„Liever geluk dan een top functie" Ongebreidelde macht van rijders en renstallen Bernie Ecclestone beheerst Formule 1 wereld SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 17 MAART 1979 PAGINA 15 DEN HAAG Onze maatschappij laat steeds minder ruimte voor doodgewoon geluk, ledereen wordt geacht te voldoen aan een verwachtingspatroon, dut: carrièreplanning, een Volvo met stereo radio-cassetterecorder, een vei1>ouwd boerderijtje als tweede huis. Dat er bejaarden dood gaan van eenzaamheid In huize „Herfstzon" Is minder belangrijk. Toch zijn er genoeg mensen die weigeren mee te doen aan die vervreemding. Zij stappen eruit, tijdelijk of Voorgoed. De sport kent weinig van dergelijke individuen, want sport, en zeker topsport, is een concurrentiestrijd waar menselijke belangen meestal naar de achtergrond verdwijnen. Hockeyer Plet Gunning heeft echter een duidelijke keus gemaakt, voor hem tellen mensen. Geen dingen. Geheel in de lijn van die overtuiging zegde hij zijn wereld vol luxe vorig jaar vaarwel, om met een rugzak en spaarcenten ruim tien maanden door Azië te trekken. Sinds kort is hij weer terug in eèn wereld waarin hij even verdwaasd om zich heen heeft gekeken. Maar ook Plet Gunning draait weer mee, bij HGC, èn bij de nationale selectie. Veranderd, gesterkt in bepaalde ideeën, maar ook nog steeds twijfelend. „Ik heb het heel gemakkelijk, ik heb Iets achter de hand", relativeert hij en doelt daarmee op een afgeronde rechtenstudie en wat geld. „Ik kan wel zeggen dat ik zonder geld en luxe kan, maar ik heb ook een Lelijke Eend gekocht voor zeshonderd gulden, vroon in Amsterdam voor een lage huur. In Azië was het ook zo, ik had in mijn achterhoofd altijd het idee dat Ik terug kon als het me niet meer beviel. Het Is daarom allemaal misschien een beetje irreëel wat ik zeg." Zandvoort „Voor dit jaar heb ben we nog een contract. De vol gende Grand Prix van Nederland is dan pas op 31 augustus 1980 aan de orde. Weinig reden derhal ve om overhaast in onderhande ling te gaan met de Foca", was het rustige commentaar van de di recteur van de Cenau, Johan Be- erenpoot, op de laatste ontwikke lingen in de Formule-1 werld. De FOCA (Formule One Constructors Association) dreigt een steeds dik kere vinger in de pap te krijgen van het gebeuren in de Formule-1. Bernie Ecclestone, een oud-autos portjournalist, is er indertijd in ge slaagd de renstallen te verenigen en kan vanuit die machtspositie al tijden lang de dolste dingen doen. De Grand Prix-organisatoren in Europa en Amerika zijn te slecht georganiseerd om enig tegenspel te kunnen bieden aan de met dreigementen doorspekte heerschappij van Ecclestone. Slechts in Europa zijn ze ven organisatoren (Nederland, België. Oos tenrijk. Duitsland. Frankrijk, Monaco en Ita lië) gebundeld in de AFO. de Association of Formula Race Organisations. De FISA (Fédë- ration Internationale du Sports Automobile), het overkoepelende orgaan in de autosport wereld, is weliswaar druk doende om de be langen van de renstallen en organisatoren in één commissie onder te brengen, maar zover is het nog lang niet. In de tussentijd kan Ecclestone zijn praktij ken rustig voortzetten. Zo heeft hij de Zand- voorter organisatoren het dreigement toege voegd, dat maar één GP in de twee jaar te verwachten valt. Nederland en België zullen de koek moeten delen; het ene jaar Spa of Zolder, een volgend jaar Zandvoort. Althans volgens Ecclestone, omdat Polen en Mexico een sterke (door financiën gesteunde) wens uitgesproken hebben ook een Grand Prix voor Formule l-wagens te mogen organise ren. Druk En aan die wens moet uiteraard gevolg gegeven worden door de FOCA, die het op zijn beurt weer gebruikt om onwillige orga nisatoren onder druk te zetten. Johan Boerenpoot: „Ecclestone dreigt al ja ren met een GP van Saoedi-Arabië. Daar komt nooit iets van, maar het is natuurlijk een ijzersterke stok achter de deur bij on derhandelingen. Zo zie ik dat geval om de verdeling van de GP tussen België en Ne derland ook. Het zal zo'n vaart heus niet lo pen, maar het toont wel aan dat we alle be langen eens in één groep moeten vereni gen, zodat dergelijke excessen niet door één man op touw gezet kunnen worden". De organisatoren van een Grand Prix heb ben met een slimme baas te maken, dat is duidelijk. Financieel weet hij het onderste uit de kan te halen. Zo heeft hij de contrac ten voor de komende jaren al fiks omhoog geschroefd. Zandvoort betaald dit jaar nog „slechts" 370.000 dollars om het formulecir cus binnen te krijgen. Volgend jaar zal dit al 560.000 dollars plus radio- en t.v.