Minder bollenbedrijven:
toch zes procent groei
beteelde oppervlakte
Kleine boeren reageren
vaak snel en positief op
technische aanbevelingen
Uitstel beslissing
Europees prijsbeleid
verhoogt onzekerheid
MERKWAARDIGE ONTWIKKELING
WERELDBANK EN BOER IN ARME LANDEN
WEER TEISTERT OOK TUINBOUW
BOLLEKVAK NU IN GROTE ONZEKERHEID
LAND EN TUINBOUW
LEIDSE COURAN i
MAANDAG 7 ME11979 PAGINA 7 PAGINA
i aai
d gut
kuns-
y Mit
en be
ei
Hes
•er ei
land
is zijn
wei
hf
aan©
specti
er ta
gee
te vei
sen bi
arbei
'gelijk
at on
rialist
emaa
ide
Den Haag Er is een
merkwaardige ontwikkeling
aan de gang in de Neder-
landse bloembollenteelt.
Terwijl in het afgelopen,
jaar het aantal bedrijven
verminderde van 5.932 in
1977 tot 5.225, een vermin
dering dus met 707 bedrij
ven, nam de beteelde opper
vlakte toe van 12.743 ha tot
13.498 ha, een vermeerde
ring dus met zes procent.
Ook nam de gemiddelde be-
drijfsgrootte in de bollen
teelt toe van 2.15 ha tot 2.58
ha, dus met twintig procent
Alleen het areaal narcissen
deed het niet zo best want
dat verminderde met bijna
acht procent Deze teelt ver
dween overigens vrijwel ge
heel op de Zuid-Hollandse
en de Zeeüwse eilanden. De
voornaamste produktiegebie-
den van bloembollen in Ne
derland in het afgelopen
jaar waren in volgorde van
belangrijkheid 1. West-Fries
land, met 3.270 ha, 2. Bree-
zand met 2.950 ha, 3. de
Bollenstreek met 2.613 ha, 4.
Zuidhollandse en Zeeuwse
eilanden, 1.113 ha, 5. IJssel-
meerpolders, 788 ha, 6. Ken-
nemerland, 635 ha, 7. Wie-
ringermeer, 517 ha, 8.
Noordwesthoek van Noord-
Brabant met 212 ha.
Volgens de afdeling docu
mentatie van de produkt-
schap, telde ons land in 1978
10.026 kwekers van bollen
plus bijgoed. In totaal waren
er evenwel zoals hierboven
meegedeeld slechts 5.225 be
drijven hetgeen betekent,
dat per bedrijf gemiddeld
ter minste twee bolsoorten
per bedrijf werden geteeld.
En aangezien de gemiddelde
bedrijfsgrootte 2.58 ha be
droeg is dat ruim een ha
per bolsoort per bedrijf. Al
leen de hyacinten en gladio
len komen ruim boven ge
noemd gemiddelde uit
De gemiddelde bedrijfsop-
pervlakte per bolsoort en
van het overige bijgoed was
in 1978 groter dan in 1976.
Ten opzichte van 1976 steeg
de lelieteelt per bedrijf het
meest namelijk met 33 pro
cent en van de narcissen
met ongeveer acht procent
De teelt van gladiolen lever
de in de Noordwesthoek van
Noord Brabant de grootste
gemiddelde bedrijfsopper-
vlakte op namelijk 7.95 ha.
In Breezand en Wieringer-
meer was dat respectievelijk
5.61 en 4.79 ha. Op de derde
plaats komen de IJsselmeer-
volgens met gemiddeld 3.92
procent Vergeleken bij 1976
nam alleen in laatstgenoem
de polders het aantal bloem-
bollenbedrijven toe van 195
tot 201. In West-Friesland
nam het aantal van deze be
drijven af.
In het afgelopen jaar waren
er 186 boüenkwekerijen min
der dan in 1976. In dezelfde
periode verminderde dat
aantal bedrijven in de
Bloembollenstreek met 146
en op de Zuidhollandse en
Zeeuwse eilanden met 106.
Daarna volgen Kennemer-
land met vermindering van
63, Breezand 44, Noordwest
hoek van N.Brabant 18 en
Wieringermeer met 8 bedrij
ven minder.
De tulpen blijken het nog
aardig te houden. Volgens
de jongste tellingen houden
zich daar nog 894 bedrijven
mee bezig, maar valt toch
een vermindering te consta
teren tegenover de 1.020 in
1976. Dan volgen de narcis
sen met 831 bedrijven en
een vermindering van 934
die er in 1976 nog waren.
