Sadafs realisme vervangt
Nassers nationalisme
José Poelmans: „Dames worde
nog altijd achtergesteld"
„Ze hebben
eenstudiehonger,
onvoorstelbaar"
Gevaarlijk gas op zolders stadhuizen
Kindeten zijn kinderen.Waarschuwen is niet genoc
Hou ze in de gaten!
BINNENLAND
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 28 MAART 1979
P<
'9 PAGfc
EERSTE CHINESE
STUDENTEN AAN
DELFTSE HOGESCHOOL
DELFT „Ze hebben een studiehonger, dat is ge
woon onvoorstelbaar. Ik help ze ook een beetje
Nederlands te leren. Elke avond een half uurtje. Ze
repeteren als bezetenen. Wat ze verder doen? Ze
zijn hier nog niet zo lang, pas twee weken. Ik weet
het niet. Twee vertegenwoordigers van de ambas
sade nemen hen wel eens mee, maar studeren is
het belangrijkste. Alles gaat in eenheden van twin
tig. Op hun eentje doen ze niets".
De eigenaar van Hotel de Leeuwenbrug aan de
Delftse Koornmarkt heeft een heel bijzonder volkje
onder zijn hoede Hij heeft de eerste lichting Chine
se studenten, 18 jongens en 2 meisjes, in huis.
Weggeplukt uit alle delen van dat immense land. kij
ken ze hier hun ogen uit. Gekoesterd door de Delft-
se Hogeschool, samen op de foto met de rector-
magnificus en behoedzaam beschermd door de Chi
nese ambassade, gaan ze met hun twintigen door
het leven.
Een van hen hebben we overigens te pakken kun
nen krijgen Chen Dong heet hij. Zestien jaar oud.
Afkomstig uit Fujin, een stad in het zuiden van Chi
na, waar zijn vader, moeder, drie broertjes en een
zus nu nog wonen. Gestoken in traditionele Chinese
kledij met hooggesloten jack lacht hij verlegen en
straalt hij van geluk. En met reden want hij behoort
Samen met de rector-magnificus van de Delftse TH op de „staatsie'Moto. De twee oudere heren op de
foto zijn diplomaten van de Chinese ambassade.
Direct na de maaltijd wacht de studenten de Nederlandse les In het talenpracticum. Studeren Is
nog de enige reden van hun aanwezigheid in Delft.
immers tot diezelfde soort jongens, kameraden uit
zijn geboortestreek, die de afgelopen weken bij
duizenden in een zinloze vernietigingsoorlog in
Vietnam hebben gestreden en tenonder zijn gegaan.
Goed gedrag
Over die oorlog wil hij niet veel zeggen. Hij is gede
creteerd door leiders die nu eenmaal alles uitmaken.
Voor hem hebben ze bepaald dat hij naar Nederland
mocht om er te gaan studeren.
Dat ging natuurlijk niet vanzelf. Een wat oudere be
geleider van Chen Dong. Chen Siao Ming (24) die
als tolk optreedt, legt uit waarom Chen Dong naar
Delft mocht. Ming zelf. heel vriendelijk en beleefd,
spreekt een deftig, voornamelijk aan boeken ont
leend Nederlands, aangeleerd tijdens een tweejarig
verblijf in Leiden, waarin de toekomstige mandarijn
zich* laat horen. „Hij had goede cijfers, maar ook
toonde hij een goed gedrag. Niet egoïstisch. En wat
ook van belang was: de leeftijd. En hij heeft boven
dien een goed examen gedaan".
Chen Dong onderbreekt hem en zegt dan in de eni
ge Engelse woorden die hij kent dat dat was voor
de Chinese School of Science and Technology (de
Chinese School voor Wetenschap en Technologie).
Daarna neemt zijn tolk de draad weer op. Chen
Dong heeft een half jaar op die hogeschool gezeten,
waar hij kost en inwoning had. Lekker ruim. aan de
rand van de stad was dat gelegen. In vergelijking
met Delft hadden de leraren er meer tijd voor je.
niet alleen overdag maar ook 's avonds. Het is een
verschil dat Chen Dong spontaan invalt. Maar de
meeste vragen vinden slechts een moeizame beant
woording, als betrof het een examen waar hij niet
op is voorbereid. Niettemin zijn ze diplomaat genoeg
om te weten wat wel en wat niet gezegd kan wor
den.
