Minder bollenbedrijven: toch zes procent groei beteelde oppervlakte Kleine boeren reageren vaak snel en positief op technische aanbevelingen Uitstel beslissing Europees prijsbeleid verhoogt onzekerheid MERKWAARDIGE ONTWIKKELING WERELDBANK EN BOER IN ARME LANDEN WEER TEISTERT OOK TUINBOUW BOLLEKVAK NU IN GROTE ONZEKERHEID LAND EN TUINBOUW LEIDSE COURAN i MAANDAG 7 ME11979 PAGINA 7 PAGINA i aai d gut kuns- y Mit en be ei Hes •er ei land is zijn wei hf aan© specti er ta gee te vei sen bi arbei 'gelijk at on rialist emaa ide Den Haag Er is een merkwaardige ontwikkeling aan de gang in de Neder- landse bloembollenteelt. Terwijl in het afgelopen, jaar het aantal bedrijven verminderde van 5.932 in 1977 tot 5.225, een vermin dering dus met 707 bedrij ven, nam de beteelde opper vlakte toe van 12.743 ha tot 13.498 ha, een vermeerde ring dus met zes procent. Ook nam de gemiddelde be- drijfsgrootte in de bollen teelt toe van 2.15 ha tot 2.58 ha, dus met twintig procent Alleen het areaal narcissen deed het niet zo best want dat verminderde met bijna acht procent Deze teelt ver dween overigens vrijwel ge heel op de Zuid-Hollandse en de Zeeüwse eilanden. De voornaamste produktiegebie- den van bloembollen in Ne derland in het afgelopen jaar waren in volgorde van belangrijkheid 1. West-Fries land, met 3.270 ha, 2. Bree- zand met 2.950 ha, 3. de Bollenstreek met 2.613 ha, 4. Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden, 1.113 ha, 5. IJssel- meerpolders, 788 ha, 6. Ken- nemerland, 635 ha, 7. Wie- ringermeer, 517 ha, 8. Noordwesthoek van Noord- Brabant met 212 ha. Volgens de afdeling docu mentatie van de produkt- schap, telde ons land in 1978 10.026 kwekers van bollen plus bijgoed. In totaal waren er evenwel zoals hierboven meegedeeld slechts 5.225 be drijven hetgeen betekent, dat per bedrijf gemiddeld ter minste twee bolsoorten per bedrijf werden geteeld. En aangezien de gemiddelde bedrijfsgrootte 2.58 ha be droeg is dat ruim een ha per bolsoort per bedrijf. Al leen de hyacinten en gladio len komen ruim boven ge noemd gemiddelde uit De gemiddelde bedrijfsop- pervlakte per bolsoort en van het overige bijgoed was in 1978 groter dan in 1976. Ten opzichte van 1976 steeg de lelieteelt per bedrijf het meest namelijk met 33 pro cent en van de narcissen met ongeveer acht procent De teelt van gladiolen lever de in de Noordwesthoek van Noord Brabant de grootste gemiddelde bedrijfsopper- vlakte op namelijk 7.95 ha. In Breezand en Wieringer- meer was dat respectievelijk 5.61 en 4.79 ha. Op de derde plaats komen de IJsselmeer- volgens met gemiddeld 3.92 procent Vergeleken bij 1976 nam alleen in laatstgenoem de polders het aantal bloem- bollenbedrijven toe van 195 tot 201. In West-Friesland nam het aantal van deze be drijven af. In het afgelopen jaar waren er 186 boüenkwekerijen min der dan in 1976. In dezelfde periode verminderde dat aantal bedrijven in de Bloembollenstreek met 146 en op de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden met 106. Daarna volgen Kennemer- land met vermindering van 63, Breezand 44, Noordwest hoek van N.Brabant 18 en Wieringermeer met 8 bedrij ven minder. De tulpen blijken het nog aardig te houden. Volgens de jongste tellingen houden zich daar nog 894 bedrijven mee bezig, maar valt toch een vermindering te consta teren tegenover de 1.020 in 1976. Dan volgen de narcis sen met 831 bedrijven en een vermindering van 934 die er in 1976 nog waren. Een sterke daling ook in de gladiolen van 233 bedrijven in 1976 tot 116 in het afgelo pen jaar. Het bijgoed hand haaft zich nogal op 414 