om uit te drukken wat in
mij is".
Zo leeft die boodschap voort in
het Anne Frankhuis, waar tallo
ze medewerkers, bestuur en cu
ratorium met vallen en opstaan
gestalte proberen te geven aan
die idealen. Idealen, die hun uit
drukking vinden in de strijd te
gen anti-semitisme. rascisme.
nazisme en fascisme.
Een strijd ook. die een verbon
denheid voelt met de staat Isra
ël en het joodse volk en van
daaruit met alle andere onder
drukte volkeren. Het Anne
Frankhuis huisvest dan ook ex
posities als 2000 jaar Anti-semi-
tisme, Ultra-rechts in West-Euro
pa, een beeld van het opnieuw
oprukkende nazisme en fascis-
De Dagboekzolder biedt een
overzicht van het werk van de
stichting, dat nationaal en inter
nationaal grote aandacht trekt.
Op 12 juni, precies vijftig jaar
na de geboorte van Anne Frank,
zal de vernieuwde Dagboekzol
der opnieuw in gebruik worden
gesteld. De duizenden bezoekers
zullen beter ontvangen kunnen
worden en nog meer dan voor
heen zal worden geprobeerd de
boodschap, het testament tot le
ven te brengen en al die dui
zenden iets mee te geven van
wat Anne heeft bewogen. Het
gaat daarbij niet om een ver-
heerlijking van dat kleine joodse
meisje. Het gaat om het dienen
van de gerechtigheid, om het
overeind houden van idealen en
gedachten, het inrichten van
een samenleving, die vrij is van
rascisme. anti-semitisme en on
derdrukking.
De herdenking van de vijftigste
geboortedag van Anne Frank is
een gelegenheid om die idealen
weer eens in het middelpunt
van de belangstelling te plaat
sen. Temidden van dagelijkse
zorgen en problemen zijn wij
snel geneigd te vergeten. De
12e juni is een dag om te her
inneren en vooruit te zien,
„want misschien kunnen we
onze denkbeelden toch nog uit
voeren".
DICK HOUWAART
AMSTERDAM Het is niet zo
eenvoudig om aan de weet te
komen wat zo'n ruim 350.000
bezoekers per jaar aan het
Anne Frankhuis te Amsterdam
beweegt Is het omdat het
Anne Frankhuis op de internati
onale reisgidsen als eerste
wordt genoemd, onder de -letter
A? Is het toch de emotie, die
samenhangt met het beroemde
Dagboek, dat men wil weten
wéér dat kleine joodse meisje
dat boekje geschreven heeft?
Het Achterhuis dat in de gehele
wereld bekend is, is geen op
windend huis. De kamers waarin
eertijds de familie Frank en en
kele anderen ondergedoken
hebben gezeten, zijn leeg. Die
leegte is zelfs ietwat beklem
mend en in strijd met de waar
heid van toen. Kijk maar naar
de maquette van het huis. Toen
waren er tafels, stoelen en bed
den. En mensen natuurlijk. Nu
leegte, ook al trekken jaarlijks
honderdduizenden door die
ruimten.
Is het dan toch het boekje dat
Anne Frank schreef en waarin
zoveel angst en vrees, maar ook
hoop en verlangen worden uit
gesproken? Zoveel zélfs, dat
sinds het eerste verschijnen er
meer dan veertien miljoen
exemplaren in tientallen talen
over de gehele wereld versche
nen zijn. Hoe komt het dat een
tentoonstelling in Japan afgelo
pen jaar over Anne en haar
boek. het huis en de vervolgin
gen binnen enkele dagen tien
duizenden jonge mensen trok?
Waaraan is het te danken dat
een expositie over Anne in Lon
den in enkele dagen meer dan
veertienduizend belangstellenden
ontvangt7
Wat is de geheimzinnige kracht
van een klein boekje? Natuur
lijk. er is een film over Anne
Frank gemaakt. Een toneelstuk
trok volle zalen, jarenlang, ook
in Duitsland. De bekendheid is
er. Zó bekend is het boek. dat
anti-semieten en nazi's er bang
voor zijn geworden en er, zowel
in Engeland. Zweden, als in
Duitsland boekjes verschenen
zijn waarin de „vervalsing" van
het Dagboek wordt „aange
toond". Er is nu zelfs in Vlaan
deren, in het Nederlands, een
schotschrift verschenen, waarin
aan de dood van zes miljoen jo
den wordt getwijfeld en dus im
pliciet aan de dood van Anne
Frank.
