IAAG „De B(innenlandse)
Iheids) D(lenst) ontwikkelde zich door
en heen tot een organisatie met
fcen ideologie. Tot een beweging
)ehoudzucht, conformisme, slaafse
idering voor het systeem en
Ischap met links, hoog in het
lel staan geschreven. Tot een macht
inmend werkt op de
ichappelijke ontwikkelingen. Alles en
ten die met die ideologie In strijd
tirden achtervolgd en nagejaagd tot
li aangepast hebben of
igesloten zijn. Het is evident dat de
jerder de wereld in
enstemming zal willen brengen met
'wijl pen wereldbeeld dan andersom,
dere frlement en de rechterlijke macht zijn
ding an ondergeschikt gemaakt. De
isie Is niet anders".
het slotcitaat uit het boek van Vrij
ind-redacteur Rudie van Meurs: De
lamenzweren tegen ambtenaren,
journalisten, dominees en andere
,t oontraten"-
-t HtPc'Pe wordt door 010 BVD het hele
iendjai van „dirty tricks" („vuile trucs")
^Nederland toegepast: de BVD
it 00Kmert mensen jn hun carrière, jut
Th n te9en elkaar °P- verstoort
et ^schappen, voorkomt dat homofielen
nee® .jt komen op verantwoordelijke functies
®rs ^'lamenleving, infiltreert binnen
ee..|saties die volgens de geheime dienst
S ,cht" 2^n' achtervol9t 'inks radicale
's in, wroet, bespioneert en chanteert"
en n alinea in niet fraai Nederlands
'^H^ivacht men dat Van Meurs glashard
int van welke praktijken de BVD
en an wel bedient, of zou bedienen. Hij
i/eei vVeiiswaar enkele voorbeelden, maar
j^or n lang niet altijd overtuigend.
)rdt. r
il een I
hien kón Van Meurs ook geen betere
voorbeelden geven, omdat de BVD
nauwelijks of geen informatie over zijn
werk-in-het-verborgene verstrekt.
Volgens de schrijver zou er een enorme
rivaliteit zijn ontstaan tussen de ministeries
van justitie (met zijn Centrale Recherche
Informatiedienst) en binnenlandse zaken
(met de BVD). Voortdurend moeten er
strubbelingen tussen beide diensten
voorkomen. Hoge en geheime
functionarissen vechten bij voortduring over
de vraag wie uiteindelijk de informatie zal
gaan verwerken.
„Niet dat het voor het publiek en de
slachtoffers van BVD en CRI veel uitmaakt",
aldus Van Meurs. „Zij zullen in de handen
van boosdoeners blijven vallen die onder
het mom van bescherming van de
democratische rechtsorde, een bedreiging
vormen voor de samenleving. De stapel
dossiers zal alleen nog maar groeien.
Nederland wordt in kaart gebracht. De
bevoegdheden van de politie
(inlichtingendiensten) nemen nog steeds
toe""
Andere ambtenaren en ook de
belastingdienst kunnen, zo blijkt uit een
feitje van Van Meurs, belangwekkende
bronnen zijn. „Het kan daarom bijna geen
toeval zijn dat begin 1977 drs. A. Kuipers
als hoofd van de BVD wordt opgevolgd
door mr. P. de Haan, een WD-er en oud
belastinginspecteur, die vele kennissen en
relaties op alle inspecties heeft".
Verscheidene Nederlanders worden, als ze
solliciteren naar een openbaar ambt
onderzocht op hun politieke
betrouwbaarheid. Niet na te gaan is
hoeveel landgenoten jaarlijks op grond van
hun politieke onbetrouwbaarheid te licht,
zeg maar te rood, bevonden en uitgesloten
worden. „Hoeveel keren ook in dit land
„Berufsverbote" plaats hebben", is
nauwelijks vast te stellen.
Volgens Van Meurs is de PTT een
belangrijke bron van werkverschaffing voor
de BVD. Van de ruim 70.000 functies in de
PTT zijn er maar liefst 28.000 (dat is
veertig procent) als „vertrouwensfuncties"
v die als telefoniste opnieuw bij
„008" wilde werken, kreeg zeer veel
moeilijkheden, ondanks het feit dat haar
personeelschef en haar collega's haar
graag als medewerkster wilden begroeten.
Zij voldeed aan alle eisen. De BVD
onderzocht echter haar verleden. Zij moest
vragen beantwoorden als: „Bent u een
Dolle Mina? U weet toch wel wat een Dolle
Mina is? Bent u vooruitstrevend? Vindt u
zelf dat u sociaal voelend bent? Welke
krant leest u? Bent u geabonneerd op een
opinieblad? Wat vindt u van de werkloze
jongeren?