Sabotage
De Culturele Revolutie uit het einde van de jaren
zestig? ..Er was een voordeel en een nadeel aan die
hervorming. Maar er is toen een grote sabotage ge
pleegd door de Bende van Vier en door Lin Piao
waardoor het onderwijs is geschaad. Ze zeiden: „We
kijken alleen naar je ideeën. Ook al heb je goede
cijfers, dat is niet belangrijk voor ons. Je denkt al
leen maar aan je studie, dat is niet goed". Zodoen
de hebben ze het niveau van leraren en studenten
omlaag gehaald".
„De studenten kiezen nu weer voor de universiteit,
in plaats van op het land of in de fabriek te gaan
werken, zoals tijdens de Culturele Revolutie om zo
de modernisering van China te versnellen. De Bende
van Vier had alleen maar ambitie naar macht. Maar
hoe kun je nu het socialisme opbouwen wanneer je
alleen ideeën hebt en geen kennis?"
Chen Siao Ming vindt niet dat China naar wereld
heerschappij streeft. „Als u bedoelt dat men streeft
naar de hegemonie, vergist U zich. Wij maken in
China een groot onderscheid tussen macht en hege
monie. China wil tot. de sterkere landen behoren.
Het wil macht hebben in technische en economische
zin".
Je hoort in het verhaal van Chen Dong en Chen
Siao Ming de slagwoorden van de Chinese politiek
en ze zijn doordrongen van de officiële idealen
Over de ontwikkelingen nu zegt Chen Dong: „De
produktie is de laatste tijd enorm vooruit gegaan. Je
kunt ook meer kopen, er zijn meer artikelen op de
markt". Na veel aandringen: „Meer buitenlandse
boeken bijvoorbeeld".
Toekomst
Wat ze zelf later willen gaan doen, is nog niet zo
duidelijk. Worden ze leraren, leiders? Chen Siao
Ming: „Als je een wil hebt, kun je kiezen wat je wilt
halt
gaan doen". Een ogenschijnlijk evidente medema;
maar voor deze Chinese studenten naar het Net
volutionajr genoeg. Chen Dong weet het djkan
nog niet. „Technicus misschien. Hij weet evenna-'
hij aan de TH voor het computervak of voor (doo
kunde zal kiezen. Maar Chen Siao Ming klinkeno
tuigender. Hij weet wat hij wil. Het leraarscljsch
een baan als tolk. Voor beide voelt hij wel wat. laai
Over Nederland zijn ze na het weinige wat zejvoo
gezien hebben vol lof. Hun waardering gasren
kan het ook anders, naar moderne verworverjkru
De techniek, het milieu. De naam van PhilipZw,
De dijken en dammen. Chen Siao Ming heeffriel
lietfoto's gezien waarop behalve de Chinesegep
ook onze dijken te zien waren. De Chinezen nlem
ze beide tot de zeven wereldwonderen. Is tals
mooier compliment tot besluit denkbaar? Toe
Als het half twee is. maar zij de genereus aagen
den maaltijd van de TH tijdens welke dit geen.
plaats vindt, nog niet verorberd hebben, kijkendie
lebei een beetje gegeneerd. Reden: de Nedejdoe
les in het talenpracticum is begonnen. Er wqwel
Chen Dong gewacht. Er moet gestudeerd wortteld
een hoog tempo. Want dat is vooralsnog deMet
reden van hun aanwezigheid in Delft. mei
PAUL VAN VELTI
DEN HAAG Terwijl de harde Arabi
sche landen van het afwijzingsfront in
Damascus en Beiroet opnieuw met de
wapens kletteren en heilige verbonden
smeden om de strijd tegen Israël voort
te zetten, is één land de kampioen
nog wel van het Arabische streven naar
eenheid Egypte in hun ogen defini
tief naar het kamp van de vijand afge
dwaald.
