Kleine
Michiel
Kerbosch
versierde
het altijd
1!
Een opleiding tot
instrumentmaker blijkt
achteraf voor Michiel
Kerbosch geen
weggegooid geld te zijn
geweest. Tussen de
bedrijven door ontpopt
hij zich als een
verwoede sleutelaar
aan snelle
automobielen,
waaronderzijn eigen
stokoude Rover.
stukken, die ik ook belangrijk vind. Ik laat me moei- L .y
lijk iets opdringen. Als iemand dus zegt: zo moet /e|f
het doen, ben ik geneigd om er de bijl gelijk bij .cjg
neer te gooien. Want wat koop je nu helemaal voor
een carrière als acteur in fraaie kostuumstukken? Je
houdt het dertig, veertig jaar vol en als je op een l|! i
avond gehuldigd wordt, moet je erkennen dat /e ^'L
geen centimeter vooruit bent gekomen. Je hebt a/v"
leen dertig of veertig jaar precies hetzelfde gedaan, van-
Dezelfde lachjes, dezelfde zekerheidjes. Er is niets ,L.a
s zelfsl
elk ji
Op zeker ook
r zelf
„Was je in die tijd maar slechter gaan spelen, dan, ten;
was er tenminste iets met je gebeurd. Was je maai ken
zichtbaar afgetakeld. Maar ook dat zit er voor de toons
meeste acteurs in Nederland niet in. Die spelen nel kerk'
zolang op zeker totdat ze hun AOW hebben". wordi
„Als je zó over het vak denkt, moet je ook eerlij!iin le
dun/en zijn. vind ik. Dan moet je het niet bij kanke geen
ren in de kroeg laten. Als je dapper binnen het veili bepa;
ge circuit blijft opereren en elke maand je salarli roepe
opstrijkt, heb je makkelijk praten. Maar ik heb daai afhar
toch weinig waardering voor. Ik vecht liever tegen Het
mijn eigen onzekerheden dan mijn leven lang op z& sief
ker te spelen. Als Ik zo nodig op dat toneel wl State
staan, moet ik mijn publiek durven te confrontem Noor<
met mijn onzekerheden. Misschien zit er dan toeval) lande
lig één bezoeker in de zaal, die hetzelfde gevoi ten-
heeft als ik". pelijk
bij di
souve
Ijdeltuit dT"
Natuurlijk ben ik ook ijdel. Iedere acteur is vai !°on^
professie al een oeverloze ijdeltuit. Maar ik hoef niet
zo nodig een mooi pak aan, ik ben er niet op gel n
brand om op het podium de goudhaan uit te Han
gen. Mijn ijdelheid is misschien, dat ik denk, dat il\
mensen kan ontroeren zonder gebruik te maken vaijQ0^j
valse middelen. Ik kan niet zingen, maar ik farlt IJ*
evenmin op het toneel liegen. Zodra ik de oneerlijLgn v
heid in dit vak accepteer, verzuip ik gelijk". j,
„Dat is ook het grandioze van een man als Hermahu.
van Veen. Die durft risico's te nemen, dezelfde r/a®-»
co's als een Niki Lauda. Hij eist. dat je keiham.
werkt. Maar als je iets in je kop hebt en hij ge/oo^)aaf
er in, geeft hij je ook de kans. Dat idee van heft -
Formule l-stuk heb ik eens besproken met een regi^.^.
seur van Theater. „Leuk", zei hij meteen, „maar WtoQwfe
moeilijk. Michiel. Bedenk dat wel. Het is erg mo0§
te realiseren". Toen dacht ik: daar heb je het weer.
Waarom is dat stuk moeilijk? Omdat het anders is.
Omdat het nog nooit vertoond is. Altijd en eeuwig
dat spelen op zeker. Daar word ik kotsmisselijk jj? en
van f
'Bestai
„Daarom zit ik ook niet meer bij een gesubsidieei
gezelschap. Ik heb daar niks op tegen, maar ik pi
er alleen niet meer in. Voor mij zou het de dood
de pot betekenen. Ik zou mijn kop in de strop
ken, als ik niet meer deed waar ik zelf achter sta
'angrij
was.
