Het ambachtelijke als middelpunt
van expositie op Hoeve Bijdorp
A
Het was me
het arbeidsdagje
wel bij de
Groenoordhallen
Vereniging Bloembollencultuur nu louter producentenorganisatie
Grepen uit de Leidse muziekgeschiedenis
Orgelspel op rijm:
Herman Coster
(1743-1781)
Lerarenconcert van
Streekmuziekschool
Konijnen doodgebeten
1 F
STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 2 ME11979 PAGINA 5
Hoeve Bijdorp, een
jaar of negen geleden
nog de bedrijfsruimte
van boer Kraan, op
de groene hoek van
de Dorpstraat in het
groene dorp
Zoeterwoude, gonst
weer van de
bedrijvigheid. De
aangepaste boerderij
is alweer geruime tijd
de residentie van
Lolita en Paul
Schaepman en een
stralend pied a terre
voor allerlei
producenten van
„huisvlijt", of er nu
geknoopt, geweven,
geschilderd, gebakken
of gemusiceerd wordt.
Dat is om het even.
De rustieke woonzaal
van de Schaepmannen
is er goed voor. Ook
nu staat er weer iets
te wachten. Zaterdag
en zondag stellen
negen huisvrouwen,
een scholiere en een
manspersoon hun
werken bloot aan de
'belangstelling van een,
naar men hoopt en
verwacht, grote schare
van bezoekers.
Het elftal handvaardigen
gaat (beide dagen van elf
fot vier uur) poppen,
.keramiek, wandkleden en
'schilderijen en tekeningen
tentoonstellen. Daar zijn
vier Zoeterwoudse
keramiekbewerksters:
Gonda Oosterom, Elly van
der Ploeg, Agnes van Gent
'en Lolita Schaepman. Ook
Magda Potma uit
Voorschoten komt met veel
gebruikskeramiek, vaak in
bijzondere blauwe kleuren.
Allen talent ten toon
spreidend. Zo ook Marleen
Stikvoort (Zoeterwoude),
Corrie Huquenin
(Voorschoten) en Will
Albersen die hun
bloemrijke en ook fijn van
structuur zijnde wandkleden
Lolita Schaepman bij een poppengroep.
laten hangen, Will Albersen
is er bovendien met een
aantal tekeningen. Ria
Sarneel uit Ter Aar en
Schaepmans dochter Pia
laten zien hoe bekoorlijk en
artistiek poppen u tegemoet
kunnen dromen. Henk Otto,
tenslotte maar niet als
minste, uit Zoeterwoude, is
zeer verdienstelijk met
schilderijen aanwezig.
Het is de tweede keer, dat
„beschermelingen van Paul
Schaepman" - zo mag ik ze
wel noemen, binnen de
gastvrijheid en
medewerking van dichter-
filosoof Paul - op Hoeve
Bijdorp hun gang kunnen
gaan met het uitstallen van
wat er uit hun handen is
gekomen. Vorig jaar ook
waren expressievelingen
showend bezig onder het
strodak dat hier een waar
overkoepelend karakter
heeft. Agnes van Gent: „We
hadden toen geen
publiciteit, maar er heerste
een goede sfeer en dat was
erg gezellig met een grote
aanloop op die donderdag.
Nu doen we het in het
weekeinde, vanwege de
animo. Er kunnen op die
manier meer mensen komen
kijken".
Al een jaar of wat terug
begonnen er in
Zoeterwoude vrouwen
aardig handig bezig te zijn
in hun vrije tijd, al
pottenbakkend, glazurend,
cursussen gevend en
volgend. Het groepje
groeide in de jaren, met als
aanstichtsters Lolita en
Agnes, twee jongrijpe
moeders die anderen en
elkaar weten te stimuleren
door actief en vindingrijk te
blijven. Zo leefden ze weer
naar het tweede „open
huis" toe, met de rijke
inbreng van andere
creatieve vrouwen.
Lolita Schaepman-
Rompinelli, geboren onder
de vrijgevige zon van het
Spaanse Cordoba, is alweer
dertien jaar „Nederlandse".
Kunstervaring zit haar in
het bloed: „Je ziet iets
Arabisch, iets Moors in
mijn schalen en
„theelichtjes", zegt men".
Lolita heeft heel wat
Zoeterwoudse vrouwen op
weg naar de creativiteit
geholpen via allerlei
cursussen. Op het ogenblik
heeft ze nog een club van
kinderen die in het
winterseizoen van alles te
doen hebben: poppen
maken, spinnen, wol verven.
