Duitse zelfreiniging in de Bondsdag
Moeizaam gevecht voor
meer mensenrechten
Huisdier kan eenzaamheid
van bejaarde verlichten
binnenland/buitenland
WEL OF NIET IN BEJAARDENCENTRUM?
Illllllllllllllll
llll
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 31 MAART1979 PAGINA 9
GEKETEND 1
Qat was weer even een
nooi verzetje voor de
Xtrtiers achter de balie
de hoofdingang
Ier Tweede Kamer.
Oinsdagmiddag gebeur-
het, zo rond een
luroftwee.
Zen groep jongeren,
gewapend met stapelt-
es stencils, betrad de
lil en vervoegde zich
)ij de portiers. Of die
pamfletten even uit ge
teeld mochten worden
voor bij komen de
kamerleden. Het ging
\amelijk om de drei
gende ontruiming van
■en aantal door de
groep gekraakte heren
huizen aan de statige
Haagse Groot Hertogin-
ielaan. „Nee, mensen,
het spijt ons, maar dat
kan niet zomaar wor
den uitgedeeld", klonk
het vanachter de balie.
„Ja, maar....", wierpen
de krakers tegen. En
met allerlei argumenten
begonnen zij een dis
cussie met de blauw
geüniformeerde heren.
Deze Iaatsten hadden
daardoor helemaal niet
in de gaten, dat het
hier slechts ging om
een afleidingsmanoeu
vre. Want terwijl de
portiers aan de praat
werden gehouden, slo
pen twee mannelijke
krakers snel naar de
trap met de rode loper,
die naar de eerste eta
ge van het parlement
sgebouw leidt. Fluks
haalde het tweetal een
paar zware kettingen
tevoorschijn en keten
den zich daarmee, met
behulp van enkele
hangsloten, vast aan de
trapleuning. Om hun
nek hingen zij bordjes
met de pakkende tekst
„Wij willen wonen".
Ziezo, de actie was ge
lukt.
GEKETEND 2
Een halve minuut later
hadden de portiers het
in de gaten. „Heren,
dat kunt u niet doen.
Will u zich weer losma
ken?",vroegen ze op
vriendelijke, doch be
sliste toon.
„Dat kan niet", luidde
het antwoord. „We heb
ben de sleuteltjes van
die hangsloten niet bij
ons".
Dit was voor de por
tiers het sein om tot
actie over te gaan. De
politie werd gebeld (na
vijf minuten stormden
er zes agenten binnen)
en er werd een seintje
gegeven aan de chef
van de veiligheidsdienst
van het Kamergebouw,
die even later lijkbleek,
alsof het om een terro
ristische actie ging,
kwam aangesneld. On
dertussen, gebruik ma
kend van de ontstane
paniek, distribueerden
de niet geketende actie
voerders onbekommerd
hun proteststencils aan
verbaasde voorbijgan
gers, zoals Ruud Lub
bers en Joop den Uyl.
Inmiddels was ook wel
duidelijk, dat de tra
pleuningkrakers niet
bereid of in staat wa
ren, zich vrijwillig van
hun boeien te bevrij
den. „Dan bellen we de
brandweer om ze los te
maken", besloot de vei-
ligheidsdchef. Zo ge
zegd, zo gedaan. En tot
grote hilariteit van de
omstanders, arriveerde
er tien minuten later
een heuse brandwee
rauto op het Binnen
hof. De vuurbestrijders
traden kalm binnen,
voorzien van een grote
kniptang. Rinkelrin-
kelkrmnnKNAP! zei de
eerste ketting. De twee
de toonde evenmin veel
weerstand. En voldaan
over het welslagen van
hun ludieke actie heten
de krakers zich gewil-
hg door de pohtie mee
voeren. „Huisvrede
breuk", vermeldde het
proces-verbaal.
GEFOPT 1
heeft donderdagmorgen
de woede gewekt van
vele mede-parlementa
riërs. Toen een debat
over het wel en wee
van het Rijksinkoopbu-
reau zou beginnen, kon
men de in de vergader
zaal aanwezige Kamer
leden slechts op de vin
gers van één hand tel
len. De rest van de le
den was öf niet in het
debat geïnteresseerd, óf
bezig met andere werk
zaamheden, zoals het
bijwonen van commis
sievergaderingen, het
behandelen van de bin
nengekomen post enzo
voorts. Minister An-
driessen (Financiën)
stond wat verloren ach
ter de regeringstafel.
