Bekervoetbal pas interessant met de komst van toernooi Europa Cup II Koninklijk huis etrokken bij historie van Je Gouden Zweep PORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 12 ME11979 PAGINA 15 had i toes is d.» v-red KRO ijn, tgest imak irecti ep, n ocedi Wart FC Twente twee kansen ROTTERDAM Het stadion Feyenoord is volgende week dindag de arena waar de beker finale tussen AJax en FC Twente wordt gespeeld. De Twentse for matie heeft een dubbele kans zich te plaatsen voor het toernooi om Europa Cup II. Als FC Twente wint, komt het uiteraard rechtstreeks in dat toernooi, maar als er wordt verloren en Ajax wordt kampioen van Nederland heeft FC Twente als verliezend finalist toch recht op de plaats in het Europees toernooi. Een aardig vooruitzicht voor een redelijke middenmoter, die in de competitie niet de kwaliteit toonde zich op reguliere wijze in een van de andere twee Europese toernooien te spelen, maar alles op de beker wierp. En die taktiek lijkt succesvol te worden. Overigens werd de vaderlandse beker pas werkelijk interessant toen het toernooi voor Europese bekerhouders werd ingesteld. Daarvoor, en vooral in het begin, werd het bekertoernooi in Nederland lange tijd niet serieus genomen, wat uit bijgaand „historisch overzicht" blijkt. RESERVES VAN QUICK TWEEMAAL WINNAAR Ajax en FC Twente stonden in 1970 in de halve fina le van het bekertoernooi tegenover elkaar. Ajax won en werd ook bekerwinnaar door in de finale met 2 0 PSV te verslaan. Uit de halve finale AjaxTwente dit doelpunt van Johan Cruyff, die de vergeefs sprin gende Piet Schrijvers, toen nog bij Twente, passeert. (Van een medewerker) N HAAG Over de Nederlandse voetbal ler is in het verleden heel wat te doen weest. Toen de heer Holdert kort voor fin de siècle dit kleinood beschikbaar Ie, bestond hiervoor van bondszijde uwelijks belangstelling. De start was be- Devend. Van de achttien ingeschreven bs gaven er vijf hun wedstrijden gewon- i. Het werd er niet beter op toen het ndsbestuur in 1904 besloot de eerste van deelneming uit te sluiten. Geen irveling begreep waarom! Vooral de lager Masseerde clubs misten hierdoor immers forse recette wanneer een 1e klasser tam bekeren. Steeds meer clubs bedank- voor de eer omdat zij hun financiële rplichtingen niet langer konden nakomen. afstanden voor bekervoetbal waren veel Dter dan voor de competitie en bruintje dat onmogelijk trekken. In die tijd lest b.v. het tweede elftal van DVS (Rot- rdam) naar Zwolle. Frisie (Leeuwarden) ar Breda en Zeelandia (Goes) naar Hilver- n. Velen zagen ook op tegen het uren in trein zitten. Het ging allemaaf niet zo al toen. t kinderachtig gedoe van de bond zat inigeen hoog en in 1910 ging de bond or de knieën. Dat wil zeggen, gedeeltelijk, werd bepaald dat de eerste klassers lortaan vanaf de derde ronde mochten eebekeren. Ook dit besluit was moeilijk te tten, maar men was al lang blij dat de >k niet nóg verder werd teruggezet. De derlandse beker zou jaren een slap hand- blijven. De room ontbrak en in taptemelk niemand trek. Eerst na de komst van Europa Cup is het bekergetij ten gunste teerd. en RAP vochten in 1899 op het HFC- rein in Haarlem de eerste bekerfinale uit. IV was toen „De Groote Haagsche" en niet minder ongenaakbaar in die tijd was het gevreesde Amsterdamse RAP. Dè twee giganten in ons vaderlandse voetbal. RAP had dan ook het tweede kwartier van de verlenging nodig om HW met 1—0 klein te krijgen. Het jaar daarop schakelde het Bre dase Velocitas HVV met 3—2 en Sparta met 21 uit en won vervolgens op het Rotter damse Schuttersveld de finale tegen het Leidse Ajax met 3—1. Het zou tot 1926 du ren alvorens de beker dankzij LONGA opnieuw naar Brabant ging. In 1901 won HBS de beker door op het HFC-terrein met 4—3 over het nog steeds geduchte RAP te zegevieren. Winnaars Monsterzege In 1903 won HW een bekerduel met 200 van het Bussemse BFC jhr. Feith scoor de tienmaal en wat later