•HL
Oorlogje spelen
in Joegoslavië
Tweede expositieLeidscheSchoolin Lakenhal
öETAFT
Concert voor
piano en fluit
Ermanno Olmi met zuivere film
over het Italiaanse platteland
Muzikale filmbiografie van
jong gestorven rock 'nd roller
Café
f Vatte Gat
met
100 biermerken
en 100 gaten
Bojic in "De Schakel"
En verder
De leden van de Joegoslavi
sche ambassade moeten wel
vreemd opgekeken hebben,
toen zij in voorvertoning de
verfilming van Alistair Ma-
cLean's „Force ten from
Navarone" te zien kregen.
Niet alleen dat de titel ner
gens op slaat het eiland
Navarone wordt alleen even
„aangekaart" van de her
oïsche strijd van Tito's par-
tisanenleger is niets overge
bleven. Vier uit de lucht ge
vallen Geallieerden knappen
het karwei op, dat de Joe
goslavische vrijheidsstrij
ders al als „onmogelijk"
van de baan hadden ge
schoven. U begrijpt het al
..Force ten from Navarone"
heeft niets met de grimmige
realiteit te maken, maar is
het oorlogje spelen van vier
meer dan levensgroot gete
kende avonturiers, die
steeds weer op onmogelijke
wijze uit de handen van de
Duitsers weten te ontsnap
pen. En onder regie van
Guy Hamilton kan dat best
leuk zijn.
Zeventien jaar na de oor
log, die toen al ver achter
ons leek te liggen, verfilmde
J. Lee Thomson „The guns
from Navarone", een filme
pos dat niet uit de biosco
pen weg te slaan was en
onlangs nog op de Belgi
sche televisie werd terugge
bracht. We leven nu weer
zeventien jaar later en de
Tweede Wereldoorlog ligt
nu zo ver achter ons, dat je
hem blijkbaar ongestraft
kunt gebruiken als achter
grond voor een puur avon
turenverhaal. „Force ten
from Navarone" begint met
de laatste beelden van „The
guns" om dan Major Mal-
lory en korporaal Miller,
twee van de overlevenden,
weer ten tonele te voeren,
ditmaal gespeeld door Ro
bert Shaw en Edward Fox,
omdat Gregory Peck en Da
vid Niven eëht zeventien
jaar ouder waren geworden.
Het tweetal krijgt de op
dracht om een hen welbe
kende Duitse spion onscha
delijk te maken, die zich bij
de Joegoslavische partisa-
nen heeft binnengedrongen.
Zij moeten daartoe met een
luchttransport mee, van
voor een ander doel uiterst
getrainde commando's,, die
de indringers en de zwarte
ziekenverzorger die zij op
sleeptouw hebben genomen,
er liever niet bij ziet. Maar
wat gebeurt? Het vliegtuig
wordt neergeschoten en
juist dat drietal overleeft
met de commandant en
diens secondant de ramp.
De scenarioschrijver, die al
die getrainde manschappen
niet interessant vond, kan
zich nu geheel concentreren
op dit vijftal, dat in handen
valt van Chetniks, Kroaten
die met de Duitsers heul
den. en als viertal de se
condant bleek' ook niet zo
Luxor Force ten
from Navarone (12), met
Robert Shaw en Edward
Fox. Regie: Guy Hamil
ton.
interessant weet te ont
snappen, om na tal van
avonturen de partisanen en
natuurlijk ook meteen de
spion te bereiken. Met de
laatste wordt tenslotte afge
rekend en dan helpen Mal-
lory en Miller nog even een
strategisch belangrijke brug
te vernietigen, door eerst
een dam te laten barsten.
Guy Hamilton, die met zijn
vier James Bondfilms re
cordhouder in dit genre is,
toont dat hij ook zonder
Bond een vlot verlopend,
ongelooflijk filmavontuur
boordevol actie kan maken.