Al vaker heeft Vonde
ling zich kwaad ge
maakt over het feit,
dat bij sommige debat
ten alleen de woord
voerders uit de ver
schillende fracties aan
wezigzijn.
„Dat is een rotgezicht,
zo'n lege vergaderzaal.
Niet alleen voor de mi
nister of staatssecreta
ris achter de tafel,
maar ook voor het pu
bhek op de tribunes en
voor de mensen in het
land, want fotografen
maken maar al te
graag een „sfeerplaa
tje" voor hun kranten,
waarop je een minister
tegen een vrijwel lege
zaal ziet praten", zo zei
Anne vaak. Herhaalde
oproepen van zijn kant,
om indien enigszins
mogehjk toch van elke
grote fractie minstens
vier vertegenwoordigers
bij een debat aanwezig
te laten zijn, hebben
slechts sporadisch hun
uitwerking gehad.
GEFOPT 2
Donderdagmorgen
vloog de woede over
de grote leegte Vonde
ling pas goed naar de
keel. Hij nam een
bruusk besluit en druk
te op de bel, die nor
maal gebruikt wordt
om de Kamerleden
bijeen te roepen voor
een stemming over
wetsontwerpen, moties
of amendementen. Die
bel is in alle uithoeken
van het gebouw te ho
ren. Een snerpend, bij
na veertig seconden
durend geluid.
Het was dan ook geen
wonder, dat de Kamer
leden bij bosjes aan
kwamen snellen, elkaar
verwonderd toeroe
pend: „Gaan we stem
men? Nu? Waarover
dan?". Eenmaal in de
zaal aangekomen zagen
ze dat ze gefopt waren.
„Wat heeft dit de bete
kenen?", nep WD-af-
gevaardigde Annehen
Kappeyne van de Co
pe 11 o. Maar Vondeling
keek stuurs voor zich
uit en gaf met een ge
zicht van „julhe weten
best wat ik bedoel" het
woord aan minister
Andnessen, waarna de
meeste Kamerleden
morrend weer afdro
pen.
DICK VAN
RIETSCHOTEN
RIK IN'THOUT
/AN DER KLAAUWS EERSTE OOSTEUROPEES BEZOEK:
iOFIA Twee thema's stonden deze
:k centraal tijdens de eerste reis van
dr. Christoph van der Klaauw als Ne-
lerlands minister van Buitenlandse Za
un: de voorbereiding van de volgend
aar in Madrid te houden voortgang-
inferentie over de uitvoering van de
1975 ondertekende slotakte van Hel-
inki (de conferentie over vrede en vei
lheid in Europa) én de betrekkingen
ossen Nederland enerzijds en Roemenië
in Bulgarije anderzijds. Zowel in Boe-
larest als in Sofia heeft Van der
laauw duidelijk gemaakt dat in Ma
id de wezenlijke zaken van de slotak-
van Helsinki aan de orde zullen moe-
komen: ontspanning en ontwape-
verbetering van de economische
itrekkingen, maar evenzeer de mensen-
De Nederlandse minister wil dit jaar al
(iet mogelijke doen om tijdens de confe
rentie in Madrid meer resultaten te be
reiken dan op de in 1977 in Belgrado ge-
Jouden eerste voortgangsconferentie.
Waarschijnlijk gaat de Nederlandse mi-
lister spoedig nog meer Oosteuropese
janden bezoeken om ook van de visie
ran enkele andere regeringen persoonlijk
innis 'te nemen en het Nederlandse
tandpunt over te brengen.
)e stijl van Van der Klaauw moge wel-
icht een andere zijn dan die van zijn
'oorganger Max van der Stoel, maar van
en beleidswijziging ten opzichte van-
)ost-Europa is geen sprake. Met dezelfde
tracht als Van der Stoel pleit Van der
Ilaauw voor verbetering van de mensen-
échten in Oost-Europa, zoals ook deze
ireek gebleken is.
fie verwacht mocht hebben dat Van der
Qaauw het op dit gebied in Roemenië
^makkelijker zou krijgen dan in het
terk aan de Sowjet-Unie gebonden Bul-
arije vergist zich. Zeker, Roemenië
aart ten opzichte van de andere War-
chau-Pakt-partners een eigen koers in
jjn buitenlands beleid, maar het interne
egime in Roemenië is nog aanzienlijk
traffer dan in Bulgarije, dat op de bui-
enlandse bezoeker veel vriendelijker
verkomt. Wie in Boekarest rondloopt
ntmoet aanzienlijk meer politie-agenten
lan Sofia. Boekarest maakt op de be-
oeker een kille indruk, in Sofia is het -
iter lijk - gezelliger.