Een sterke daling ook in de
gladiolen van 233 bedrijven
in 1976 tot 116 in het afgelo
pen jaar. Het bijgoed hand
haaft zich nogal op 414 be
drijven tegen 469 in 1976.
ARNHEM Het uitstel van
de beslissing over de land
bouwprijzen door de EEÖ
kan door de boeren moeilijk
positief beoordeeld worden.
De vraagstukken in de agra
rische sector worden voor
uitgeschoven en de onzeker
heid bij de werkers op het
land duurt voort.
Het enige voordeel van deze
situatie is dat men nog wat
aan de beïnvloeding van de
ondermaatse voorstellen kan
dokteren. Dat is de mening
van de voorzitter van de
Gelderse Maatschappij van
Landbouw, de heer W. Lok
horst De vaststelling van la
gere opbrengstprijzen komt
levensgroot op de boer af.
En daarom zullen maatrege
len ook op nationaal niveau
moeten worden bepleit om
de inkomenspositie van de
zelfstandigen in de agrari
sche sector van het bedrijfs
leven te waarborgen. Juist
die sector is, aldus de heer
Lokhorst, nog vrijwel de
enige die nog een positieve
bijdrage aan onze economie
kan leveren. Hij onder
streepte het belang van de
rol van de landbouw in deze
samenleving door erop te
wijzen dat 6,5 procent van
de beroepsbevolking, 280.000
mensen, in de land- en tuin
bouw werkt en de basis le
vert voor de agrarische busi
ness. Die ruim 13 procent
van het nationale inkomen
bedraagt. De agrarische ex-
W. LOKHORST, VOORZITTER GML:
port maakt 25 procent van
het totaal uit met een posi
tief saldo van 8,3 miljard
gulden. Het totale saldo van
de Nederlandse economie
was negatief en bedroeg 8,2
miljard.
Aan dat landbouwsucces
draagt Gelderland met
21.000 landbouwbedrijven
behoorlijk mee. Er wordt in
deze provincie voor vier mil
jard geproduceerd. Mede
dank zij grote uitbreidingen
de laatste jaren. Zo nam het
aantal varkens in 1978 met
10 procent toe tot 2,4 mil
joen dieren. Daarmee huis
vest Gelderland 26 procent
van alle Nederlandse var
kens. Dat kon allemaal om
dat het verbruik van var
kensvlees in ons land met
8,4 en in Duitsland met 7
procent is gestegen. De spe
cifiek Gelderse kalvermeste-
rij die voor 50 procent van
alle Nederlandse kalveren
betrokken is, groeide ook
met 10 procent uit tot
265.000 dieren. Kalfsvlees
wordt in ons land weinig ge
geten en wordt voor 90 pro
cent geëxporteerd.
De pluimveehouderij met
nog slechts enkele honder
den bedrijven in de provin
cie heeft het erg moeilijk.
De fruitteelt kampt met
slechte prijzen en de tuin
bouw kampt met hoge kos
ten. In dat licht gezien komt
het groeiend begrip van de
overheid voor land- en tuin
bouw, tot uiting komend in
de wijzigingen van streek-
en bestemmingsplannen,
goed over al zal de overheid
nog wel een stap terug moe
ten doen, aldus de heer Lok
horst, die waarschuwt voor
een al te ambitieus beleid
ten aanzien van natuur en
milieu.
AMSTERDAM In het koninklijk in
stituut voor de tropen in Amsterdam
is vorige Week een seminar gehouden
over de projecten, die de Wereldbank
de afgelopen vijf jaar heeft onderno
men ter verbetering van de positie van
de plattelandsbevolking in de derde
wereld. Tussen de dertig en veertig
ontwikkelingsdeskundigen uit verschil
lende Europese landen hebben er aan
deelgenomen.
Als gesprekspartners vonden zij een
viertal functionarissen van de Wereld
bank. Die bank heeft sinds 1973 het be
drag, dat zij jaarlijks verstrekt aan le
ningen voor de plattelandsgebieden in
de ontwikkelingslanden, verdrievoudigd -
tot drie miljard dollar. De helft daar
van is bestemd voor projecten "die spe
ciaal aan de armste plattelandsbewo
ners ten goede komen. „Met name gaat
het erom de bedrijfjes van de kleine
boeren produktiever te maken en hun
inkomen te verbeteren."