Wat dat betreft overtreft hij
„The guns", omdat hij zich
niet zo druk maakt om ka
raktertekening, maar de fi
guren al vluchtend en vech
tend toch een eigen gezicht
geeft, zoals de neger Wea
ver, gespeeld door Carl We-
aters. Franco Nero speelt
een zeer beheerste spion,
die nog iets menselijks
heeft en de Bond-reus met
de ijzeren tanden, Richard
Kiel speelt dit keer met zijn
eigen gebit een reusachtige
Chetnik. Barbara Bach, het
laatste Bond-meisje, komt
er minder goed af. Zij
wordt links en rechts gesla
gen, totdat de scenario
schrijver haar door de
spion laat vermoorden. Het
slot zou op een vervolg
kunnen wijzen, ware het
niet dat de acteur Robert
Shaw na de film als Mal-
lory te hebben overWM,
gestorven is. MILO
Regisseur Ermanno
Olmi leek wat op de
achtergrond geraakt
in de Italiaanse cine
ma, nadat hij eerder
internationale erken
ning kreeg met fraai
werk als „II posto"
(Het baantje, 1961) en
„De verloofden"
(1963). Tot begin dit
jaar, want op het
filmfestival van Can
nes won Olmi verras
send de Gouden Palm
met zijn drie uur du
rende epos van het
Lombardijse boerenle
ven „De klompen
boom" (L'arbero degli
Zoccoli).
"De klompenboom" is in
een groot aantal opzichten
een document van belang
geworden. Een complete ar
tistieke prestatie van Olmi,
die zich inspireerde op de
verhalen van zijn grootmoe
der, de dialogen (in het Be-
rgamese dialect) zelf
schreef, de camera hanteer-
Camera: De Klompen
boom (16), Regie Er
manno Olmi
de, en de montage verricht
te. In plaats van acteurs ge
bruikte hij boeren en bewo
ners van het Bergamese
land, en hun zeer lijfelijke
aanwezigheid binnnen de
prachtige fotografie draagt
onmisbaar bij aan Olmi's
zeer sterke realisme. Zijn
wortels heeft hij in die stre
ken die persoonlijke bin
ding maakt. „De klompen
boom" zo indringend, dat je
steeds sterker binnen de
nauwelijks artificieel gema
nipuleerde handelingen ge
trokken wordt. De film
speelt rond de eeuwenwisse
ling .op een boerderij van
het Romeinse type, waarin
om de hof een aantal lan
darbeidersfamilies wonen.
Bezit hebben ze nauwelijks,
ze zorgen voor het land en
de dieren van de „patron"
en leven geduldig en gela
ten met het mimimum dat
ze uitmelken, met een he
vig, bijna magisch, door
leefd geloof als toevlucht,
die ze niet verder helpt. De
seizoenen trekken bijna
voelbaar voorbij, in een
oerritme waarin geboorte
en dood hun vanzelfspre
kende plaats hebben. En de
enige door Olmi ingebouw
de dramatische structuur
speelt rond de populier uit
de titel, die door een van
de boeren wordt omgehakt
en die hem met lege han
den aan het eind van de
film „op straat" brengt. In
Cannes is Olmi verweten
dat hij te positief zou zijn.
Een ongegrond verwijt,
want bij de sterk ontroeren
de momenten, de liefde en
deernis voor de boeren
blijft de pessimistische on
dertoon overduidelijk, als
een ongezegde kritiek in de
geest van Bertolt Brechts:
„De dingen moeten behoren
aan wie er goed voor zijn".
„De klompenboom" is mis
schien verleden tijd, maar
niet overal, niet wezenlijk,
en zeker niet altijd
verwerkt. Wie daar enig ge
voel voor heeft moet gaan
kijken, al was het maar een
deel van de drie uur.
BERTJANSMA
Op 3 februari 1959 kwam
bij een vliegtuigongeluk
Buddy Holly om het leven,
met zijn 21 jaar al een van
de meest gevierde en pro
ductiefste rock 'nd roll-ster-
ren van Amerika .Precies
twintig jaar later komt in
Nederland de film „The
Buddy Holly story" uit, een
filmbiografie die qua vorm
sterk doet denken aan de
zogenaamde „bio-pics" uit
de jaren vijftig toen James
Stewart nog Glen Miller
mocht spelen en Sal Mineo
de rol van drummer Gene
Krupa vervulde.
