Volbloed van het jaar klasse apart „Het is geen kunst een renpaard te kopen, wel om te onderhouden" DALFSEN Met meer dan enige trots trekt de Scheveningse volbloedtrainer Cees van der Harst in het landelijk ge legen Dalfsen onder de rook van Zwolle een box van zijn prachtige stallencom- plex open en kijkt met een glimlach de Rijswijkse eigenaar Piet de Wit aan. Is het geen gouden haan, ziet hij er weer niet geweldig uit", De Wit, een fa brikant van snackartikelen, knikt en de waterlanders schieten gelijk in zijn ogen. In de box staat de „volbloed van het jaar 1978",de nu vierjarige Kings Eagle. Dat King er zo goed uit ziet, was voor Piet de Wit een grote verrassing. Medio januari was Kings Eagle, die vo rig seizoen voor de eigenaren van stal Horeca, de heren Hans Moerman en Piet de Wit, zo'n slordige zestig mille verdien de in Hilversum geweest voor de huldi ging van de paarden van het jaar. Bij terugkeer kreeg de hengst over zijn ge hele lichaam lelijke bulten. De dokter kwam er bij en verklaarde dat het kon komen door het feit dat het paard in Hilversum in een box had gestaan met houtkrullen. Maar toen De Wit enige we ken geleden in Dalfsen naar zijn parade paardje kwam kijken kreeg hij de schrik van zijn leven. Vandaar dat Cees van der Harst nu met de meeste tevreden heid de box van Kings Eagle kon ope nen. Cees van der Harst even later in de boerderij, terwijl jockey Allen Jones, eer ste knecht, de Engelsman Tony Green, en de kampioen van Nederland bij de amateurrijders Piet Barendregt druk in de weer zijn met de verzorging van de twintig in training zijnde paarden: „Ik verwacht voor komend seizoen erg veel van Kings Eagle.Twee jaar geleden had ik Zilverster op stal staan. Dat paard won de Derby, een goed paard zonder meer, maar deze Eagle heeft veel meer klasse. Ik durf bijna te zeggen dat er Poorten open, het seizoen begint Drie dagen later dan de bedoeling was, worden de poorten van de draf- en renbaan Duindigt geo pend, op 17 maart. De toe stand van de baan gedoogde niet dat er al op 14 maart kon worden gekoerst. En dan nog zal Duindigt, met de enige renbaan in Nederland, voor volbloeds voorlo pig niet toegan kelijk zijn. OP 17, 21 en 25 maart zullen uit sluitend drave rijen worden ge houden en eerst van 28 maart af- als er geen on verwachte tegen slagen komen - zal het program ma weer uit (7) draverijen en (3) rennen bestaan. De trainers van renpaarden heb ben dus nog even de tijd maar dat wil niet zeggen dat alle paarden in optimale conditie zullen kunnen aantreden. Hoe wel er nog geen rennen zijn maar de poorten wel opengaan, aan dacht voor het paard van het jaar, Kings Eag le, en de grand old man van de rcnwereld die dit seizoen niet meer „in functie", zal zijn, Bertus Riem. Trainer Van der Harst: SPORT LEIDSE COURANT, ZATERDAG 10 MAART 1979 PAGINA 15 BERTUS RIEM, GRAND OLD MAN VAN DERENWERELD breiding is meestal het gevolg als het goed gaat. Je wilt dan mee blijven doen aan de top. Paardesport is voor ons een heerlijke hobby, die natuurlijk een hoop geld kost. Maar gaat het goed, zoals met onze Kings Eagle, dan wil je er toch geen geld aan overhouden en koop je er paarden bij. Door het succes van Kings Eagle zijn de paarden bij de fokker van het paard, Ger de Kroes, wel een heel stuk duurder geworden". Bij Ger de Kroes Stoeterij Raaphorst in Wasse naar) kocht Piet de Wit vorig jaar de nu tweejarige Marcel Raaphorst, de nieuwe klassieke hoop van de stal. Cees van der Harst:„Marcel Raaphorst zal met de beste mee gaan doen in zijn jaargang. Een Derby winnen, ja daar is nog niets van te zeggen. Het paard is nog niet in de baan geweest. Tot nu toe weet ik, gezien de prestaties van vorig jaar, dat hij een goede driejarige is. Lady Rosa(van de Voorburgse eigenaar Tom van der Lubbe) is een hele beste maar voor de rest is het gewoon nog af wachten Even later stappen we met trainer Cees van der Harst naar buiten. We bekijken de prachtige trainingsbaan