.Bij Herman van Veeder m
krijg je die kans. Daiter, Je
kan ik dingen doen d noeiti
Ik waardevol vind. Di arudi
jaar geleden speelde
mee in Jukebox 20(^en ïo
Voor mij was dat
grandioze ervaring,
was geen nacht vóór viËeCt
ren thuis, want ik wilt t
na de voorstelling d8 ,st£
goddelijke sfeertje zolai e9'n*
mogelijk vasthouden. en
was ongehoord gemfl
kig". ,u'
„Datzelfde geluksgevt euw<
had ik ook in ande8er
produkties, die ik bij H
lekijn gedaan heb. Of It
nu de Wonderlijke Ave
turen van Herman
Veen zijn of de KamerIM
vue. Als ik met een vo^
stelling bezig ben, waak
ik me werkelijk tof i
ga ik ook rustig door I
aan het gaatje. Dan J
niks me te dol en
ik door, ook al zit
geen mens meer in
zaal".
„Dat is het voordeel
je bij alles wat je
jezelf probeert te blijy
Het spel moet een
zijn, die je eigen wei
lijkheid dekt".
Zodra ik van dét pdfcjfy
pe afstap, heb ik er
garandeerd één levens jóG
vaarlijke vijand bij:
chiel Kerbosch".
LEO THURI
„ALSJE
INEEN
RACEWAGEN WJf
ZIT,
STRAALT ER
AUTOMATISCH
EEN SOORT jfïïr
GODDELIJKHEID
VAN JE AF"
In de nieuwe Harlekijn-produktle „Formule I" speelt Michiel Kerbosch In eendrachtige samenwerking met een bolide de hoofdrol.
„Ik ben Inderdaad een onverbeterlijke autogek, Ik heb thuis zelfs een verzameling van 800 Dlnky-toys".
bracht en waarschijnlijk zitten er nu nog een paar
in het gekkenhuis".
„Maar er is wel één verschil: mijn tolerantiegraad is
groter dan die van de meeste leraren. En ik schakel
daarom mijn gevoel voor humor bewust uit en speel
zonder snor of brilletje een humorloze leraar. Op die
manier krijgen ze vanzelf een hekel aan me".
Geen stap verder
„Gek, als je dan opeens het probleem van de ande
re kant benadert, blijkt dat de samenleving sindsdien
geen stap verder is gekomen. Nog altijd is het
„meestertje pesten" een verrukkelijke tijdpassering
voor scholieren. En de grappen, die momenteel in
de klas worden uitgebroed, lijken als twee druppels
water op de ellende, die wij in onze tijd bedachten
om een leraar over zijn toeren te jagen. Daarom
vind ik zo'n serie voorstellingen ook zo verrekte nut
tig. Je zoekt de belanghebbenden in hun eigen hol
op en stelt daar het probleem keihard aan de orde.
Voordat we het stuk spelen, wordt er eerst een
week lang over het onderwerp gediscussieerd, zodat
iedereen zijn eigen mening tevoren kan vormen. Ik
vind dat een boeiende zaak".
Als Kerbosch straks zijn klassikale klus heeft afge
rond begint hij direct aan het project „Formule I",
een ambitieuze dramatisering van de gesloten wereld
van beroepscoureurs en hun vaste aanhang van pit-
poezen en paladijnen. Het ligt in de bedoeling om
het stuk honderd keer te spelen. De totale kosten
zijn voorlopig begroot op 410.000 gulden. Een deel
daarvan hopen de producenten, verenigd in het Har
lekijn-collectief van Herman van Veen, bij voorbaat
met bijdragen van sponsors te kunnen financieren.
Voor Michiel Kerbosch Is de hoofdrol gereserveerd
(als je die raceauto tenminste even wegdenkt).
Straks zal hij de eenzame man in het onbrandbare
maanpak zijn, die vooralsnog de dood met een be
slissende bandlengte achter zich laat. Het wordt
voor hem een gekende thuiswedstrijd, want sinds hij
tot de jaren des onderscheids kwam, is hij al gefas
cineerd door ronkende bolides en hun vermetele
jockeys, die onder hun plexiglas koepel de paarde-
krachten temmen.