-rechten bedragen; die toch ook gauw een ton be dragen. De organisatoren van de GP van Spanje in Jarama zitten zelfs door de exorblnante ei sen van Ecclestone en zijn „trawanten" In een zeer lastig parket. De Spaanse over heid weigerde de 475.000 dollars beschik baar te stellen, die moeten worden betaald aan de FOCA. De Spanjaarden waren te laat met het afsluiten van het contract en betalen daarom meer dan bijvoorbeeld Zandvoort Jarama, 29 april, staat daardoor zelfs op losse schroeven. Inmiddels denkt de CENAU. de exploitant van het circuit Zandvoort, er nog niet over om al een contract voor 1980 met Ecclesto ne af te sluiten. „Er kan in de tussentijd nog veel gebeuren", zo redeneert men. Bernie Ecclestone kan lachen, zijn macht in de rensportwereld wordt Steeds groter. Voor 1980 heeft men wel al een lecentie voor het organiseren van een Grand Prix. Voor 1981 zal dat echter een vraagteken worden. Leden van de veiligheidscommissie als Lauda en Fittipaldi hebben geëist, dat er tussen het scheivlak en tunnel-oost een snellere bocht komt. anders zou men de li centie wel eens kunnen weigeren voor de komende jaren. Het zijn problemen waaraan de Zandvoortse organisatoren zich ergeren. De macht van rijders en renstallen is ongebreideld. Organi satoren, met een behoorlijk risico, zijn tot ja-knikkers gedevalueerd. Daar dient een einde aan te komen. De toekomst van de. Formule I zal er zeker voor een deel door bepaald worden. Johan Beerenpoot draagt nog een schrikba rend en waarschuwend symptoom aan. „Ec clestone heeft door financiële omstandighe- den al complete organisaties in handen ge kregen, zoals vorig jaar Hockenheim en dit jaar Sao Paulo. Als die trend zich doorzet en hij krijgt op een gegeven moment een achttal GP-organisaties in handen, dan be staat het gevaar dat hij een eigen GP-toer- nooi begint en de autorensport aan zijn lot overlaat. Daar zullen we voor moeten wa ken". John Volkers arannj d kuii Late itslari >or VI Piet Gunning: „Ik kan me best voorstellen dat sommige mensen goed misselijk van me worden, ik voldoe niet aan hun verwachtingen". ook, dat ik er wel weer naartoe zal gaan." Een korte reisbeschrijving. „Met de trein via Istanboel naar Teheran. In bussen heel Iran door. Afghanistan was niet in te komen door de politieke verwikkelingen. Met trei nen naar Pakistan, daarna naar India tot aan Ladak, het Tibetaanse gedeelte van In dia. Door naar de plaatsen Delhi, Benares en met het vliegtuig naar Rangoon. Daar een week gebleven. Naar Bangkok gevlogen, met de trein Thailand door. Het eilandje Pa- nang bezocht, naar Sumatra gevlogen, heel Java en Bali door. naar Jakarta, Singapore, de oostkant van Maleisië, terug naar Bang kok, Calcutta, daar een week vast gezeten wegens een overstroming. Naar Nepal, daar twee maanden door de Himalaya getrokken, terug naar Delhi." Een droge opsomming waarachter een wereld van ervaringen opge sloten zit. Of: „Ineens blijkt, dat het leven nog vol verrassingen zit", zoals Piet Gun ning het uitdrukt. Daar tussenin ook het onvermijdelijke hoc key. In Delhi ontmoette hij de coach van het Indiase elftal (die hij al kende), en die stelde hem voor te blijven logeren en mee te trainen. Hij speelde met het elftal van een fabriek die hockeysticks fabriceert en maakte een toernooi mee. „Dan zie je hoe India is, want je zit er middenin. En niet zoals met het Nederlands elftal als je alleen maar in luxe hotels komt. Nee, je zit uren in een stampvolle, stinkende trein, slaapt op de grond. Dan merk je ook hoe chaotisch alles is, wat een moeite het kost een wed strijd voor elkaar te krijgen. Ik ben net te rug, maar speel vier wedstrijden in zes da gen. Dan op het kunstgras in Zoetermeer. dan weer in Utrecht. Zoiets moet je ze in India eens vertellen ledereen bemoeit zich ermee. In de rust komen vijf. zes mensen" die zichzelf belangrijk vinden aanwijzingen geven. En als je ziet wat een vriendjespoli tiek daar gevoerd wordt, daar word je echt met goed van." Geen zin In India bestaan geen hockeyclubs, maar alleen fabrieksploegen. Een daarvan, Indian