Juno gaat te graag op stap
Bij de Kaag wordt ijs geschoven
met gemotoriseerde paardekrachten
hond
zoekt
huis
B Bestuursleden Theo Möllers en Ge
rard van Leeuwen van IJsclub Ka-
germeer zouden de organisatoren
van een eventuele Friese Elfsteden
tocht een reusachtig idee kunnen
bezorgen. Door hun toedoen rijdt
nu al enige dagen bij en rond de
Kaag een ouwe rode „lelijke eend",
fjfceen uitleenautootje van autobedrijf
Van der Laan en Van Leeuwen,
met een kolossale ijzeren wigvormi
ge ijsschuiver tegen de voorbumper
gemonteerd met kettingen. In geen
tijd schuift Gerard van Leeuwen
enSl als chauffeur de prachtigste banen
op het ijs. Ik heb er gisteren inge
zeten, in die „eend", met een gange
tje van 30 kilometer, en er ontstond
achter ons een perfecte baan van
zo'n 2.30 meter breed. Formidabel;
er bleef bijna geen vlok sneeuw
meer liggen.
9? Zo gaat het over het hele Kaag-ijs,
l8*r dat zowat 20 cm dik is, „met af en
toe wat gekraak, maar het ijs is
overal werkelijk betrouwbaar en
nhei r. berijdbaar", vertelde Theo Möllers,
die aan de Huigsloterdijk in Buiten
kaag zowel z'n zeilmakerij als het
uitbundig blinkende ijs in de gaten
houdt. Hij blijft pret hebben in die
gekke „eend" met die uiterst „inge
nieuze" en praktische constructie
voorop. „Eigenlijk hebben we dit
opgezet ten behoeve van de Molen-
en Merentochten hier in de hele
omtrek. Kijk, wij van de IJsclub
Kagermeer zetten die banen uit.
Tussen twee haakjes: we organise
ren ook allerlei toertochten in het
Merendistrict. Het gaat hartstikke
leuk nou en de winter is echt nog
niet aan z'n laatste endje. Een week
of wat geleden reden in drie dagen
ongeveer elfduizend mensen die toe
rtochten mee. Over de Ringvaart,
over de Kever, bij het Kompas een
stempelpost, en verder naar het
Zweiland en het Vennemeer. Vijf
ijsverenigingen werken daarbij sa
men en elke club verzorgt een
rayon met zeg maar tien kilometer
aan baan".
Ook Gerard van Leeuwen heeft er
lol in, achter het stuur van zijn uit
leen-eend en met een uitgelaten
jeugdige meute erachter aan in het
kielzog van de verstuivende wig:
„dinsdag schoven we met een snel
heid van 50 km in anderhalf uur
tijd circa 22 kilometer ijs schoon.
Daar doen anderen, stapvoets, vele
uren over. We schuiven ook voor
anderen, op verzoek. Maar dan
schuiven we niet „per uur", maar
„per kilometer", lachte Gerard van
Leeuwen. Zo hebben we bijvoor
beeld ook al voor Rijp wetering ge
schoven. Men vindt die schuiverij
niet motortractie van ons overal
een openbaring. Je ziet mensen
langs de kant hele filmrolletjes op
ons afschieten. Ja, inderdaad, dat
zou wat voor de Elfstedentocht
zijn.
De laatste keer dat er auto's op de
Ringvaart bij Buitenkaag over het
ijs reden was in de strenge winter
van 6263. Van Leeuwen: „we had
den toen een autocross op het ijs,
dat toen ruim 80 centimeter dik
was. Een pracht gezicht met die
honderden auto's op het ijs. De
Pont moest het toen afleggen; even
verder reden de auto's van de ene
oever naar de andere. Tegen die
concurrentie kon de veerman niet
op. Zover zijn we deze winter nog
lang niet, maar toch overlegden we
een tijdje terug over dat banen
schuiven. Niemand wilde meer uren
met zo'n houten plank lopen. Dat is
doodvermoeiend werk en het duurt
veel te lang. Je moet snel met iets
kunnen rijden. En toen kwamen we
op het idee van die „lelijke eend".
