KLASSIEK
Gene Chandler
(Get Down) terug
van weggeweest
W
24'jarige ontdekking
Scott Hamilton
speelt tenorsax als
30 jaar geleden
PLATEN
Het mysterie ran Pasen
Concert"
agenda
Eerste
Europese
concert in
Pepijn
met Pasen
ZATERDAG 7 APRIL 1979
Zaterdag 7 april Japan geeft een concert in Paradiso
te Amsterdam. Aanvang 22.00 uur.
Dinsdag 10 april Multi-instrumentalist Mike Oldfield
geeft twee concerten in het Nederlands Congresgebouw
in Den Haag. Aanvang 19.00en 22.00 uur.
John Denver is te zien en horen in het Ahoy" Sportpaleis
te Rotterdam. Aanvang 20.15 uur.
Woensdag 11 april Tweede concert van de Amerikaan
se zanger John Denver in de Jaap Edenhal in Amster
dam. Aanvang 20.15 uur.
Vrijdag 13 april Van Morrison treedt op in de Doelen
te Rotterdam.
gebracht in 1970, dat succes
nimmer herhaalde. Gene:
„Daarna stapelden zich de
moeilijkheden op. Ik kreeg
onenigheid met mijn mana
ger, echte hits bleven uit en
Carl Davis was allang ver
trokken. De heb toen beslo
ten om zelf de touwtjes in
handènvte nemen. Ik wilde
echter wel bezig blijven in
de business, vandaar dat ik
andere groepen heb gepro
duceerd, en niet zonder suc
ces", waarna Gene voor ons
onbekende groepen op
noemt, die het in de VS
„helemaal gemaakt" heb
ben.
„Toch had ik altijd in m'n
achterhoofd om terug te ko
men. Ik moest alleen wach
ten tot de tijd er rijp voor
was", aldus de veertiger
Gene. Hij trok twee jaar ge
leden naar Engeland om
een nieuwe plaat op te ne
men: „Get Down". ,Ja, het
nummer .is al twee jaar
oud. Toen was het alleen
een up-tempo song. We
(Gene en de weer terugge
keerde Carl Davis) hebben
het daarna aangepast in de
stijl van deze tijd: disco
Voor een R&B-zanger geen
stap terug?
„Wie zegt dat ik een R&B-
zanger ben? Dat is typisch
mensen-eigen: zangers in
hokjes stoppen. Maar goed,
ik zie de disco niet als iets
minderwaardigs. Vroeger
gebeurde het toch ook dat
er dansplaten gemaakt wer
den. En zo beschouw ik het
nu ook: ik maak een lekker
plaat waarop gedanst kan
worden, meer niet. Ik wil
best toegeven dat ik geen
echte disco-artiest ben,
daarvoor heb ik teveel
„soul", meent Gene, die zich
in het zingen van ballads
het meest thuis voelt. Twee
weken geleden stond hij in
Chicago voor het eerst
sinds lange tijd weer op de
planken. „Alsof ik niet weg
geweest was. Het publiek is
geen steek veranderd. Ze
houden nog steeds van een
sexy-act, zoals ik die op de
planken zet Wat dat in
houdt? Tja, het is de ma
nier waarop je je songs
brengt, je lichaamsbewe
ging, je stem, al die facto
ren gaan meespelen. Ik heb
er heel lang aan gewerkt
om het tot een vloeiend ge
heel te krijgen, en het is,
gezien de reakties vanuit de
zaal, gelukt". Of dat waar
is kunnen we waarschijnlijk
binnenkort ervaren als
Gene met'zijn vaste begelei
dingsgroep, inclusief twee
zangeressen, naar Neder
land komt.
LEXNIGGEBRUGGE
Pinkpop
Buro Pinkpop organiseert
dit jaar voor de tiende keer
het Pinkpop festival in het
Burgemeester Damen sport
park in Geleen. Op Pink
stermaandag 4 juni zullen
daar vanaf 11 uur 's mor
gens tot half negen 's
avonds zeven groepen op
treden. Buro Pinkpop on
derhandelt momenteel met
Dire Straits, Elvis Costello,
Tom Robinson Band, Peter
Tosh en Rush. Wie de ande
re twee groepen zijn is nog
niet bekend. De voorver
koop van het festival, dat
vorig jaar 42.000 bezoekers
telde, begint 4 mei. De
KRO is aanwezig om opna
men te maken die later via
radio en televisie worden
uitgezonden. Het terrein is
voor deze tiende aflevering
van Pinkpop ook verbeterd.