De heer Ben A. Thoolen, hoofd van de
afdeling plattelandsontwikkeling van de
bank, liet de andere deelnemers weten
dat na vijf jaar nog niet meer dan een
tussenbalans mogelijk is: plattelandsont
wikkelingsprojecten hebben na de in-
vesteringsperiode van vijf tot zeven
jaar nog vijf jaar of meer nodig om tot
volle ontwikkeling te komen. Of de ver
wachtingen die men nu koestert dan
zullen uitkomen is dus nog onzeker.
In 1978, vertelde hij, hebben de Wereld
bank en haar „dochter" IDA (Internati
onale Ontwikkelings Associatie) lenin
gen verstrekt voor 88 plattelandsprojec
ten, waarvan 49 ontwikkelingsprojecten
voor de arme bevolkingsgroepen. Die 88
projecten samen kostten 8,6 miljard
dollar, het bedrag aan leningen was
3,27 miljard dollar. De verwachting is
dat van 68 van die projecten 43 miljoen
mensen zullen profiteren, van wie 28
miljoen uit de armste groepen. De
waarde van de land- en bosbouwpro-
duktie, zo wordt gehoopt, zal er op den
duur met 3,4 miljard dollar per jaar
door toenemen.
Voorzieningen
Een effect dat de 88 in 1978 goedge
keurde projecten meteen al hebben is
de schepping van meer dan twee mil
joen manjaren aan tijdelijke werkgele
genheid voor ongeschoolden. Het gaat
bij deze projecten grotendeels om een
voudige voorzieningen als aanvoerwe-
gen en kleine gebouwen en irrigatiewer-
ken. Daar is meer werk en minder, ge
schooldheid voor nodig dan voor grote
re werken. Vooral als men het werk
aan zo'n project laat samenvallen met
de slappe tijd in de landbouw kan de
arme bevolking er veel profijt van heb
ben. Er zijn al aanwijzingen dat sei
zoenmigratie er aanzienlijk door be
perkt kan worden, ondermeer gaat dat
op voor een groot, veelzijdig project in
Mexico, waarmee men de positie van
vijf miljoen mensen tracht te verbete
ren.
ken aan nieuwe ontwikkelingen (bij
voorbeeld nieuwe landbouwmethoden)
gestimuleerd, terwijl een ander positief
resultaat kan zijn het vormen vari be
paalde maatschappelijke organisaties.
Misschien wel de meest bemoedigende
ervaring, aldus Thoolen, i^ dat de klei
ne boeren snel en positief reageren als
men hen maar van het begin af een de
gelijk beproefd en weinig risico's ge
vend pakket biedt van technische aan
bevelingen, dat tijdens de uitvoering
van het project zijn waarde blijft be
houden.
Als een groot probleem noemde de
heer Thoolen het aantrekken en oplei
den van plaatselijk kader. In een slot
toespraak zei professor W. Tims, hoog
leraar ontwikkelingseconomie aan de
Vrije Universtiteit, ondermeer dat de
kennis van de omstandigheden in de
projectgebieden nog onvoldoende is.
Voordat men een project opzet moet
men eigenlijk weten waarom de mensen
arm zijn. Een belangrijke vraag is ook
hoe men de plaatselijke bevolking bij
het werk kan betrekken, welke instellin
gen daarvoor nodig zijn.
Eén der deelnemers zei in een slotdis-
cussie dat „zelforganisatie" van de ar
men nodig is; in sommige landen wordt
dat echter tegengegaan. Een ander
merkte op dat de armoede op het plat
teland in de derde wereld groter wordt.
Zolang men niet weet hoe dat komt
ka" men moeilijk zeggen wat er gedaan
moet worden.
Waar blijft de lente? Dit is
een vraag die op het ogenblik
dagelijks terugkeert onder de
huidige weersomstandigheden.