Het Dagboek is zo sterk en
doet zo'n universeel en mense
lijk beroep op vrede en gerech
tigheid. op afwijzing van haat
en rascisme. dat de bestrijders
van die vormen van menselijk
heid er bang voor zijn en de in
vloed vrezen.
Het Dagboek is dan ook meer
dan een eenvoudig meisjesboek.
Het gaat uit van universele men
selijke waarden en dat zijn van
zelfsprekend de herkenningspun
ten voor jonge mensen als zij
Anne's Dagboek als een testa
ment beschouwen.
Zo doet vader Otto Frank het.
Vorige maand werd deze bijzon
dere man negentig jaar.
Hij is als het ware de uitvoerder
van Anne's gedachten. Zelf zegt
hij. dat hij Anne niet altijd goed
gekend heeft, ook al was hij.
zoals wij dat noemen, wel goe
de maatjes met haar. Door haar
LEIDSE COURANT
Per jaar komen er zo'n ruim 350.000 bezoekers uit binnen- en buitenland naar het Anne Frankhuis.
50 JAAR GELEDEN
GEBOREN,
37 JAAR GELEDEN
BEGONNEN
AAN DAGBOEK
boek heeft hij haar boodschap
herkend en er naar gehandeld.
Sinds het einde van de Tweede
Wereldoorlog heeft vader Frank
gecorrespondeerd met mensen
over de gehele wereld.
Jongen mensen vroegen zijn
hulp. riepen om steun en
vriendschap en hij gaf die naar
vermogen. Hij droeg, waar hij
dat kon. de boodschap van
Anne uit. En zo deed zijn be
wonderenswaardige tweede
vrouw het, die hij leerde kennen
vlak na de oorlog en met wie
hij nu al meer dan een kwart
eeuw getrouwd is. Ook zij heeft
zich het leven en het boek van
Anne geheel eigen gemaakt en
samen, wonend in Bazel in
Zwitserland, schrijven zij brieven
aan wie maar contact zoeken.
Het ondergedoken meisje Anne
Frank was een joods meisje.
Dat is geen wonder, want joden
werden fel vervolgd, al waren zij
niet de enigen. Maar het joodse
karakter van het boekje, dat
Anne heeft nagelaten, is herken
baar en voor een goed begrij
pen van betekenis.
Ik wil daarom de beroemde
joodse wijsgeer Martin Buber
aanhalen, de schrijver en verza
melaar van Chassidische verha
len. In één van die vertellingen
komt een tweeregelig verhaal
voor, dat aldus luidt: „De rabbi
van Ger sprak: ik hoor menig
een zeggen, ik wil de wereld
weggooien. Is de wereld dan
van jou dat je die weggooien
kunt?"
Laten we de wereld maar weg
gooien, zo zal menigeen h$t na
zeggen. want ellende, wreedheid
zijn overal en altijd. Oppervlak
kig gezien is er geen ander uit
gangspunt voor dit aardse tra
nendal. Er moet maar een einde
aan komen.
Toen prof. dr. A. Romein het
boek van Anne ontdekte en dat
was vrij direct na de oorlog,
schreef hij: „Dat dit meisje ge
roofd en gedood is kunnen wor
den, is voor mij het bewijs dat
Anne Frank als 12-jarig meisje
De vader van Anne, Otto Frank en zijn echtgenote (beiden rechts)
bekijken de maquette van het Achterhuis.
wij de slag tegen het beest in
de mens hebben verloren. En
we hebben bovendien verloren
omdat we er niets positiefs te
genover hebben gesteld".
Met alle respect voor deze grote
historicus, maar juist hij greep
als het ware naast de bedoeling
van Arine's boek. Dat boek
ademt juist hoop en vertrouwen
en tilt de lezer uit boven de
wanhoop van het alledaagse,
zoals Buber de mensheid de
weg wijst naar de eenheid, de
vrede en de gerechtigheid.