be drijven tegen 469 in 1976. ARNHEM Het uitstel van de beslissing over de land bouwprijzen door de EEÖ kan door de boeren moeilijk positief beoordeeld worden. De vraagstukken in de agra rische sector worden voor uitgeschoven en de onzeker heid bij de werkers op het land duurt voort. Het enige voordeel van deze situatie is dat men nog wat aan de beïnvloeding van de ondermaatse voorstellen kan dokteren. Dat is de mening van de voorzitter van de Gelderse Maatschappij van Landbouw, de heer W. Lok horst De vaststelling van la gere opbrengstprijzen komt levensgroot op de boer af. En daarom zullen maatrege len ook op nationaal niveau moeten worden bepleit om de inkomenspositie van de zelfstandigen in de agrari sche sector van het bedrijfs leven te waarborgen. Juist die sector is, aldus de heer Lokhorst, nog vrijwel de enige die nog een positieve bijdrage aan onze economie kan leveren. Hij onder streepte het belang van de rol van de landbouw in deze samenleving door erop te wijzen dat 6,5 procent van de beroepsbevolking, 280.000 mensen, in de land- en tuin bouw werkt en de basis le vert voor de agrarische busi ness. Die ruim 13 procent van het nationale inkomen bedraagt. De agrarische ex- W. LOKHORST, VOORZITTER GML: port maakt 25 procent van het totaal uit met een posi tief saldo van 8,3 miljard gulden. Het totale saldo van de Nederlandse economie was negatief en bedroeg 8,2 miljard. Aan dat landbouwsucces draagt Gelderland met 21.000 landbouwbedrijven behoorlijk mee. Er wordt in deze provincie voor vier mil jard geproduceerd. Mede dank zij grote uitbreidingen de laatste jaren. Zo nam het aantal varkens in 1978 met 10 procent toe tot 2,4 mil joen dieren. Daarmee huis vest Gelderland 26 procent van alle Nederlandse var kens. Dat kon allemaal om dat het verbruik van var kensvlees in ons land met 8,4 en in Duitsland met 7 procent is gestegen. De spe cifiek Gelderse kalvermeste- rij die voor 50 procent van alle Nederlandse kalveren betrokken is, groeide ook met 10 procent uit tot 265.000 dieren. Kalfsvlees wordt in ons land weinig ge geten en wordt voor 90 pro cent geëxporteerd. De pluimveehouderij met nog slechts enkele honder den bedrijven in de provin cie heeft het erg moeilijk. De fruitteelt kampt met slechte prijzen en de tuin bouw kampt met hoge kos ten. In dat licht gezien komt het groeiend begrip van de overheid voor land- en tuin bouw, tot uiting komend in de wijzigingen van streek- en bestemmingsplannen, goed over al zal de overheid nog wel een stap terug moe ten doen, aldus de heer Lok horst, die waarschuwt voor een al te ambitieus beleid ten aanzien van natuur en milieu. AMSTERDAM In het koninklijk in stituut voor de tropen in Amsterdam is vorige Week een seminar gehouden over de projecten, die de Wereldbank de afgelopen vijf jaar heeft onderno men ter verbetering van de positie van de plattelandsbevolking in de derde wereld. Tussen de dertig en veertig ontwikkelingsdeskundigen uit verschil lende Europese landen hebben er aan deelgenomen. Als gesprekspartners vonden zij een viertal functionarissen van de Wereld bank. Die bank heeft sinds 1973 het be drag, dat zij jaarlijks verstrekt aan le ningen voor de plattelandsgebieden in de ontwikkelingslanden, verdrievoudigd - tot drie miljard dollar. De helft daar van is bestemd voor projecten "die spe ciaal aan de armste plattelandsbewo ners ten goede komen. „Met name gaat het erom de bedrijfjes van de kleine boeren produktiever te maken en hun inkomen te verbeteren." De heer Ben A. Thoolen, hoofd van de afdeling plattelandsontwikkeling van de