en* Piet de Wit maakt terecht de opmer king:,, Als je tribunes langs de kant zet kan je er rennen gaan organiseren". De sloot is nog bedekt met ijs en de sneeuw is net verdwenen. Bij de boxen aangekomen laat Cees van der Harst stuk voor stuk de paarden van stal Ho reca zien: Kings Eagle, Marcel Raap- horst, Queen of Love, Larens Trots, Loi- ka en Pennanth. Afgelopen dinsdag was trainer van der Harst voor het eerst aan het werk met zijn paarden. Snelrijden op de keiharde bodem van Dalfsen was er echter nog niet bij. Cees van der Harst: „We hebben weken lang niets kunnen doen door de barre winter. Ik denk dat ik niet eerder dan eind april met mijn paarden op Duindigt -47 n actie zal komen. Wat andere doen noeten ze zelf maar weten. Het materi- aal is te duur om stuk te rijden en het seizoen is nog lang genoeg. Ik ga Kings Eagle voorbereiden voor de Grote Prijs van Den Haag op 19 mei. Als voorberei- ding op deze zware koers doet hij eind april mee aan de„ Wassenaarse Paauw" of aan een andere kleine ren. Normaal gesproken moet je er twee maanden voor uittrekken om een paard koersklaar te krijgen. Met Kings Eagle, dat is een uitzonderlijke lukt zoiets in zes weken. Het paard heeft namelijk weinig training nodig. Duindigt Ruim een jaar geleden vertrok Cees van der Harst met zijn paarden van Duin digt naar Dalfsen. De 37-jarige trainer heeft daar geen spijt van gehad. „De paarden komen hier meer tot rust. Op Duindigt zit je dicht op elkaar, wei nig ruimte en elke dag het zelfde liedje voor de paarden. Hier heb ik een stap- molen waaraan verschillende paarden tegelijk buiten kunnen lopen. Zoiets is op Duindigt natuurlijk niet mogelijk. In het begin heb ik het hier moeilijk ge had. Eigenaren moeten natuurlijk bij je willen zijn en een ander punt is dat de paarden niet tegen reizen op moeten zien". Bij de start van het nieuwe seizoen op Duindigt, zaterdag 17 maart, is Cees van der Harst er met bij. Niet alleen zijn paarden maar ook de volbloeds van de andere trainers blijven tot woensdag- middag 28 maart op stal staan. Door de strenge winter was training voor de trai ners lange tijd onmogelijk en is de ren baan nog niet in goede conditie om wedstrijden te houden. ARTHUR VAN RIJSWIJK nog nooit zo'n goed Nederlands gefokt paard is geweest. Voor Nederlandse be grippen is dit een hele grote. Hij is een klasse apart. Vorig seizoen waren er bij de driejarigen maar drie paarden van behoorlijke kwaliteit Boxberger Cook, Boxberger Prins en Kings Eagle. De eer ste twee, van eigenaar Nuy,worden in Engeland getraind en kwamen alleen voor de grote nummers naar Duindigt over. In Engeland werd in rennen wel degelijk rekening gehouden met de kwa liteiten van beide Boxbergers. In de St.Leger versloeg Kings Eagle beide paarden en in de Derby moest hij alleen Boxberger Cook voor laten gaan". Cees van der Harst laat nog even het Derbyverloop van 1978 de revue passeren aan de hand van enkele foto's. „Normaal gesproken zou Kings Eagle de Derby ge wonnen hebben maar Allen Jones is te vroeg gaan rijden. Wacht hij even langer dan verslaat hij Boxberger Cook in de eindstrijd. Nu kwam King net een lengte tekort voor de zege. Maar dat is napra ten, over jockey Allen Jones ben ik meer dan tevreden. Ik zou geen ander op stal willen hebben". De zege van Kings Eagle in de klassie ker St.Leger hééft bijna in elke Engelse krant gestaan. Eigenaar Piet de Wit:„Dat kwam door het feit dat de paarden Box- berger Prins en Cook in Engeland wor den getraind en door Engelse jockeys werden gereden. Dat doet je toch echt wel wat als ze in Engeland, het renmek- ka bij uitstekover je paard schrijven" Uitbreiding Door het succes van hun eerste volbloed Kings Eagle, gekocht bij de bekende Wassenaarse fokker en eigenaar Ger de Kroes, is Stal Horeca nu maar liefst zes volbloeds rijk. Piet de Wit:,, Zo'n uit Bertus Riem (links) heeft het trainerschap er na „een leven lang" aangegeven. Schoonzoon Henk van der Kraats (rechts) nam de stal Groenendaal over. Als hij dat niet had gedaan, zou Riem de stal gesloten hebben en dat zou eeuwig zonde zijn WASSENAAR Een jaar of vijftien geleden kostte Styl Groenendaal en bijbehorende terreinen en opstallen zo'n twintig mille. Nu is er nauwe lijks een schatting te maken van de waarde van het entrainement waar op Bertus Riem ook nog een bunga low voor eigen gebruik liet bouwen. Op de grens van Wassenaar en Den Haag, met de enige renbaan van ons- land, Duindigt, binnen handbereik, heeft Bertus Riem zijn lange leven gezwoegd maar ook genoten van de paardesport. Op 9 maart is hij 76 geworden maar hij vond driekwart eeuw een mooie mijlpaal om zijn trainerschap er aan te geven met de woorden die hij tegen zijn schoon zoon Henk van der Kraats - vele malen kampioensjockey, winnaar van alles wat maar te winnen was in ons land - sprak: „Henk, aan het eind van het seizoen 1978 zet ik er een punt achter. Je kunt het boeltje overnemen of andèrs zeg ik de eige naren op en sluit ik de zaak". Typisch Bertus Riem, de grand old man van de rensport, die nergens doekjes om windt en onherroepelijke besluiten neemt. Hij zou het al een jaar eerder hebben gedaan maar schoonzoon Henk kon toen nog geen licentie als trainer krijgen. Al vele jaren was de combinatie pikeur-trai ner een feit maar trainer-jockey s werd niet goedgekeurd. Bertus Riem heeft er wel een verklaring voor: „Er zijn bijna geen jockeys die trainer willen worden. Er zijn nogal wat bui tenlanders, die zich hier niet zullen en willen vestigen. Maar het is er nu toch doorgekomen. Francois Delbras- sine, de bekende oud-jockey, heeft zich er erg voor ingespannen. Trou wens, we waren er al in 1961 mee bezig". Bertus Riem, altijd te vinden op de renbaan Duindigt maar nooit op een andere baan omdat daar alleen dra verijen worden gehouden, rolde per ongeluk in de paardesport. Hij was hulpje van een fietsenmaker waar eens een sulky met een lekke band moest worden gerepareerd. Bertus Riem bracht de sulky terug bij de stal waar, behalve dravers, ook drie volbloeds stonden. De gestalte van Riem was geknipt om erop te zitten, een licht mannetje. Binnen de kort ste keren was Bertus Riem, zestien jaar toen, jockey. Tot zijn vijftigste - hij blijkt van ronde getallen te hou den - bleef hij in het zadel maar was toen al lang ok trainer. Als straks de poorten van Duindigt open gaan, zal hij voor het eerst als „naamloos bur ger" - „maar wel met een vrijkaart voor het leven, die spontaan is aan geboden door de „Koninklijke", gnif felt hij tevreden - aanwezig zijn. Maar zijn helblauwe ogen zullen de rennen met dezelfde belangstelling volgen als voorheen. Is het te veel gezegd met te stellen dat Bertus Riem de rensport, of zeker een groot deel daarvan, is? Daarom kan hij zich niet voorstellen - en weer typisch Riem, het doet hem niets hoe men daarover mag denken - dat de eigenaren zo „slor dig" met hun materiaal omspringen. Verkeerd bezuinigen Bertus Riem helemaal op zijn praat stoel; „Het probleem is tegenwoor dig dat er verkeerd wordt bezuinigd door de paarden na het seizoen uit pension te halen. De eigenaren ne men de paarden thuis en dan krij gen we ze te laat terug en kunnen we ze niet in orde krijgen als de koersen beginnen. Dan moeten ze binnen twee a drie weken gaan lo pen en dat is een onmogelijke zaak. De eigenaren denken dat het goed koper is de paarden uit pension te halen maar dat merken ze wel aan de winsommen. Ik zeg altijd: meneer, aan het eind van het seizoen maken we de reke ning op. Als wij de paarden de hele winter hebben, zijn het beauties. Nu denken ze dat ze in vier weken in de winnaarsring staan". De meeste mensen hebben er geen verstand van. Ze denken dat ze een renpaard kunnen trainen maar die zijn nog veel gevoeliger dan dravers, die een berenhuid hebben. Vroeger namen ze de paarden nooit thuis. Nu hebben ze een box naast hun huis. Dat is inderdaad goedkoper maar je bent een hele tijd