)at houdt overigens helemaal niet in dat
lulgarije een land is waar het commu-
isme een menselijk gezicht toont; wie
Ie situatie daar wat beter bekijkt merkt
Wras dat van vrijheid van meningsuiting
n andere verworvenheden helemaal niet
esproken kan worden. Terwijl in Roe-
lenië enkele bewegingen van dissidenten
pereren (zoals de „vrije vakbond" en
et comité voor de vrijheid van gods-
ienst) en daar op alle wijzen tegen-
ewerkt worden, is in Bulgarije van der
elij ke bewegingen' in het geheel geen
ONTWKKELINGSLAND
Een belngrijk punt, dat tijdens het be
zoek vai Van der Klaauw aan Roemenië
telkens /eer aan de orde kwam, is dat
dit land zich als ontwikkelingsland be
schouwt Het 21 miljoen inwoners tellen
de Roerenië is krachtig bezig zijn eco
nomisch achterstand, ook ten opzichte
van nahurstaten, in te halen en heeft
ook nogde gevolgen van de verschrikke
lijke aadbeving in 1977 te overwinnen.
De Roeieense president Ceausescu zei
in zijn esprek met de Nederlandse mi
nister at Roemenië al het mogelijke
doet on" een van de belangrijkste men-
senrechtn, het recht op arbeid, in prak
tijk te hengen. Daarmee trachtte hij de
ministereen wapen uit handen te slaan,
wat overgens niet zo best gelukte.
Wat de .ïternationale politiek betreft had
Van dei Klaauw het in Boekarest „ge-
makkeli.ter" dan in Sofia. Globaal ge
sproken zitten Roemenië en Nederland
op één ijn ten opzichte van het nieuwe
beleid L China en is er ook overeen
stemming over het feit dat het maandag
onderteknde vredesverdrag tussen Israël
en Egype - als eerste stap - een belang
rijke bijrage is aan een hopelijk te be
reiken agehele vrede in het Midden-Oos
ten. Ooi ten aanzien van het ontwape-
ningsbelid staan Roemenië en Neder
land nie zo héél ver van elkaar af. Bei
de landn hebben in het nabije verleden
voorstelen gedaan tot oprichting van een
ontwapoingscomité onder auspiciën van
de Verengde Naties.
BUIAARUE
De Bulparse minister van Buitenlandse
Zaken Eadenov was, zoals te verwach
ten was min of meer „his master's voi
ce". Nié voor niets wordt gezegd dat,
als Moslou niest Sofia de zakdoek al te
voorschin haalt. Dus: geen goed woord
over he vredesverdrag tussen Israël en
Egypte ;n felle aanvallen op het beleid
van de Chinese regering. Het was op-
merkelij dat Mladenov zelfs in zijn offi
ciële re<e tijdens het diner met Van der
Klaauw meende de daden van het „mis
dadige Chinese regime" aan de orde te
moeten stellen. In de besprekingen tus
sen Mladenov en Van der Klaauw werd
van Bulgaarse zijde min of meer gesug
gereerd dat er een kans zou bestaan dat
de NAVO en China elkaar zouden vin
den. De Nederlandse minsiter raakte
door deze Bulgaarse uithaal in een wat
gecompliceerde positie, omdat ons land
nu eenmaal vrij genuanceerd denkt over
de koerswijziging in Peking (grotere o-
penheid ten opzichte van het Westen,
meer „democratie" via muurkranten
e.d.). Bovendien was het niet zo elegant
van de Bulgaarse minister om van dit
bezoek van de Nederlandse minister ge
bruik te maken om een felle aanval op
Peking te lanceren.
NIET ONTEVREDEN
Van der Klaauw is, de bezoeken aan
Roemenië en Bulgarije overziende, niet
ontevreden over wat bereikt kan worden.
Van concrete resultaten kan men bij der
gelijke officiële bezoeken nauwelijks
spreken, ze zijn min of meer een stap op
een lange weg. Dat de weg naar een ont
spannen en democratisch Europa zeer
lang is, lijdt geen twijfel. De Nederland
se minister van Buitenlandse Zeiken
hoopt, dat gesprekken, als deze week in
Boekarest en Sofia gevoerd, een beschei
den bijdrage aan het bereiken van het
uiteindelijke doel kunnen leveren.
