migraine... de hoofdpijn der gehoorzaamheid Mode voor elke handicap -fel BINNENLAND LEIDSE COURANT spreekwoordelijke top van de ijsberg te zien zij het een flink geteisterde en nauwelijks wat zich allemaal onder water bevindt. „Dat is ook wel gebleken", zegt hij. „Werd er geke ken naar een doorsnee van lijders aan migraine uit de gewone bevolking, dan vond men de ene keer wel en de andere keer niet dat ze neuroti scher waren dan mensen zonder klachten. Maar wanneer men alleen lette op de groep die zich voor een stevige behandeling aanmeldde, vond men wel degelijk een hoger neuroticisme en een grotere vijandigheid. Je zou kunnen zeggen: de mate waarin iemand aan hoofdpijn lijdt, heeft meer verband met persoonlijkheid dan de aan wezigheid van migraine op zich. Angst voor een aanval bijvoorbeeld kan escalerend werken". Hippocrates De kloppende of bonzende eenzijdige hoofdpijn van migraine is zo kenmerkend en zo met de medische geschiedenis verweven dat men hem al in Mesopotamische geschriften van 3000 jaar voor Christus kan aanwijzen. Hippocrates, de vader van de geneeskunde, pinde hem vast en Galenus gaf hem zijn naam: hemikrania. Van der Linden wees in 1760 op de samenhang met menstruatie en Tissot vestigde in 1820 de aan dacht op de erfelijkheid van de kwaal (naar schatting 50 tot 60 percent van migrainepatien- ten heeft een familielid dat er ook aan lijdt). Allemaal zaken die bij het nieuwe onderzoek aan de orde komen. Jan Passchier en de zijnen voelen zich echter vooral geboeid door het feit dat een migraine-aanval in de helft van het aantal keren wordt voorafgegaan of gevolgd door een situatie van spanning. Dat wijst duide lijk in de richting van psychische oorzaken. Zo valt op dat juist bij pogingen tot uitrusten, gedurende vrije dagen, aanvallen optreden de zondagsmigraine. Passchier: „Ons onderzoek zal hopelijk een beeld van de migrainepatiënt opleveren aan de hand waarvan we op de duur de behandelings methode ik noem gedragstherapie kunnen verfijnen zodat hij leert op een betere manier met zijn emoties en spanningen om te gaan. Een voorbeeld. De patiënt heeft tijdens een zware vergadering zijn woede over een domme beslissing moeten opkroppen. Eenmaal thuis of met een nieuwe vergadering in het verschiet, overvalt hem de hoofdpijn. Om die aanval werkelijk goed aan te kunnen pakken, moet de onderzoeker zich niet alleen bezighouden met het symptoom, maar ook met de achterliggende oorzaak. Het opkroppen van woede zou niet plaats dienen te vinden. Je zou de patiënt misschien kunnen leren zich op een betere manier af te reageren om te springen met zijn emoties en spanningen". Over enkele jaren zullen we meer weten. In afwachting daarvan geeft drs. Jan Passchier het door „hemikrania" geplaagde volksdeel de volgende raad: „Leef regelmatig. Ga op tijd naar bed. Drink noch rook te veel. Maar vooral: probeer jezelf toch niet zo sterk te beheersen. Durf op de goede manier kwaad te worden. Weg met dat overdreven ordelijke en planmati ge. Leef minder krampachtig „Carpe diem pluk de dag". De oude Romeinen onderkenden niet reeds het verschijnsel migraine, ze kenden er ook de beste remedie voor." PIET SNOEREN DURF EENS KWAAD TE WORDEN Op zoek naar remedie DEN HAAG Naar schatting tien percent van de volwassen vrouwen en vijf percent van de volwassen mannen in Nederland een poging tot verklaring van dit verschil zal straks gedaan worden lijdt aan migraine. De gevolgen kunnen variëren van een uurtje moeten liggen tot ernstige arbeidsongeschikt heid, maar beroerd is de kwaal altijd. Er bestaan medicijnen tegen. Die bergen echter het gevaar van verslaving in zich en kunnen op de duur zelfs hoofdpijnverwekkend zijn waarmee het paard helemaal achter de