bank, liet de andere deelnemers weten dat na vijf jaar nog niet meer dan een tussenbalans mogelijk is: plattelandsont wikkelingsprojecten hebben na de in- vesteringsperiode van vijf tot zeven jaar nog vijf jaar of meer nodig om tot volle ontwikkeling te komen. Of de ver wachtingen die men nu koestert dan zullen uitkomen is dus nog onzeker. In 1978, vertelde hij, hebben de Wereld bank en haar „dochter" IDA (Internati onale Ontwikkelings Associatie) lenin gen verstrekt voor 88 plattelandsprojec ten, waarvan 49 ontwikkelingsprojecten voor de arme bevolkingsgroepen. Die 88 projecten samen kostten 8,6 miljard dollar, het bedrag aan leningen was 3,27 miljard dollar. De verwachting is dat van 68 van die projecten 43 miljoen mensen zullen profiteren, van wie 28 miljoen uit de armste groepen. De waarde van de land- en bosbouwpro- duktie, zo wordt gehoopt, zal er op den duur met 3,4 miljard dollar per jaar door toenemen. Voorzieningen Een effect dat de 88 in 1978 goedge keurde projecten meteen al hebben is de schepping van meer dan twee mil joen manjaren aan tijdelijke werkgele genheid voor ongeschoolden. Het gaat bij deze projecten grotendeels om een voudige voorzieningen als aanvoerwe- gen en kleine gebouwen en irrigatiewer- ken. Daar is meer werk en minder, ge schooldheid voor nodig dan voor grote re werken. Vooral als men het werk aan zo'n project laat samenvallen met de slappe tijd in de landbouw kan de arme bevolking er veel profijt van heb ben. Er zijn al aanwijzingen dat sei zoenmigratie er aanzienlijk door be perkt kan worden, ondermeer gaat dat op voor een groot, veelzijdig project in Mexico, waarmee men de positie van vijf miljoen mensen tracht te verbete ren. ken aan nieuwe ontwikkelingen (bij voorbeeld nieuwe landbouwmethoden) gestimuleerd, terwijl een ander positief resultaat kan zijn het vormen vari be paalde maatschappelijke organisaties. Misschien wel de meest bemoedigende ervaring, aldus Thoolen, i^ dat de klei ne boeren snel en positief reageren als men hen maar van het begin af een de gelijk beproefd en weinig risico's ge vend pakket biedt van technische aan bevelingen, dat tijdens de uitvoering van het project zijn waarde blijft be houden. Als een groot probleem noemde de heer Thoolen het aantrekken en oplei den van plaatselijk kader. In een slot toespraak zei professor W. Tims, hoog leraar ontwikkelingseconomie aan de Vrije Universtiteit, ondermeer dat de kennis van de omstandigheden in de projectgebieden nog onvoldoende is. Voordat men een project opzet moet men eigenlijk weten waarom de mensen arm zijn. Een belangrijke vraag is ook hoe men de plaatselijke bevolking bij het werk kan betrekken, welke instellin gen daarvoor nodig zijn. Eén der deelnemers zei in een slotdis- cussie dat „zelforganisatie" van de ar men nodig is; in sommige landen wordt dat echter tegengegaan. Een ander merkte op dat de armoede op het plat teland in de derde wereld groter wordt. Zolang men niet weet hoe dat komt ka" men moeilijk zeggen wat er gedaan moet worden. Waar blijft de lente? Dit is een vraag die op het ogenblik dagelijks terugkeert onder de huidige weersomstandigheden. Niet alleen planten hebben zon nodig, maar ook op de mensen begint het klimaat door te werken in het hu meur. Dat het met het weer de afgelopen week bar en boos gesteld was zal niemand ontgaan zijn. In plaats dat het weer verbeterde, werd het nog minder. Zelfs sneeuwstor men en hagelbuien bleken in mei tot de mogelijkheden te behoren. De temperatuur bleef abnormaal laag voor de tijd van het jaar. De nacht- temperatuur lag tussen de 