hakte HFC het Amsterdamse VW met 250 in de pan. In teressant in 1903 was de finale HW-HBS op het terrein van eerstgenoemde. De Leeuwen van Wassenaar telden de geduch te Dirk Lotsy in hun gelederen en wonnen met 61. Het jaar daarop mocht HW andermaal op eigen bodem een eindstrijd uitvechten tegen HFC. Bij dé rust leidde HW met 10. Een gestopte strafschop door doelman Ferf van HFC werd voor de Haarlemse aanval de in spiratiebron. Voor eigen publiek werd HW naar een kansloze nederlaag van 31 ge speeld. In 1906 schoot de vermaarde Delftse schutter Jan Thomée in Den Haag zijn club Concordia naar 32 in de finale op Volhar ding. In 1907 mocht VOC's aanvoerder Dirk van Prooije uit handen van erevoorzitter Pim Muiier de beker in ontvangst nemen, een daad welke hij later als voorzitter van de KNVB vele malen zelf mocht verrichten. Veryolgens werd de beker driemaal in suc cessie door het Haagse Quick gewonnen. Tekenend voor het bekergesol was dat zulks In het 80-jarig bestaan van de Nederlandse beker is er zestig maal een finale geweest. De winnaars waren: Zeven keer: Ajax. Vier keer: Feyenoord en Quick (H). Drie keer: HFC, Sparta en PSV. Twee keer: DFC, Fortuna'54, Haarlem, HBS, RCH.VOC, Wageningen en Willem 2. Eén keer: ADO, AZ'67, Concordia, CW, Eindhoven, FC Den Haag, HW, LONGA, NAC, Quick (N), RAP, Roermond, Schoten, FC Twente, Velocitas (Breda), Velocitas (Groningen), VSV, VUC, VW en ZFC. tweemaal door de reserves van Quick ge schiedde. Omstreeks die tijd verloor het Groningse Forward een bekerduel met 140 van de reserves van HFC. Toch schreven in 1909 al 66 clubs voor de beker in, maar het cadeau geven van papie ren overwinningen duurde voort. Prins Hen drik (Zwolle) en RFC (Rotterdam) zagen toen van hun reizen naar Haarlem en En schede af en in de derde ronde gaf PW (Enschede) de wedstrijd tegen Xerxes ge wonnen. Opvallend in 1909 was de neder laag van 41 die eerste klasser Quick (N) tegen de derde klasser DEC incasseerde. Doormidden HFC had in 1913 haar beide competitiewed strijden tegen DFC met 40 en 1—2 verlo ren en zag dus weinig heil in een finale tegen deze Dordtse club op het Ajax-ter- rein in De Meer. Tot veler verrassing won nen de „good olds" met 41, een zege die temeer sprak omdat de Dordtenaren Barend van Hemert, Bijvoet, Triebei, Nico Bouvy en Dirk Lotsy in hun midden had den. Deze laatste haalde zelfs de voorpagi na's door een doelpaal aan gruzelementen te schieten. Het bestuur was zo blij dat het besloot de HFC-ers na afloop een etentje in Zandvoort aan te bieden. En dat deed het opnieuw in 1915 toen HBS in het stadion met 10 werd geklopt. Opvallend soms waren de verrichtingen van de lager geklasseerde clubs. In 1920 won CW op het DFC-terrein de beker door het Haagse VUC met 21 te kloppen, in 1921 zag het vrij onbekende Schoten op het Her culesterrein in Utrecht kans met 2—1 van RFC te winnen en in 1925 nadat drie jaar niet was gebekerd trok het Zaanse ZFC met de bekende Gerrit Lust de aan dacht door een 5—1 zege in de finale op Xerxes op het UW-terrein. Bijzonder aardig verliep in 1927 de finale Vitesse-VUC op het terrein van eerstgenoemde. De Hagenaars wonnen met 3—1. Op een gegeven moment moest de Haagse doelman Karei van der Meer uitvallen en werd zijn plaats onder de lat ingenomen door de veldspeler Jan Mue- zerie, eens een bekende Haagse verhuizer, die het bestond een strafschop van de toen voor Vitesse uitkomende Jan de Natris te stoppen. Utrecht bleek een uitstekend trefpunt voor bekerfinales. Vandaar dat in 1934 op het UW-terrein het Groningse Velocitas en Fey enoord de strijd met elkaar aanbonden. Een bijzonder boeiend duel dat in 2—2 eindigde. Bij de Rotterdammers excelleerden Van Male, de Paauwes en Van Heel en bij de groenwitten de beroemde vleugel Meulema- Bonsema. Het was tekenend voor de Gro ningse kracht dat Feyenoord in de verlen ging met 32 het onderspit dolf. De beker mocht voor het eerst in het noorden wor den bewaard. Twee jaar later smaakte de provincie Limburg het zoet van een finaleze ge. Op het BW-terrein in Den Bosch zege vierde Roermond de club van Pierre Massy met 42 over KFC. In 1937 won Eindhoven de finale en het jaar daarop was VSV de gelukkige. Vooral dankzij Sterk werd AOjQW (met Kluin en Landaal) met 41 geklopt. In 1939 werd Wageningen de eerste oostelijke bekerwinnaar. De mannen van Eef van der Heijden klopten op het Eendrachtterrein in Arnhem het geduchte PSV (met Van Run en Van den Broek) met 2—1. En Willem 2 behaalde in 1944 de grootste finalezege. 