ichting 'Onder de Pannen' g steeds niet onder dak Sleutelstad, orgelstadbelooft veel, biedt weinig li lenkelijk cabaret Geslaagd dansfestival van LAK-theater LEIDSE COURANT VRIJDAG 20 APRIL 1979 PAGINA 5 Bijna twee jaar bestaat nu de jichting Onder de Pannen, een stich- zich bezighoudt met de zogenaamde kamerbewoner". Ondanks verwoe den is het bestuur van de Stichting nog altijd niet in geslaagd om een de grond te krijgen waar de bege- nerbewoning gestalte kan krijgen. De vormen het grootste obstakel. Koningin Julianafonds en nog een nstelling na laten de instanties het er bij zitten", vertelt Jan Verver, voor- n het bestuur van de Stichting, zelf g uit de Kinderbescherming en nu n in het Leidse volkshuis. De Stich- 'Onder de Pan, om jon- j anders in een tehuis terecht zouden Ze komen zonder geld te zitten en >n ze vaak in een vicieuze cirkel van nik of alcoholmisbruik. Dat soort weet niets van alleen wonen, ze we- eens hoe ze postgiro moeten aanvra- daarom moeten ze worden begeleid, leiden ze ongeveer een jaar zodat ze zelfstandigheid kunnen ontwikkelen. Wij staan in principe open voor mensen van 16 tot 30 jaar, maar in de praktijk zal het wel neerko men op het begeleiden van jongeren in de leeftijd van 17 tot 23 jaar", aldus Verver. Zelfstandig De begeleiding wordt door de Stichting ge dacht in de vorm van een mentor of mentrix op 12 a 14 bewoners in een pensionachtig pand. "De jongeren wonen daar zelfstandig, zorgen zelf voor het eten en betalen huur voor de kamer; als ze geen werk hebben wor den betalingen geregeld via de Sociale Dienst. Voor het vallen het opstaan hebben ze de mentor, die een soort superhospita is", aldus Jan Verver. "Als voorbeeld hebben we Rotter dam voor ogen, waar ze in een hotel een soortgelijk project hebben opgezet. Dat schijnt erg goed te lopen". De ontspoorde jongeren kunnen zich zelf bij de stichting aanmelden, maar in de regel zal het een kwestie van doorverwijzen worden via instellingen als de Telefonische Hulpdienst, Pro Juventute Rijn land, het Bureau Maatschappelijk Werk etc., die ook in een comité van aanbeveling voor de Stichting "Onder de Pannen" zitten. "Wij stellen wel zodanig criteria dat we niet een soort algemeen daklozencentrum worden. Onze doelgroep is duidelijk anders", aldus Jan Verver. Nieuwbouw Voorlopig ziet het er nog niet erg gunstig uit voor de stichting, die nog steeds met lege handen staat. Jan Verver: "Wethouder Schou- te (Maatschappelijke Aangelegenheden) zei eerst dat hij pas iets aan onze huisvesting wil doen als het centrum voor daklozen gereed is. Maar dat gaat vele jaren duren; zo lang kun nen we niet wachten. We zijn al bezig geweest met panden aan de Boerhaavelaan en de Zoe- terwoudsesingel, maar we hebben het geld niet om ze aan te kopen en te verbouwen. Nieuwbouw in de regeling 1- en 2-persoons- huishoudens is goedkoper, dus zijn we ons daar op gaan richten. De gemeente zou zich daar geen buil aan kunnen vallen, want er be staat immers behoefte aan woningen in die sector. Toch hebben we geen enkele reactie gehad op de aanvraag voor een stuk grond in de Zeeheldenwijk een jaar geleden. Een pro bleem is ook de salariëring van de inwonende mentor of mentrix. Dat hebben wij begroot op 60.000 gulden, te dekken via directe subsi diëring. Rijk en gemeente hebben daar de middelen niet voor, dus voor wat dat betreft' zullen we moeten terugvallen op een dag- en verzorginsprijs per persoon". De stichting wil niettemin op korte termijn al aan de slag gaan in een tijdelijke huisvesting en heeft daar bij de gemeente al om verzocht. "Stel dat het nu soepel loopt, dan duurt het nog twee jaar voordat die nieuwbouw gereed is. En al die tijd kunnen we niets doen. Uit de vele reacties die ons bereiken via de instel