Een heel concreet voorbeeld van respec
tering van mensenrechten had deze week
de specifieke aandacht van Van der
Klaauw: de uitreisvisa voor 24 Roemeen
se vrouwen en mannen die met Neder
landse mannen respectievelijk vrouwen
willen trouwen. Of de Roemeense rege
ring deze visa op korte termijn zal ver
strekken is nog met zeker, maar een feit
is dat in het verleden gebleken is dat
dergelijke gesprekken op het hoogste ni
veau uitermate belangrijk kunnen zijn;
niet zelden werden na dergelijke ge
sprekken heel wat uitreisvisa verstrekt.
Ook de economische betrekkingen tussen
Nederland enerzijds en Roemenië en
Bulgarije anderzijds zullen door de ge
sprekken van de afgelopen week positief
bevorderd worden. In het gevolg van de
minister bevond zich een hoofdambte
naar van Economische Zaken, die inten
sief met zijn collega's in Boekarest en
Sofia van gedachten gewisseld heeft.
Al met al was het bezoek dat de Neder
landse minister aan deze twee landen
bracht niet zonder spannirife (mede als
gevolg van de eerder deze week vermel
de incidenten in Boekarest), maar van
groot belang. Alle betrokkenen zijn er
van overtuigd dat de verhoudingen tus
sen de landen van Europa niet door de
wapens bepaald mogen worden. Alleen
via gesprekken kan een beter begrip
voor elkaar tot stand komen, ook over
essentiële zaken als mensenrechten.
EVERT MATHIES
(Van een onzer verslaggevers)
HOLTEN Het ziet er niet naar uit
dat het houden van huisdieren door
bejaarden in tehuizen zoveel rumoer
zal maken als het hebben van een tv-
toestel in bepaalde centra. Zoals be
kend we gisteren in de krant bericht
ten, wil staatssecretaris Wallis de
Vries van CRM bewerkstelligen dat er
een ruimere regeling komt voor het
toelaten van huisdieren in bejaardente
huizen en verzorgingstehuizen. Hij
kwam tot deze uitspraken, nadat hij de
Nederlandse Vereniging ter bescher
ming van dieren opdracht had gegeven
een rapport op te stellen over dit on
derwerp.
Landelijk verschilt het huisdierentoela-
tingsbeleid van tehuis tot tehuis. Er zijn
tehuizen waar huisdieren onder bepaal
de voorwaarden bij hun respectievelijke
bazen of bazinnen mogen intrekken.
Maar er zijn er ook waar dat niet is
toegestaan.
Directeur E.A. Postma van een middel
groot bejaardencentrum in het land
heeft zelf een hond, woont weliswaar
niet in een bejaardencentrum, maar
vindt het uitermate schrijnend wanneer
bejaarde mensen, die, wanneer ze naar
een tehuis moeten toch al op een punt
in hun leven staan, waarop afscheid ne
men eerder regel dan uitzondering is,
ook nog hun vaak enige en trouwste
vriend moeten inleveren. De heer Post
ma zegt over dit onderwerp het volgen
de: „honden mogen wel met bezoekers
mee naar binnen, want wat is vaak het
geval als oude mensen naar een verzor
gingstehuis gaan? Ze hebben een huis
dier. De tehuizen staan er nu nog om
bekend dat huisdieren minder gewenst
zijn, dus zorgen ze ervoor dat het dier
in de familie wordt opgevangen. Die fa
milie komt regelmatig op bezoek en
neemt, behalve kinderen, kleinkinderen
en hun achterkleinkinderen, ook eventu
ele vroegere huisdieren mee op bezoek.
Heel normaal. En wat ons betreft, geen
bezwaar, als de mensen maar een paar
regels nakomen."
Regels?. Ja, daar ontkom je niet aan.
In de voorstellen van de dierenbescher
ming komen ze ook ter sprake. Het is
vanzelfsprekend erg moeilijk een onbe
perkt aantal huisdieren toe te laten. In
bejaardencentra leven betrekkelijk veel
mensen op een klein oppervlak. De ka
mers zijn niet overdadig groot en de
mensen moeten als ze naar een cen
trum verhuizen meestal ook meubelen
inleveren.
Er zal door de mensen zelf voor de die
ren gezorgd moeten worden. Het perso
neel heeft andere taken en kan niet
met het collectief uitlaten van honden
en het schoonmaken van kattebakken
belast worden. Ik maak me overigens
niet zoveel zorgen om huisdieren in te
huizen. Er zijn al enkele tehuizen waar
huisdieren zijn en de ervaringen zijn
daar goed."