achterop als wij ze terug krijgen. Het is geen kunst een renpaard te kopen maar om het te onderhouden". Henk van der Kraats vult aan: „Zo'n paard komt de box niet uit, krijgt niet het juiste voer. Dan krijgen we ze terug en als ze moeten werken, gaan ze meteen zweten. Dan weten we het al. Bovendien, als wij zo'n paard de hele winter hebben, kennen we de kracht, weten we wat het waard is. Nu zijn we twee maanden achterop". Het zijn geen aanklachten. Het gaat de twee alleen aan het hart dat ze straks niet met de paarden uit de voeten kunnen zoals ze graag zouden willen. In de stallen van „Groenen daal", genoemd naar de oude ren baan die baronesse Van Brienen op dezelfde plek had, staan de overtui gende bewijzen. Glanzende, door en door fitte paarden die bleven en paaiden met slordige manen, matte huiden. „En met een dik pak haar en dat is meestal armoe", gromt Ber tus Riem, die je niets van renpaar den hoeft te vertellen. Heel Europa zwierf hij rond om paarden te ko pen. „Nee, geen hele dure, daaraan is niets op te knappen. Ik keek naar de benen, ik weet precies hoe de bloedlijnen lopen. Dan haalde ik de veearts erbij want als ze al te veel gereden hadden, was het hart eraf. Dat zijn dan de zenuwachtige paar den. Ze zijn bang voor de koers. En je moest altijd goed uitkijken want op een veiling komen meestal de op ruimers. Ik heb nogal een goede hand van kopen gehad. Ik heb er goedkoop gekocht, in opdracht of Hoge verwachtingen van Kings Eagle voor de handel, die zich suf verdien de in de koers. Zo'n koers is een kwestie van taktiek bepalen, net als bij voetballen. Dat doet de trainer, wie anders? Hij is immers elke dag met het paard bezig. Hij weet hoe het paard gereden moet worden. De trainer geeft de jockey dan ook or ders". Moeilijk Trainer-jockey is dus wel gemakke lijk, alles in één hand. Henk van der Kraats: „Een trainer-jockey mag alleen voor anderen rijden als hij zelf geen paard in de koers heeft Bovendien is het een zware combi natie. Als trainer heb je nog meer verantwoordelijkheid dan als jockey, die ook nog eens aan zijn gewicht moet denken. Het is eigenlijk moei lijk te combineren. Trouwens, als ik in Eddy de Kroes, een neef van Ger, geen grote eigenaar had gehad, zou ik er niet aan begonnen zijn". Dat zou eeuwig zonde zijn geweest voor de Stal Groenendaal, een begrip zonder weerga in de renwereld, met een man aan het hoofd die zelfs nooit vakantie heeft genomen, omdat hij zijn paarden niet aan anderen wilde overlaten, Bertus Riem van-de- ronde-getallen. In 1930 werd hij trai ner, in 1940 betrok hij Stal Groenen daal, jockey tot zijn vijftigste, trainer tot zijn vijfenzeventigste en nog net niet zestig jaar in de paardewereld. Dat zou in aptil het geval zijn ge weest. Bertus Riem vindt het goed zo. Inte-, vreden is hij met zijn leven in dat exclusieve wereldje van de volbloeds waaraan hij al zijn krachten, en die zijn niet gering, heeft gegeven. Als jockey is hij recordhouder: achttien' keer kampioen na het instellen vaij de totalisator. Schoonzoon Henk van der Kraats palmde zeventien titels in. Bertus Riem: „Daarmee kan hij me misschien nog inhalen, als trainer nooit meer". Bertus Riem staat een beetje moei-! zaam op, want nog geen twee den geleden brak hij een heup hij -misstapte van de Maar het pezige wonderbaarlijk snel. later stapte hij het met twee krukken. De dokter had een hard hoofd in en „Meneer Riem, heb je hulp Antwoord van die dekselde Riem met geen tien paarden in de wereld van lakens en zusters was houden: „Jawel, mijn dochter de vrouw van Henk van der en een interieurverzorgster", bleek te zijn wat vroeger een ster heette. De twee krukken er rap een en die gooide hij het kon ook weg om alleen te bruiken als hij een afstandje af leggen. Zesenzeventig, pezig, bij pinken, zijn hele leven hard gewerkt. Bertus Riem: „Ach, een goed lijf, altijd in de sport gezeten HERMAN VAN BERGEM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 15