Niet alleen planten hebben
zon nodig, maar ook op de
mensen begint het klimaat
door te werken in het hu
meur. Dat het met het weer
de afgelopen week bar en
boos gesteld was zal niemand
ontgaan zijn. In plaats dat
het weer verbeterde, werd het
nog minder. Zelfs sneeuwstor
men en hagelbuien bleken in
mei tot de mogelijkheden te
behoren. De temperatuur
bleef abnormaal laag voor de
tijd van het jaar. De nacht-
temperatuur lag tussen de 0
en 2 graden C, overdag be
woog het kwik tussen de 6 en
8 graden. Daarbij kwam nog
dat er een enorme hoeveel
heid neerslag viel, dit zorgde
op veel plaatsen voor watero
verlast De polders mochten
niet meer malen om te voor
komen dat het boezempeil te
hoog zou worden. Om het to
taalbeeld een nog triester
aanblik te geven werden er in
's-Gravenzande een aantal be
drijven door een windhoos
getroffen. Alle gewasen die
buiten groeien hebben het
zwaar te verduren gehad en
alle verwachtingen van vorige
week gingen door het extre
me weer grandioos de mist
in. Vast staat wel dat de
groenten van onder glas van
deze situatie geprofiteerd heb
ben. Als er geen weersverbe-
teringen optreden, hetgeen
niet te hopen is, dan zal de
situatie in vraag en aanbod
de komende week weinig wij
zigen.
Tomaten
Door het koude en vrij don
kere weer werd het rijping
sproces van de tomaten ver
traagd. Het aanbod groeide
daarom zeer geleidelijk. Dit
komt een vastere prijsvor
ming ten goede. Voor de A-I-
tomaten werd er gemiddeld
3,20 per kilo betaald. Bij
wat zonniger weer kan het
aanbod de komende week be
hoorlijk toenemen. Het zit er
dan ook in dat de prijzen
meer onder druk komen. De
aanvoer van vleestomaten
De rettichaanvoer wordt kleiner, waardoor de prijs op niveau bleef.
blijft nog steeds ruim en
blijft groeien. De gemiddelde
prijs voor de grofste sortering
daalde naar ƒ3,45 per kilo.
Ook voor de vleestomaat
wordt er een lagere prijs ver
wacht
Sla weer duurder
De sla-prijs liep vorige week
weef op. Er werd op donder
dag 3 mei gemiddeld 43 cent
per krop betaald. De aanvoer
van glassla neemt verder af.
De aanvoer van vollegronds-
groenten is nog steeds be
perkt. Men zal toch van tijd
tot tijd behoefte hebben aan
een stukje voorjaar, de sla-
prijs zou daar wel eens wel
bij kunnen varen, zodat de
prijs weinig verandert
De spinazie-golf die er ver
wacht werd bleef uit. De aan
voer stagneerde zoals gezegd
door het extreem koude weer.
Het moet niet uitgesloten wor
den dat de spinazie van bui
ten in een aantal gevallen be
vangen is. Dit wil'zeggen dat
het gewas tot een groeistil-
stand is gekomen en er geen
hergroei meer mogelijk is. De
prijzen liepen als gevolg van
de omschreven situatie op. Er
werd gemiddeld 1,87 per
kilo betaald. Bij aanhoudend
koud weer zal de spinazie
duur blijven. Ook bij een ge
was al andijvie was er als ge
volg van het slechte weer een
opleving in prijs te constate
ren. De gemiddelde prijs liep
op naar 1,73 per kilo. Dit is
voor de tijd van het jaar een
ongekende hoge prijs. Vorig
jaar lag de prijs op 71 cent.
per kilo. De aanvoer lijkt wat
kleiner te worden. Bij koud
weer is de kans op hoge prij
zen groot Voor radijs werd
er op donderdag 3 mei een
behoorlijke prijs betaald, nl.
83 cent per bosje. Als het
weer niet verandert lijkt er
een vaste prijsvorming moge
lijk. Door het ruime aanbod
van Chinese kool daalde de
prijs licht Toch kan de prijs
nog steeds goed genoemd
worden, nl. 1,57 per kilo. De
aanvoer lijkt wat af te ne
men, de prijs kan toch wat
lager uitvallen door een ver
ruiming van iiet totale groen
te-aanbod. Postelein was een
gewas wat de afgelopen week
prima prijzen opbracht, nl. 3
gulden per kilo. Bij koud
weer lijkt de prijs zich te
handhaven. De aanvoer van
bloemkool onder glas stag
neerde als gevolg van het
koude weer. De prijs liep
weer op, voor de „zessen"
werd er ƒ4,65 per stuk be
taald, de „achten" brachten
ƒ4,42 per stuk op. Naarmate
het weer gunstiger wordt zul
len de prijzen sterker gaan
dalen. Rettich deed het de af
gelopen week goed, de prijs
liep op naar 63 cent per stuk.