„Vanzelfsprekend kan het toelaten van
huisdieren in bejaardentehuizen kritiek
ontmoeten^ Kritiek van de bewoners
zelf bijvoorbeeld. Van mensen die niet
van huisdieren houden of er bang voor
zijn. De bewonerscommissies zullen zich
daarovoer moeten bezinnen. .Het zal
een kwestie worden van afwegen van
voor- en nadelen. Een van de voordelen
is dat een huisdier bijzonder goed ge
zelschap kan zijn in de strijd tegen de
vereenzaming van sommige mensen."
(Van onze correspondent Ami de Vree)
ONN „Over elke moord groeit een
aal gras, maar over Auschwitz zal ook
ia honderden generaties nog geen gras
roeien". Met deze uitspraak wilde ex-
dnister Maihofer donderdag Ln de
3C ondsdag duidelijk maken, dat voor
em het motto ..moord is moord" niet
^"pgaat en dat hij daarom een onder-
cheid wil maken tussen een „gewone"
>rd en datgene wat er onder de Na
I's in de concentratiekampen en daar-
ten aan gruwelijks is geschied. Mal
ers benadering was er een van de
ele, die in het parlementaire debat
verjaring van moord naar voren
len gebracht en die bewezen hoe
ilijk het Nazi-verleden ook juridisch
strafrechterlijk te verwerken is.
>e plenaire vergaderzaal was voor Bond-
dagbegrippen goed gevuld. De fractie-
oorzitters, vaak geconfronteerd met
lachten uit de burgerij over de aanwe-
igheid van slechts enkele specialisten
dfs bij de allerbelangrijkste kwesties,
adden ongetwijfeld hun parlementariërs
angespoord om lijfelijk aanwezig te
ijn, nu het aanzien van de Bondsrepu-
liek zowel in eigen land, als in het bui-
aland op het spel stond. Ook de ma-
ier waarop de afgevaardigden met el-
omgingen, was anders dan anders.
De gebuikelijke hatelijke tussenroepen
bleven <p een enkele uitzondering na,
achterwege en van polemiek was nauwe
lijks spnke. Het feit dat de mening over
de verjaing dwars door de drie fracties
loopt er dat men eindelijk weer eens
van de gehate „fractiedwang" verlost
was, heet daaraan ongetwijfeld bijgedra
gen.
In het biitenland, ook in Nederland, kan
men no; al eens de mening horen dat
na aflooi van de verjaringstermijn op 31
decembe 1979 alle Nazi-misdadigers, die
nog op nijd voeten zijn, niet meer ver
volgd zaden kunnen worden, erger nog:
dat er «aarna sprake zou zijn van een
soort aljemene amnestie. Deze indruk
veroorzakt door onkunde, of moedwillig
versprei» is onjuist. Alle oorlogsmis
daden, lie men kent en waarvan men
weet wi erbij betrokken waren, vallen
zowiezoniet onder de verjaringstermijn,
omdat ir een gerechtelijke procedure
over op gang is gebracht. Dat zijn er
duizendci, en vaak gaat het om gevallen
waarbij de vermoedelijke dader waar-
schijnlij! allang dood is. Als de Bonds
dag zou besluiten om moord en daarmee
ook de noorden uit de tijd van de Na
zi's te l.ten verjaren, is de kans dat er
nieuwe, grote gevallen aan het licht ko
men, uitcst gering.
Maar zelfs de kleinste kans dat na 1 ja
nuari 1980 een oud-SS'er van Zuid-Ame
rika naar de Bondsrepubliek verhuist en
daar in geuren en kleuren vertelt, wat
hij in het concentratiekamp X tijdens de
oorlog allemaal heeft uitgevreten, zonder
dat er nog een mogelijkheid bestaat om
hem daarvoor gerechtelijk te vervolgen,
doet bij veel Duitse politici de haren te
berge rijzen; en dat dient uitdrukke
lijk gezegd niet alleen om de indruk,
die zoiets in het buitenland achter zou
laten of om de chantagepolitiek die er
het gevolg van zou kunnen zijn. Dat
zoiets niet mag gebeuren, zei de bejaar
den CDU-afgevaardigde Grabl, die tegen
verjaring zal stemmen is „een daad
van moreel politieke zelfreiniging".