Modder en stófoverlast be
horen tot het verleden nu
het belangrijkste gedeelte
van het terrein is voorzien
van een grasmat. Om het
tiende lustrum te vieren or
ganiseert Buro Pinkpop op
2 september in hetzelfde
sportpark nog een festival.
Wings op tv
De Wings tv-show Wings
over the world" zal op 12
Tom Robinson Band De
politiek getinte Tom Robin
son Band heeft op de nieu
we, tweede elpee „TRB
Two" een hoop te vertellen.
Schrijver, bassist Tom Ro
binson blijkt meer politicus
dan popster te zijn, die via
zijn platen en concerten
zijn gedachten over de in
de wereld spelende proble
men uitdraagt. Tom is een
goed journalist maar een
slecht zanger. Zijn teksten
zijn sterker geworden, maar
zijn zang blijft ronduit
slecht. Hij doet zijn uiterste
best om er iets van te ma
ken, maar het lukt hem
niet. De Amerikaanse pro
ducer Todd Rundgren heeft
dit ingezien en er voor ge
zorgd dat de plaat muzikaal
aantrekkelijk blijft door
achtergrondkoortjes te ge
bruiken. Hierdoor wordt de
langspeler avontuurlijk en
de verwoede pogingen van
Tom om' te zingen groten
deels gedekt. Het gebruik
van een achtergrondkoortje
zorgt er voor dat de teksten
van Robinson wat krachti
ger uit de groeven spatten
maar ook dat het gemakke
lijke meezingers worden
(„Crossing over the road"
„Blue Murder" en „Black
Angel"). De nummers zullen
echter zeker aanslaan tij
dens de concerten. De Tom
Robinson Band heeft sinds
de eerste elpee wat wijzigin
gen ondergaan. De groep is
hierdoor zeker niet ver
zwakt, maar eerder muzi
kaal gegroeid. Speelde op
de eerste langspeler de gi
taar een belangrijke rol op
„TRB Two" is het gebruik
van orgel, piano en synthe
sizer toegenomen. De toe
tsen worden' voortreffelijk
bespeeld door lan Parker.
Danny Kustow's gitaarspel
(met Robinson het enige or-
gineel overgebleven lid van
de band) is ook sterker ge
worden. Zo levert hij bij
voorbeeld uitstekend spel
op „Let my people be".
(EMI).
Eddie the Hot Rods
De Engelse band Eddie
the Hot Rods werd bekend
in 1975 toen Londen te ma
ken kreeg met een nieuwe
stroming: de pub-rock. Ed
die the Hot Rods is net
als Dr. Feelgood een van de
groepten, die toen uit de
anonimiteit naar voren trad
en de symfonische rock met
het spelen van eenvoudige
accoorden te lijf ging. De
groep, die vooral door veel
vuldig optreden een hechte
eenheid is geworden, laat
op de nieuwe elpee „Thril
ler" stevig swingende hoog
Vorig jaar zijn er twee pla
ten verschenen met muziek
voor de Heilige Week, die
echter veel te laat kwamen
om nog wijding te kunnen
geven aan bet hoogfeest
van het Faschamys teri e.
Natuurlijk was dat niet erg
want de geboden muziek
die al eeuwen beeft getrot
seerd, bezit eeuwigheids
waarde en de expressie
krijgt op elk ogenblik van
bet kerkelijk jaar geldig
heid. Het is alleen jammer
dat zulke platen tegenwoor
dig als moeilijk worden er
varen en daarom terzijde
worden geschoven. Ten on
rechte, want wij moeten
aannemen dat wat de mid
deleeuwer kon aanspreken
ook voor de hedendaagse
luisteraar toegankelijk zal
zijn als hij oren en hart
wil openstellen.