Regisseur Steve Rash heeft
er, ook voor diegenen die
nooit erg om Bill Haley en
zijn Cornets en al die ande
re rock 'nd rollers hebben
gegeven, in het eerste uur
een onderhoudende film
van gemaakt, daarbij gehol
pen door zijn drie hoofdrol-
vertolkers, die stuk voor
stuk zelf als musici hun
sporen hebben verdiend...en
bovendien nog kunnen acte
ren.
We zien hoe de jonge Holly
met de door hem gecompo
neerde muziek zijn geboor
teplaatsje Lubbock in Texas
op stelten zet. volgen hem
en zijn Crickets op de
moeizame weg naar erken
ning. Moeizaam vooral om
dat Holly van geen compro
missen wil weten en botweg
weigert de wensen van de
platenmaatschappijen in te
willigen als men hem een
andere stijl wil aanmeten.
Tenslotte krijgt hij zijn zin
en mag zijn eigen composi
ties ook produceren. Het
zoeken naar een „new
sound", daarbij gebruik ma
kend van de ervaringen van
Les Paul en Mary Ford kan
dan beginnen.
Tot zover heeft Steve Rash,
die door zijn televisiewerk
wist hoe hij een concert
moest opnemen, de film ste
vig in de hand
Maar de ellende begint als
Holly zijn vrouw Maria Ele
na Santiago ontmoet.De we
duwe Holly had de verfil
mingsrechten geërfd en
daar kan zelfs de beste sce
narioschrijver niet tegen op.
LEIDEN Tot de laat
bloeiers van de Haagsche
School worden in Leiden
de schilders Chris van der
Windt, Arend Jan van
Driesten, Willem van der
Nat, Alexander Rosexneier
en Jan Roelandse gerekend.
Van de meesters van de
Haagsche School leerden de
drie Leidenaars hun min of
meer impressionistische
techniek, en aan hen ont
leenden zij in grote trekken
ook hun artistieke opvat
tingen. Van de echte Haag
sche School verschilt hun
werk echter genoeg om van
een „Leidsche School" te
spreken.
Stedelijk museum De La
kenhal aan de Oude Singel
28-32 besteedde in januari
aandacht aan het werk van
Chris van der Windt. Tot
en met 4 maart is de beurt
aan Arend Jan Van Dries-
ten. (1878-1969).
Arend Jan van Driesten
was misschien de minst ka
rakteristieke Leidse van de
Leidse nabloeiers van de
Haagsche School. De intimi
teit van verscholen hoekjes
in de polder, van rommelige
boerenerfjes, van boeren
stallen met of zonder leven
de have erin, van eenvoudi
ge stillevens ook, waartoe
zijn Leidse tijdgenoten als
Van der Windt en Van der
Nat (en meer op een af
stand ook Verster) zich
voelden aangetrokken was
Van Driesten een beetje
vreemd. Liever schilderde
hij verre einders met bewo
gen luchten erboven, de
weide en lege plas met een
schuit of een boerderijtje
aan de kant, duinkommen
waar alleen de helm gedijen
wil of monumentale boom
groepen waarvan de blader-
Cafe',,'t Vatte Gat"
Garenmarkt 16, Leiden
Open: alle dagen van de week, be
halve op zondag, van 's middags
vier uur tot de gebruikelijke sluiting
stijden van eért of twee uur na mid
dernacht.
Snacks: Franse kaas, salami, uitste
kende sate, leverworst en tosti's.
«feorPeterifferws
Er is van dit cafe Keel wat te vertellen.
Tot nu toe zijn we eigenlijk geen zaak te
gengekomen waar het interieur dusdanig
geconstrueerd is, dat het een beroep doet
op de selectieve behoefte (een selectie
naar soorten drank, soorten gezelschap)
van de bezoeker. Het interieur werkt zoge
zegd selectief en laat dat op geheimzinni
ge, maar daarom niet minder duidelijke
wijze merken aan de klant, die op zijn
beurt zelf uitmaakt of hij zich hier thuis
zal voelen of na een beleefdheidsdrankje
genomen te hebben elders het ruime sop
kiest. Het interieur kijkt je als het ware
aan en geeft je in overweging mee: dit is
een klassezaak of nee, mij hier niet ge
zien.... Wij kozen voor deze eerste opinie,
ondanks de indruk die het zware en
prachtige eikehout in ,,'t Vatte Gat" op
onze twijfelachtige zielen maakte en ble
ven op onze barkruk zitten...