De kwestie al-of-niet-verjaring van (Nazi-
)moord heeft allerlei haken en ogen, die
de beslissing zo moeilijk en de discussie
daarom zo interessant maakt. Slechts zel
den gaat het erom nu eindelijk eens een
streep achter het verleden te zetten (al
zal dat bij enkele politici wel een rol
spelen). Neen, de voorstanders van verja
ring hebben alleszins acceptabele argu
menten. Processen zijn zeer moeilijk te
voeren, getuigen zijn oud en kunnen of
willen niet meer met het verleden wor
den geconfronteerd. Wat krijg je dan:
eindeloze rechtbankzittingen, verwijten
van „jullie proberen expres de zaak te
traineren, en dan, tot overmaat van
ramp, waarschijnlijk vrijspraken wegens
gebrek aan bewijs. Daarnaast zijn talloze
grote oorlogsmisdadigers, die door de ge
allieerden tot levenslang waren veroor
deeld, door diezelfde geallieerden al lang
weer op vrije voeten gesteld. En die zou
den nu op de publieke tribune mogen
aanschouwen hoe de „kleine visjes" zelfs
na 1980 nog berecht worden?
Een ander argument: de rechtszekerheid
en het vertrouwen in de justitie. Graf
von Stauffenberg, zoon van de bekende
officier onder wiens leiding in 1944 een
aanslag op Hitier werd gepleegd, argu
menteert zijn vasthouden aan een verja
ringstermijn met de meer dan 100-jarige
rechtstraditie ervan.
Verjaring, aldus von Stauffenberg, geeft
uitdrukking aan het feit, dat aan het
menselijk weten en kennen grenzen zijn
gesteld. Het is hoogmoed, de illusie te
koesteren van een perfekte rechtsorde.
Volgens hem is het een misverstand te
menen, dat verjaring een streep zet on
der onrecht; het loslaten daarvan daar
entegen zou het aanzien van de Bondsre
publiek als rechtsstaat geen goed doen.
De argumenten, die tegen de verjaring
worden aangevoerd, zijn minstens even
sterk. De woordvoerders van deze rich
ting zeggen dat het aantal processen en
het geringe resultaat ervan niet doorslag
gevend mag zijn. Het gaat er om, datge
ne wat gebeurd is, aan het daglicht te
brengen, zolang dat mogelijk is. Dat zijn
wij verplicht aan de individuele slachtof
fers van het naziregime; zij mogen niet
ondergaan in de naamloze anonimiteit
van massamisdaden. Verjaring van
nieuw ontdekte nazimoorden, betekent
ook dat men discriminerend optreedt,
ten aanzien van nog lopende of nog te
beginnen processen; daar kan men dan
ook beter gelijk een eind aan maken.
Bovendien zijn wij Duitsers de allerlaat-
sten die de geallieerden hun fouten voor
de voeten kunnen werpen of die het
recht hebben te wijzen op de oorlogsmis
daden van andere volken (zoals regelma
tig in West-Duitsland te horen is).
Het argument dat de rechtsvrede ver
stoord zou worden, noemen de tegenstan
ders van verjaring op zijn zachtst ge
zegd, merkwaardig. Is deze namelijk niet
onder Hitler met instemming of op zijn
minst zonder verzet van de Duitsers op
een veel ernstiger mate verstoord? Afge
zien daarvan: het vertrouwen in het
recht zou toch volstrekt geschokt wor
den, wanneer het na 1 januari 1980 mo
gelijk zou zijn, dat oorlogsmisdadigers
vrij in de Bondsrepubliek zouden kun
nen rondlopen! „Recht", zei minister Vo
gel van justitie donderdag, „is geen star
iets, waar nooit beweging in zou kunnen
komen".
Tussen al deze (en talloze hier niet ge
noemde) argumenten voor en tegen de
verjaring van moord, houdt Maihofer
een pleidooi om alleen nazimoorden niet
te laten verjaren. Hij verwijt de Bonds
dag, dat zij doekjes windt om het werke
lijke bloeden: de mogelijke verjaring van
oorlogsmisdaden. Zoals het nu gaat, zegt
de voormalige minister, wordt een moord
uit jaloezie, in 1949 gepleegd, gelijkges
teld aan de concentratiekampgruwelen
van 1944.
Tot nu toe ziet het er niet naar uit, dat
zijn standpunt, dat eigenlijk het eerlijkst
de problematiek behandelt, ook maar
enige steun in de Bondsdag zal krijgen.
Met de algemene opheffing van de verja
ring van moord, kan de Bondsrepubliek
zich namelijk geen enkele buil vallen,
terwijl ze zich bovendien schaart in een
rij van landen, waar een dergelijke ver
jaring allang niet meer bestaat of nooit
heeft bestaan.