Zeker, wie na enkele malen
onbevangen luisteren pre
cies wil weten wat de gees
telijke achtergronden van
tekst en muziek zijn, zal
zich de moeite moeten ge
troosten de duidelijke en
deskundige toelichtingen op
zich te laten inwerken. De
goed gekozen en goed ge
programmeerde gedeelten
uit de gregoriaanse Goede-
Week-liturgieën, die de
Münchener Choralschola en
de Capella Antiqua onder
leiding van dr. Konrad
Ruhland vastlegden (Philips-
Seon nr. 6575 076) zijn in
de drie moderne talen uit
gebreid toegelicht door dr.
Hansjakob Becker. Niet alle
vijftien nummers zijn smet
teloos gaaf uitgevoerd. Er
zijn soms intonatievlekjes
en technische oneffenheid-
jes in de hoge stemmen,
maar voor mij tellen ze
weinig omdat de klank in
het algemeen heel mooi en
de voordracht met de bij de
Stille Week passende reser
ve heel indringend is. Bij
zonder treffend zijn de de
len uit de Johannespassie,
de Lamentatio en de Oratio
Jeremiae Prophetae en de
drie antifonen.
De 'luidere plaat zal zelfs
voor de hefhebbers van
oude muziek een verrassing
zijn. Na de toonzetting van
een keuze uit de liefdes-,
drink- en spotliederen door
Carl Orff zijn de Carmina
Burana populair geworden,
al heeft men later kunnen
vaststellen dat deze vagan
tenliederen oorspronkelijk
toch wel een wat andere
muzikale taal spraken. Dat
bleek onder meer uit de
vier platen van het Clemen
de Consort dat geslaagde
pogingen ondernam deze
werkjes met oude instru
menten in hun authentieke
gedaanten te benaderen.
Het in 1803 in het klooster
Benediktbeuren gevonden
handschrift, dat volgens de
laatste onderzoekingen rond
1300 in Tirol of Karintië
moet zijn ontstaan, bevat
echter niet alleen wereldlij
ke teksten en melodieën
maar ook geestelijke hym
nen en twee liturgische dra
ma's zoals die in de Middel
eeuwen in de kerk werden
opgevoerd. Dr. René Cle-
mencic heeft nu op. een
vijfde plaat van zijn Carmi
na Buranaserie (Harmonia
Mundi France HM 339) een
reconstructie vastgelegd van
de grote klacht van Maria
uit het Paasspel. Deze re
constructie werd ook daar
door mogelijk omdat deze
„Plainte Mariale", een com
binatie is van de twee be
roemdste lamentari uit die
tijd, en wel het rijk met
meiismen versierde Flete, fi-
deles anime (waarin de af
komst van het Gregoriaans
evident is) en de strakkere
Planctus ante nescio. De
Spaanse sopraan Pilar Fi-
gueras weet mét haar voor
dracht en haar stem sterk
te ontroeren. De instrumen
tale ondersteuning op
blokfluit, vedel, luit, hakke
bord, orgelpositief en klein
klokkenspel is terecht heel
spaarzaam
De Mariaklacht wordt op
deze plaat heel fraai in- en
uitgeluid door de Choral
schola van de Weense Hof-
burg die antifonen en psal
men uit de Carmina Bura
na zingt Ter onderbreking
instrumentale processiemu-
ziek uit dezelfde tijd. Een
heel aparte plaat!
J. KAS ANDER
nique". De eerste plaat van
deze Engelse band werd in
Amerika veel later uitge
bracht dan in eigen land.
Na een slechte start begon
nen het album en de uitge
brachte single „Sultans of
Swing" zeer goed te verko
pen. „Dire Straits", waar
van inmiddels meer dan
twee miljoen exemplaren
verkocht zijn, staat hierdoor
nog steeds hoog genoteerd
in de Amerikaanse hitlijs
ten. Dat gaf problemen met
de opvolger die rond Kerst
mis in Amerika werd opge
nomen en geproduceerd
door Jerry Wexler en Barry
Beckett Engeland heeft
hierdoor de release-datum
van „Communiqué" al een
aantal keren uitgesteld,
maar er is nu besloten dat,
hoewel Dire Straits' Ameri
kaanse platenmaatschappij
WEA geprotesteerd heeft,
de plaat op 18 mei in de
winkel moet liggen.