0 en 2 graden C, overdag be woog het kwik tussen de 6 en 8 graden. Daarbij kwam nog dat er een enorme hoeveel heid neerslag viel, dit zorgde op veel plaatsen voor watero verlast De polders mochten niet meer malen om te voor komen dat het boezempeil te hoog zou worden. Om het to taalbeeld een nog triester aanblik te geven werden er in 's-Gravenzande een aantal be drijven door een windhoos getroffen. Alle gewasen die buiten groeien hebben het zwaar te verduren gehad en alle verwachtingen van vorige week gingen door het extre me weer grandioos de mist in. Vast staat wel dat de groenten van onder glas van deze situatie geprofiteerd heb ben. Als er geen weersverbe- teringen optreden, hetgeen niet te hopen is, dan zal de situatie in vraag en aanbod de komende week weinig wij zigen. Tomaten Door het koude en vrij don kere weer werd het rijping sproces van de tomaten ver traagd. Het aanbod groeide daarom zeer geleidelijk. Dit komt een vastere prijsvor ming ten goede. Voor de A-I- tomaten werd er gemiddeld 3,20 per kilo betaald. Bij wat zonniger weer kan het aanbod de komende week be hoorlijk toenemen. Het zit er dan ook in dat de prijzen meer onder druk komen. De aanvoer van vleestomaten De rettichaanvoer wordt kleiner, waardoor de prijs op niveau bleef. blijft nog steeds ruim en blijft groeien. De gemiddelde prijs voor de grofste sortering daalde naar ƒ3,45 per kilo. Ook voor de vleestomaat wordt er een lagere prijs ver wacht Sla weer duurder De sla-prijs liep vorige week weef op. Er werd op donder dag 3 mei gemiddeld 43 cent per krop betaald. De aanvoer van glassla neemt verder af. De aanvoer van vollegronds- groenten is nog steeds be perkt. Men zal toch van tijd tot tijd behoefte hebben aan een stukje voorjaar, de sla- prijs zou daar wel eens wel bij kunnen varen, zodat de prijs weinig verandert De spinazie-golf die er ver wacht werd bleef uit. De aan voer stagneerde zoals gezegd door het extreem koude weer. Het moet niet uitgesloten wor den dat de spinazie van bui ten in een aantal gevallen be vangen is. Dit wil'zeggen dat het gewas tot een groeistil- stand is gekomen en er geen hergroei meer mogelijk is. De prijzen liepen als gevolg van de omschreven situatie op. Er werd gemiddeld 1,87 per kilo betaald. Bij aanhoudend koud weer zal de spinazie duur blijven. Ook bij een ge was al andijvie was er als ge volg van het slechte weer een opleving in prijs te constate ren. De gemiddelde prijs liep op naar 1,73 per kilo. Dit is voor de tijd van het jaar een ongekende hoge prijs. Vorig jaar lag de prijs op 71 cent. per kilo. De aanvoer lijkt wat kleiner te worden. Bij koud weer is de kans op hoge prij zen groot Voor radijs werd er op donderdag 3 mei een behoorlijke prijs betaald, nl. 83 cent per bosje. Als het weer niet verandert lijkt er een vaste prijsvorming moge lijk. Door het ruime aanbod van Chinese kool daalde de prijs licht Toch kan de prijs nog steeds goed genoemd worden, nl. 1,57 per kilo. De aanvoer lijkt wat af te ne men, de prijs kan toch wat lager uitvallen door een ver ruiming van iiet totale groen te-aanbod. Postelein was een gewas wat de afgelopen week prima prijzen opbracht, nl. 3 gulden per kilo. Bij koud weer lijkt de prijs zich te handhaven. De aanvoer van bloemkool onder glas stag neerde als gevolg van het koude weer. De prijs liep weer op, voor de „zessen" werd er ƒ4,65 per stuk be taald, de „achten" brachten ƒ4,42 per stuk op. Naarmate het weer gunstiger wordt zul len de prijzen sterker gaan dalen. Rettich deed het de af gelopen week goed, de prijs liep op naar 63 cent per stuk. Door