DE VERVUILERS ZIJN ONDER ONS
zami
I HAAG Er Is een tijd
leest ouderen onder one
ean in het zich wellicht nog
I herinneren det
nallsten serieus probeerden
je waarheid als
®€VnflsPunt voor hun
'artw aeaniheden te nemen. Het
Mks d nu absurd en
lwe* eloofwaardlg, maar zo wee
n&en jjuatie toen wel degelijk.
01 enkele krasse collega, die
en
ode nog heeft
^gemaakt, kan doorgaan»
lich lend vertellen over ere-
is, waaraan verslaggever»
11 vroeger strikt hielden. En
>nhfhij eenmaal op zijn
®5»tstoel zit, wil hij na enig
v®' dringen ook wel bekennen,
.♦f8 hij er nimmer In zijn
art!ef' >baan op uit is geweest pm
medemens een beentje te
ten of hem door onbewezen
uchten onmogelijk te maken
kun mderen.
uurlijk was een journalist
idee jn die periode een
lonoreerde voyeur, die veelal
evraagd binnendrong in
're ends privésfeer. Hij bleef een
urder. die het mooie en het
kevan gans een volk als
ie en ndhout bijeensprokkelde.
ie jr als hij daarna met zijn
idel thuis kwam, dacht hij er
m moment over daarmee de
hel met iemand aan te
krijgt
eigen
eet,
ildlng
o leraties achtereen werd op
manier journalistiek in
Ierland bedreven. De
fotenman fungeerde als
chter" voor 600 da9
reldgebeuren en deed er
jguit een strik omheen om
n liet nieuws een persoonlijk
je te geven. Maar daarbij
hij wel, dat de waarheid
•"5
werk'
9 VOh 9de h,J
in het midden bleef.
Helaas, die vredige dagen zijn
al lang voorbij. Vanuit het
buitenland waren al berichten
doorgedrongen over bladen, die
de leugen als uitgangspunt
hadden gekozen, maar dat soort
berichtgeving zou zeker in ons
land nooit één poot aan de
grond krijgen. „Leer mij de
Nederlander kennen", zei de
Nederlander glimlachend.
Doch zie: ook ons vaderland
kreeg enkele jaren geleden
plotseling te maken met het
fenomeen van de roddelbladen,
waarin de riooljournalist zijn
opwachting maakte. Dat begon
met Story, een gave miskraam
van de multinationale uitgever
VNU, die omwille van de smeer
de kat gulzig de hele kandeleer
van gossip en achterklap, van
verdachtmakingen en
schandalen liet schoon likken.
Onbekommerd werd in elk
nieuw nummer de vuile was van
de natie aan de lijn gehangen
en kreeg het lezersbestand de
recente zieleroerselen van
gekroonde hoofden en zingende
zusjes in de maag gesplitst.
„Daar is ons lieve landje net
even te fatsoenlijk voor",
meenden mensen, die het weten
konden, „de Nederlandse burger
trapt niet in zo'n hoop vullis".
Doch zie, wat geschiedde: Story
bleek wél degelijk een groot
gapend gat in de markt op te
vullen en klom moeiteloos naar
een ongehoorde oplaag van
700.000 flodderige vodden per
week. En tjet volk van Jan de
Witten Kniertje, al die
onverschrokken dijkendichters
en polderwerkers, stortten zich
als aasgieren op dit wanprodukt
van schotschrijverij.
Mijn hemel, waar moest dat
heen? Zaten er wellicht nog
meer gaten in de Emmenthaler-
kaas? Nou dat kon je rustig aan
de peenkleurige robbedoes
Henk van der Meyden overlaten.
Die had zijn vingeroefeningen
bij dagblad De Telegraaf
inmiddels met stijgend succes
bekroond gezien. En daarom
achtte hij het moment gekomen
om zijn boeren voortaan in
kleur te laten in zijn eigen
weekblad Privé.
Godvrezend
Henk van der Meyden. Zoon van
een Haagse slager. Toen ik een
blauwe maandag in de
journalistiek zat, kwam hij als
leerling journalist bij het
dagblad De Nieuwe Haagsche.
Daar ontpopte hij zich als een
felle ambitieuze nieuwsjager, die
de ene vette primeur na de
andere uit het troebele water
van de Haagse binnenzee
opviste. Niks op tegen, zou je
zo zeggen, die jongen maakte
tenminste wat van zijn vak.
Spoedig gooide Henk gelijk alle
remmen los. Twee jaar later was
hij reeds de blitse beerputleger
in dienst van De Telegraaf, die
een eigen pagina tot zijn
beschikking had, waarop hij in
de onthutsende „Jip en
Janneke-stijl" zijn
schelmenavonturen met de
Groten der Aarde uit de doeken
deed. Op een lang niet
onverdienstelijke zomermiddag
trof ik hem in de Bowling te
Scheveningen, die geopend zou
worden door prins Bemhard. Ik
wist door handig manoeuvreren
tot tien meter afstand van zijne
hoogheid door te dringen,
terwijl Henk het niet verder
bracht dan vijftig meter.