Toen in 1949 na een weinig overtuigende
oorlog een einde kwam aan de strijd te
gen de in het jaar daarvoor onafhanke
lijk geworden staat Israël, was de basis
voor dit alles overkoepelende Arabische
nationalisme gelegd. Het vond, hoe kan
het anders, zijn basis in de door de jo
den en Britten opgejaagde inwoners van
Palestina. Het was de tijd waarin de Pa
lestijnse kinderen, christen of moslim,
voor het eerst beséften dat zij in de eer
ste plaats Arabieren waren en zij zon
gen
De Arabische landen zijn mijn vader
land. v an Damascus tot Bagdad, v an
Najd tot Jemen, tot Egypte toe en alles
daar omheen. Wij hebben een grote cul
tuur gehad, en wij willen weer horen
spreken van onze grote cultuur; wij zul-
len ze doen herleven tegen alle vijanden
in.
De Arabische landen ondersteunden de
strijd in 1948 echter vooral met woorden.
Zij zouden zeven legers sturen, maar
hun potentieel en strategie bleken het
hopeloos te moeten afleggen tegen de
doordachte en overtuigde inzet van de
joodse immigranten. De Arabische rege
ringen bleven hopeloos verdeeld. De Li
banese officier Fawzi die in 1948 het Pa-
lestijnse Bevrijdingsleger leidde, be
schreef later in zijn memoires dat som
mige van zijn manschappen niet eens op
de juiste wijze een geweer konden laden.
Bovendien bevonden zich onder de offi
cieren, zo schrijft hij, elementen die zo
corrupt waren dat „ik niet begreep hoe
de Arabische Liga hen had kunnen deta
cheren bij het Arabische Bevrijdingsle
ger.
In plaats daarvan behartigden de Ara
bieren hun eigen belangen zoals de oude
_Jordaanse koning Abdoellah die na het
"VN-verdelingsplan voor Palestina het'
Arabische gedeelte inlijfde bij Jordanië.
Het kon niet verbazen dat Abdoellah
door een Palestijn werd vermoord nadat
bekend geworden was dat hij onderhan
delingen zocht met de joodse staal. Tot
een paleisrevolutie kwam het echter niet.
Het land van Hoessein (de kleinzoon van
Abdoellah) zou tot op de dag van van
daag een dubbelzinnige houding aanne
men tegen de Palestijnen, ook al beleed
het met de mond voortdurend steun aan
de Palestijnse zaak. Het aan de macht
komen van de revolutionaire Palestijnen
zou immers, overeenkomstig de domino
theorie, het monarchale bewind van
Hoessein zelf in ernstig gevaar brengen
zoals in 1970 werd bewezen. Jordanië* s
houding tegenover het Palestijnse vraag
stuk was niettemin in feite illustratief
voor. de wijze waarop de alle Arabische
landen dit probleem als dekmantel han
teerden voor eigen belangen.
Het eerste land waar een paleisrevolutie
van jonge vooruitstrevende officieren
slaagde was Egypte waar de corrupte
koning Faroek in 1952 van zijn troon ge
stoten werd door Gamal Abdel Nasser.
Een van Nassers belangrijkste helpers
was Anwar Sadat.
Het door Nasser geïnspireerde en geleide
pan-Arabische front verwierf in de jaren
daarop steeds meer aanhang. Nassers re
volutie was niet alleen nationalistisch,
maar ook socialistisch, dus tegemoet ko
mend aan de behoeften van het volk. De
feodale Arabische heersers kregen het
zwaar te verduren. Syrië volgde en
schaarde zich in 1958 onder Nassers ba
nieren in de Verenigde Arabische Repu
bliek. In datzelfde jaar werd in Irak ko
ning Feisal vermoord; het land schaarde
zich eveneens aan de zijde van Nasser.
Het prestige van Nasser steeg geducht
tijdens de Suez-oorlog die uitbrak toen
Engelsen en Fransen, geholpen door Is
raëliërs, de nationalisatie van het tot dan
toe door Europeanen geleide Suez-kanaal
te baat namen om orde op zaken te stel
len. maar daarbij grandioos faalden.
Het prestige van Nasser ging niet alleen
flink omhoog, de oorlog kwam ook de
anti-zionistische gevoelens bevestigen.
Wat de Arabische propaganda aan ver
schrikkingen over de „Zionist" had on
derhouden, kon nu aan de werkelijkheid
worden getoetst, ook al viel die werke
lijkheid erg mee.