het kleiner worden van de aanvoer lijkt de prijs wei nig te veranderen. Asperges worden er ook weer mondjes maat aangevoerd. De beste kwaliteit bracht 19 gulden per kilo op. RUIMERE BLOEMENAANVOER BRACHT HOGER OMZETCIJFER Langzaam maar zeker klimt het omzet cijfer ook van de CCWS wat omhoog. Het ziet er naar uit dat de achterstand van de wintermaanden achter de rug zal zijn en een meer normale tijd gaat aan breken. Hetgeen allerminst betekent, dat het met de prijzen wel goed zit. Het is vooral de ruimere aanvoer die aan de verbetering meewerkt, hoewel de koele weersomstandigheden de aanvoer nog sterk afremmen. Hetgeen mogelijk een voordeel betekent. In elk geval is nie mand gebaat bij een bloemenstroom be halve mogelijk degenen die het gebruike lijke bosje bloemen aan wagen of winkel kopen. Doch dat is niet van een te grote invloed op het totale marktbeeld. Dat was ook afgelopen week het geval. Voorgaande week lag het omzetcijfer aan de CCWS ruim twee miljoen hoger dan in dezelfde week van het vorig jaar dat wil zeggen; ruim twaalf miljoen. Afgelopen week lag dat ongeveer op gelijk niveau. De maand april gaf eer) hogere omzet van ruim twaalf miljoen gulden vergeleken bij de zelfde week van het vorig jaar, zij het dat nu de paasweek de april-omzet gun stig beïnvloedde.' En daardoor lagen ook de prijzen gunstiger dan vorig jaar, ook al waren er enkele uitzonderingen zoals van de alstroemeria, gerbera en amaryl lis. De zeer grote aanvoer van die bloemen was daar de oorzaak van. Afgelopen week beliep het omzetcijfer van de CCWS 11.837.178,06 tegen 11.170.098,04 vorig jaar zodat er mini maal verschil in zit! Maar wel beliep de totale, aanvoer ruim vier miljoen bos of stuks minder, hetgeen dus wijst op de gunstiger prijzen. Overigens moet melding worden gemaakt van een sterk gestegen omzet van buiten landse bloemen en daar kan men nu over twisten of en in hoeverre dat valt toe te juichen. Indien dat niet het geval was geweest, zou in het omzetbedrag thans een kleine achterstand' zijn ont staan. De eerste dagen van afgelopen week wa ren niet best wat de bloemenprijzen be treft, aan het eind van de week trad eni ge verbetering in, vooral wat betreft de irissen. Hierop kan het koude weer van invloed zijn geweest maar ook de ver minderde aanvoer van statice. Goede be langstelling was er voor de Nederlandse anjers waarvan het aanbod op gang kwam. Ruimer aanvoer was er ook van chrysanten, freesia en gerbera. Rozen zijn aardig stabiel zowel wat aanvoer als pnjs betreft Gemiddelde prijzen met tussen haakjes die van vorig jaar zijn: Amerikaanse an jers 34 (34) trosanjers 39 (35) anthurium 1,54 (1,73) snijgroen 17 (20) jaarrond troschrysanten 50 (40) geplozen jaarrond 68 (61) freesia 23 (17) gerbera 31 (28) gla diolen 64 (62) irissen 20 (13) leliekelken 46 (41) lelietakken 50 (38) rozen, groot 41 (40) idem klein 32 (27) tulpen 8 (9). Van de importbloemen vermelden we an jers 29 tot 50, trosanjers 31 tot 40, rozen kleinbloemig 30 tot 44 en statice 37 tot 94. Omtrent d.e gang van zaken gedurende de maand april aan de CCWS kan wor den gemeld, dat aan snijbloemen werd omgezet 45.072.989,20 tegen 35.370.453,39 in dezelfde maand van het vorig jaar dus 9.702.535,81 of bijna 28 procent meer. Aan potplanten werd omgezet 7.122.415,56, vorig jaar 15.443.519,95. meer 1.688.895,61 of ruim 31 procent. Omzet sinds 1 januari van dit jaar totaal 172.009.288,90 tegen vorig jaar 168.896.014,54, een vermeerdering met 3.113.214,-. Voor deze week wordt een toename in de aanvoer verwacht. Wat betreft de prijsvorming ziet het er