wagen staat gespannen. Een kolossale bevolkingsgroep dus, zowat even veel mensen als er in de Randstad wonen, gaat gebukt onder de dubbele kwelling van steeds terugkerend lijden en het gebrek aan uitzicht op beterschap. Curieuze bijkomstigheid, de kwaal kan lichamelijk vaak erfelijke oorzaken hebben, maar het sterke vermoeden bestaat dat in de helft van de gevallen het karakter, de persoonlijkheidsstructuur van de patiënt wel eens de boosdoener zou kunnen zijn. Tegen deze veelheid aan achtergronden moet men het unieke onderzoek zien dat in september aan de Vrije Universiteit van Amsterdam begint en minstens twee, misschien zelfs vier jaar zal vergen. Doel van de subfaculteit psychologie die het uitvoert: mogelijke nieuwe behande lingsmethoden opsporen en vooral kijken of er iets zinnigs te ontdekken valt over de persoon lijkheidsstructuur van hoofdpijnlijders. Het ge sprek gaat met drs. Jan Passchier, een van de initiatiefnemers. Het schrikwoord migraine is afgeleid van het Griekse „hemikrania", hetgeen „halve schedel" betekent, en slaat op een wezenskenmerk van de kwaal. In tegenstelling tot de eveneens veel voorkomende spanningshoofdpijn namelijk treedt bij migraine de pijn aan één kant van het hoofd op, links of rechts, meestal aan dezelfde kant. Kasteelfenomenen Passchier beschrijft de overige symptomen als volgt: „Eerst wordt de patiënt mismoedig; zijn opgewekte stemming vlakt af. In sommige ge vallen krijgt hij last van lichtflitsen of kasteel fenomenen, kanteelachtige lijnen die het ge zichtsveld vertroebelen. Dit stadium begint ge middeld ongeveer twee uur voor de aanval. Dan komt de pijn. Een bonzende pijn die steeds verergert. Waar we spreken over klassieke mi graine, treden braakneigingen op en moet de patiënt soms daadwerkelijk overgeven. Prik kels van licht of geluid worden niet verdragen. Naar bed in een stille donkere kamer vormt het enige soelaas. De aanval duurt van twee tot zes uur en ebt dan meestal wanneer de patiënt in slaap is gevallen geleidelijk weg. Er zijn mensen die eens per maand zo'n aanval hebben en het niet eens nodig vinden hun arts te raadplegen. Maar de aanvallen kunnen ook eens per week of nog vaker toeslaan en er zijn patiënten die zelfs buiten de aanvallen om een eeuwige achtergrond-pijn voelen". Wat gebeurt er bij zo'n aanval? Heel simpel gezegd worden de slagaders in de slapen die het bloed naar de hersenen stoten, sterk uitge rekt en overgevoelig vandaar de behandeling met vaatvernauwende medicijnen. Dit kan fy siologische (met het lichaam verband houden de) oorzaken hebben: bijvoorbeeld een bepaal de drukverandering in het hoofd op een benau wende zomerse dag of een reactie op bepaalde chemische stoffen in voedingswaren zoals cho cola of kaas. Ook hormonale processen kunnen een rol spelen. En nu zijn we beland bij de vraag waarom vrouwen twee maal zoveel last hebben van migraine als mannen. Door de menstruatiecyclus zijn vrouwen veel meer on derhevig aan hormonale variaties dan mannen. Opvallend is dat lijdsters aan migraine tijdens de zwangerschap vaak niet geplaagd worden door aanvallen. Maar drs. Passchier oppert ook andere, minder aan lichamelijke processen ge koppelde mogelijkheden. Er is volgens hem een sociologische verklaring. „De rolverdeling tus sen man en vrouw is nu eenmaal zo dat van vrouwen veel minder agressie verwacht wordt. Ze moeten lief en zacht en moederlijk en zorgzaam zijn. Ze onderdrukken hun agressie, ze kroppen hem op en dan kan het deksel van de pan springen in de vorm van een migraine- aanval. Öf ie*s heel anders. De gemiddelde vrouw kan zich gemakkelijker een migraine- aanval veroorloven dan de man. Ze is immers in staat even te gaan liggen, het bed op te zoeken. De