Later in de jaren zestig bleek een nieu
we oorlog tegen Israël de enige mogelijk
heid om het stagnerende pan-Arabische
streven weer de wind in de zeilen te
kunnen bezorgen. De oorlog die in juni
1967 uitbrak was duidelijk ingegeven
door prestige-overwegingen en niet door
medeleven met de Palestijnen wier pro
blemen in die dagen juist enigszins op
de achtergrond waren geraakt.
Het standpunt van de Egyptenaren te
genover de Palestijnen werd uitstekend
verwoord in 1960 door een Egyptische
diplomaat, dr.Galeb die in Florence te
genover een Israëlische journalist van
Arabische afkomst verklaarde dat Egyp
te in het geheel niet naar vrede streefde
omdat zijn land er immers geen enkel
baat bij had. Toen de Israëliër daarop
zo vrij was te veronderstellen dat door
een vredesregeling er een eind zou kun
nen kofnen aan het ellendige bestaan
van de Palestijnse vluchtelingen, ver
klaarde Galeb dat de Palestijnse vluchte
lingen niet talrijker waren dan het aan
tal kinderen dat jaarlijks in Egypte
wordt geboren. Vrede met Israël zou de
problemen waar zijn land mee worstelde,
geen stap nader tot een oplossing kun
nen brengen. Door vrede zou alleen de'
Egyptische suprematie in het Midden-
Oosten kunnen worden bedreigd.
De zesdaagse oorlog was vernietigend
voor Egypte en de desastreuze gevolgen
van Nassers pan-Arabische politiek wer
den nu pas goed goed merkbaar. Zij
leidde tot een keerpunt in het streven
van het belangrijkste Arabische land dat
zijn pan-arabisme had moeten verkopen
met een gedurig toenemende verpaupe
ring van haar grote volksmassa's.
Tegelijkertijd was het Palestijnse vluch
telingenprobleem vergroot. De jaren lang
onderhouden Arabische propaganda had
zijn werk gedaan en duizenden Palestij
nen verlieten uit schrik voor de als mas
samoordenaar en imperialist afgeschil
derde jood hun land. Radicale organisa
ties als El Fatah en het Volksfront voor
de Bevrijding van Palestina van George
Ha bas j kwamen op en wisten met hun
terreurdaden de aandacht van de gehele
wereld vast te houden.
Zo goed als in 1960 werden echter ook
nu de Palestijnen als dekmantel gebruikt
voor het falende Arabische nationalisme.
Het kon echter op des te meer krediet
bogen naarmate een toenemend deel van
de wereldopinie het droevige lot van de
Palestijnen begon in te zien en de Arabi
sche landen met het oliewapen hun in
vloed wisten te vergroten.
President Sadat van Egypte besefte ech
ter dat dit pan-arabisme met haar onge
breidelde machtsillusies het volk slechts
windeieren en ellende hadden bezorgd.
Het ondertekenen van het vredesakkoord
met Israël maakt de energie vrij voor de
realisering van de idealen die Nasser in
1951 aan zijn volk beloofde. Egypte dat
als eerste land het feodale bewind van
koning Faroek aan kant gooide bewijst
ook nu weer dat nog altijd het modern
ste land is van het Midden Oosten.
PAUL VAN VELTHOVEN
STOLWIJK - De ontdek
king van een oefenset van
twaalf flesjes met gas dat
voor de oorlog in gebruik
was bij de „gasverkenning-
sdienst" heeft op het ge
meentehuis van Stolwijk on
aangename gevolgen gehad.
Naar aanleiding daarvan
heeft de gemeente Stolwijk
een brief verstuurd aan het
ministerie van Binnenlandse
Zaken, waarin wordt geadvi
seerd de kelders en zolders
van alle gemeentehuizen op
de aanwezigheid van gevaar
lijke stoffen te onderzoeken.
Toen de gemeentebode van
Stolwijk de kelder van het
gemeentehuis aan een grote
schoonmaak wilde onderwer
pen, ontdekte hij een doos
met twaalf bruine apothe
kersflesjes. De bode spoelde
de nog volle flessen in een
emmer water. Hij wilde ze
mee naar huis nemen. Ook
de gemeentesecretaris had
belangstelling voor de flesjes
en legde beslag op één
exemplaar. Hem bleek al
spoedig dat de inhoud van
het flesje gevaarlijk zou
kunnen zijn. Hij waarschuw
de de bode.