Voorheen in bevlogen tijden placht hier
een melkboer zijn zuivelhandel te hebben.
,,'t Vatte Gat" is het vierde cafe dat op
deze wijze van de verkoop van melk op
bier is overgestapt, althans dat is op onze
tocht door de Leidse horeca gebleken.
Binnenkort gaan we daar nog eens wat
dieper op in, waarbij getracht zal worden
het statistisch belang en de samenhang
van melk en bier in de Sleutelstad aan te
tonen. Later werd het een Wijn- en
Sherrybodega, onderdeel van de Party
Shop, en bood in die hoedanigheid troost
aan de verdroogde kelen van de moeges
treden cash-and-carrybezoekers. Sinds juni
'78 is het cafe óptimaal gaan draaien als
zelfstandig bedrijf en dat onder leiding
van de gezellige Hagenaar Kees Kater, die
hoewel zijn naam anders doet vermoeden
zelf een matig gebruiker is van de spiritu
ele versnapering.
„Ik heb op de een of andere manier het
geluk gehad, toen ik deze zaak kocht, dat
er aan het interieur niets veranderd hoef
de te worden. Negentig procent bestaat
geloof ik uit puur eikehout. Dat maakt
wel een bepaalde indruk op de klanten.
Het is gek, maar je treft hier werkelijk de
beste klanten die je je als kastelein maar
kan. Er komen hier mensen uit de
Zonder de cafe's zouden er
geen filosofen zijn.
Boris Vian.
modewereld, studenten, zakenlieden, arbei
ders, vrouwen die boodschappen doen en
hoogleraren en iedereen gaat daarvan op
de meest vriendschappelijke manier met
elkaar om. Het publiek selecteert zichzelf,
zonder echt select te zijn, want het is
zoals ik zei erg gemeleerd en daar zal het
interieur inderdaad wel een bijzondere rol
in spelen. Het heeft stijl en ademt rust en
gezelligheid uit. Dit is een cafe waar de
jeugd komt, maar ook de ouders van de
jeugd. Het is een uitgaansgelegenheid voor
alle slag mensen. We draaien altijd rustige
achtergrondmuziek en daarbij komt nog
dat we het enige cafe in Leiden zijn, dat
een assortiment heeft van 100 verschillen
de soorten bier en 40 soorten whisky".
Aan zijn bijzondere biersoorten heeft ,,'t
Vatte Gat" zijn onmiskenbare faam in de
stad te danken. Kees kent een klein brou-
werijtje in het land van Maas en Waal dat
zich geheel heeft toegelegd op de import
van deze biermerken. Dit bedrijf, de Kik-
vorsch te Altforst, levert desgevraagd Asa-
hi uit Japan, McEwan's uit Schotland en
de natuurzuivere Hertog Jan uit ons eigen
Brabant. Biertjes met karakter, zegt Kees
zelf, en er zitten heel wat koppige naturen
onder".
Bijzondere in dit cafe is, dat over de ge
hele lengte van de bar gaatjes in het hout
zijn geboord. Het heeft niets te maken
met de tand des tijds of een onuitroeibare
familie houtwormen dat die gaatjes er zit
ten. Normaal gesproken dienen de gaten
om er een wijn- of sherryglas in te plaat
sen. Speciale glazen (4000) die Kees heeft
laten maken en waarvan het voetje is ver
vangen door een bolletje dat in zo'n gaa
tje past. Je kan het glas zo niet omstoten.
Binnenkort worden die bargaten nog ver
der uitgeboord, want de glasblazer had
sommige bolletjes te groot gemaakt. Het
cafe Keet dus niet voor niets ,,'t Vatte
Gat".