lingen blijkt dat er nog steeds sterk behoefte bestaat aan begeleide kamerbewoning, dus we gaan in ieder geval door", aldus Jan Vever. Het secretariaat van de stichting wordt ge voerd door R. Bergsmoeff, Samuel de Zeehof je 8 in Leiden, tel. 124214, giro 3810025. ïplantdag bnaschool iten' n van de vijfde en zes van de lagere protes- stelijke Julianaschool Oosterstraat 16 hebben van een wat verlate lag de Leidse Plant- enst gisteren geholpen planten van bomen en de Trompstraat, de raat en de Barentsz- M Van Dam was aan- imsamen met de leerlin- Sloos en Francis 'Jtet planten van de eer- im( t op de hoek van de esïo' aat en Oosterstraat it -tif rekening te nemen, men not bezielende leiding van zj (loog Frits ia de ie het geheel in een biologieles vervatte stukje De Waard toen opgefleurd. Na afloop za e ijverige planters in de alge liologisch verantwoorde ■Couc lemelk en appels voor zersv te arbeid. ;e a rI kstpierement maakt end X JaÜF Tekstpierememt (Jos Brink, Frank Sanders en de Lange) presenteerde in de Leidse Schouwburg zijn nma 'Van wie zou dat nou zijn...' Het tweede deel van 1 kan eenvoudig aldus worden aangevuld: 'van Annie Schmidt'. De naam van deze schrijfster is inmiddels ir verbonden met Tekstpierement, als met de hele Ne- Ise musical. Op de 'rel' tussen mevrouw Schmidt en de groep wordt in het programma uiteraard veelvuldig eeld. a 11 mt LEIDEN Het LAK-theater heeft rond het weekend van 21 en 22 april een klein dansfestival georganiseerd. Er komen vooral produkties aan bod geschikt voor kleine zalen. Dit heeft het voordeel dat men de dansers meer ziet als mens dan als poppen die in de verte een lijnenspel uitvoeren. Zowel de groepen die meer passen in de ontwikkeling van de grote dansgezelschappen van de laatste jaren als de groepen, die de grenzen tussen dans en beweging onderzoeken zijn vertegenwoordigd. Gisteravond trad de Springplank, de aspirantengroep van het Nederlands Danstheater, op. De groep is gevormd uit dansers en danseressen, die een baan bij het NDT willen en ook de mogelijkheden bezitten om aan de eisen voor techniek en expressie te voldoen. Zij moeten echter nog de nodige tonee lervaring opdoen om de kloof, die bestaat tussen de vakoplei ding en het theater, te overbruggen. De dansers en danseres sen zijn al duidelijk op weg om te vinden welke rollen zij elk het best kunnen dansen. In Tilt, van Hans van Manen, werd het Concerto in D van Igor Strawinsky tweemaal gespeeld, waarbij de tweede maal de vrouwen een deel van de mannenrollen dansten van de eerste keer. Dit leverde nogal wat gegrinnik op bij het pu bliek, vooral bij de pas-de-deux. Quartet, van Nils Christe, was geïnspireerd op een gedicht van J.C. Bloem over het onherroepelijk voorbij gaan van de tijd. Deze zwaarmoedigheid leverde een sterke dramatiek op met veel strijd, ook de tedere momenten bleven erg gespannen. De bewegingen waren hier en daar nogal gezocht en onnodig ingewikkeld. Charles Czarny maakte op het Concerto Crosso van Handel een stuk, geïnspireerd op en de draak stekend met sport. De kostuums waren vooral wit met aksenten in knalroze, zoals de bokshandschoenen b.v. Over het algemeen waren de situaties komisch, bij het voetbal raakten de dansers ernstig gebles seerd, maar stonden tien tellen later alweer lustig te spelen. Kortom, plezierige stukken om naar te kijken, vooral het laat ste, passend in de stijl die het NDT heeft opgebouwd en daarom ook niet vernieuwend, wel ere vertrouwd. Wil Walvis Japanse zaal in Volkenkunde open ook: de teksten van Annie M. G. Schmidt bieden ie voldoende aanknopingspunten om daaromheen een 10 erd cabaret te bouwen. Niet dat Tekstpierement me atse u zo geweldig goed in geslaagd lijkt; het enige wat "voor W01 hans na afloop enigszins overeind blijft is de waarde- I ^Eoor mevrouw Schmidt haar bijdrage aan de Hollandse af" e. Niet wat de veel minder begaafde Jos Brink daarmee heeft. Zijn cabaret zou men het cabaret van de lange kunnen noemen. Wie enige ervaring heeft met dit .voelt de grappen al van mijlenver aankomen. Zodat meli esnoods) reeds lacht, voordat de eigenlijke grap daar is. CO! 