Ze volgt een opleiding voor
creatieve handvaardigheid
bij het LJA aan het
Noordeinde in Leiden. „Op
9 mei moet ik daar een
examen doen. Daarna hoop
ik „groot" te beginnen, in
Zoeterwoude, met een
flinke club voor
beoefenaars van allerlei
vakken. Niet alleen
pottebakken, maar heel veel
andere technieken ook,
zoals batik, wat eigenlijk na
het pottebakken m'n tweede
liefhebberij is".
Deze Spaanse Nederlandse
is geïnspireerd op het
handvaardige. „Ik heb niet
de pretentie zelf een artiest
te worden, maar ik ben erg
ingesteld op het
ambachtelijke van al die
vakken. Ik geloof, dat dat
een Spaans getinte
instelling is. Als ik aan het
vertellen sla, gebeurt dat op
een manier die de mensen
enthousiast maakt om zelf
iets te gaan volgen, iets te
gaan doen met hun
handen". Nu is
Zoeterwoude geen specifiek
„kunstdorp", maar er is
volgens Lolita Schaepman
wel veel geestdrift rond de
creativiteit. „Ik hoop over
enige tijd op ons erf hier
een centrum van
ambachtelijke creativiteiten
te hebben waarin ook wat
aan „lichte"
kunstgeschiedenis kan
worden gedaan. Dat gebeurt
dan in onze witte
„ambachtschuur" die dan
wel uitgebreid zal moeten
worden. Kijk ik voel me
een beetje verplicht, iets in
dit dorp te doen. Ik neem
het erg serieus allemaal. Ik
zeg weieens: niet babbelen,
maar werken, dames".
Het heeft geleid, tot nog
toe, tot fijne resultaten. Er
zijn nu oud-cursisten die
zelf op „Bijdorp"
exposeren, met verve zelfs.
Lolita blijft zeggen: „Het
gaat niet om de kunst,
maar om het bezig zijn met
je handen, iets maken, je
tijd besteden aan iets. Dat
is al nuttig. Ik moet er niet
aan denken: koffie zetten
en zuigen en dan maar
lezen, lezen. Ik zou
doodgaan voor ik zeventig
was".
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
SB
Wie van de trouwe raads
leden gisteren wilde wer
ken, kreeg de pin op de
neus en vond veelal de
poorten van zijn of haar
arbeidsterrein gesloten. Dit
vanwege de (Leidse) feest
dag van de Arbeid op 1
mei. Nou wilde je 'ns een
keer aan de slag en daar
kreeg je dan opeens geen
gelegenheid toe. Of er
veel van die niet-socialisti-
sche werklustigen zijn ge
weest, weet ik niet, maar
bijvoorbeeld het stadhuis
en het Stadsbouwhuis wa-
kamp heeft berekend, dat
dit geven van een vrije
dag aan gemeenteambte
naren - verleend door de
rode leden van het college
van Burgemeester en Wet
houders - de toch al arm
lastige gemeente Leiden
op ongeveer een half mil
joen gulden komt te staan,
xh
Directeur van "een rare tak
van dienst". And ré de Jong
van de Groenoordhallen,
bracht een deel van de 1
mei-dag mopperend en
sputterend door. „Een rare
tak van dienst, jazeker, om
dat we afhankelijk zijn van
derden. Onze veemarkt kun
nen we niet zomaar even
sluiten, als een groep feest
wil vieren. De klanten ko
men van alle kanten en ver
wachten, dat ze in Leiden
kunnen markten. We heb
ben maandag en gisteren
overigens een aardige
markt gehad: 5900 dieren in
totaal. Dat kun je toch niet
even schrappen, nietwaar?"
Nee, De Jong was niet blij
met deze Dag van de Ar- 4
beid: „dat kost ons goud,
dubbel op. Allemaal grote
onzin. We maken onze be
groting en opeens lees ik,
dat 1 mei als een vrije dag
aangerekend moet worden.
Wie wil of moet werken,
krijgt overwerk uitbetaald.
Nou, die vrije dag heeft
voor ons niet geteld, omdat
de markt niet alleen voor
Leiden geldt. Een ploeg van
de gemeentereiniging was
ook 's middags bezig om de
zaak schoon te maken. Dag
van de Arbeidjawel: een
complete ploeg begint
's morgens om 4 uur en kon
's middags na tweeën aan
het vieren slaan. Zelf was
ik 's avonds om zeven uur
thuis. Liefdadigheid. Het is
niet in de haak, als we ons
moeten bezighouden met
partijpolitieke overwegin
gen. Die extra dag vrij voor
onze jongens (die op een
andere dag kunnen compen
seren) komt dan nog eens
bij die 150 uur extra, die ze
al hebben. Er is niemand,
die dat, belastingtechnisch
gezien, wil. Ze hebben al
zo'n stoot uren hier bij
ons".