Maria vond dat er een paar
hele mooie scènes voor
haar figuurtje, gespeeld
door Maria Richwine, in
moesten en dan krijgen we
een soort zoetige „Love
story voor Maria" terwijl
Gary Busey op de achter
grond als Buddy Holly wan
hopig naar zijn oude vorm
zoekt. Die krijgt hij pas in
het slotconcert en regisseur
Steve Rash vindt dan te
vens zijn gezonde verstand
terug door de film te laten
eindigen met een bevroren
beeld, waarop de medede
ling dat Holly diezelfde
avond nog verongelukte, de
toeschouwer een hoop lar
moyante tafrelen besparend.
Hij had er ook waarheids
getrouw bij kunnen vermel
den dat Maria een mis
kraam kreeg. Gelukkig
heeft hij dat niet gedaan.
„The Buddy Holly story" is
een waarschuwing voor alle
popsterren van nu, die ho
pen dat hun leven nog eens
over twintig jaar verfilmd
zal worden. Kijk goed uit
aan wie je de verfilming
srechten vermaakt. MILO
kronen donker afsteken te
gen een lege hemel.
Van Driesten was de enige
Leidenaar die het landschap
op groot formaat aankon:
open en wijd zoals de Ha
genaars het hadden gezien,
maar dikwijls doortrokken
met een wat sombere dra
matiek.
Haags
Dit laatste ten spijt was
Van Driesten toch de meest
Haagse van alle Leidse Ha
genaars; hij werd in Den
Haag dan ook als een belof
te voor de toekomst ontvan
gen. Als leerling van Theó-
phile de Bock paste hij ook
in dat milieu. Welliswaar
gebeurde dat op een mo
ment. dat de Haagsche
School zijn grootste natio
nale en internationale roem
genoot .- 1900-1910 - maar
ook door moderne stromin
gen van geheel andere snit
naar het verleden verwezen
werd. Zoals ook de andere
Leidenaars was Van Dries
ten een laatbloeier, geen re
volutionair. Aan zijn werk
valt dat niet zo af te zien.
Met name zijn werk tussen
1900 en 1920 ziet er vitaal
en fris uit, de hekkensluiter
die Van Driesten historisch
bekeken toch wel was valt
er geen moment in te her
kennen. Indirect bewijst het
de vitaliteit, de lange adem
van een traditie, die via de
Haagsche School immers
nog reikte tot de Franse
School van Barbizon van 80
jaar terug. Dat Van Dries
ten niet deelnam aan de re
voluties van zijn eigen tijd
en van zijn eigen stad - De
Stijl wed in 1917 in Leiden
opgericht - is vanuit die
achtergrond misschien ook
makkelijk te begrijpen. Het
landschap in de stijl van de
Haagsche School had voor
hem nog mogelijkheden ge
noeg; zoveel in ieder geval,
dat hij om de revolutie vol
strekt niet verlegen zat.
Ook de expositie van Van
Driesten is weer grotendeels
samengesteld uit particulier
bezit, ondanks het feit dat
De Lakenhal zelf over vrij
veel werk van Van Driesten
beschikt.
LEIDSCHENDAM In het centrum "de Schakel" in
Leidsenhage in Leidschendam zal de in Split in Joegosla
vië wonende Ognjenko Bojic-Quac van 3 februari tot en
met 2 maart schilderijen en tekeningen exposeren.
De 25-jarige Bojié studeerde architectuur aan de universi
teit van Sarajevo met als specialisatie restauratie en re
constructie van historische monumenten bij professor
Redzic. De laatste tien jaar houdt hij zich aktief bezig
met tekenen en schilderen maar ook met beeldhouwen,
fotograferen en ontwerpen. Een door hem opgerichte kun
stenaarsgroep exposeerde in de arbeidersuniversiteit in
zijn geboorteland en dit jaar in verschillende fabrieken.
De laatste twee jaar exposeert de kunstenaar veel in ho
tels aan de Joegoslavische kust. Oktober vorig jaar had
hij een tentoonstelling in West-Duitsland en vorige maand
in galerie Els in Venlo.