Waarschijnlijk waren zijn
ellebogen van het overuren
maken op dat moment te moe.
We waren die middag met 400
genodigden. De volgende dag
publiceerde Henk van der
Meyden zijn „exclusieve
interview" met Z. K. H. prins
Bernhard: „Hoogheid", vroeg
hij. „hoe ziet u het bowlen in
het hele pakket van
vrijetijdsbestedingen?".
„Ik geef bowlen een zeer goede
kans", antwoordde de prins,
terwijl hij glimlachend aan zijn
sherry nipte.
Bordkarton
En Henk ging door*Ónverdroten
opende hij deuren, die tot dan
toe gesloten waren gebleven.
Dat het om bordkartonnen
deuren ging, die hij persoonlijk
geplaatst had op plekken, die
toegang gaven tot niets, doet in
dit verband niet terzake. Zijn
lezersschare had namelijk ook
niet het voornemen om ergens
heen te gaan.
Een paar maanden later moest
ik een bezoek van prinses
Beatrix aan het Kurhaus in
Scheveningen verslaan. Het
koninklijk gezelschap trok zich
in de pauze terug in een salon,
waarvoor twee
breedgeschouderde en
kortgeknipte marechaussees de
wacht hadden betrokken. Toch
zag de fotograaf van Henk van
der Meyden, Anton Veldkamp,
net vóór de deur dichtging,
kans om met zijn telelens ter
grootte van een olifantsslucf,
Prietpraat vliegt als
warme broodjes over
toonbanken van
sigarenboeren
§2a^
een haarscherpe kiek te maken
van de troonopvolgster. Reeds
de volgende ochtend verscheen
er een exclusief interview van
Henk met H. K. H. prinses
Beatrix: „Scheveningen bezorgt
me altijd een groot heimwee".
Leugens dus. Bedrog,
falsificaties. Maar wie maalt
daarom? Maak je toch niet
druk, Leo, er zijn waarachtig
belangrijker dingen op dit
ondermaanse.
Ik weet het. Maar mag ik me
alsjeblieft nijdig maken over de
verloedering van een mooi vak?
Mag ik alsjeblieft moord en
brand schreeuwen, als ik in
Story een interview lees met
Paul van Vliet, waarin de vraag
aan de orde komt, waarom
Liselore Gerritsen hem verlaten
heeft. „Dat is toch logisch",
meldt Story, „Paul is immers
anders geaard". Dat is een
regelrechte beschuldiging. Dus
toch, denkt de lezeres
verlekkerd. Die Paul.
Goed, dan begint Paul een
proces. Hij neemt een advocaat
in de arm en spant een kort
geding aan. Maar dan zegt de
pleiter van gedaagde: „Heren,
heren, met anders geaaid wilde
de schrijver van gewraakt artikel
alleen maar zeggen, dat Van
Vliet een afwijkende dagindeling
heeft. Een ander komt om 5 uur
's middags thuis en is dan klaar
met zijn werk. Maar dan begint
het pas voor de heer Van Vliet.
Deze man werkt juist 's avonds
en een deel van de nacht. En
logisch dus. dat ie daardoor
anders geaard is".
Zo simpel ligt dat: vrijspraak'
Het slachtoffer ligt in de goot,
maar de man die getrapt heeft
gaat vrijuit. Hem treft geen
blaam, want hij had de beste
bedoelingen met zijn slachtoffer.
Lendewater
Mag ik alsjeblieft het lendewater
krijgen, als ik die tragë
pulpstroom door oneindig
laagland zie golven? Mag ik
alsjeblieft, als wederom een
lading uitwerpselen over me
wordt heengestort? „Imca
Marina: Mijn tweede kind zal
donker zijn";Sarah Onedin
vroeg om een zachte dood";
„Rock Hudson sloeg een
vrouw".
En schrijf gerust aan Mona. het
laffe toetje van Story, die uw
problemen soepel wegmasseert:
„We zijn twee vriendinnen van
vijftien en zitten met een
probleem: we zijn gek op twee
jongens. Ze zijn ook gek op
ons, dat weten we, maar ze
durven niet naar ons toe te
komen en wij niet naar hen. We
weten nu niet. wat te doen".
Was ondertekend: „Twee stille
aanbidsters".
Per kerende post komt het
antwoord van de geblondeerde
griezel: „Wat een probleem nou
toch. Ik voorzie, dat jullie
noodpijlen zullen moeten
afschieten om aan deze
uitzichtloze situatie een einde te
maken. Al eens aan een lekke
band gedacht, vlak vóór hun
neuzen? Kom meisjes, met wat
fantasie kun je veel bereiken.