Onderzoek wees uit dat de
flesjes mosterdgas, dyfos-
geen, chloorkalk en blauw
zuur bevatten. De twee amb
tenaren moesten door de
dokter behandeld worden.
De bode had bij het spoelen
een ernstig verbrande hand
opgelopen, de gemeentese
cretaris had een kleinere
brandwond. Vergiftigingsver
schijnselen deden zich bij de
mannen echter niet voor.
Op advies van TNO is het
linoleum in de kelder van
het gemeentehuis vernietigd
omdat het in aanraking is
geweest met mosterdgas.
Ook de flesjes zijn vernie
tigd.
Met de waarschuwende brief
aan Binnenlandse Zaken wil
het gemeentebestuur van
Stolwijk ongelukken elders
met dergelijke gas flesjes
voorkomen. Oefensets voor
de gasverkenningsdienst
werden voor de oorlog in
veel gemeentehuizen opgesla
gen.
Een woordvoerder van het
ministerie, waar de brief
overigens nog niet was ont
vangen, meende dat de ge
meente Stolwijk groot gelijk
heeft met de waarschuwing.
Hij wees er evenwel op, dat
veel gemeenten na de twee
de wereldoorlog een nieuw
stadhuis hebben laten bou
wen. Over het aantal nog
aanwezige sets kon de
woordvoerder niets zeggen.
„Dat is juist wat eventueel
onderzocht moet worden".
AZ
(het
Zw
het
ma.
SIRE
hibiicane aangeboden doo? cii: biad in samen werking mei de'Slicfcnng Ideele Reclame
Hockeyster spreekster op internationale conferentie
jMet
Ispei
/doe
Jan
Win
daa
mal
onfc
iNed
DEN BOSCH Het is alweer bijna drie
jaar geleden dat José Poelmans haar
laatste interlandwedstrijd speelde met
het Nederlandse' dameshockeyteam. Dat
was op 26 juni 1976, toen Oranje in Ips
wich met 20 van Engeland won. Het
betekende de 73e "cap" voor José Poel
mans. Met dat aantal is zij recordinter
national. Nog altijd blaast de nu 33-jari-
ge donkerharige speelster haar partijtje
in clubverband mee, al verwisselde ze
Rapidity voor MEP. Maar ook op inter
nationaal gebied heeft José Poelmans
niet stilgezeten. Tijdens de eerste confe
rentie van vrouwen in de sport hield de
Brabantse begin december van het vorig
jaar in Londen een toespraak met als
voornaamste onderwerp de ten achter
stelling van de dameshockeyers ten op
zichte van de heren. Monique Berlioux,
de Zwitserse directrice van. het Interna
tionale Olympische Comité, vond de
speech van José Poelmans zo de moeite
waard dat er een aantal pagina's in het
tijdschrift van het IOC (Olympix Pre
view) aan werd gewijd.
José Poelmans, in het dagelijks leven -
werkzaam in het provinciehuis, even bui
ten Den Bosch gelegen, baseert haar me
ning op een ervaring van elf jaar, waar
in zij voor het Nederlandse team speel
de. „Ik heb in 1965 mijn eerste interland
wedstrijd gespeeld als jong meisje en
dan ben je natuurlijk nogal onder de in
druk van het geheel. Pas later ben je je
meer van de omstandigheden bewust,
waaronder moet worden gewerkt. Voor
mij was dat vooral de periode 1969-
1976", aldus José Poelmans, die eind no
vember plotseling een uitnodiging in de
bus kreeg om in Londen over haar erva
ringen een toespraak te houden. „Ik
moest daar wel even over nadenken",
herinnert ze zich.
„Tenslotte was de voorbereiding voor
een speech in het Engels vrij kort. Ik
kon het echter met mijn werk plooien en
heb de uitnodiging toen dolgraag aange
nomen". In Londen bleek José Poelmans
op de sprekerslijst te staan met onder
meer Loedmilla Pakomova (kunstrijdster
uit Rusland), Raelene Boyle (atlete uit
Australië) en de Amerikaanse dr. Caroli
ne Ogelsby, die een boek had geschreven
met als titel: „Women in Sport, from my
the tot reality". Het gehoor bestond in
de Engelse hoofdstad uit 250 a 300 da
mes van allerlei pluimage.