LISSE De in I860 opgerichte Konink
lijke Algemene Vereniging voor Bloem
bollencultuur heeft gisteren in de alge
mene vergadering door middel van een
statutenwijziging zijn karakter veran
derd. Deze organisatie van telers en
handelaren is nu een zuivere producen
tenorganisatie geworden. Door het opne
men van een bestuurslid uit elk der
j [drie centrale landbouworganisaties is de
verbinding gelegd naar de grote natio
nale en internationale organisaties.
'Hoewel de vereniging gebaseerd blijft op
i afdelingen, zullen ook kringen worden
gevormd waarin gewestelijke problemen
in nauw verband met landbouworganisa
ties krachtdadiger kunnen worden aange
pakt. Voorzitter J. P. M. de Jonge, heeft
in zijn openingswoord gewezen op de
druk die door grote bloemenimporten uit
derde landen op de prijzen van de Ne
derlandse bolbloemen wordt gelegd. In
Nederlandse en EEG-organisaties wordt
gezocht naar mogelijkheden om deze im
porten te beperken.
De voorzitter zei dat in de verhoudingen
met het produktschap voor siergewassen
CPVS het vertrouwen volkomen weg
was. Zijn vereniging heeft sterke druk
op dit produktschap uitgeoefend om ope
ning van zaken te geven, onder meer
over de regeling van de manier waarop,
overigens wettige, uitzonderingsregelin
gen konden worden toegepast. De Jonge
zei dat men zoekt naar directe heffingen
en niet getrapte zoals thans het geval is.
De handelaren incasseren namelijk hef
fingen bij telers als zij daar bollen ko
pen en geven deze door naar het pro
duktschap.
In de rondvraag is weer het probleem
aangesneden, dat een aantal handelaren
van bloembollen, die tegen de surplus en
vakheffing hebben geprotesteerd en de
daarop betrekking hebbende 7,5 miljoen
gulden op grond van uitspraken van het
hoogste beroepscollege van het PVS heb
ben teruggekregen, het geld kennelijk
niet doorgegeven naar de telers waar ze
ze voor het PVS geïncasseerd hebben. Er
is nauwelijks dwang mogelijk en er is
ook weinig lust bij de handelaren om
het geld door te sturen naar die telers.
een systeem waarbij de teler zijn ftemng
rechtstreeks aan het schap betaalt Hij
deelde ook mee dat de heffingenkwestie
het vertrouwen in het produktschap vol
komen heeft doen verdwijnen. Uit be
sprekingen met de huidige voorzitter van
het schap, ir. J. E. C. Spithoven is ech
ter gebleken dat de mogelijkheden tot
herstel van dat vertrouwen groot zijn, al
zal daar nog wel enige tijd voor nodig
zijn.
In deze vergadering van de in 1860 opge
richte Koninklijke Algemene Vereniging
voor Bloembollencultuur scheidden zicb
de wegen van telers en handelaren. Doo
een statutenyrijziging werd de KA VB var
een voor beide groepen openstaande ver
eniging tot een zuivere producentenorga
nisatie. Met de drie centrale landbouwor
ganisaties werd een verbinding gelegd
doordat elk van de drie voortaan een be
stuurslid voor de KA VB zal leveren. De
plaatselijke afdelingen blijven, maar er
komen nu ook kringen, waarin geweste
lijke problemen in samenwerking met de
landbouworganisaties zullen worden aan
gepakt.
„Mijn lengte is bijna Haar
lems groot; mijn eigen haar
is blond, niet rood. Mijn
kleur helt naar de bleke
kapt, somtijds met sproeten
wat beplant. Mijn uitzicht
heeft het teken niet van
rouw of knaging of verdriet.
Ik ben niet al te dik of vet,
maar nochtans redelijk gezet.
Mijn lichaam heeft geen één
gebrek van lammigheid of
scheve nek" tekent in 1779
Herman Coster vijftig regels
rijm lang zichzelf. We leren
hem kennen als een goed in
het pak gestoken heer, die
ongehuwd door het leven
schreed, geen afschuw had
van een goed glas wijn, van
zijn hart geen moordkuil
maakte en een hooggekwalifi
ceerd gezelligheidsdier was:
„ik ben geen kruk in het
kaartenspel, maar jas en
omber reed'lijk wel. In kolf-
of kaats-, of maliebaan be%
hoef ik ook niet leeg te
staan. Ik weet - als velen -
tot mijn smart de vrolijkheid
van het duur biljart; en ben
ik spel en mensen moe, zal
niemand vragen wat ik doe".