Airlines, deed Plet Gunning het voorstel een contract te tekenen. Maar hij moest dan ook voor de firma werken en omdat er geen werkvergunning was, ging dat niet door. „Ik had daar in ruim twee maanden duizend dollar kunnen ver dienen. Op dat moment had ik er trouwens ook geen zin in. In Azië gaf ik helemaal niet om luxe. Ik had geeiv enkel probleem om me te conforme ren aan de omstandigheden. Hier val ik met m'n neus in de boter. Ik heb te eten, te drinken, ik kan met een auto naar de trainingen, in vergelij king met Azië heb ik het nu hartstikke rijk. Ik vind het prima zo, ik hoef niet met 180 over de snelweg. Ik scharrel een beetje met baantjes, ik maak me geen zorgen." Intussen zit ook Piet Gunning („Ik stapte bij terugkomst uit de trein in Amsterdam. Ik dacht: hier vind ik het leuk, dus bleef ik") weer rn het stramien. „Moet ik wel, als ik wil hockeyen. Dan moet je enige regelmaat in je leven hebben. Daar heb je het weer hè. Veel dingen botsen steeds met elkaar. Ik ben avontuurlijk ingesteld, wil pionieren, heb behoefte me zomaar ergens in te stor ten. Kan ik iets riiet, dan zoek ik iets an ders. Ik wil niet op m'n 26e vastgeroest zit ten. Maar in feite pas ik me nu toch weer aan aan een levensstijl die eigenlijk niet de mijne is. Ik ben er nog niet uit. dat heb ik al gezegd. Ik kan me best voorstellen dat sommige mensen goed misselijk van me worden, ik voldoe niet aan hun verwachtin gen. Maar ik zoek nog." DICK HOFLAND HOCKEYER PIET GUNNING NAREIS DOOR AZIË Piet Gunning laat het leven op zich afko men. Hij schrikt bij de gedachte nu al te weten wat hij over tien jaar zal doen. „Het is typisch Nederlands om je druk te maken over de toekomst. Bijna iedereen denkt aan zijn pensioen. Waarom? Als je wilt ophou den met je baan, dan houd je er toch mee op. Vorig jaar dacht ik ineens dat als ik ooit de kans had er een jaar tussenuit te gaan, ik het meteen moest doen. Ik was bang van het een in het ander te rollen en dan op een advocatenkantoor de rest van mijn leven te slijten. Nu ik ééns de beslis sing heb genomen zo n reis te maken, zou ik het elke dag kunnen." „Ik geloof niet dat gebrek aan geld je hoeft tegen te houden. Alleen het idee dat je veel wilt verdienen valt weg. Maar ik heb bijna een jaar lang zulke ervaringen gehad, dat je je afvraagt of het wel zo is, dat je aan de top moet komen. Je gaat de betrekkelijkheid van allerlei zaken inzien. Dat betekent ook, dat een heleboel zekerheden wegvallen, dat is een schok, maar er komt een grote ze kerheid voor terug. Dat is je eigen instel ling, je eigen manier van leven, wat je zelf belangrijk vindt. Het vertrouwen in jezelf blijft kaarsrecht overeind. Dat raak ik mis schien pas kwijt als ik tien keer verschrikke lijk mijn hoofd heb gestoten. Maar tot zo lang ben ik liever gelukkig, dan dat ik een topfunctie heb. Ik wil er zoveel mogelijk aan doen om gelukkig te worden, dat vind ik het belangrijkste. Er is veel losgekomen en daar speel ik nu een beetje mee. Ik bekijk het rustig, met veel dingen weet ik niet wat ik ermee aan moet, weet ik niet wat ik er van denken moet. Ik heb een beetje dat ge- latene, een ander zou misschien panisch worden, naar een psychiater gaan." Kern Piet Gunning raakt de kern van zijn onderneming. Voor hem is het niet belangrijk hoe vaak hij door een slang is gebeten. „Natuurlijk word je verschrikkelijk vies, ga je op den duur echt stinken, word je doodziek als je in besmette gebieden komt waar wer kelijk de pest en de cholera heersen, sta je ééns in de vier maanden onder een warme douche. Als je een man in zo'n smerige rivier ziet baden waarin koeiekadav'ers en ook lijken drijven, dan is dat afschuwelijk. Maar dat is niet het enige, er zit zoveel achter. Waarom moet die man zich daar was sen, waarom doet hij dat. In wat voor sfeer gebeurt dat allemaal. Vanuit onze Westerse belevingswereld word je daar geconfronteerd met veel ellen de en armoede. Maar je leeft er zo intens, je voelt het overal, al je zintui gen werken, je hele lichaam staat op spanning. Hier staan alleen je hersens op spanning, iedereen praat alleen maar tegen iedereen. Luisteren is er vaak al niet eens meer bij. Ik mis dan ook iets, dat er tien maanden is ge weest. Toen ik net weer in Nederland was, wilde ik meteen terug. Ik denk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 15