De tentoonstelling is zoals gewoonlijk vrij toegankelijk en
open op maandag en donderdag van 13.30 tot 16.30 uur,
dinsdag, woensdag en vrijdag van 10.30 tot 12 uur, op de
zaterdagen van 10.30 tot 16.30 uur en op de koopavonden.
Enkele werken zijn bovendien in potterie "Fleur 2000"
aan Damlaan 66 in Leidschendam te zien.
OEGSTGEEST Het fluit-piano duo Koos Verheul en
Jan van der Meer is zondag 4 februari om twee uur te
beluisteren in het Groene Kerkje te Oegstgeest. Op het
programma staan werken van onder anderen Ries, een
tijdgenoot van Beethoven, Widor en Martinu. Koos Ver
heul en Jan van der Meer spelen al meer dan 25 jaar sa
men. Als duo gaven zij onnoemelijk veel concerten voor
de radio en in de grote muziekcentra van Europa.
Beide musici hebben als solist een grote naam opgebouwd.
Verheul studeerde in Den Haag bij Johan Veltkamp. Hij
ontving tal van onderscheidingen waaronder de Kranisch-
steiner Musikpreis. Deze prijs wordt toegekend aan de
beste vertolker van hedendaagse muziek. Van der Meer
studeerde eveneens in Den Haag. Hij studeerde niet alleen
piano maar ook clavecimbel en directie. Toen Jan van der
Meer afstudeerde, kreeg hij enkele onderscheidingen toege
kend. Als pianist van het Mendelssohn trio en van het
Hoorntrio bereisde hij de hele wereld.
Toegangskaarten zijn op het K&O-bureau aan de Oude
Vest 45 te Leiden verkrijgbaar. In Oegstgeest kan men
voor toegangsbiljetten bij de firma Van der Luit aan de
Lange Voort 20 en bij de firma Van Weizen aan de Kem-
penaerstraat 23 terecht. Op de concertmiddag zijn, voorzo
ver voorradig, vanaf 13.30 uur kaarten verkrijgbaar in het
Groene Kerkje.
LIDO I Een vrouw als
Eva (16). Volwassen poging
van de regisseuze Nouchka
van Brakel om mee te hel
pen aan de emancipatie van
de Nederlandse speelfilm.
De relaties tussen Monique
van der Ven, Maria Schnei
der en Peter Faber als ech
tgenoot worden emotievol in
beeld gebracht (tweede
week).
LIDO III An ummarried
woman (16) Jill Clay burgh
als de tegen de veertig lo
pende vrouw die voor de
grootste teleurstelling in
haar leven komt te staan
wanneer haar man bekent
dat hij een verhouding met
een andere vrouw heeft
(achtste week).
STUDIO Waterschaps
heuvel (a.l.) Een voortreffe
lijke animatiefilm van Mar
tin Rosen naar de gelijkna
mige bestseller van Richard
Adams. Een stel konijnen
vertrekt uit zijn vertrouwe
lijke omgeving op zoek
naar een betere plaats om
te leven. Op hun tocht wor
den de konijnen door vele
gevaren bedreigd (derde
week).
TRIANON Herfstsonate
(16) Ingmar Bergman terug
op Scandinavische bodem.
De relatie moeder-dochter
wordt op een meer dan
vakkundige manier uitge-
peld. Een voortreffelijke
film (tweede week).
REX Deep throat (16)
Pornofilm die thuishoort in
kleine biscoopjes met niet
meer dan vijftig stoelen.
EUROCINEMA I (Alphen)
The revenge of the pink
panter (a.l.) Peter Sellers
opnieuw als inspecteur
Clousseua. Vol visuele grap
pen.
EUROCINEMA II (Alphen)
Jaws II (12) Het tweede
deel kan niet meer de ver
rassende effecten van zijn
voorganger bereiken. Wel
aardig, maar verre van op
zienbarend.
EUROCINEMA III (Alphen)
Voor een handvol dollars
(16) Spaghettiwestern vol
humor.
EUROCINEMA IV (Alphen)
Waterschapsheuvel (a.l.) zie
Studio.
I