Anne was. onwetend, een scha
kel in de joodse geschiedenis,
alhoewel zij uit een liberaal
joods gezin kwam. Niettemin, zo
vertelt vader Frank, zegde zij
braaf haar gebeden en wist hoe
de sabbat gevierd moest wor
den. Zij voelde zich diep ver
bonden met het joodse volk en
kende de weg die Israël moest
gaan temidden van de volkeren.
In 1944 schreef ze: „Als wij al
dit leed dragen en er toch nog
steeds joden overblijven, dan
zullen joden eenmaal van ge-
doemden voorbeelden worden.
Wie weet mag het ons geloof
nog eens zijn dat de wereld en
daarmee alle volkeren het goede
leert en daarvoor, déérvoor al
leen moeten wij ook lijden".
Zo schreef een meisje zonder
het te weten, zonder het echt te
beseffen, een bladzijde in de
geschiedenis van het joodse
volk. Maar. ze vertelde meer.
Als het einde nadert, als ze tot
haar schrik ontdekt, dat ook in
Amsterdam vormen van Neder
lands anti-semitisme een rol
spelen in de behandeling én het
denken over joden, dan lezen
we haar boodschap:
„Het is een groot wonder dat ik
niet al mijn verwachtingen op
geef. want ze lijken absurd en
onuitvoerbaar. Toch houd ik ze
vast. ondanks alles, omdat ik
nog steeds aan de innerlijke
goedheid van de mens geloof.
Het is me ten enenmale onmo
gelijk alles op te bouwen op
basis van dood, ellende en ver
warring. Ik zie hoe de wereld
langzaam steeds meer in een
woestijn herschapen wordt, ik
hoor steeds harder de aanrol
lende donder, die ook ons zal
doden, ik voel het leed van mil
joenen mensen mee en toch,
als ik naar de hemel kijk, denk
'Otto Frank en burgemeester Samkalden na de onthulling van een
beeldje van Anne Frank In maart 1977 op de Westermarkt in de
hoofdstad.
Jaarlijks krijgen in Nederland zo'n 200.000 vogels
(waarvan slechts 60.000 in het nest) een ring om hun
pootje of poot. Deze ringen, variërend in grootte van
twee tot zesentwintig millimeter, hebben de inscriptie:
Vogeltrekstation (VT) Arnhem en een nummer. Dit
nummer wordt centraal geregistreerd met alle gegevens
over de betreffende vogel, zoals soort, vangplaats,
datum, geslacht en eventueel leeftijd, tenminste als het
nestjongen betreft. Aan de hand daarvan wordt er
allerlei informatie bekend over de desbetrefende vogel:
de trekgewoontes, de gemiddelde leeftijd, partnerkeus
enzovoort.
De heer F. Haverschmidt uit Ommen, oud-president van
het Hof van Justitie in Paramaribo, is één van de
driehonderd ringers in Nederland. Onderzijn leiding
werd destijds in Suriname een jachtwet ingesteld, die
na jaren nu een beetje bij de bevolking is
doorgedrongen.
OMMEN „Ook al staat Nederland In Eu
ropa, wat het ringen van vogels betreft, vrij
hoog, met het terugsturen van die dingen
is het maar slecht gesteld. Als je nagaat,
dat er van kleine vogels maar 0,03 procent
van de ringen teruggestuurd wordt naar
Arnhem, besef je dat er enorm veel verlo
ren gaat. Ook van de trekvogels komen er
betrekkelijk weinig ringen terug. Misschien
dat een missionaris of arts In Afrika weet
waar ze voor dienen en ze weer terug
stuurt, maar de gewone Afrikanen kennen
ze niet. Met de jachtvogels (eenden en
dergelijke) is het beter gesteld. Daarvan
krijgen we via de jagers zo'n tien tot twin
tig procent van de ringen terug". Deze
woorden komen zuchtend uit de mond van
één van de driehonderd vogelrlngers, die
Nederland rijk Is, rrtr. F. Haverschmidt uit
Ommen.