'Qgte zou nog niet zo rampzalig zijn, wanneer de grappen, 'kW ordspelingen met name, niet uiterst zwak waren. Om 'je, één verhelderend voorbeeld te geven: 'Ik heb een doel gero leven: net als Eddy Pieters Graafland' ;r ii sondanks dit cabaret wil waarderen om zijn vrijmoedig- ijk mm het feit dat Brink en Sanders hun homofilie bijvoor- te- I zo openlijk etaleren, kan van mij best gelijk krijgen. Mij -mei ie vrijmoedigheid slechts vermeend en op geen enkele ;n, d wezenlijk. Een bepaald soort cabaret in Nederland lijdt bom ezelfde kwaal: de maatschappij bevestigen in al zijn 1 ge celijke facetten, maar het omgekeerde pretenderen. Een TPelijke aangelegenheid. JOS NIJHOF EEN, Ro LEIDEN De ambassadeur van Japan in Nederland Hlroshi Uchida, opende gistermiddag officieel een nieuw ingerichte aan Japan gewijde vleugel ina het rijksmuseum van Volken- kunde aan de Steenstraat 1 Een levensgrote tot de tanden gewapende Samurai-strijder te paard wacht de bezoeker bij de ingang van de zaal op. Er is het interieur van een traditionele boerenwoning met kleurig kera- mieken allerhande huisraad te zien. Tevens krijgt de bezoeker een kijkje in een typisch Japan se stadsbehuizing die de sobere sfeer van het Zen-boeddhisme ademt Opgesteld is een „norimone". ters. ondergebracht, dat begin negen- ie en moderne Japan rondt de de gesloten draagkoets, het tra- In een grote vitrine tegen de tiende eeuw werd verzameld tentoonstelling af. De nieuwe ditionele vervoermiddel voor de- achtergrond van een adellijke" door von Siebold, de stichter vleugel ademt een sfeer van krijgsadel, de hofhouding, hoog- vila is een collectie lakwerk van van het volkenkundig museum, strakke rust, een perfecte har ambtenaren en pries- velerlei soorten en technieken Een diareeks van het traditione- monie van vorm en kleur. De Japanse ambassadeur met echtgenote in „Volkenkunde" „Minna von Bamhelm" Van links naar rechts: Thien Boermans, Liesbeth Coops en Gusje van Tilborgh. Het zuidelijke toneel „Globe" voert morgen de komedie van G. E. Lessing „Minna von Bernhelm" op in de Leid se Schouwburg. De voorstelling begint om kwart over acht. Lessing behoorde tot de groep republikeins gezinde Pruizen die voor de vrijheid en rechten van de burgers en tegen het absolutisme opkwam. „Minna von Be rnhelm" speelt zich af vijf maanden na het einde van de zevenjarige oorlog die Koning Frederik II van Prui sen streed tegen de Saksen. Achter deze achtergrond speelt zich het conflict tussen een geldende en ook als geldig gevoelde, moraal en het individuele verlangen naar liefde en geluk bij de burgers die enerzijds hun despotische koning vereren en anderzijds verachten. Rozekruisers Het Rozekruisers Genootschap belegt dinsdag 24 april een bijeenkomst in ,,'t Parlement", aan de Nieuwe Rijn. Het onderwerp van de lezing is „De oogst van de Gno sis". De bijeenkomst begint om acht uur. Kinderopvang De initiatiefgroep „Meer kinderopvang in Leiden" orga niseert op dinsdag 24 april een bijeenkomst in het Bree- huys aan de Breestraat 19 in Leiden. Volgens de initia tiefgroep is er in Leiden sprake van een tekort aan peu terspeelzalen, met als gevolg lange wachtlijsten. Op de avond zullen alle meewerkende belangengroepen zich presenteren, zal uitgebreide informatie over de kinderop- vangsituatie worden gegeven, zullen ervaringen worden uitgewisseld en zijn er waarschijnlijk gemeenteraadsle