Door het kleiner worden van
de aanvoer lijkt de prijs wei
nig te veranderen. Asperges
worden er ook weer mondjes
maat aangevoerd. De beste
kwaliteit bracht 19 gulden per
kilo op.
RUIMERE BLOEMENAANVOER BRACHT HOGER OMZETCIJFER
Langzaam maar zeker klimt het omzet
cijfer ook van de CCWS wat omhoog.
Het ziet er naar uit dat de achterstand
van de wintermaanden achter de rug zal
zijn en een meer normale tijd gaat aan
breken. Hetgeen allerminst betekent, dat
het met de prijzen wel goed zit. Het is
vooral de ruimere aanvoer die aan de
verbetering meewerkt, hoewel de koele
weersomstandigheden de aanvoer nog
sterk afremmen. Hetgeen mogelijk een
voordeel betekent. In elk geval is nie
mand gebaat bij een bloemenstroom be
halve mogelijk degenen die het gebruike
lijke bosje bloemen aan wagen of winkel
kopen.
Doch dat is niet van een te grote invloed
op het totale marktbeeld. Dat was ook
afgelopen week het geval. Voorgaande
week lag het omzetcijfer aan de CCWS
ruim twee miljoen hoger dan in dezelfde
week van het vorig jaar dat wil zeggen;
ruim twaalf miljoen. Afgelopen week lag
dat ongeveer op gelijk niveau. De maand
april gaf eer) hogere omzet van ruim
twaalf miljoen gulden vergeleken bij de
zelfde week van het vorig jaar, zij het
dat nu de paasweek de april-omzet gun
stig beïnvloedde.' En daardoor lagen ook
de prijzen gunstiger dan vorig jaar, ook
al waren er enkele uitzonderingen zoals
van de alstroemeria, gerbera en amaryl
lis.
De zeer grote aanvoer van die bloemen
was daar de oorzaak van. Afgelopen
week beliep het omzetcijfer van de
CCWS 11.837.178,06 tegen
11.170.098,04 vorig jaar zodat er mini
maal verschil in zit! Maar wel beliep de
totale, aanvoer ruim vier miljoen bos of
stuks minder, hetgeen dus wijst op de
gunstiger prijzen.
Overigens moet melding worden gemaakt
van een sterk gestegen omzet van buiten
landse bloemen en daar kan men nu
over twisten of en in hoeverre dat valt
toe te juichen. Indien dat niet het geval
was geweest, zou in het omzetbedrag
thans een kleine achterstand' zijn ont
staan.
De eerste dagen van afgelopen week wa
ren niet best wat de bloemenprijzen be
treft, aan het eind van de week trad eni
ge verbetering in, vooral wat betreft de
irissen. Hierop kan het koude weer van
invloed zijn geweest maar ook de ver
minderde aanvoer van statice. Goede be
langstelling was er voor de Nederlandse
anjers waarvan het aanbod op gang
kwam. Ruimer aanvoer was er ook van
chrysanten, freesia en gerbera. Rozen
zijn aardig stabiel zowel wat aanvoer als
pnjs betreft
Gemiddelde prijzen met tussen haakjes
die van vorig jaar zijn: Amerikaanse an
jers 34 (34) trosanjers 39 (35) anthurium
1,54 (1,73) snijgroen 17 (20) jaarrond
troschrysanten 50 (40) geplozen jaarrond
68 (61) freesia 23 (17) gerbera 31 (28) gla
diolen 64 (62) irissen 20 (13) leliekelken
46 (41) lelietakken 50 (38) rozen, groot 41
(40) idem klein 32 (27) tulpen 8 (9).
Van de importbloemen vermelden we an
jers 29 tot 50, trosanjers 31 tot 40, rozen
kleinbloemig 30 tot 44 en statice 37 tot
94.
Omtrent d.e gang van zaken gedurende
de maand april aan de CCWS kan wor
den gemeld, dat aan snijbloemen werd
omgezet 45.072.989,20 tegen
35.370.453,39 in dezelfde maand van
het vorig jaar dus 9.702.535,81 of bijna
28 procent meer.
Aan potplanten werd omgezet
7.122.415,56, vorig jaar 15.443.519,95.
meer 1.688.895,61 of ruim 31 procent.
Omzet sinds 1 januari van dit jaar totaal
172.009.288,90 tegen vorig jaar
168.896.014,54, een vermeerdering met
3.113.214,-.