Ron Wood op
tournee
Rolling Stones gitarist Ron
Wood gaat touren met een
band, die bestaat uit Keith
Richard, Neil Young, Jan
Maclagan en Ringo Starr.
Het gezelschap noemt zich
The Young Bavarians.
Elvis Costello waarschijnlijk op
Pinkpop.
mei door de VARA worden
uitgezonden. Het anderhalf
uur durende programma,
dat kort geleden in Enge
land en Amerika al te zien
was, bevat 15 Wings num
mers, opnamen van de in
1975/76 gehouden toupnee
en beelden van de familie
McCartney thuis.
Nieuwe Dire
Straits iu mei
Er zijn heel wat problemen
geweest rond de nieuwe
Dire Straits elpee „Commu-
grote kwaliteiten pas goed en bracht hem
bij de producer van het Concorde-label
waar Hamilton inmiddels een hele serie pla
ten heeft gemaakt. Een overhaast begin, dat
niettemin tot erkenning in jazzland leidde.
Billboard Magazine noemde Hamilton dé
ontdekking van het jaar '77, het Britse Jazz
Journal International riep hem in '78 uit tot
jazzmusicus van het jaar. Inmiddels leidt hij
workshops met muziekstudenten, bij wie
toch al een grote belangstelling voor juist
musici als Coleman Hawkins bestaat, al is
die zuiver technisch want Scott Hamilton is
Vooralsnog de enige jonge tenorsaxofonist
die in de traditie van de klassieke tenor
speelt. Wanneer zijn succes zich doorzet op
de manier zoals het zich tot nu toe in een
paar jaar tijd heeft voorgedaan, gaat Hamil
ton misschien nog wel school maken. Voor
lopig blijft hij een alleenstaande muzikale
curiositeit.
Wim van Woerkens, van de Stichting Jazz in
Dén Haag, heeft Scott Hamilton weten te
boeken voor een extra concert van Jazz in
Pepijn op zondagavond 15 april, eerste
Paasdag, om negen uur 's avonds. Een pri
ma initiatief, des te opvallender omdat het
die Paasdag het eerste Europese concert
van Scott Hamilton en zijn kwartet wordt.
Een primeur voor Den Haag dus. Het gaat
in het Theater Pepijn toch goed met de
jazz. Wim van Woerkens kreeg er, op de
helft van het seizoen, nu al heel wat meer
mensen binnen dan in vorige jaren en heeft
het zelfs over „het beste seizoen dat we ooit
gedraaid hebben". Daarbij heeft hij heel
wat nieuw publiek binnen het theater weten
te krijgen door middel van de bluesconcer
ten. „Die blues willen we tussendoor ook
beslist blijven brengen", aldus van Woer
kens.
Scott Hamilton wordt straks begeleid door
Chris Flory op gitaar, Phil Flanigan op bas
en Chuck Riggs op drums. Zijn platen wor
den inmiddels ook in Nederland geïmpor
teerd. Een paar titels van het Concorde-la
bel waarop ze worden uitgebracht: „Here's
to my lady", „Sweet Lorraine", „Live at
Concord '77", „A tribute to Duke", „Scott
Hamilton 1 en 2". Hij speelt er hier en daar
een eigen nummer op, maar meestal zijn
het klassieke swing-nummers, evergreens, de
typische bagage van de tenoristen van toen:
Kahns "Love me or leave me", „I want to
be happy", „It could happen to you", Ella
Fitzgeralds „Rough Ridin'". Terwijl de oude
sterren van de swingperiode een voor een
sterven, draagt Hamilton hun stijl als enige
Amerikaanse jonge saxofonist verder. Mis
schien dat zijn talent dertig jaar terug be
hoorlijk beklemd had gezeten tussen dat
van de concurrentie. Vandaag tussen saxo
fonisten die allemaal op het door Coltrane
of Coleman aangezette spoor zitten, is hij
een unieke verschijning. Die bovendien erg
mooi speelt.