Dat heb ik vroeger ook moeten
doen. Sterkte".
En die prietpraat vliegt als
warme broodjes over de
toonbanken van supermarkten
en sigarenboeren en wordt
verslonden door
honderdduizenden huisvrouwen.
Huisvrouwen, inderdaad:
marketingonderzoeken hebben
uitgewezen, dat voornamelijk
vrouwen dit soort bladen
aanschaffen. En het liefst drie,
vier tegelijk: Story, Mix,
Weekend, Privé en voor pa nog
een Ritserbij: „Joan Haanappel
■is weer alleen"; „Gesteriliseerd
en toch zwanger"; „Love-boat
kapitein: Ik was tien jaar
alcoholist". En maar lezen
meisjes, met volle teugen
genieten van die ongehoorde
ongein.
En wat zegt het morrend volk
daarop? Het volk zegt: „Laat
me toch. Ik koop ze alleen voor
de verstrooiing. De boog kan
niet altijd gespannen blijven.
Met de blik op oneindig en
Henk op schoot kan ik zo zalig
wegdromen tussen de bonte
was en het ramen lappen".
Maar met zo'n antwoord is men
niet van me af. Ik gun iedereen
namelijk alle goeds en wens
niet aan te nemen, dat men met
gedrukte rotzooi zonder meer
genoegen neemt. Als iemand
appelmoes maakt, koopt hij of
zij toch ook bij voorkeur geen
beurse goudreinetten? Nou dan.
Volk, let op uw saeck: de
vervuilers zijn onder ons. Simon
Carmjggelt staat na lang
aarzelen een interview toe met
een verslaggever van Story. Dit
echter onder de uitdrukkelijke
voorwaarde, dat het blad in een
opvallend kadereen boodschap
van Amnesty International zal
plaatsen. Stond het kader er
inderdaad in? Uiteraard niet,
„Foutje ter drukkerij. Sorry
meneer Carmiggelt. Volgende
keer beter".
Zoengrage quizmaster Willem 1
Ruys belt vorige week in paniek.
Paul van Vliet op. „Paul wat
moet ik doen: mijn vrouw wil
boodschappen gaan doen, maaf
rondomjiet huis liggen drie
fotografen in stelling. En ik
wens mijn vrouw onder geen
beding aan de publiciteit prijs
te geven. Ze wil het zelf ook
niet". Advies van Paul: „Rijd je
auto tot vlak vóór de deur, doe
het kofferdeksel omhoog en laat
je vrouw in de bagageruimte
duiken". „Dank je wel voor het
advies Paul. Voorlopig ben ik
weer geholpen".
„Van tijd tot tijd", bekent acteur
Leen Jongewaard. „word ik
opgebeld door Henk van der
Meyden, die vraagt of ik nog
wat grappigs te melden heb.
„Nee. Henk", antwoord ik dan,
„het is momenteel verdacht
rustig op het front. Volgende
keer beter". Na zo'n gesprek ga
ik de volgende dag met
knikkende knieën naar de kiosk
om de hoek en koop ik een
Telegraaf. Want het is me al
ehkele malen gebeurd, dat er
toch een pagina over me in die
krant stond".
Televisiepresentatrice Sonja
Barend ziet tot haar opperste
verbazing een groot interview
met haar in Story. Ze kan zich
niet herinneren ooit met een
verslaggever van dat blad van
gedachten te hebben gewisseld.
Belt dus de redactie van Story
en krijgt als antwoord: „We
hebben nu geen tijd vooru,
juffrouw". „Wacht eens even",
roept Sonja. „mag dat zo maar,
een verhaal publiceren, dat uit
de duim gezogen is?"
„Goedemiddag juffrouw". Hoorn
op de haak.
„Gaat Mieke trouwen met John
Travolta? „Gaat Willem Duys
scheiden?"; slikken en
naspoelen met chloorwater.
Mijn vaag aan u: hoe lang
moeten we dit onzindelijk
geschrijf nog als motregen over
ons heen laten spoelftfi? Wordt
het geen tijd. dat we met zijn
allen een krachtig
hogedrukgebied produceren,
waarmee we die vale depressie»
van de drukpers voorgoed uit
ons land bannen?
Op de barricaden, zou ik u
willen toeroepen. Er moet wat
gebeuren, voordat het te laat is
en Nederland is kaalgevreten
door commerciële ratten, die
almaar gaten graven, waar
veertien miljoen dappere
Nederlanders voorgoed in zullen
verdwijnen.
LEO THURING
Roddeljournalist die
mensen de goot
intrapt, gaat
altijd vrijuit
itiek
L.ii