De Rotterdamse mevrouw werd woedend. Zij
liet de PvdA vragen in de Tweede Kamer
stellen, maar dat werd haar enorm kwalijk
genomen. „Waarom heeft u een klacht bij
de Tweede Kamerleden van de PvdA
ingediend en niet van de WD?
Haar man noch zij was lid van een politieke
partij. Hun enige fout was dat ze
genuanceerd over de maatschappij dachten.
Uiteindelijk kwam de man er achter dat
zijn vader, twaalf jaren geleden eens lid van
een communistische beweging was
geweest. De BVD bezit registers die een
eeuwigheidswaarde hebben...
De BVD bond in. „Een ambtelijke
dommigheid", meende de griffier van de
Tweede Kamer, tevens notulist van de
commissie voor inlichtingen- en
veiligheidsdiensten, mr. J. P. Mulder. „Ik
voel me diep vernederd", zei mevrouw J.
W. Strömann-Van Beveren..., de
solliciterende telefoniste.
Er kwamen zo meer „dommigheden" van
BVD-ambtenaren in de openbaarheid. Van
Meurs geeft, als gezegd, daarvan geen al te
sterke voorbeelden. Hij concludeert wél
sterk.
„Sinds zijn bestaan is de BVD
verantwoordelijk voor politieke discriminatie
in overheidsfuncties en in functies bij door
de overheid voor een aanzienlijk deel
gesubsidieerde instellingen", zegt de
schrijver.
Elke vertrouwensfunctie eist een
veiligheidsonderzoek. Zo meldde NCRV-
journalist Gijs Brandsma, die hand- en
spandiensten voor de BVD verrichtte, dat
BVD-ers met een lange lijst van vragen op
pad plegen te gaan. Vragen als: Algemene
indruk (mannelijk type, atletisch, gevoelig,
sensueel, zachtaardig, diplomatiek, artistiek).
Kleding (verzorgd, overdreven netjes, bizar,
stijlvol). Fysiek (vorm hoofd, kleur ogen,
geschatte lengte, gewicht, omvang).
Handen (beschrijving handen, verzorgd, hoe
houdt hij ze, tikt hij ermee op tafel, in z'n
zakken, karakteristieke bewegingen). Taal
(hoe spreekt hij zijn taal, beschaafd,
slordig, hoe spreekt hij Nederlands, hoe is
zijn stem).
De reeks vragen werd nog aangevuld met:
Wat is zijn achtergrond; sociaal gedrag;
rook-, eet- en drinkgewoonten; rij- en
loopgedrag; beroepsgedrag; temperament;
seksueel gedrag; gezinsleven; woning en
gezondheid.
Over het seksuele gedrag: ongeïnteresseerd,
normaal, afwijzend ten opzichte van seks;
houding t.o.v. vrouwen, flirten, oog voor
mooie vrouwen; verandert zijn gedrag na
drinken; zou hij prostituees bezoeken; wat
denken vrouwen van hem; relatie tot
mannen, homofiele neigingen enz.).
Tot slot: Heeft hij zwakke plekken
(vrouwen, ijdelheid, geld?).
Toen Brandsma nog bij het dagblad
Trouw werkte, kreeg hij deze vragen
voorgelegd om zo gegevens over zijn
collega's te verstrekken.
Ook via inlichtingen, verkregen bij militaire
onderzoeken, krijgt de BVD veel gegevens
in handen gespeeld. Enkele rekruten zijn
reeds bij voorbaat „gesignaleerd". Het
ministerie van defensie liet weten:
„Werkelijke schade ondervindt de
dienstplichtige niet van de signalering,
noch gedurende zijn diensttijd, noch bij
terugkeer in de maatschappij". Volgens
Van Meurs een naïeve opmerking. „Een
onderzoek dat zo nadrukkelijk onder
supervisie en met behulp van de BVD wordt
verricht, komt vanzelfsprekend in de
dossiers van de BVD terecht".
Behalve de voorgaande „bronnen", put de
BVD ook uit wetenschap van plaatselijke
pastoors en dominees, zij het dat een
enkele zieleherder pertinent weigert, tot
woede van de BVD.
Maar... „De paar predikanten die naar
buiten treden, hun ambtsgeheim als het
allerhoogste goed zien en de BVD als een
„duivelse organisatie" beschouwen, zijn
witte raven"
Voorts maakt de BVD jacht op de
wetenschapper-van-morgen (de huidige
student dus) en hij maakt gebruik van de
journalistiek als dekmantel. Van Meurs is
zelf hardnekkig achtervolgd toen hij over
de Rode Jeugd schreef. Dank zij de
burgemeester van het dorp waar Van
Meurs woont (Herwijnen) kwam de zaak aan
het licht.