psychologie leert dat zoiets belo nend werkt en aangezien de mens graag be loond wordt, kun je bij mensen die de kans hebben naar bed te gaan, eerder migraine-aan- vallen verwachten dan bij mensen die de kans niet hebben. Het is allemaal nog nauwelijks onderzocht, maar zo luidt de theorie". Persoonlijkheid In elk geval zitten we nu tot over de enkels in het randgebied tussen de medische en de psychologische wetenschap, dat de Vrije Uni versiteit met zijn onderzoek wil gaan verken nen. Hoofdpijn en persoonlijkheid De psy chiatrische praktijk heeft in grove trekken de volgende karakterbeschrijving van de migrai- nelijder opgeleverd: „Hij is in zijn jeugd erg gehoorzaam geweest en heeft zich erg aange past aan bestaande regels. Die aanpassing moet tegen de puberieit bij het ontwaken van het driftleven veel moeilijkheden hebben opgele verd. We zien in die leeftijdsgroep dan ook een toename van het aantal hoofdpijngevallen. Een maal volwassen geworden, ontpopt de migrai- ne-patiënt zich als iemand die zijn werk zo goed mogelijk probeert te doen. Een perfectionist. Verondersteld wordt dat het te maken heeft met een gevoel van onzekerheid. Door zo pre cies mogelijk te werken, vermijdt hij kritiek en kritiek van anderen jaagt hem angst aan. Hij steekt zijn nek niet graag uit als hij twijfelt aan zijn gelijk, en hij heeft er een hekel aan te moeten improviseren. Hij is ordelijk, netjes en nogal conservatief. Hij uit zich emotioneel moeilijk, vooral waar het boosheid betreft. Veel migrainelijders vallen op door begaafdheid en ambitie enerzijds, door stroefheid en geestelijke starheid tegenover leefpatroon en geldende nor men anderzijds. Een bepaald type opvoeding speelt bij het totstandkomen van deze persoon lijkheidsstructuur een grote rol, waarbij een aan migraine lijdende ouder de toon kan aange- Djs. Jan Passchier zet, vooruitlopend op de resultaten van het komende onderzoek, de nodi ge kritische vraagtekens in de kantlijn van deze karakterschets. Hij wijst erop dat lang niet alle migrainelijders naar een arts of psychiater gaan. De heren medici krijgen slechts een DONDERDAG 8 MAART 1979 PAGINA 11 Waarom geen aangepaste mode voor ge handicapten? De vraag ligt zo voor de hand dat hij tot voor kort bijna niemand ooit te binnen is geschoten. Toch praat je over een groep van 1,2 miljoen Neder landers. Zelfs voor de meer zakelijk dan ideëel geaarde ontwerper interessant, want je kunt er knap wat kledingwin kels mee vullen. Maar nu is de aandacht dan eindelijk gekomen en wel in de vorm van een uiterst handzaam en praktisch boekwerk je. „Pas mode aan" maant de titel en daaronder „kledingüps voor handicaps". Bedrieglijk zijn de tekeningen op de om slag en binnenin. Ze tonen bijna louter kinderen. Dat zal wel komen omdat de BOSK (Bond van Ouders van Spastische) Kinderen) een belangrijke stoot tot het initiatief heeft gegeven. Het bestuur van deze organisatie blijkt echter de eerste om erop te wijzen dat de tips nuttig kunnen zijn voor alle mensen die moeite hebben met aan- en uitkleden of hun kleding anderszins als een probleem er varen. öok de in tal en last groeiende ouden van dagen dus, ook de geestelijk gehandicapten van alle leeftijden, ook de slachtoffers van ongelukken, die blijvend letsel hebben nagelaten Dan kom je uit bij ongeveer 8 percent van de totale Nederlandse bevolking een verschrik kelijk hoog getal, een terrein bovendien dat veel te lang braak is gebleven. Het nu verschenen boek heeft een voor geschiedenis van jaren gekend. Onafhan kelijk van elkaar waren ergotherapeuten (mensen die verzwakte of uitgevallen li chaamsfuncties met behulp van systema tische oefeningen proberen te herstellen) reeds lang bezig tips over aangepaste kleding