middenvoor
tob Leeuwenburgh:Vroeger
''eed ik als een dwaas99
IBUTANT IN FORMULE 3
lopbal in
spreekt Beb Bakhuys:
Zweefvlucht
nog tot legendarische
erbeelding
5RT LEIDSE COURANT ZATERDAG 14 APRIL 1979 PAGINA 15
NEDERLANDS EERSTE VOETBALPROF
ZEVENTIG JAAR
talent en hij slaagde als vijf
de van de 145 cursisten.
Tijdens de cursus bleek, dat
Rob Leeuwenburgh en Rob
Slotemaker dezelfde geldings
drang bezaten, zodat menige
les in een echte race uitmond
de.. Rob Leeuwenburgh: „Slo
temaker was altijd doodziek
als ik won en met allerlei
trucs trachtte hij me te ver
slaan". De rensportschool in
Zandvoort stelt dat de cursist
zelf voor een lesauto moet
zorgen. Leeuwenburgh had
een oude Simca Rally van
Jan Lammers overgenomen
en voerde deze na het beha
len van een A-licentie zo ont
zettend op, dat de rondetijden
met vijf seconden terugliepen.
„Ik heb echter nooit ongeoor
loofde veranderingen aange
bracht aan een auto", stelt de
coureur met klem. „Wel
bracht ik door gebrek aan er
varing verkeerde correcties
aan. In de Simca-klasse heer
ste helaas zo'n hafde concur
rentiestrijd, dat iedereen zijn
technische vondsten voor zich
hield".
Rob Leeuwenburgh vervolgt:
„De volgende klassen waarin
ik reed, de formule Ford 1600
en 2000, waren een verade
ming. Het rijden in open au
to's vond ik pas echt racen.
Bovendien had niemand er
geheimen voor elkaar. Het ge
beurt nog wel eens, dat je
grootste concurrent je komt
vertellen wat er aan je wagen
schort en niet zelden repa
reert hij hem dan zelf". Scha
de en schande maakten de
Hagenaar wijzer en het suc
ces kwam toen snel. Op 19
juni 1977 won Rob Leeuwen
burgh een Europese wedstrijd
en in het Nederlands kam
pioenschap eindigde hij dat
jaar op de derde plaats. Het
jaar daarop werd hij in de
formule Ford 2000 kampioen
van Nederland en kampioen
<0
er HAAG Beb Bakhuys wordt
april zeventig jaar, een mijl-
die hij in redelijke gezondheid
nijn woonhuis aan de Haagse
van Meerdervoort gepast zal
"'taken. Niet alleen in Den Haag
Zwolle waar hij voor ZAC
de, zal men met genoegen aan
2{formidabele voetballer terug-
'9[fen maar in heel Nederland en
lelïuiten. In België, Frankrijk,
«Ad, Zwitserland en menig, an-
ttnd werd hij gevreesd om zijn
lijk schot. Bakhuys' naam staat
eeuwig te boek in de Neder-
Ie voetbalgeschiedenis. Er ging
ijn actieve periode geen dag
lij of zijn naam stond met vet-
bpen in de kranten. Zijn impo-
|>d voetbal werd tot in de fi-
|b ontrafeld en waar hij kwam
*|ongen de handtekening jagers
im hem. Bakhuys was destijds
minste zo bekend als later
''iheer Valkema moest in Bakhuys'
>ezicht houden op het naleven van
lateurbepalingen. Toen Bakhuys in
Ie overstap maakte van ZAC naar
:n in de Weimarstraat in Den Haag
ïarenwinkel opende, gaf dat^aanlei-
itot veel achterklap. Waarom ging
lrug naar HBS? Het antwoord was
jl: omdat hij van origine een
,er was. Maar of hij in ZAC speelde
,vif HBS, hij bracht tienduizenden in
(kking met zijn intelligente spel, zijn
Kjdabele schoten, zijn kopstoten en
i »ijze waarop hij al's middenvoor de
leidde. Hij was bovendien een ui-
Jaire speler.
"iuys werd op 16 april 1909 in Peka-
n op Midden Java geboren. Later
I hij door zijn ouders naar familie in
[Haag gestuurd om te studeren. In
werd hij lid van HBS en in 1925,
°i> zestienjarige leeftijd, debuteerde
de uitwedstrijd tegen Haarlem als
in de hoofdmacht van de
pien", met naast zich de internatio
Ze staan er wat slordig bij maar het publiek genoot van dit elftal, dat op 12 mei 1935 de vijftigste interland tegen België
speelde. Staand v.l.n.r. Caldenhove, Halle, Paauwe, Wels, Bakhuys, Smit; knielend v.l.n.r. Van Gelder, Van Run, Van Heel. Drok
en Anderiesen.
maakte Bakhuys al na drie minuten het
enige - en naar later zou blijken winnen
de - doelpunt. Het was voorlopig Bak
huys' laatste optreden op de Nederlandse
velden. Hij vertrok in 1930 naar Neder
lands Indië, zoals dat destijds heette. In
de tropenzon vergaarde hij, met Smeets
met wie hij in 1925 al in HBS had ge
speeld, nieuwe roem in de vereniging
THOR. Voetballiefhebbers in Soerabaja
waren met stomheid geslagen toen ze
Bakhuys aan het werk zagen. Het Neder
landse duo Bakhuys-Smeets werd een
begrip in het voetbal in Nederlands In
dië.