Thuis heeft hij een verzameling van 800 Dinky-toys,
die hij met grote hartstocht blijft aanvullen met
brandnieuwe exemplaren. Zelf rijdt hij het liefst in
zijn oude Rover, een onverbeterlijke benzineslurper,
ARNHEM Ofschoon Michiel Kerbosch de leerplich
tige leeftijd inmiddels royaal heeft overschreden
de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft hem op
22 april 1947 al in zijn kladboek geprikt onder
gaat hij sinds kort toch weer de zoetzure sensatie
van het schoolleven. Deze keer zijn de rollen wél
omgedraaid en speelt Kerbosch niet meer de rol van
pesterige muis, die met natte proppen schiet en
schuttingwoorden op het bord kladdert, maar van
een kater met akte.
Als instant-acteur van de toneelgroep Theater in Arn
hem reist hij tot mei 1979 langs tientallen scholen
in Nederland om de problemen van verhouding tus
sen leraar en leerling in vol bedrijf aan de orde te
stellen. Zelf neemt Kerbosch de ondankbare taak
van meneer Hellendoorn voor zijn rekening, een
goedwillende leraar Nederlands, die kinderen eigen
lijk maar halfwas ettertjes vindt en dit gevoel feilloos
op zijn puberaal gehoor weet over te brengen.
De leerlingen op hun beurt gespeeld door bevlo
gen gogen laten zich ook niet onbetuigd en zui
gen met kennis van zaken het bloed onder de na
gels van hun pedagogische voorganger weg. Hellen
doorn heeft nauwelijks weerwoord op die voortdu
rende aanvallen op zijn gezag. Met kunst- en vlieg
werk handhaaft hij de orde in de klas en op zijn
eigen thuisfront wordt hij eveneens door courante
communicatiestoornissen bestookt. Het gevolg is, dat
de leerlingen hem telkens een brevet van onvermo
gen overreiken en hem als mannen onder elkaar
aanraden om op te krassen.
Raakpunten
maar altijd nog goed voor 200 kilometer op de tel
ler. Voor zijn dagelijkse boodschappen behelpt hij
zich met een auto, die minder capsones heeft.
Autogek
„Ik ben inderdaad een authentieke autogek". stelt
Kerbosch ontroerd vast, „auto's kunnen me bloed
nerveus maken. Ik herinner me mijn eerste Grand
Prix in Zandvoort als de dag van gisteren. Dat was
in 1959 met de Zweed Joachim Bonnier in een
glansrol. Ik vrat die man op".
„Later heb ik zelf ook eens in een Formulewagen
mogen rijden. Toen merkte ik pas dat je ondanks
alle dreigende gevaren
volkomen rielekst achter
het stuur zit. Tegelijk
vecht je ook tegen jezelf;
elke seconde, dat je niet
oplet, elke bocht, waarin
de aandacht verslapt, kan
een ramp betekenen.
Maar je hebt het gevoel,
dat je de hele wereld in
je poten hebt. Als je in
dat blik zit straalt er au
tomatisch een soort god
delijkheid van je af, die
onweerstaanbaar is. Je
bent een magiër gewor
den, die de vrouwen als
een magneet aantrekt.
Neem van mij maar rus
tig aan, dat zoiets een
aardige gewaarwording
is".
„Het mieterse van „For
mule I" is. dat ik er hei
lig in geloof. Het is een
fantastisch stuk, waarin
ik mijn hele hebben en
houwen kwijt kan. Ik heb
Niki Lauda een keer of
wat aan het werk gezien.
Dat is precies zo'n
schriel mannetje als ik.
Zon Jan Doedel, naar Kfrbo'c,h:„ ",fFe,e
n> geen mens ood wil een oeverloze Hdeltuit
luisteren. Hij heeft daar
twee prachtige boeken over geschreven en daarin
lees je zwart op wit, wat ik bedoel. Lauda is opge
groeid in een beschermd milieu. Hij is een rijkeluis
kind, dat gedwongen werd om voor spek en bonen
in hufterig mooie kleren rond te wandelen".