José Poelmans maakt onmiddellijk twee
kanttekeningen als haar toespraak aan
de orde komt. „Ten eerste is het een zui
ver subjectieve kijk op de gang van za
ken. Ik heb er wel met anderen over ge-
José Poelmans: ,,We werden zon
der enige medische begeleiding
naar Nieuw-Zeeland gestuurd".
sproken, maar het geheel blijft mijn me
ning en is als zodanig subjectief te noe
men. Verder constateer ik dat er een
duidelijke verbetering heeft plaats gevon
den in de begeleiding van het dameshoc-
key. Niet in het laatst omdat er nu ook
op olympisch niveau in Moskou dames
actief zullen zijn op de hockeyvelden.
Door de subsidies is er wat meer geld
beschikbaar gekomen. Maar nog altijd
geloof ik dat het dameshockey een stap
achter is ten opzichte van de heren".
José Poelmans maakt in haar ervaringen
onderscheid tussen drie fases, als junior,
senior en international. „Ik heb daarin
telkens grote verschillen ontmoet. Het
voornaamste was evenwel dat de dames
te kort werden gedaan in vergelijking
met de heren. Als jeugdspeelster trainde
ik meestal mee met de jongens. Zij had
den nu eenmaal betere trainingsfacilitei
ten dan de meisjes en kregen ook meer
oefenuren ter beschikking. Ook als seni
or ontdekte ik grote verschillen in de
mogelijkheden. De heren konden werke
lijk over alles beschikken. De velden, het
materiaal, coaches, zij hadden vastgestel
de trainingstijden en de dames moesten
maar zien hoe ze zich redden. De I
jaren is dat wel enigszins verbeterd".
Op internationaal terrein consta
José Poelmans dat de verschillen
gelijk nog groter waren. „De herej
den niet alleen betere trainingsfaj
ten, zij gingen ook naar meer toj,
ien, hadden daarbij een betere mej
begeleiding en er werd beduidend
geld aan besteed. We hebben eiL.'
best gedaan om verandering in dif?
atie te brengen, maar ook nu nofle.
de Nederlandse dameshockeyers slffc"
af dan de heren". Ur^]
met
Als José Poelmans een duik neOean
het verleden gruwt ze nog bij deden,
neringen aan het toernooi om h
reldkampioenschaap van 1971 in
Zeeland. „Wij werden daar zondei
medische begeleiding naar toe gei
Alleen voor het vertrek stonden w
onder controle van dr. De Jongs te'tn e
Poelmans wil zeker niet dramatisclï
over deze ervaringen. „Het is all<J
jammer dat er een hele periode ovtfeze
moet gaan, wil er enige verbeterifies
men. Stap voor stap wordt er vdoel
gang geboekt. Ik zie het op mijnpen
ook vaak gebeuren. Dan moet er i^ero
daan worden, dat net zo goed een ^era
op zich kan nemen. Maar dan st^en
vreemd te kijken als iemand m^en.
idee komt aandragen. Om terug f
men bij de sport, het is een feit Ger
vaak minder geld vrij komt als htie
dames gaat dan bij heren. Wat mvoor
ter het meest dwars zit, is dat dit 1^^
lijk als normaal wordt beschouwd".
José Poelmans ontkent ten stelligJ^\
zij als feministe of dolle mina mo«L
den gezien. „Dat is zeker niet
conferentie in Londen ging gewooty
ervaring. Het geheel was bijzonder J
essant. Er was bijvoorbeeld een Sp
die een boekje open deed over d
schillen in haar land. Daar word
dames in de sport helemaal acht
steld bij de heren. Als hockeyster!
je daar niets van. Dameshockey wc
Spanje uitsluitend bedreven door r™
goede burgerij".
Uit de zaal kreeg José Poelmans 1
lijk wat reacties op haar voort
„Aanvankelijk had men er wat l
mee, maar toen ik zei dat ik de s
zo eerlijk mogelijk had voorgesteldj,
ik meer bijval". Verder zijn er nofte u
welijks nieuwe initiatieven ontj het
„Wel heb ik nog een brief van hetan a
nationale Olympische Comité, *ama
werd gevraagd of ik me beschik bafriant
houden voor een volgende gelegeimw:
Als het aan José Poelmans ligt
daar zeker aan voldoen.