BERTJANSMA
Enige zelfingenomenheid is
de Amerikaanse zanger
Gene Chandler niet
vreemd. Al legt hij er in
bet gesprek niet voortdu
rend de nadruk op, toch
wijst hij veelvuldig op zijn
eigen kunnen, zijn voor ons
onbekende Amerikaanse
carrière, zijn kwaliteiten
als zanger, producer en ma
nager en niet in het minst
op zijn vermogen tot het
vermijden van enige steral
lures. Gene draait dan ook
al enige tijd mee in het
doldwaze muziekwereldje,
om precies te zijn: achttien
jaar. Hij kent de kneepjes
van bet vak, niet alleen
wat betreft toneelervaring -
hoewel hij de laatste zeven
jaar niet meer optrad
maar ook op het gebied
van management en pro-
duktie heeft hij zijn sporen
verdiend. Succes buiten de
grenzen van de Verenigde
Staten was er (nog) niet
bij. Maar dat behoort in
middels ook tot bet verle
den. Een voorzichtige top
30 hit („Get Down") in En
geland en Nederland beeft
voor hem de Europese
grenzen geopend, tot vreug
de van Gene, want hij mag
weer een nieuwe „ver
overing" in zijn plakboek
bijschrijven.
school hebben geleverd. De
door gebrek aan een poten
tiële hit gedwongen rustpe
riode van ruim zeven jaar
heeft Gene de tijd gegeven
na te denken, bezig te zijn
met zijn carrière, ervaring
op te doen als manager en
producer, en als uitgever
van songs. „Ik ga niet snel
bij de pakken neerzitten. Ik
ben graag bezig, probeer
met liefde andere artiesten
te helpen, want dat houdt
me fit" is de verklaring
voor die over-activiteiten
die hij aan de dag legt. Hoe
begon het met Chandler? In
zijn jeugdjaren - zijn bio-
erafie vertelt: „Chandler
zong op aandringen van
zijn moeder al op zes-jarige
leeftijd op talentenjachten"
- zat hij in een high-school
groep in Chicago, die zich
zelf „The Gaytones" noem
de.
Later verruilde hij die club
voor „The Dukays". Die sa
menwerking duurde niet al
te lang, want Gene moest in
dienst. In '60 kreeg hij
groot verlof en trok, met
een contract op zak, naar
de< studio waar hij zijn de
buut maakte met de plaat
„The Girl is A Devil". Een
jaar later volgde onder pro-
duktie van Carl Davis zijn
eerste echte hit: „Duke of
Earl", die nummer 1 stond
in de Amerikaanse R&B-
charts. Daarna volgde nog
een groot aantal singles en
elpees, die met uitzondering
van „Groovy Situation", uit
Gene Chandler is erg tevreden over zichzelf.
staande rock horen, die me
lodieus en fantasievol in el
kaar zit. Luister maar hoe
Creame Douglas zijn solo-
gitaar laat lopen in „The
power and the glory" en in
„Living dangerously" of hoe
bas en drums klinken in
„Strangers". De ongepolijste
rock roll heeft in enkele
nummers toch wat verande
ring ondergaan. Technische
foefjes zijn te horen in
„Circles" waar phasing ge
bruikt wordt en in ,He
does it with mirrors" waar
vreemde effecten het num
mer iets speciaal meegeven.
Het is te hopen dat Dave
Higgs (gitaar), Creame
Douglas (gitaar), Steve Ni-
col (drums) en Paul Gray
(bas) zich niet laten verlei
den tot goedkoop platensuc-
ces, door commerciële
deuntjes te schrijven, maar
dat deze uitstekende band
de eerlijke muziek die ze
nu brengt, blijft spelen. Lin
da McCartney ziet in ieder
geval de muziek van de
Rods wel zitten. Ze is op
„Thriller" te horen a.Is ach
tergrondzangeres. (Island/A-
riola).
The Sparks De samen
werking die de broertjes
Ron en Russell Mael zijn
aangegaan met producer
Giorgio Moroder resulteerde
in een semi-disco-plaat. The
Sparks, die altijd al buiten
beentjes van de popmuziek
zijn geweest (luister maar
naar „This town ain't big
enough for both of us")
gaan er op „Number 1 in
heaven" in een stethg tempo
tegen aan. Al doet de lengte
van de nummers vermoeden
dat het hier om dansmuziek
gaat, is dit toch niet hele
maal het geval. De broer
tjes bevinden zich tussen
twee muzikale richtingen de
rock en de disco. Ze weten
alleen nog niet wat ze nu
zullen kiezen. Slechts ge
bruik makend van een syn
thesizer, bespeeld door Ron
Mael en Giorgio Moroder
en drums, voor het eeuwig
doordreunende ritme, ko
men de nummers tot stand.