Natwee eeuwen is het mis
schien aardig om wèl te vra
gen, wat hij zoal deed.
Als oudste van drie jongens
te Alkmaar geboren komt
Herman Coster in 1763 naar
Leiden om in december van
dat jaar organist te worden
van de Marekerk. Als twin
tigjarige neemt hij zijn intrek
bij broodbakker de Beus in
de Lokhorststraat. Zeventien
jaar lang zal hij zich daar
thuis voelen. Blonde Manus
kan in zijn nieuwe woon-
plaats bewonderenswaardig
goed aarden. Een tijdgenoot
dicht hem toe: „Welk een eer
verdient Uw vlijt, bruilofts
zanger, grafschrift-dichter,
jaarfeestrijmer, elk verplich-
ter, die - om weerwil van de
nijd - kunt op onderwerpen
dichten waardoor yders
kunst moet zwichten" Ik zei
het al: Herman nam geen
blad voor zijn mond en wan
neer in de achttiende eeuw
de vereniging voor seksuele
hervorming bestaan zou heb
ben, zou het een waardig
voorzitter kunnen zijn ge
weest. De Oranje-gezinde Jan
le Francq van Berkhey
schampt op Herman: „die
zelfs op ik weet niet wat
weet te rijmen blad bij blad;
ja, die vol van zotte grillen
zingt van hamer, stoel en bil
len.
In 1774 wordt Herman een
der steunpilaren van het ge
zelschap „Kunst wordt door
arbeid verkregen". In die
kring komt hij in kontakt
met vogels van brede pluima
ge en wanneer Hendrik van
Outgaarden bij gelegenheid
van zijn gouden bruiloftsfeest
een orgel cadeau wil doen,
vraagt zijn schoonzoon (lid
van „Kunst.aan Herman
of hij orgeladviseur wil zijn
voor orgelbouwer Jan Mitte-
reyther. Via het genootschap
maakt Herman kennis met
vader en zoon Jan van Heu-
kelom en dat leidt tot leraar
schap. Jonge Jan krijgt van
Herman een clavecimbel in
bruikleen en klavierles.
De kontakten
De kontakten met de Doops
gezinde Gemeente zijn gun
stig. Wanneer Cornelis van
den Heuvel het orgel in de
Pieterskerkstraat gaat verrui
len voor het orgel van de
Waalse kerk wordt Hermans
negentien jaar jongere broer
Izaak organist van de Doops
gezinde kerk. Izaak heeft les
van zijn broer, die ook Abra
ham Leenhouwer tot zijn
leerlingen kan rekenen. Leen
houwer volgt in 1872 Izaak
Coster als organist op. Daar
mee is de leerlingenkring
niet gesloten. In Leiden is de
naam Peltenburg onlosmake
lijk met muziek verbonden.
Welnu: een juffrouw Pelten
burg krijgt les van Herman
en leent bij hem een klavier.
In tegenstelling tot Izaak
heeft Herman nooit gecompo
neerd. Hij leest en rijmt lie
ver en gaat met mensen om.
Hij wordt voorzitter van
„Kunst.en rijmt zijn on
waardigheid: „meer geschikt
voor het pijprijk orgel; meer
geschikt aan het snarenspel;
beter burger in orkesten dan
bij boeken in mijn cel". Na
de dood van Frederik Day
de Rivet de Mondevie wordt
Herman organist van de
Hooglandse kerk. Een poging
om later door te schuiven
naar de Pieterskerk mislukt.
Broer Izaak zal dat wel luk
ken.
Volop in het leven staand,
koopt Herman in 1780 een
huis aan de Langebrug naast
de „Gecroonde Liefde" poort.
Een deel van dat huis ver
huurt hij aan burgemeester
Jacob Heyns voor een daal
der per dag In dat huis
heeft hij veel mensen ontvan
gen, want in de inventaris
van zijn nalatenschap in 1781
struikel je over de stoelen. In
dat huis wordt ook met an
deren gemusiceerd. Herman
heeft daartoe een clavecim
bel, drie violen, een altviool
en een dwarsfluit in bezit.
Hij ergert zich mateloos aan
de manier van muziek ma
ken: „waar blijft gij dan, die
met Uw stampen de maat en
zang en snikken dwingt, met
niets dan met de voeten zingt
en harmonie en zang laat
kampen met knikkend wag-
'len van Uw lijf als waar'
zulks 't kunstigste bedrijf?"