Ik heb er een nieuwe motor in ge
zet en de gemotoriseerde schuiver
kon aan de slag. De motorkap er
van af en schuiven maar.
Zo zetten we gisteren in een kwar
tiertje een nieuwe baan van een
paar kilometer lengte uit. Twee
„rotsblokken" op de hoeken van de
wig („die hebben we uit de
schoeïing getrokken, want die
wordt van het jaar toch weer ver
nieuwd", aldus Van Leeuwen), en
een zwaar stuk steen in het mid
den. De hele zaak drukkend op het
ijs, hobbelend over oneffenheden,
maar onverbiddelijk de sneeuw
naar de kanten stuivend. Alles
bijeen een gewicht van zo'n ton.
Een zwaarwichtige bijdrage aan
veel onbekommerd ij spiezier in
deze „echte" winter van '78'79.
Na het schuiven kwamen we even
bij met een warm bak koffie, bo
ven bij Theo Möllers, vanwaar je
het schaatsgebeuren op de Ring
vaart overzichtelijk kon volgen. Te
lefoon voor Möllers. Toen hij terug
kwam zei hij: „ik heb een nieuwtje
voor je. Waterstaat heeft besloten,
niet te zullen breken vóór de vol
gende week. Ze houden het nu op,
dat ijsbreken. Kennelijk is ons ar
gument, dat je niet duizenden
schaatsers in een weekeinde kunt
teleurstellen, doorslaggevend ge
weest. Het ijs is prima en het kan
alleen maar beter worden als de
vorst wat wil blijven".
„O ja, misschien ook wel aardig te
vermelden is dat we hier voor de
deur aan de Huigsloterdijk een
startplaats van Molen- en Meren
tochten hebben. Die draaien elke
dag, ijs en weder dienende. Dat
zijn tochten van 30 en 60 kilometer.
Koek en zopies bij de hand. Daar
wordt alles warm gehouden op
oud fornuisje dat met hout en ko
len wordt gestookt. Geweldig jon
gens, bij ons gaat het er ouderwets
aan toe, behalve die razendsnelle
schuivende eend dan. Dat is een
weergaloze vondst gebleken. Ideale
omstandigheden hier, meneertje,
een toestand die de geneugten van
Sankt Moritz op z'n minst benadert
en, naar ik vernomen heb, zelfs
evenaart. Want in Sankt Moritz is
het dezer dagen naatje pet, omdat
ze er zonder sneeuw zitten.
„Waar is Barbara?" Dat
vraagt de Rijnsburgse tuinder
Rinus Heemskerk zich nou al
maandenlang af. In gemoede
zelfs, want hij heeft er een
lief ding voor over als hij
Barbara's juiste adres te pak
ken kon krijgen. Ruim een
jaar geleden kwam de 23-jari-
ge Barbara Czujko uit de
Poolse stad Krakau, waar de
huidige paus toen nog aart
sbisschop was, helemaal in de
vernieling bij Rinus in de kas
aanzetten. „Ze was heel erg
nerveus en vertelde me, dat
allerlei spullen uit haar auto,
een lelijk eendje, in Leiden
waren gestolen. Ook haar
kostbare fotocamera, waar ze
mee moest werken. Hé, wat
een vreemd meisje, dacht ik.
Ze sprak Engels en Duits
door elkaar: „Do you have
Arbeit, please?", vroeg ze.
Met huilen, horten en stoten
kwam het verhaal eruit. Ze
zat ontzettend om werd verle
gen. want ze moest geld ver
dienen om naar Engeland te
rug te gaan, waar ze architec
tuur studeerde. Ze was hier
in Leiden op een soort stage,
begreep ik later".
Nou, Rinus Heemskerk van
de Oudaanstraat, zorgde in
een handomdraai voor werk:
drie weken bloemen inpakken
en ergens ook nog in de huis
houding helpen. Rinus deed
méér: binnen twintig minuten
had hij een stel Rijnsburgse
kameraden en kennissen zo
ver gekregen dat ze met el
kaar duizend gulden op tafel
konden leggen. Daar werd
een nieuwe camera van ge
kocht voor Barbara uit Polen.