Huzarenstuk
In 1933 keerde Bakhuys naar Nederland
terug en hij hielp in Zwolle mee zijn
oude club ZAC weer in de eerste klas
te brengen. Een huzarenstuk, want toen
Bakhuys van de boot stapte, lag Borne
aanzienlijk op punten voor op ZAC. Met
Bakhuys in de gelederen klom ZAC ge
staag en eindigde gelijk met Bome. De
beslissingswedstrijd werd gewonnen
maar ook de promotiewedstrijden tegen
Hengelo en NEC, waardoor Zwolle weer
een eerste klasser had.
Het was geen zeldzaamheid dat Bakhuys
zes of zeven keer in een wedstrijd scoor
de. Zijn spel bleek in de tropen gerijpt
en hij verkeerde in topvorm, wat de keu
zecommissie niet ontging. Bakhuys werd
in een oefenwedstrijd op het Kasteel van
Sparta als middenvoor opgesteld. Spar
ringpartner was Gillingham. De „voorlo-
pigen" wonnen met 9-3 en Bakhuys was
de ster van het veld. De Britse verdedi
gers verklaarden na afloop dat ze nog
nooit tegen zo'n middenvoor hadden ge
speeld. Voor het Nederlands elftal was
het middenvoorprobleem meteen opge
lost. Bakhuys trok- het Oranjeshirt weer
aan en op 11 maart 1934 werd België
met dezelfde cijfers als Gillingham ver
slagen in het Olympisch stadion. Daar
produceerde Bakhuys het eerste doelpunt
met de befaamde kopbal in zweefvlucht,
die als een unicum de geschiedenis in
ging. Nog nooit had iemand op zulk een
wijze gescoord. Bakhuys wierp zich ge
strekt naar voren en kopte raak. Minu
tenlang werd dit doelpunt door het pu
bliek bejubeld.Oranje bleef voor een
groot deel afhankelijk van de vorm van
Bakhuys en die liet niets te wensen over.
Een langdurige zegereeks was het logi
sche gevolg.
De penningmeesters van de Nederlandse
clubs wreven zich de handen als de
plpeg van Bakhuys op bezoek kwam.
België en Ierland werden verslagen, Ne
derland zou naar het toernooi om het
wereldkampioenschap in Italië gaan. „We
gaan naar Rome", zong „het volk". Maar
Oranje faalde in Milaan tegen Zwitser
land en een droom was voorbij. Bakhuys
verkeerde niet in vorm, en dat verklaart
de nederlaag voor een flink deel.
Maar hij kwam terug en Oranje-behaal
de ongekende overwinningen: 6-1 tegen
Frankrijk, 8-0 tegen België, 5-3 tegen Ier
land. Bakhuys had er zijn aandeel in. In
totaal speelde hij 23 landenwedstrijden
waarin hij 28 doelpunten maakte. Hij be
zet met dit aantal na Wilkes, Lenstra en
Cruijff de vierde plaats. In zijn laatste
interland, in 1937 tegen België, maakte
hij nog juist de opening van de trots van
Rotterdam, de Kuip van Feyenoord, mee.
Weer HBS
In 1935 streek Bakhuys weer op het
Haagse „Kraaiennest" neer. Zijn verzoek
om overschrijving van ZAC naar HBS
deed heel wat inkt vloeien maar tenslot
te gaf Valkema toestemming. Evenals in
1925 en 1930 speelde Bakhuys weer aan
de zijde van Smeets, die met verlof in
Nederland was. HBS bezat in die tijd
een aanval, die zo in het Nederlands elf
tal kon worden gepast: Ophorst, Van
Vliet, Bakhuys, Smeets, Van Kesteren.
Na twee jaren in de Residentie vertrok
de niet zo honkvaste Bakhuys naar Ven-
lo. Het was 1937 en het heette dat bij
voor VW zou gaan spelen maar zo ver
kwam het niet. Hem werd een verleide
lijk profcontract aangeboden door de
Franse club Metz, waarop Bakhuys in
ging. Europa was in de greep van een
enorme crisis. Bakhuys greep zijn kans.