Voor deze week wordt een toename in
de aanvoer verwacht. Wat betreft de
prijsvorming ziet het er niet slecht uit
Het bollenvak is voor de vari
atie maar weer eens een nieu
we fase ingegaan; de periode
van De Grote Onzekerheid.
Om te beginnen de vraag:
hoe worden de gewassen?
Hoewel het bepaald nog erg
vroeg is om zich aan voor
spellingen te wagen, mag zon
der overdrijving worden ge
steld dat er een compleet
wonder moet gebeuren willen
de kwekers straks in juli een
normaal gewas gaan rooien.
De ontwikkelingen van de
bolgewassen is abnormaal
laat. Geen wonder ook met
sneeuw- en hagelbuien in mei.
We moeten ver in de geschie
denis terug gaan om een sei
zoen tegen te komen, waarin
men begin mei hoeken met
hyacinten ziet die nog in bloei
moeten komen, terwijl er van
tulpenbloei in de eerste week
van mei nog maar nauwelijks
sprake was. De groeiperiode
zal dus maar kort zijn en het
is dus maar de vraag of de
Dollen die achterstand van
twee weken zullen kunnen in
lopen. Er is zeker wel enige
reden om daaraan te twijfe
len.
Punt twee is het versterkt op
treden van augustaziek, een
virusaantasting, die dit jaar
links en rechts vrij grote vor
men heeft aangenomen. Welke
invloed zal dat hebben op de
totaal oogst?
Hyacinten hebben dit jaar
last van „koude benen".
Waterschade
En afgezien van dat alles: hoe
groot is de waterschade?
Exacte cijfers ontbreken nog
maar met grote nadruk wordt
beweerd dat er in het Noord
elijk Zandgebied niet minder
dan 50 ha bollen „naar de
barbiesjes" is, terwijl de wa
terschade in de Wieringer
meer wordt geraamd op een
areaal van 30 ha. In West-
Friesland valt de waterschade
mee en ook in de oude bol
lenstreek heeft men op' de
goede percelen grond weinig
of geen last gehad. Daarente
gen is de waterschade in de
IJsselmeerpolders - waar nog
altijd ruim 500 ha tulpen wor
den geteeld! - weer omvang
rijk. Landelijk gezien is er ze
ker beduidend meer dan 100
bunder bollen verzopen.
Geen haast
Dat alles gevoegd bij de kans
op een magere oogst, zou
doen vermoeden dat de ex
porteurs zich momenteel het
vuur uit de sloffen lopen om
bollen te kopen. Toch is dat
niet het geval. Ze hebben he
lemaal geen haast, ook al lig
gen bepaalde cultivars zoals
de dubbele gele Monte Carlo,
de randtulp Kees Nelis en de
purperkleurige Attila wat be
ter in de markt. Maar het
massasoort Apeldoorn is al
leen te plaatsen tegen (te)
lage prijzen. De binnenlandse
broeiers doen ook erg voor
zichtig met inkopen. Begrijpe
lijk, want het afgelopen sei
zoen is voor hen bepaald
geen vetpot geweest Ook in
de afgelopen weken toen de
bontjassen en de wollen wan
ten weer tevoorschijn werden
gehaald en het toch echt tul
penbloemenweertje was, wilde
het helemaal niet. Wat beter
was het gesteld met de iris
bloemen, die in verhouding
tot de rest van de bolbloemen
nog goed betaald werden. Wat
de irisbollen betreft: ook van
dat artikel kan men zeggen
dat er al heel wonderlijke
dingen moeten gebeuren wil
len de kwekers straks een
fors aantal tienen uit de roe
kunnen rapen. Niettemin
blijft de handel in dit bolge
was vrij lusteloos.
Koude voeten
Bij de narcissen is het ook
een rustige boel. Alleen de
massabroeisoorten zoals Carl
ton en Golden Harvest kun
nen een baas vinden tegen re
delijk goede prijzen. In hya
cinten, die in de afgelopen
winter duidelijk last hebben
gehad van „koude benen"
zoals dat heet, wordt weinig
gedaan. Die koude benen zul
len weer een korte stand tot
gevolg kunnen hebben en hoe
gaan dan de bollen groeien?
Het enige artikel waar leuk
handel in wordt gedaan, is de
krokus. Er wordt 5,— per
kilo voor betaald en daar kan
men ze heel goed voor telen!