9—2 tegen Groene Ster. Sneu Driemaal werd een finale door strafschop pen beslist. In 1948 door Wageningen te gen DMV, in 1949 door Quick (N) tegen Helmondia en in 1964 door Fortuna'54 te gen ADO. Sneu vooral voor ADO, dat nogal wat bekerpech had. De roodgroenen haal den in 1959, 1963, 1964 en 1966 de finale, maar de beker niet Tot driemaal toe werd een finale op eigen grond verloren. In 1959 met 4—1 tegen WV, In 1963 met 30 tegen Willem 2 en in 1966 met 1—0 tegen Sparta. Op tweede Pinksterdag 1968 was het eindelijk raak, in het Zuiderpark werd Ajax met 21 verslagen. En in 1975 zorgde Henk van Leeuwen ervoor dat FC Den Haag met 1—0 de finale van FC Twen te won. Het vaderlandse bekervoetbal is sinds het bestaan van de Europa Cup-2 niet meer weg te denken. Zo woonden in 1969 in de Kuip 65000 toeschouwers de finale Feye- noord-PSV bij. Het duel eindigde onbeslist (11). Drie dagen later, opnieuw in een mudvolle Kuip won Feyenoord met 2—0. In 1970 aanschouwde een uitverkocht De Vliert in Den Bosch de eindstrijd Ajax-PSV (2—0). En evenals het Haagse Quick destijds zagen ook de Ajacieden kans de beker driemaal in successie te winnen. In 1971 in het Olym pisch stadion met 21 tegen Sparta, nadat eerder met 2—2 was gedeeld en in 1972 met 3—2 tegen ADO. Het aardige van de fi nale in 1973 was dat eindelijk eens geen koplopers het laatste gevecht uitvochten. NAC en NEC voorwaar geen hoogdravers waren de gelukkigen en het was meer dan verdiend dat NAC met 2—0 won. De Bredenaars hadden immers Ajax, Sparta en FC Den Haag uitgeschakeld. Een jaar later speelde NAC zich andermaal in de finale, maar ging toen met 60 tegen PSV ten on der. Twee jaar later slaagde de club van Rijvers hier weer in en in 1977 won FC Twente de beker voor de eerste maal. En verleden jaar veroverde AZ'67 door een zege van 1—0 op Ajax voor het eerst de beker. 1KPLAI luinbee >akken, .VERSUM De jaarlijkse draverij om de tuden Zweep staat zondagmiddag op de an van Hilversum op het programma, lals te doen gebruikelijk zal Prins Bernard zweep weer uitreiken aan de pikeur van winnende paard. Draverijen om zilveren gouden zwepen verheugen zich in een storische koninklijke belangstelling. De ichting Nederlandse Draf en Rensport budt ook rekening met het koninklijk huis. de prins verhinderd, dan volgt er ook eestal uitstel van de draverij om de Gou- f 0.4 n: REC l. Kagei ond en 111918. den Zweep. Dat is ook dit jaar weer het ge val. In de agenda stond deze belangrijke draverij op 20 mei geplaatst, maar dan is Prins Bernard niet in de gelegenheid de zweep uitte reiken. De geschiedenis van de gouden en zilveren zwepen beslaat een periode van meer dan vier eeuwen. Hoezeer de zwepen tot de ver beelding van de mensen spraken en hoe begeerd zij waren blijkt uit een in het mid den van de achttiende eeuw gegeven be schrijving van een Gouden Zweep. Het „hegt"moest twee handpalmen lang zijn, er moesten zilveren of gouden linten aan han gen, de zweep moest bekleed zijn met rood, groen of blauw fluweel en redelijk met goud of zilver geborduurd zijn. Het is niet meer na te gaan, wanneer de „vorstelijke" zwepen het eerst op de drave rijen van de kortebaan zijn verschenen. Waarschijnlijk is dat al zo'n twee eeuwen geleden geweest op een „staatelijke" drave rij te Soestdijk. In tegenwoordigheid van Zij ne Doorluchtige Hoogheid Stadhouder