te verspreiden. Het is aan het bestuur van de BOSK te danken geweest dat de voorlichting op dit gebied gecen traliseerd werd. Na een oproep in het tijdschrift voor Ergotherapie kwam een samenwerking tot stand tussen het kin derrevalidatiecentrum Lyndensteyn in Beetsterzwaag, het revalidatiecentrum voor Delft en Omstreken, het Zeeweg .Ziekenhuis in IJmuiden en de bekende Johanna Stichting van dokter A. Klap wijk in Arnhem. „Pas Mode Aan", het voortbrengsel van deze collectieve inspanning, blijkt een schat aan tips en foefjes te bevatten om hetzij confectiekleding te veranderen, hetzij moeders te prikkelen tot het maken van leuke kleren voor hun kinderen, waarbij ze hun creativiteit kunnen combi neren met vindingrijkheid. De algehele strekking vat dokter Klapwijk aldus sa men: „Gehandicapt zijn hoeft niet te bete kenen dat je problemen hebt met je uiterlijk". De informatie begint heel sim pel met middeltjes tot gezichtsbedrog, waarmee je een figuur dikker, slanker, Een broek laat zich makkelijker aan- en uittrekken als er een rits in de zijnaad zit. korter of langer kunt doen lijken („een V-hals, een V-vorm en raglanmouwen inplaats van ingezette mouwen maken slanker"). Maar al snel verschuift de aandacht naar de zelfredzaamheid. Een kind of wie dan ook die zichzelf kan aankleden krijgt meer zelfvertrouwen en hetzelfde geldt voor allerlei andere activiteiten van het dagelijks leven. Vandaar de vele sugges ties om het aankleden (beter gezegd: het aantrekken van kleren die er nog leuk uitzien ook) tot haast verbazingwekkend simpele handelingen terug te brengen. Een broek met een rits in de zijnaden gaat veel gemakkelijker aan en uit dan een instapbroek. Broek en onderbroek kunnen met klittenband aan elkaar wor den gezet zodat je maar één inplaats van twee keer hoeft in en uit te stappen. Bij bloezen of jasjes kan men voorlangs, dus niet op de naden van de mouwen, ritsen zetten. Wijde capes die over rolstoel en al heen gedragen worden, zijn prakti scher dan jassen. Maar bestaande jasjes laten zich ook heel wel aanpassen, bij voorbeeld met behulp van ritsen of door stug materiaal zoals leer en suède te voorzien van gebreide banden tussen de zijnaden en bij de mouwinzet Naast de algemene zijn er ook speciale kledingstips voor bepaalde groepen ge handicapten. Een kind dat een arm of een been mist of stijve gewrichten heeft vraagt in zijn kleding een andere benade ring dan het spastische kind. Sokken of kousen zonder teenstuk houden de voeten warm, maar de tenen vrij zodat een kind zonder armfunctie toch met de tenen iets kan doen. Kinderen die veel speeksel laten lopen, kun je inplaats van een onsmakelijke slab ook een hesje met uitritsbare voorpanden geven van vi- stram (afwasbaar en ademend kunstleer). Gladde stoffen ghjden beter over een prothese en zijn dus gemakkelijker aan te trekken; in een wollen trui kan men een stukje gladde voering zetten. Broeks pijpen en mouwen kunnen worden ge voerd met stevige stof, zodat ze niet slap hangen wanneer de prothese niet gedra gen wordtInstapschoenen en schoe nen met elastische veter zijn gemakkelij ker aan te trekken. Lange truien en bloezen die in het kruis gesloten worden met knopen, drukknopen of klittenband, blijven goed zitten. Zo gaat het bladzijde na bladzijde door en wat de tekst niet zegt maken de illustraties wel duidelijk. Een boek, kortom met veel nut of het nu om iemand gaat die worstelt met confectiematen dan wel om kinderen, volwassenen en bejaarden met een handi cap plus hun ouders en verzorgers. PIET SNOEREN Pas Mode Aan, uitg. Callenbach Nijkerk, f 16,50 V-vorm maakt slank Voor rolstoelpatienten is een cape handiger dan een jas.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 11