den aanwezig aan wie vragen kunnen worden gesteld. Men hoopt te komen tot de vorming van een werkgroep „Meer kinderopvang in Leiden", die zich actief voor meer peuterspeelzalen zal gaan inzetten. Aanvang 20.00 uur. Bejaardenkoor Het bejaardenkoor van de afdeling Leiden van de Katho lieke Bond van Bejaarden en Gepensioneerden viert dins dag 24 april het vijfjarig bestaan. Naar aanleiding hier van zal op deze dag om 14.30 uur in de Lodewijkskerk aan het Steenschuur een H. Mis worden opgedragen. Voorganger is pastoor J. A. Vreeburg. De Latijnse gezan gen worden verzorgd door het koor dat onder leiding staat van de ook al vijf jaar aan het koor verbonden Jan Gordijn. Stroszek Het Kijkhuis aan de Vrouwenkerkkoorstraat 17 in Lei den vertoont maalidag 23 april de film „Stroszek" in het kader van de filmcyclus die is gewijd aan de Duitse re gisseur Werner „Nosferatu" Herzog. Met Stroszek uit 1977 besluit het Kijkhuis deze cyclus. De film behandelt de lotgevallen van Stroszek, die tegen wil en dank uit de gevangenis wordt ontslagen en een nieuw leven moet beginnen. De rol van Stroszek wordt gespeeld door een kennige en contactgestoorde Bruno der Schwerze, die geen acteur is doch zichzelf speelt Twee voorstellingen, om 20.00 en om 22.15 uur, toegang 4.50, leden1 2.50. Troef Het vormingscentrum voor jonge volwassenen Troef houdt vanavond een Turkse avond in het verenigingson derkomen aan het Noordeinde 2a. Er staat de gasten be halve Turkse muziek ook een film en enkele nationale lekkernijen te wachten. De bijeenkomst begint om acht uur. De toegangsprijs bedraagt een gulden. „Drulc en papier De Leidse afdelingen van de federatie van de Algemene Nederlandse Grafische Bond en de Grafische Bond van het NKV zijn onlangs tot een akkoort gekomen voor de oprichting van de Leidse federatieve afdeling „Druk en Papier". Het dagelijks bestuur wordt gevormd door voorzitter C. Straver, secretaris H. Verhoeven en pen ningmeester F. Bink. Het secretariaat wordt tijdelijk waargenomen door de heer M. H. Moll, Dr. Lelylaan 23, Leiden, tel. 071-761447. Verzamelaar De Nederlandse Vereniging De Verzamelaar organiseert zaterdag 28 april een ruilbeurs in het Antoniusclubhuis aan de Lange Mare. De ruilbeurs is geopend van 's och tends 10 uur tot 's middags vieren. Op de beurs kunnen postzegels, munten, curiosa, prentbriefkaarten en nog veel meer zaken worden „verhandeld". De toegangsprijs voor leden van De Verzamelaar bedraagt 1.25 gulden. Niet-leden betalen 2.50 gulden. De jeugd tot 12 jaar is slechts 50 cent verschuldigd. N Het nieuwe boek van de heer T. Mijn grootste bezwaar schuilt in het feit, dat ae orgels in de kerk) „accorderende waren". Volgens en moet OD grond hiervan als meester Claes Rnut Pii ugc lat i EN Het nieuwe boek van de heer T. he« 'er uit Den Haag, „Sleutélstad orgelstad" «en precies een week nadat ik in deze ;rin| geschreven had, dat Leiden op het ogenblik feei grieperige orgelstad" is. Dat was toeval, ik wist van het verschijnen van dat boek af- „Moet je daar dan vanaf weten?" zal "ragen. „Moeten" niet, maar gewoonlijk ge- het wel, dat mensen bij mij aankomen de t eer ze met een Leids muziekhistorisch on- rdet erp gaan beginnen of begonnen zijn. Dat ge- ighf 'e bij de samenstelling van de dissertaties 2927; Innegarn over Schuyt, Oost over orgelbou- ^atz en Gierveld over kabinetorgels. Het ge- bij de op handen zijnde dissertatie van Haarlem over Leidse orgels. Het gebeurde het schrijven van het boek „Sleutelstad, 'd". U zult het hovaardig vinden klinken, dat is wèl te merken. Welhaast pagina na l struikel ik bij het lezen over dingen, die dteerd in staan of er helemaaf niet instaan. Mijn grootste beZWaar schuilt in het feit, dat ae auteur bij lange na niet alle archiefbronnen