In Leiden sliep Barbara, aan
de Morsweg, in een studen
tenflat. Vriend en studiemak
ker Pjotr zich Pieter noe
mende was niet bij Barba
ra weg te slaan. Mevrouw
Heemskerk kreeg destijds de
indruk alsof Pjotr Barbara in
de gaten moest houden:
„maar Barbara deelde de la
kens uit en als ze Pieter in
de ogen keek hield-ie meteen
z'n bakkes".
Werken en eten deed Barbara
in Rijnsburg. „Een frisse
meid". aldus mevrouw
Heemskerk, „zo'n brokje Hol
lands welvaren, zou je kun
nen zeggen. Maar echt veel
hoogte van haar krijgen deed
je niet. We wisten dat haar
vader kleermaker was en ver
moedelijk iets met de partij
of het leger te maken had.
Haar eigen telefoonnummer
wilde Barbara niet noemen.
Eens. in die drie Rijnsburgse
weken (want haar visum was
bijna verstreken en ze moest
weer naar Engeland, met
Pjotr), belde ze naar huis. Wij
mochten niet bellen, ze gaf
geen nummer. Vanuit de an
dere kamer zagen we dat ze
stond te huilen".
De Heemskerken hoorden, dat
Barbara's vader aan een le
verziekte leed die alleen ver
licht kon worden met een me
dicijn Metabolon dat uit
het Westduitse Neuss moest
komen. Rinus: „We stuurden
het medicijn als monster zon
der waarde naar Krakau.
Maar het adres zijn we sinds
dien kwijtgeraakt. We weten
ook niet. of het aangekomen
is. Toch gek, dat ze het ver-
Rinus Heemskerk, peinzend
met een brief van Barbara
zonder afzender in z'n
hand.
tikte ons dat telefoonnummer
te geven".
Barbara Czujko verdween uit
het Heemskerkleven in Rijns
burg, allerlei onzekerheden
achterlatend. Ging ze terug
naar Engeland, of naar Po
len? Het is nooit duidelijk ge
worden. Het echtpaar kreeg
op gezette tijden bericht van
Barbara: uit Oslo, uit Ham
burg, waar ze geopereerd
werd. Maar nooit was er
afzender bij. Wel dankbaar
heid voor wat ze in dat Hol
landse Rijnsburg had onder
vonden. Barbara kwam ook
wel bij een familie van Pool-
afkomst die ergens in de
Merenwijk woont, maar Rinus
zou niet weten waéf. „Verder
fotografeerde ze in Leiden
mooie en oude gebouwen. Dat
zal ze voor haar studie nodig
hebben gehad. Weet ik veel.
wat voor objecten ze wilde
hebben. Ik zou er wel alles
aan willen doen om achter
haar Poolse adres te komen.
Ik vind het eeuwig zonde, dat
ik 't kwijt ben. Ze is berooid
en beroofd aangekomen en
beladen weer weggegaan.
Geen moment heb ik spijt ge
had, dat ik de helpende hand
heb geboden. Zie je, dat is
Rijnsburgers eigen. Het was
niet voor het eerst, dat hier
iemand in nood geholpen
werd. Al zijn het donder-apen
hier. Ze zeggen weieens: geef
je een Rijnsburger een hand,
dan moet je wel daarna je
vinger natellen... Maar wie
omhoog zit, wordt geholpen.
Gegarandeerd. Als ik nou
maar wist, waar Barbara uit
hing..."
r
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond
zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die
in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te
gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek
beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel
gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar
soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre
ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur
ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60
gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres:
Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670.
Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van
10.00-12.00 en 14.00-16.00uur. Zondag en maandag gesloten.
de loop der tijd zijn er in deze ru-
iek al heel wat honden geweest met
n roerig verledèn. Heel vaak waren de
dieren slachtoffer van menselijke on
skundigheid. Met de hond van deze
«k ligt dat totaal anders. Juno, een
staard herder van anderhalf jaar oud,
eft zijn voorgeschiedenis ongetwijfeld
or het grootste gedeelte zelf in de
nd gehad.
in verhaal begon in de zomer van
78. Juno werd toen voor het eerst naar
t asiel gebracht door de Leidse politie,
j was gevonden in de buurt van het
ition. Juno had echter geluk, want de
'lgende dag al werd hij door een al-
'■nstaande vrouw gereserveerd. Na
ertien dagen kon de vrouw haar hond
ophalen want eerst moest er op een
entuele eigenaar worden gewacht.
last per traditie kwam deze niet opda-
n en na deze verplichte wachttijd kon
vrouw haar nieuwe huisgenoot mee-
ien. Weinig kon zij echter vermoeden
het wispelturige karakter van Juno.
ie weken later werd Juno wederom
v de politie van Leiden gevonden. Er
eéri verschil bij Juno te constateren.
Hij was gecastreerd. Ongetwijfeld een
(mislukte) poging om Juno's drang naar
het buitenleven wat te temperen. Castra
tie is meestal een probaat middel om on
rustige reuen wat huiselijker te maken.
Zo niet bij Juno. Iedere schaduw van
een kans om er tussen uit te glippen,
grijpt hij nog steeds gretig aan. Dat er
voer ook Juno's nieuwe baas. (De alleen
staande vrouw kwam niet meer opda
gen).
Op 30 augustus van het vorig jaar werd
Juno voor de derde maal door de politie
naar het asiel getransporteerd. Ook nu
was hij weer in de buurt van het station
gevonden. Deze keer duurde het iets lan
ger voordat hij weer een nieuwe baas
kon strikken. Op 21 november werd hij
pas bij een gezin in Leiden geplaatst.
Beheerder Will Tiele had intussen weer
nieuwe hoop gekregen dat het na deze
lange afkoelingsperiode wat beter met
Juno zou gaan, maar wat toch werd ge
vreesd gebeurde ook. Na drie weken liep
Juno, vergezeld van een agent, vrolijk
het asiel weer binnen. De eigenaar was
echter vasthoudender dan de vorige en
na acht dagen werd Juno door eerstge
noemde weer opgehaald. Toen bleef het
een tijdje verdacht rustig rond Juno, en
men vermoedde dan ook dat hier wat
achter stak. Een terechte verdenking,
want drie weken later kreeg beheerder
Will Tiele een telefoontje uit...Amster-
dam. Een student uit Leiden had het
dier op het station gevonden en voor
lopig maar meegenomen om het dier ten
minste onderdak te geven. De man werd
echter ziek en kon Juno pas later terug
brengen. Dit gebeurde kort geleden en
op dit moment zit Juno weer in het
asiel.
Het is begrijpelijk dat Will Tiele er zo
langzamerhand niet van overtuigd is, dat
dat de laatste keer is. Toch zal Juno
weer een nieuwe baas moeten vinden.
Het hgt natuurhjk voor de hand dat
deze aan een aantal eisen moet voldoen.
Hij moet in de eerste plaats veel thuis
zijn en in de tweede plaats in staat zijn
erg veel met Juno te wandelen. Op het
strand of in het bos kan Juno dan zijn
energie kwijt waardoor hij thuis een
stuk handelbaarder wordt. Verder moet
Juno's nieuwe baas veel overwicht op
zijn hond hebben.
De bastaart-herder Juno. voor de vierde maal in het asiel.
Tot besluit een schets van Juno's uiter
lijk. De kleur zwart overheerst in zijn
vacht. De overige kleuren zijn bruin en
licht-beige. Hij is ongeveer 55 cm. hoog,
heeft flaporen en een krulstaart. Zijn
leeftijd is, zoals gezegd, anderhalfjaar.
De kater Frederik. die vorige week in
deze rubriek verscheen, heeft een nieuwe
bazin gevonden. Een oudere vrouw uil
Zoetermeer haalde Frederik bij het asiel
BART SPIJKER