Russell Mael levert de voca
len. Zijn stem is hoog maar
toont weinig variatie. Daar
om wordt er waarschijnhjk
gebruik gemaakt van een
achtergrondkoortje. De
plaat, die opgenomen werd
in München, is niet erg sen
sationeel. Het enige echte
leuke nummer is ,My other
voice" waarin een met veel
echo zingende Russell en
een tweede stem, die door
de sonovox werd gehaald
(Ariola).
Scott Hamilton is de merkwaardigste ont
dekking die de jazzmuziek in jaren oplever
de. Een jongeman van 24 jaar oud, opge
groeid in de tijd dat de jazz stevige veran
deringen doormaakte, dat Ornette Coleman
de lijn aangaf volgens welke diverse saxo
fonisten aan soms zeer drastische vernieu
wingen konden bouwen. Een jongeman die
dan tenorsax blijkt te spelen op een manier
of er de laatste 25 jaar helemaal niets ge
beurd is in de jazz. Zet een van de reeks
van een dikke tiental platen die hij in re
cordtijd heeft mogen maken in Amerika op,
doe je ogen dicht, vergeet hoes en naam, en
je denkt dat je een tenorist hoort uit, pak
weg, de veertiger, vijftiger jaren. Reminis
centies aan de losse, brede toon van een
Coleman Hawkins, het gevoelige, aangebla
zen „praten" van Ben Webster in de bal
lads, de swing van een jonge Stan Getz.
Geen imitaties van die grootheden, maar
„eigen werk" van iemand aan wie al het
nieuwere en andere compleet voorbij ge
gaan is, een blazer die de sprong over de
generatiekloof terug heeft gemaakt, en net
zo goed een tijdgenoot van de groten van
weleer had kunnen zijn. Het is dan ook
nauwelijks verwonderlijk dat die Scott Ha
milton vorig jaar september zonder noe
menswaardige moeilijkheden samen met
zestigers als Buddy Tate en Arnett Cobb
kon optreden: Zij weliswaar wat losser,
flamboyanter van toon, hij wat „cooler",
intiemer, d la Lester Young.
Scott Hamilton ziet er met zijn strak achter
over gekamde haar, zijn dunne, getrimde
snorretje en vaak driedelig kostuum uiter
lijk ook een beetje uit als een vooroorlogse
verschijning. Toch lijkt zijn stijl van spelen
niet het modieuze resultaat te zijn van een
nostalgie naar vroeger die op diverse andere
fronten dan de jazz al jarenlang toonaange
vend is. Daarvoor ontbreekt het kunstmati
ge, het imitatie-effect in wat hij doet. Het
klinkt levend, werk van iemand die zich op
en top thuis voelt in juist deze manier van
spelen. Scott Hamilton: „Ik probeer meestal
Coleman Hawkins niet te imiteren. Maar ik
kan 't natuurlijk niet helpen in een nummer
dat ik van hem ken soms beïnvloed te wor
den. Alleen in bijvoorbeeld ballads probeer
ik zeer bewust niet te imiteren. Als ik een
solo speel, denk ik helemaal niet na over
die dingen. Dan probeer ik m'n gedachten
helemaal blanco te houden, juist nergens
van bewust te zijn". De 24-jarige Scott Ha
milton werd in 1954 in Providence, Rhode
Island geboren. Zijn vader speelde cornet
en thuis werd er uitgebreid geluisterd naar
oude 78-toeren platen. Scott Hamilton kreeg
interesse zelf jazz-muziek te gaan spelen, be
gon met piano en stapte al snel over naar
de tenorsaxofoon. In 1976 verhuisde hij
naar New York, daar wees Roy Eldridge
hem de weg die hem bij Hank Jones, Anita
O'Day en het orkest van Benny Goodman
bracht Drummer Jake Hanna ontdekte zijn
Van zijn gezicht straalt
voortdurend het soort tevre
denheid dat je ook bij kin
deren waarneemt, die een
uitzonderlijke prestatie op