heeft gebruikt en dat hij teveel steunt op al verschenen publicaties, die hij achter in het boek als „noten" vermeldt Ik kom een groot aantal zeer voor de hand liggende bronnen niet in het boek tegen. Het gaat er niet om, dat dit dan veel van mijn publicaties betreft en dat een standaardwerk als dat van Annegarn uit de boot is gevallen, maar om het feit, dat recente en al gepubliceerde vondsten niet zijn ingevoegd. Daardoor daalt de waarde van het overigens schitterend -uitgegeven boek aanzienlijk. Het aanleunen tegen zogeheten „grote namen" in de orgelwereld is geen garantie voor volledigheid of juistheid. Ik doe zo maar een paar grepen. In 1512 stort de toren van de Pieterskerk in, althans voor een deel. Het orgel bleef hangen en werd niet verwoest, zoals de au teur schrijft. Orgelbouwer Jan van Covelen bouwt in zes jaar tijd een nieuw orgel, dat in 1518 wordt gekeürd „of-zij" (want er waren meer* orgels in de kerk) „accorderende waren". Volgens al lang achterhaalde inzichten werd dat orgel dus niet in 1529/1530 gebouwd. De auteur van „Sleu telstad, orgelstad" maakt het nog bonter door te schrijven, dat Jan van Covelen „in de jaren tus sen 1529 en 1530 een nieuw orgel" bouwde. Ten eerste weet ik niet wat de jaren tussen 1529 en 1530 zijn en ten tweede is dat orgel in 1518 al klaar. Nog een willekeurige greep: pag. 15: „In 1552 be ëindigde Jan Janszoon Caga zijn functie als Pie terskerkorganist. Zijn zoon Claes volgde hem op." Claes is nooit organist geweest, maar tassen- maker in Antwerpen. Ik lees in het Tijdschrift van de Vereniging voor Nederlandse Muziekge schiedenis 1973, no. 1, pag. 14: „De veronderstel ling van Vente, dat Jan (Kaga) in 1552 door een meester Claes werd vervangen of opgevolgd, is onjuist gebleken. De in 1552 vermelde meester Claes komt niet voor in de rekeningen van de Pieterskerk, maar in die van de O.L. Vrouwekerk en moet op grond hiervan als meester Claes Bout worden geïdentificeerd." In „Sleutelstad, orgel stad" komt op pag. 66 in de organistenlij st van de Pieterskerk tussen 1552 en 1554 toch Claes Janszoon Cago voor, die overleden zou zijn in 1554, maar in het huwelijk trad in 1559. Organist Jan van Rhynsburch wordt verzwegen als leer ling van Cornelis Schuyt; Isaac Coster als orga nist van de Doopsgezinde kerk; Philip Pool als organist van de Waalse kerk. Er wordt met geen woord gerept over het derde orgel in de Pieters kerk en het kleine orgel in de onderscheiden Pancraskerken. Er wordt een eerste orgelbouw toegeschreven in de Pancraskerk in 1381, tewijl er in de archieven staat dat wanneer iemand in 1379 orgel wil spelen, hij daarvoor betaald moet worden. Ik lees niets over de werkzaamheden van Jan Baptist Verryth aan het Pancraskerkor- gel in 1649. Ik lees namen als Alberto Grone- mans (die Alberto Groneman tekent). Hermairmus Pijszoon (die Herman Piso heet). Ik zie dat Fre derik Eduard Day de Rivet de Mondevie wordt afgedaan met Frederick Edward Day. Ik mis de heer van Velsen in 1601 in de organistenlijst van de Hooglandse kerk en hij heeft er toch écht op de orgelbank gezeten! Ik lees, dat er weinig gege vens over het orgel in de verdwenen O.L. Vrou wekerk te vinden zijn. Ik mis woorden over het veertiende-eeuwse- Ca<* tharinagasthuis als voorloper van de huidige Waalse kerk. Het is kletskoek om te zeggen, dat er over de motieven van de orgelverplaatsing in 1957/8 in de Lodewijkskerk niets bekend zou zijn, want het orgelarchief heeft de auteur nooit inge zien. Hij praat over het orgel in de Petruskerk en spreekt dan helemaal niet over het orgel van de Petruskerk, maar over het orgeltje in de acht tiende eeuwse schuilkerk aan de Hogewoerd. Ga zo nog maar een tijdje doqjr. v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5