Wat wilde de BVD? „Wilde ze met een actie
tegen een journalist diens bronnen
opsporen, chanteren en tot zwijgen
brengen? Of wilde de geheime dienst
gegevens verzamelen tegen de journalist
zélf om die te stigmatiseren en via
geëigende methoden verdacht en monddood
maken?", zo vroeg Van Meurs zich af. In
elk geval sprong de Nederlandse Vereniging
van Journalisten voor hem in de bres.
Helaas, zegt Van Meurs, komen (in het
boek) noodgedwongen alleen de mislukte
pogingen van de BVD aan de orde om
journalisten als spionnen te rekruteren en
de vrijheid van nieuwsgaring te
dwarsbomen. Het blijft verborgen hoeveel
keer de BVD erin slaagt het nieuws te
manipuleren, bepaalde verhalen uit de
krant te houden of via geconstrueerde
„lekken" een al dan niet rooskleuriger
voorstelling van zaken te geven. Het is
evenzeer onbekend in hoeveel gevallen de
BVD er wél in geslaagd is journalisten te
vinden die hand- en spandiensten verlenen
aan de geheime dienst.
Dat er in Nederland journalisten zijn die
met de BVD samenwerken is een gegeven
omdat zoiets past in de werkwijze van een
■geheime dienst. De journalistenvereniging
acht deze handelwijze overigens „in strijd
met een hoogstaande beoefening van de
journalistiek".
Het gebeurt ook dat journalisten door de
BVD worden gebruikt, zonder zich daarvan
bewust te zijn. Een voorbeeld is René de
Bok van Elseviers Magazine, die zijn lezers
in 1976 alarmeerde dat de Russische
geheime dienst zelfs tot in de Tweede
Kamer was doorgedrongen. Hij zou een lijst
met namen hebben. Grote onzin, zo bleek
later.
Als gezegd, Van Meurs' boek munt
allerminst uit in overtuiging. Zijn
voorbeelden zijn te zwak. Desondanks kan
democratisch-denkend Nederland
gewaarschuwd zijn, want dat er op het
gebied van geheime politie- en
inlichtingendiensten in ons land veel
gaande is, staat vast. Daarmee is de
persoonlijke levenssfeer van iedere
Nederlander in het geding.
BOBBIRZA
Rudie van Meurs: De BVD; uitg.: Van
Gennep, Amsterdam; prijs: 18.50.
59ie NGULIKS
dea9:ESTESKIND
oói' HONTDEKT
jgen
lerend
op
IAAG Zo'n duizend jaar na de
ccin®r Confucius, ongeveör 650 jaar na
orhoiJ69'" van de christelijke jaartelling,
fk I er ,n het China van de T'ang-kei-
j een beroemde rechter: Tie-Jen-Sjiè.
ekere Robert van Gullk kreeg op een
Fén en °9enb"k een 18de eeuws Chinees
in handen (Tie-Goeng-An), waarin
Hevenissen van deze magistraat-de-
vermeld waren. Als gebiologeerd
hij te lezen en al spoedig rijpte het
atJOor een (Engelse) vertaling, die hij
'9 op eigen kosten In Tokio liet ver
in. Met die uitgave was de basis ge-
foor wat zou uitgroeien tot de Inter-
al bekendo „Rechter Tle-thrlllers",
Van Gulik op onnavolgbare wijze
n voorJeke Cb'na w'8t *e verpakken.
yas eigenlijk deze Robert Hans van
die in 1967 in Den Haag overleed?
ird op 9 augustus 1910 in Zutphen ge-
BHB en slaagde in 1935 cum laude op
roefschrift over de Chinese en Japan-
jterkunde. Een schrijvend diplomaat
el bert hij Wel eens genoemd. Maar daarmee
an gejnen zijn veelzijdigheid onrecht aan.
i gaat,, hij was veel meer. De schrijver Ab
>ij NA. betitelde hem ooit als „de westerse
nderwjrijn" en daarmee was hij veel dichter
waarheid. Want als sinoloog genoot
asrdigln Gulik een wereldreputatie. Niet al-
e hebReheerste hij het Chinees in woord en
gespeet vloeiend, hij kende ook de inge-
ïschikjüe Chinese maatschappij, de kunstge-
inihajenis van het land en zijn rechtssys-
ze if
ilde Ar:
as,ro«,ieS
in Amibert van Gulik hij leerde de Chine-
pionlèakters in de Chinezenbuurt van ste-
gebiein het voormalig Nederlands Indië
ik dat|a zijn studie in diplomatieke dienst en
de ruiifef o.a. in Tsoeng King, Washington,
evluchpehli, Kuala Lumpur, Beiroet en Tokio,
de vi laatste standplaats was hij ambassa-
'oor ons land, maar tijdens een ziekte
dat hij in Den Haag doorbracht over-
voortlj hier.