„Met die achterban heeft hij op een gegeven mo
ment resoluut gebroken. Hij leende geld, maakte
tonnen schuld, alleen om zijn eigen droom te reali
seren. Hij wilde bewijzen, dat hij het zonder hulp
van anderen ook kon. Om dat te bereiken nam hij
grote risico's en gaf hij zich genadeloos bloot. Maar
één ding wist hij zeker: het kan lang duren, maar
op een dag pak ik die Formule I".
„Dat vind ik klasse. En daarin herken ik een stuk
van mezelf. Ik heb dan weliswaar geen rijke ouders,
maar ik was wél dat leuke, kleine kereltje, dat zo
grappig uit de hoek kon komen. Maar dat nooit echt
serieus werd genomen".
„Toch wil je opvallen. Aandacht trekken. En daarom
begon ik waarschijnlijk die onwijze smoelen te trek
ken en de komiek uit te hangen. Ik was op school
de leukste van de klas, kleine Michiel versierde het
altijd. Maar ook dat vrat weer aan je, ook die rol
was in feite een afgang. Dat is het tragische van ie
dere clown: zijn grappen worden meestal uit nood
geboren".
„Ik denk, dat ik om die reden toneelspeler ben ge
worden. Ik wilde me voor eens en voor altijd bewij
zen tegenover mensen die het anders zouden vertik
ken naar me te luisteren.
In een schouwburg zijn
ze verplicht me uit te la
ten praten. Ze hebben
zelfs betaald om dat klei
ne mannetje aan te ho
ren. En dat was voor mij
een kick".
„Toch heb ik in het be
gin nog een kapitale fout
gemaakt. Ik was een paar
keer gezakt voor de to
neelschool in Amsterdam
en Maastricht en toen
het in Arnhem eindelijk
lukte, was ik met Cees
Linnebank de enige, die
het vak inging. De rest
van mijn eindexamenklas
verdween in de mist.
Nooit meer iets van ge
hoord".
„Met dat papiertje in
mijn hand solliciteerde ik
bij de Haagse Comedie.
En dat blijkt achteraf een
fout van twee kanten te
zijn geweest. Ik maak de
Haagse Comedie daar
voor geen verwijt. Inte
gendeel: ze waren bijzon-
-der aardig en ik mocht
acteur Is van professie meteen een paar mooje
rollen spelen in Woyzek,
Wachten op Godot en
Spel der Vergissingen. Maar het klikte toch niet, ik
kon er met de beste wil van de wereld niet aarden".
Het was een kwestie van verschillende golflengten,
neem ik aan. De Haagse Comedie is een privé-maat-
schappijtje in de maatschappij. Een onderneming
met eigen wetten en een eigen taal. En daar paste
ik domweg niet in. Je speelde in een produktie van
drie ton en daar zaten dan 's avonds dertig gapen
de mensen naar te kijken. Dat vind ik zonde van het
geld en van mijn kostbare tijd. Maar toch moest je
spelen, of je het nou leuk vond of niet. Contract is
contract en je zult je aantal voorstellingen vol moe
ten maken".
„Ik blijk daar niet tegen te kunnen. Ik speel liever
„Natuurlijk", bekent Kerbosch grif, „zitten er In dat
stuk allerlei raakpunten met mijn eigen schooljaren.
Ik ben op de LTS geweest, daarna op de UTS. Ik
volgde daar een opleiding tot instrumentmaker, want
daar was ik uitermate voor geschikt volgens de
mensen die er verstand van hadden. Als ik dus die
Hellendoorn speel, begrijp ik heel goed wat voor
een ontieglijk rot jongetje ik voor mijn leraren ben
geweest. Noem maar op: ik zat onder de proefwer
ken ook met mijn leerboek open en bloot voor me
alle antwoorden over te schrijven. En als ie even
weg was, gauw Vim in zijn thee doen. Die barre on
gein heb ik allemaal op mijn conduitestaat. Ik heb
een reeks leraren op de rand van de waanzin ge