niet slecht uit Het bollenvak is voor de vari atie maar weer eens een nieu we fase ingegaan; de periode van De Grote Onzekerheid. Om te beginnen de vraag: hoe worden de gewassen? Hoewel het bepaald nog erg vroeg is om zich aan voor spellingen te wagen, mag zon der overdrijving worden ge steld dat er een compleet wonder moet gebeuren willen de kwekers straks in juli een normaal gewas gaan rooien. De ontwikkelingen van de bolgewassen is abnormaal laat. Geen wonder ook met sneeuw- en hagelbuien in mei. We moeten ver in de geschie denis terug gaan om een sei zoen tegen te komen, waarin men begin mei hoeken met hyacinten ziet die nog in bloei moeten komen, terwijl er van tulpenbloei in de eerste week van mei nog maar nauwelijks sprake was. De groeiperiode zal dus maar kort zijn en het is dus maar de vraag of de Dollen die achterstand van twee weken zullen kunnen in lopen. Er is zeker wel enige reden om daaraan te twijfe len. Punt twee is het versterkt op treden van augustaziek, een virusaantasting, die dit jaar links en rechts vrij grote vor men heeft aangenomen. Welke invloed zal dat hebben op de totaal oogst? Hyacinten hebben dit jaar last van „koude benen". Waterschade En afgezien van dat alles: hoe groot is de waterschade? Exacte cijfers ontbreken nog maar met grote nadruk wordt beweerd dat er in het Noord elijk Zandgebied niet minder dan 50 ha bollen „naar de barbiesjes" is, terwijl de wa terschade in de Wieringer meer wordt geraamd op een areaal van 30 ha. In West- Friesland valt de waterschade mee en ook in de oude bol lenstreek heeft men op' de goede percelen grond weinig of geen last gehad. Daarente gen is de waterschade in de IJsselmeerpolders - waar nog altijd ruim 500 ha tulpen wor den geteeld! - weer omvang rijk. Landelijk gezien is er ze ker beduidend meer dan 100 bunder bollen verzopen. Geen haast Dat alles gevoegd bij de kans op een magere oogst, zou doen vermoeden dat de ex porteurs zich momenteel het vuur uit de sloffen lopen om bollen te kopen. Toch is dat niet het geval. Ze hebben he lemaal geen haast, ook al lig gen bepaalde cultivars zoals de dubbele gele Monte Carlo, de randtulp Kees Nelis en de purperkleurige Attila wat be ter in de markt. Maar het massasoort Apeldoorn is al leen te plaatsen tegen (te) lage prijzen. De binnenlandse broeiers doen ook erg voor zichtig met inkopen. Begrijpe lijk, want het afgelopen sei zoen is voor hen bepaald geen vetpot geweest Ook in de afgelopen weken toen de bontjassen en de wollen wan ten weer tevoorschijn werden gehaald en het toch echt tul penbloemenweertje was, wilde het helemaal niet. Wat beter was het gesteld met de iris bloemen, die in verhouding tot de rest van de bolbloemen nog goed betaald werden. Wat de irisbollen betreft: ook van dat artikel kan men zeggen dat er al heel wonderlijke dingen moeten gebeuren wil len de kwekers straks een fors aantal tienen uit de roe kunnen rapen. Niettemin blijft de handel in dit bolge was vrij lusteloos. Koude voeten Bij de narcissen is het ook een rustige boel. Alleen de massabroeisoorten zoals Carl ton en Golden Harvest kun nen een baas vinden tegen re delijk goede prijzen. In hya cinten, die in de afgelopen winter duidelijk last hebben gehad van „koude benen" zoals dat heet, wordt weinig gedaan. Die koude benen zul len weer een korte stand tot gevolg kunnen hebben en hoe gaan dan de bollen groeien? Het enige artikel waar leuk handel in wordt gedaan, is de krokus. Er wordt 5,— per kilo voor betaald en daar kan men ze heel goed voor telen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 7