„Het is geen goedkope hobby", vertelt hij
verder, „omdat we die ringen zelf moeten
betalen. De kleinste kosten ongeveer een
stuiver stuk. de grootste een dubbeltje. Het
enige voordeel is dat de enveloppen waarin
we de lijsten met gegevens over geringde
vogels opsturen, portvrij zijn. Het Vogeltrek
station is namelijk een onderdeel van de
Koninklijke Academie van Wetenschappen,
vandaar. Het werd ingesteld na de oorlog".
Het vangen en ringen van vogels is aan erg
strenge vergurlningen gebonden, omdat vrij
wel alle vogels beschermd zijn. „In die ver
gunning. afgegeven door CRM. staat bij
voorbeeld. dat je verplicht bent je netten
steeds in- de gaten te houden en ze te ver
wijderen zodra je weggaat. Dit om de vo
gels slechts zo kort mogelijk van hun vrij
heid te beroven, anders gaan ze spartelen
en dan raken ze juist gewond. Nee. met het
vangen loopt er vrijwel nooit één letsel op.
De netten zijn gemaakt van zacht nylon en
we gebruiken diverse soorten: slagnetten,
mistnetten. raketnetten en dergelijke. Zo n
raketnet bijvoorbeeld wordt over een over
vliegende troep ganzen geschoten, maar al
leen het trekstation zelf beschikt over een
dergelijke installatie".
„De meeste vangmethodes hebben we trou
wens overgenomen van de Italianen. Die
zijn daarin, helaas, nog al ervaren, zoals ie
dereen weet. Daar worden ontzettend veel
zangvogels gevangen (zo n 250.000.000 per
jaar) voor consumptie. Ook in België ge
De heer Haverschmidt
krijgt assistentie bij het
ringen van jonge
bosuilen.
beurde dat veel, maar ook al is het daar nu
officieel verboden, ik heb er wel mijn twij
fels over of het inderdaad afgelopen is. Ik
ben bepaald geen bewonderaar van het do
den van vogels als sport, al heb ik, toen ik
in Suriname zat. zelf ook wel vogels ge
schoten. maar alleen voor wetenschappelijke
doeleinden. Veel van door mij geschoten
vogels liggen nu „opgebaard" in laden in
het Rijksmuseum te Leiden. Er zijn in Ne
derland helaas veel jagers die de vogels
niet kennen en maar schieten op alles wat
beweegt. Ook de preparateurs doen een
hoop kwaad, omdat veel vogels afgeschoten
worden om opgezet te worden. Maar goed.
we hadden het over het ringen, dus laten
we daar maar verder over praten".
„De ring is een visitekaartje van een vogel,
tenminste als het gerapporteerd wordt. Som
mige vogels worden meerdere keren gevan
gen. Dan noteer je de gegevens en stuurt
die op naar Arnhem. Het Vogeltrekstation
geeft die dan weer door aan de ringer. Bij
het opsturen van een ring is het belangrijk,
dat datum en vindplaats duidelijk vermeld
worden, omdat we graag zo nauwkeurig
mogelijk werken. Toch zijn er erg veel ge
gevens nog niet bekend, maar dat komt
vooral omdat er zo weinig ringen terugge
stuurd worden. Ik denk. dat de bonte vlie
genvanger en de mezen wel de vogels zijn.
waar we het meest over weten", vervolgt de
internationaal bekendheid genietende vogel-
ringer.
Over de gevolgen van de laatste strenge
winter is de heer Haverschmidt niet al te
optimistisch. „De natuur wordt zo wel wat
meer in evenwicht gebracht, want het ging
de laatste jaren erg goed met bijvoorbeeld
de reigers. Die hebben nu wel een enorme
opstopper gehad. Ik heb trouwens m'n twij
fels over al die opvangcentra voor vogels
en zo. Vanuit ethisch standpunt bezien na
tuurlijk erg mooi. maar ik betwijfel of de
natuur er veel mee opschiet. Veel vogels
kunnen na het loslaten erg moeilijk zelf
weer een prooi vangen, ze hebben het een
tijd lang veel te gemakkelijk gehad. Trou
wens. voor zo'n opvangcentrum moet je ook
een speciale vergunning hebben, want je
mag geen beschermde vogels onder je heb
ben. Zo zie je maar weer hoe gebonden je
bent in het vogelwerkaldus de heer Ha-
verschmidt.