Wil lem V won het paard van een zekere heer Lever uit Amsterdam. In die tijd won koop man Laas Boumans uit Franeker met zijn paard de eerste Gouden Zweep. Dat gebeur de in een veld van maar liefst 27 paarden. Op deze zweep waren de wapens „Hunner Hoogheden", met dat van de provincie Friesland gegraveerd. Willem I Daarna volgt een grote leemte In de be schrijving van de geschiedenis van de Ne derlandse Drafsport en zijn zwepen. Een van de mooiste Gouden Zwepen, welke ooit in ons land Is gereden, is ongetwijfeld die uit 1811, verreden te Leeuwarden ter gele genheid van het geboortefeest van Z.M. de Koning van Rome. Deze zweep waarvoor de gemeente Leeuwarden negenhonderd gulden betaalde, is een pronkstuk van het Frlesche Museum in Leeuwarden. In de annalen van de Gouden Zweephistorie Met Henri Buitenzorg veroverde Jan Wagenaar jr. op 14 juni 1970 de Gouden Zweep. Ook toen reikte prins Bernhard de zweep uit. september 1965 overhandigde prins Bernhard de Gouden Zweep aan wijlen Jan Wagenaar sr. Het was de vierde keer dat Quicksilver S de Gouden Zweep won. wordt de 31ste mei I823 te Leeuwarden als een der belangrijkste data genoemd. Willem I stelde toen voor het eerst een Gouden Zweep beschikbaar voor een draverij. Behal ve koning Willem I woonde ook prins Fre- derik de draverijen bij. Deze dag kreeg voor de Friezen helemaal een bijzonder tintje. Na de wedstrijd werd namelijk het volgende Ko ninklijke besluit voorgelezen. „Wij, Willem, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden. Willende ter gelegenheid van de. gedurende ons verblijf in onze Residentie Leeuwarden plaats hebbende harddraverij, een blijk ge ven van belangstelling in de aankweking van paarden; Hebben besloten en besluiten: Artikel 1. Jaarlijks zal binnen de eerste acht dagen van de maand augustus, ten over staan onzertwege van de gouverneur van de provincie Friesland en onder deszelfs be stuur, geadsisteerd door eene commissie van den landbouw dezer provincie, telkens door den gouverneur te kiezen, eene Gou den Zweep worden verharddraafd. Artikel 2. De betaalmeester van ons Huis wordt gemachtigd, om tot dat einde voor dit jaar eene somma van Vijf Honderd Gul dens 500.-) ter beschikking van den gou verneur voor de volgende jaren te wijzen. Gegeven te Leeuwarden, den 31 sten Mei des jaars I823, het tiende onzer Regering. Lang heeft men gedacht dat Leeuwarden al leen het voorrecht 'had om draverijen te or ganiseren met als inzet een Gouden Ko- nmgszweep Langzaam maar zeker ging men ook in andere plaatsen rijden voor Gouden Zwepen met daarnaast kostbare ge schenken in de vorm van gouden oorijzers en zilveren serviezen. Waarschijnlijk zijn de langebaanwedstrijden voor het eerst in sep tember I844 op de baan van Zandvoort ge houden. Sinds enkele jaren is er jaarlijks op dat circuit een kortebaandraverij. Daarnaast wil men dolgraag een echte draf-en ren baan in Zandvoort hebben. De Stichting Ne- derlandse Draf en Rensport wil daar echter niet aan medewerken, omdat men eerst een nieuwe baan wil openen in Zuid Limburg. Verder zou een baan in Zandvoort concur rentie kunnen zijn voor het Wassenaarse Duindigt en Hilversum. Door de jaren heen bleef de belangstelling van het vorstenhuis voor de paardesport Maar op 18 juni I892 was het toch gedaan met de draverijen om de Gouden Zweep. Na de terugkeer van de totalisator in I949 is dikwijls een poging gedaan om de Gouden Zweep terug te krijgen. In I955 was het ein delijk zo ver en de uit I883 daterende en originele Gouden Zweep werd door prins Bernhard uitgereikt aan pikeur Piet Strooper van het paard Roland. Sindsdien is de dra verij om de Gouden Zweep een jaarlijks hoogtepunt van het seizoen. In de 25ste editie, zondagmiddag om half vier, is Kees Verkerk in het Hilversumse sportpark een van de favorieten. In totaal komen vijftien paarden aan de start. ARTHUR VAN RUSWUK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 15