Maar er waren er heel wat die hem er
'lelijk op aankeken. Profvoetbal „hoorde"
niet. Beb Bakhuys was de eerste Neder
landse voetbalprofessional. Zijn vertrek
betekende een gevoelig verlies voor het
Nederlandse voetbal. Frankrijk genoot
van het fascinerende spel van Bakhuys.
Na de bevrijding deed nog het gerucht
de ronde dat Bakhuys weer voor een
club in Nederland zou gaan spelen. Het
bleef bij een gerucht. Bakhuys werd ern
stig ziek. Hij moest naar een sanatorium.
Er werd een actie ondernomen onder de
naam „De schoen van Bakhuys" en me
nig sanatorium kwam daardoor in het
bezit van een televisietoestel. De naam
Bakhuys bleef aanspreken en er zullen
bitter weinig voetballiefhebbers in ons
land zijn die zich hem of herinneren van
eigen aanschouwen of ten minste zijn
naam kennen. Bakhuys was, is en blijft
tot in de lengte van dagen een unieke fi
guur in het Nederlands voetbal.
ri9
e,d' HAAG - Een-
omj jongetje van
jeref jaar, dat na zijn
00| bezoek aan het
:t van Zandvoort
race meer over-
kon zich tien
9. lang beheersen.
KSin 1975 kon de
ambitieuze telg
:t geslacht Leeu-
irgh geen weer-
meer bieden aan
ng ook Actief be-
zijn in de autos-
ereld. De laat ge-
gag Rob Leeuwen-
|gi, inmiddels 26
ÉS en garagehouder
beroep, maakt nu
dnellere ontwikke-
loor dan Formule
:r Jan Lammers,
als beschermeling
^ySlotemaker jaren-
ervaring heeft
en opdoen. Racing
i Holland laat
wenburgh dit jaar
n aan de Formule
baar diens neus
p[ dit seizoen ook
en voorlopig
oelr sponsor de
„ap dampen insnui-
van de Fords
;hc. 2000.
tierl
t eerste gezicht vertoont
1 Leeuwenburgh geen
inkomst met het beeld
onbewust hebt
en autocoureur. I)e op-
hg dat hij net met zijn
jenauto een lekke band
gekregen, doet je zelfs
[gste vrezen. Maar na
jnuten word je de enor-
gewaar die van de
fc Hagenaar uitgaat.
Die rust was er niet altijd.
Rob Leeuwenburgh: „Vroeger
was ik een dwaas in het
stadsverkeer, maar nu doe ik
het kalm aan en mag ieder
een me inhalen. Buiten het
circuit heb ik ook geen be
hoefte meer aan een opzichti
ge auto, terwijl ik acht jaar
geleden een Fiatje 600 binnen
de kortste keren inruilde voor
een Triumph, en die weer
voor een MGB. Ik ben altijd
gek geweest op racen en mijn
oudere broer gelukkig ook.
Hij betaalde al vanaf 1965
alle bezoekjes aan Zandvoort
en samen knutselden we aan
brommers en auto's. Het is
dus niet zo verwonderlijk, dat
we e'en garagebedrijf hebben
opgebouwd. Ik had indertijd
een brommer die 110 kilome
ter per uur reed. Een paar
dagen na mijn achttiende ver
jaardag deed ik rijexamen, in
een heel klein autootje, want
waarom zou je het jezelf
moeilijk maken".
Rob Leeuwenburgh slaagde in
één keer en toen brak er
voor hem éen erg dure perio
de aan. Vaak reed hij zo
hard door de stad, dat als
een wagen vóór hem even
van koers veranderde, een
botsing onvermijdelijk was.
„Ja, dat gebeurde nog al
eens", bekent Leeuwenburgh,
„maar zelfs zonder die scheu
rende jongeren, waartoe ik
dus ook heb behoord, ben je
in het wegverkeer niet veel
veiliger dan tijdens een race
op een circuit".
Rensportschool
Rob Leeuwenburgh meldde
zich pas eind 1975 vier
jaar na het behalen van zijn
rijbewijs aan bij de ren
sportschool van Rob Slotema
ker. Rob Leeuwenburgh bezat
naast enthousiasme ook veel
De laat gestarte
Leeuwenburgh maakt een
snellere ontwikkeling door
dan Formule l-rijder Jan
Lammers.
nals Küchlin en Van Baar van Slangen
burg. Bakhuys maakte als middenvoor
een uitstekende entree met twee doelpun
ten. Enige maanden tevoren was HBS
kampioen van Nederland geworden en in
het elftal speelden vedetten als Vermet
ten, Dénis en Smeets. Bakhuys voegde
zich meteen in de rij van grote HBS'ers.