,De vrpt naast wetenschappelijke publikaties
meer zeventien speurdersromans na
it we fi de hoofdrol rechter Tie, die zich op
tochten laat vergezellen door zijn
scht Hoeng Liang. Deze zeventien
Guards beleven thans een heruitgave bij El-
sevier-Amsterdam, die op deze manier de
nagedachtenis aan een erudiet man levendig
houdt. Vooral omdat elk deeltje van rechter
Tie voorzien zal worden van een inleiding
van Janwillem van de Wetering, die in de
bibliotheek van de Boston University een
aantal dozen met persoonlijke notities van
Van Gulik aantrof.
Hieruit zal hij overvloedig putten, waardoor
de heruitgegeven boekjes een even onver
wachte als intrigerende aanvulling zullen
krijgen. Vergeleken met de oude uitgaven
hebben ze eveneens een facelift ondergaan,
die vooral in de omslag tot uiting komt.
Vanzelfsprekend zijn de verhalen geïllus
treerd met de bekende tekeningen van Van
Gulik, die zo Chinees aandoen, dat zelfs
zijn Chinese collega's er zich over verbaas
den.
Hoewel de feitelijke rechter Tie leefde ten
tijde van de T'angdynastie laat Van Gulik
zijn figuur herleven in de tijd van de Ming-
keizers (1368-1644) omdat hij daar beter in
thuis was. Op deze manier groeit rechter
Tie, die vergezeld is van zijn gibbon-aap, uit
tot een held: een breedgeschouderde man
met een fraaie baard (waar hij erg trots op
was), een geschoold zwaardvechter en een
gevorderde op het terrein van de Chinese
bokskunst. Een dapper, uitermate intelligent
man, die zich in allerlei vermommingen on
der de bevolking begeeft.
Te allen tijde blijft hij echter autoriteit, die
een bijna totalitair gezag kan uitoefenen,
zich daarbij gesteund wetend* door de god
delijke keizer. In de rechtszaal ziet hij toe
hoe zijn gerechtsdienaren, die met stokken
en zwepen bewapend zijn, een komfoor met
Rechter Tie
in nieuw gewaad
gestoken
gloeiende kolen klaar maken, waarvan een
rechter zich kon bedienen om een verdach
te aan het praten te krijgen. Alleen van wat
deze in de rechtszaal beweerde, werd pro
ces-verbaal opgemaakt, ook al omdat de
Chinese wet uitdrukkelijk vermeldde dat een
verdachte alleen kon veroordeeld worden
wanneer hij bekende.
Maar rechter Tie gebruikte vaak andere me
thoden. Hij volgde zo schrijft Janwillen
van de Wetering Confucius ook in diens
ideeën over plicht en rechtvaardigheid en
de rol, die de intelligentsia dient te vervul
len ten opzichte van de lagere klassen.
Want een rechter ten tijde van Tie werd
eveneens beschouwd als „de vader en de
moeder" van de gewone man en de wetten
van het land golden voor iedereen.
Desondanks konden bevoorrechten dikwijls
op een andere, betere behandeling rekenen,
zij het dat Tie's gedrag in Van Guliks ro
mans onberispelijk is. Weliswaar kijkt hij
graag naar mooie vrouwen hij laat zich
evenwel niet verleiden en drinkt hij graag
een glas rijstwijn, maar hij blijft de onkreuk
bare magistraat, die vanuit een met rode
stof beklede stoel toekijkt wanneer op het
executieterrein misdadige Boeddhistische
dan wel Taoïstische priesters het hoofd
wordt afgeslagen.
Zo blijft rechter Tie meester van de situatie.
Samen met zijn helpers, die net zo onafhan
kelijk blijven als hun meester en hem vol
gen van benoeming tot benoeming. Hij aan
vaardt het streng-moralistische systeem van
Confucius en bevestigt het belang van de
familie, het patriarchaat, de verering van
voorouders en de goddelijke macht en wijs
heid van de regering, gesymboliseerd in de
figuur van de keizer. Een man, die later de
keizer rechtstreeks zou adviseren. Kortom:
een populaire magistraat in het China van
de Chinezen, dat door Van Gulik voor de
westerse lezer zo karakteristiek werd open
gelegd. KLAAS GOINGA
Robert van Gulik: „Vijf gelukbrengende
wolken". Een bundel Rechter Tie-verhalen
bevattende naast het titel-verhaal: „Hij
kwam met de regen" en „Vier vingers".
(Dfr laatste werd In 1964 speciaal geschre
ven voor het Boekenweekgeschenk).
Robert van Gullk: "Fantoom in Foe-Lai".
Belde deeltjes werden uitgegeven door El-
sevier-Amsterdam.
Rechter Tie
zoals hij
door Robert
van Gullk
werd getekend.