De Gekroonde Liefdepoort aan de Langebrug (pren-
tenverzameling Gemeentelijke Archiefdienst)
Veelvuldig door ziekte ge
plaagd laat hij tijdig door de
notaris opschrijven, dat de
kostbare diamanten ring, het
gouden zakhorloge en de
beste wandelstok voor broer
Izaak bestemd zijn. Na het
legitieme erfdeel voor Her
mans vader moet de rest ook'
toebedeeld worden aan de
twee dochters van bakker de
Beus. die met de blonde Pan-
crasorganist zoveel te stellen
hebben gehad. Hij is al tien
dagen begraven wanneer
„Kunst.op 8 december
1781 in feestzitting bijeen zou
komen. Het werd een rouw-
zitting voor „hem die met on
geduld deez' avond had ver-,
beid, die voor deez' vrienden
kring een feestlied aan moest
heffen". Voor zichzelf had hij
het grafschrift al klaar lig
gen: Hier ligt een huurling
van de deugd, een werktuig
van de dank'bare vreugd,
een vijand van zijn lotgeno
ten, een arme speelpop van
de groten, een gouden tor in
het vaderland, een wonder
mens, een musicant"
JAN DOOVE
LEIDEN Ter gelegenheid van het 145-jarig bestaan van de
Streekmuziekschool Leiden en omstreken, wordt morgen van
af acht uur een lerarenconcert gegeven in de Zuiderkerk aan
de Lammenschansweg. De Leidse wethouder drs. P.H. Schou-
te spreekt als voorzitter van de streekmuziekschool een feest
rede uit.
De muziekschool werd in maart 1843 opgericht door enkele
Leidse notabelen. Spoedig na de oprichting kwam de muziek
school onder beheer van de maatschappij voor Toonkunst in
Leiden. Op initiatief van de gemeente Leiden, werd in 1955 de
stichting Volksmuziekschool in het leven geroepen. In 1961 fu
seerden de twee muziekscholen tot de stichting Leidse Muziek
school.
Als gevolg van de regionale ontwikkeling van de school kwam
in 1971 de Streekmuziekschool Leiden e.o. tot stand, op basis
van een gemeenschappelijke regeling aangegaan door de ge
meenten Leiden, Oegstgeest, Voorschoten en Wassenaar.
Het aantal léerlingen bereikte dit schooljaar de recordhoogte
van ruim 3300. Aan hun wordt door zeventig leerkrachten on
geveer 870 klokuren muziekonderwijs per week gegeven.
Elf leerkrachten zullen in het concert optreden. Nadat wethou
der Schoute zijn feestrede heeft gehouden, wordt het concert
geopend door Peter Bik (dwarsfluit), Lena Bik (hobo) en Hans
Stoop (klarinet) met de nocture opus 11 van Marius Flothuis.
Daarna brengt het trio begeleid door Henk Briër op de piano,
een sonate van Darius Milhaud ten gehore. David Poliakine
(piano) speelt de sonatine opus 28 van Leon Orthel. Vervol
gens brengt gitaarleraar Bert Maas zeven preludes van Henk
Badings ten gehore. Het trio Nora Gortzak (blokfluit), Piet
Kunst (blokfluit) en Ciska Mertens (fluit en trombone) speelt
een aantal werken van Claude de Sermisy, Clemens non Papa,
Francis Cutting en Matthew Locke.
Na de pauze spelen Henny Ravestein (viool) en Henk Briër (pi
ano) Tempo di menuetto van Frits Kreisler en Zes Roemeense
dansen van Bela Bartok. Nel Möhle en David Poliakine bren
gen vierhandig pianospel en wel met twee marsen van opus 27
van Frans Schubert.
OEGSTGEEST Twee konijnen zijn gistermorgen levenloos
door de eigenaresse aangetroffen in een hok in de achtertuin
van een woning aan de Cartesiuslaan in Oegstgeest. De pool-
konijntjes (beiden zes jaar oud) bleken te zijn doodgebeten.
Het hok en de loopren van de dieren was volledig vernield.
De eigenaresse van de diertjes heeft aangifte gedaan bij de
politie in Oegstgeest. Vermoedt wordt, dat de konijntjes zijn
gedood door een grote wit-zwarte hond. De politie sluit niet
uit, dat er enig verband bestaat met soortgelijke gevallen die
de afgelopen dagen in de omgeving (Voorschoten) hebben
plaatsgevonden.