Wegens verhuizing van de familie naar
Hattem ging Bakhuys al spoedig voor
HBS verloren. Hij bezocht in Zwolle de
HBS en werd lid van ZAC, een enorme
aanwinst voor de „blauwvingers". Het
was in 1928 voor een niet -geriiur deel
aan Bakhuys te danken dat ZAC voor
het eerst kampioen van het oosten
werd. Het jaar daarop werd Bakhuys
met 33 doelpunten landelijk topscorer.
In die tijd excelleerden, in het oosten de
aanvalsleiders Kluin (AGOW) en Freeze
(Heracles). Zij dongen naar het Oranjes
hirt maar Bakhuys wefd uitverkoren om
op 2 december 1928 te debuteren in de
interland tegen Italië in Milaan. In het
voorjaar van 1929 kwam hij uit tegen
Zwitserland (3-2) en België (1-3). In beide
wedstrijden doelpuntte hij eenmaal.
Op 8 december 1929, in een officieuze in
terland tegen België in Amsterdam,
Beb Bakhuys nu.
van de Benelux. Zijn fraaiste
overwinning dateert van juli
1978. Tijdens de promotiera
ces van Zandvoort werd hij
eerste voor gerenommeerde
rijders als Jan Lammers en
Arie Luyendijk, zijn huidige
teamgenoot.
„Ik heb de champagne toen
flink in het rond gespoten.
Het grappige is, dat iedereen
echte champagne verwacht in
deze dure tak van sport. Het
tegendeel is waar en zelfs in
de Formule één viert men
een overwinning met gewone
mousserende wijn. Dat spuit
tenminste". Rob Leeuwen
burgh staat dit jaar voor de
moelij ke taak zijn titels te
verdedigen. Voor het Racing
Team Holland rijdt hij boven
dien nog vijf wedstrijden in
de Formule 3. Arie Luyendijk
is eerste man en komt op alle
circuits uit. Valt zijn wagen
uit tijdens een race, dan moet
Rob Leeuwenburgh zijn auto
afstaan aan Luyendijk. „Ik
heb er geen moeite mee re
serve te zijn. Ik kost RTH en
de sponsors voor vijf wed
strijden al 40.000,-. Het rei
zen moet ik zelf betalen, de
sponsors betalen alleen het
materiaal. Op het materiaal
mag niet worden beknibbeld,
anders rijd je binnen de kort
ste keren in een hondehok.
Sponsor
Rob Leeuwenburgh zoekt nog
een persoonlijke sponsor voor
een nieuwe wagen in de for
mule Ford 2000. Zijn huidige
wagen komt snelheid tekort.
Kandidaat-sponsors vrezen
echter te hoge kosten.
„Die kosten vallen best mee",
meent Rob Leeuwenburgh.
„Voor een heel raceseizoen in
de Formule Ford 2000 is
maar 39.000,- nodig. Als ga
ragehouder kan ik natuurlijk
veel zelf doen". Zijn debuut
in de Formule '3 maakt hij op
22 april in het Belgische Zol
der. Afgelopen weekeinde
reed hij in -Engeland zijn eer
ste (zeven) proefronden in de
ARGO JM3.
Rob Leeuwenburgh praat niet
zo maar over auto's, hij geeft
als het ware les. Hij wil ook
nog duidelijk maken waarin
Formule 1 eigenlijk verschilt
van bijvoorbeeld een Formule
3 wagen. „De meeste mensen
hébben daar geen flauw be
nul van en dat is erg jammer,
gezien de grote belangstelling
voor de autosport. Heel in het
kort komt het er op neer, dat
men bij het prepareren van
auto's voor de Formule 1 am
per aan bepalingen is gebon
den. Er geldt wel een maxi
mum voor de cilinderinhoud.
Deze mag niet meer bedragen
dan drie liter of- anderhalve
liter plus een turbo. De body
en de banden mogen naar ei
gen inzicht worden aangepast.
Heel lichte, dure materialen
en zeer brede banden zijn bij
de tweecilinderwagens in de
Formule 3 niet toegestaan.
Niet' voor niets zie je, dat
deze wagens twee keer zo
klein zijn als wagens in de
Formule 1 en toch practisch
hetzelfde gewicht hebben".
De gedachten van Rob Leeu
wenburgh beperken zich voor
lopig tot de tweede race in de
Formule Ford 2000 van dit
jaar, die overmorgen op het
circuit van Zandvoort wordt
verreden. Tijdens de eerste
race werd hij tweede. Het on
derwerp ongelukken houdt
hem minder bezig. „Het jam:
merlijke van een ongeluk is,
dat de race moet worden af
gelast", besluit Leeuwenburgh
droogjes.
HERMANJANSEN