rijd me zo
eer bij de eerste
ijf van Nederland"
John Washington:
blij met
kans bij Parker
Publiek
draagt
Mister
Big Smile
op
handen
f
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 13 JANUAR11979 PAGINA 11
Tja
IK VAN DER HULST, NOG STEEDS VELDRIJDER VAN FORMAAT
Vedeiw
jrtival
dach
een
%en, ii
nen 14
leuki
is feRWOUDE - Cock van
leze flst, eencyclo-crossermet
t de fespectabele staat van
muzi\ Een veldrijder die de
zo'n ijandse amateurtitel vijf
gescp zijn naam bracht. Acht
vi/zenjreed de nu 36-jarige Van
mvoudst mee in het wereld-
r genschap. Zijn beste
sen (ie op het hoogste'niveau
ie B$ hij in 1968, hij behaalde
eden èn derde plaats tijdens
ïrtus èreldkampioenschap in
wjburg. Een valpartij twee
naaiïleden dwong Van der
saxofjiet wat rustiger aan te
op Zijn rug werd bij die
l Smèng ernstig beschadigd.
belihssl Van der Hulst mee
Heii veteranen en wint ook
sen sedstrijden aan de Iopen-
ider ti. Maar ook bij de ama-
npositan Van der Hulst nog
?p dakelijk meekomen. 30 de-
f niet f van het vorig jaar werd
1 doode in Tilburg, een vijfde
vree/in een sterk bezet veld,
igemjiïstatie die respect af-
izegd
iet uF Hulst: „Ik rijd me zo
WOrieerste vUf van Neder-
De Zoeterwoudenaar
jet de laatste tijd wat
lieftai aan, vorig jaar is hij
Kiki |net zijn broer een aanne-
njna jdrijf begonnen en heeft
ar hoider tijd om op de fiets
'iki ben. Alleen in het voor-
i 1971 traint hij twee keer per
iwe élu slaat hij de training
Kiki |ens over. Gebrek aan
speleig schijnt hem echter
t ze tóe deren. De ronde van
de moop, ditmaal bij de vete-
veel von hij zonder veel moei
et hefdat die wedstrijd begon
t bai veertien dagen niet op
:k gezeten.
e an der Hulst begon zijn
en in 1961, hij was toen
noure» jaar oud. Na een jaar
musifiieuwelingen stapte hij
I zichfr de amateurs en fietste
ijl bikr in de voorste gelede-
op I jaar later, in 1967, koos
?r bliw Hulst voor het veldrij-
1 rompij wegwedstrijden heb
„Tali iemand aan je wiel, op
oldinikan iedereen rijden. In
ze voir it kun je je tegenstan-
1 de jjht losrijden, trouwens
me", ligt me gewoon het be
en Jldrijden is volgens Van
ie stojst niet te leren: „Als je
ack Inlog hebt voor crossen
1 „I've! je het ook nooit leren,
me", t bij die sport veel kij-
eroorzfn°et je fiets onder con
gés oj'nnen houden, atletisch
wijze*0k nog een stuk kunnen
bruik 1968 was een erg goed
ndkodPr Van der Hulst, hij
fster pderlands kampioen en
comP de WK in Luxemburg.
fef otf zijn eerste nationale
Zoor L zouden er nog vier
ramenPndanks deze successen
der Hulst er nooit aan
Cock van der Hulst, nog steeds volop in actie, denkt de eerste jaren niet aan ophouden
gedacht beroeps te worden:
„Het was de moeite niet waard
prof te worden, zoveel zou ik
er niet aan overhouden". Zijn
hobby heeft hem overigens
nooit geld gebost: „Ik heb er
vroeger altijd wel een paar kna
ken aan overgehouden en nu
haal ik het benzinegeld er mees
tal ook wel uit". Zijn wielerloop-
baan heeft hem geweldig veel
voldoening geschonken. Van
der Hulst kijkt er een beetje
weemoedig op terug: „Ik heb
echt een geweldige tijd gehad,
ik had een band met al die
cyclo-crossers. Het was altijd
een apart sfeertje, vooral als je
met die jongens in een hotel in
het buitenland zat. In het begin
dacht ik daar nog veel aan terug
maar ik mis het niet". Als het
aan Van der Hulst ligt wordt
zijn carrière nog met een aantal
jaren verlengd: „Ik vind het nog
steeds-fijn om te doen en zolang
ik die jonge jongens nog kan
hebben ga ik door. Als we bij
de vereniging (Swift, red.) wed
strijdjes rijden dan win ik min
stens zeven van de tien keer.
Als ik de toon aan kan blijven
geven dan blijf ik fietsen, rijden
ze me weg dan stop ik. Maar
ik geloof dat ik nog wel zo'n
twee of drie jaar mee kan
draaien".
Van der Hulst is van mening
dat de kwaliteit van de Neder
landse crossers niet erg omhoog
is gegaan. Herman Snoeijink en
Hennie Stamsnijder vormen
volgens hem de top van Neder
land. Kees van der Wereld
plaatst hij op de derde positie:
„Kees zit daar kort bij maar hij
is nog niet op zijn krachten. In
de breedte zijn we in Nederland
wel omhoog gegaan, meer niet.
Nederlandse renners missen
duidelijk internationale contac
ten. De top zit in België, die
crossers rijden daar iedere
week in een sterk veld, dan
word je vanzelf beter. Veel Ne
derlandse cyclo-crossers vinden
het best, die blijven in eigen
land rijden en dan kom je ook
niet verder". Van der Hulst
vindt Roger de Vlaminck de
beste crosser. De Vlaminck
.werd wereldkampioen in Lu
xemburg, Van der Hulst werd
daar derde.
„Internationaal contact daar
drijf je de prestaties mee om
hoog, dat heb ik zelf ondervon
den".
Swift is de vereniging waar Van
der Hulst nu al achttien jaar
lid van is. Aan jeugdbegeleiding
doet hij niets: „Ze zeggen wel
wie de jeugd heeft, heft de
toekorrjst. Maar tegenwoordig
starten die jongens al op hun
achtste, spelenderwijs beginnen
heet dat. Ik vind acht jaar veel
te vroeg om er aan te beginnen.
Op hun veertiende hebben die
jongens al een goed gevulde
prijzenkast. Dan wordt het se
rieus en moeten die rennertjes
echte prestaties gaan leveren,
de prijzenkast wordt niet meer
gevuld en de animo verdwijnt.
Gevolg is dat ze er mee ophou
den. Van de vijfentwintig schie
ten er op het laatst misschien
drie over. Omdat ze zo vroeg
beginnen geef ik geen begelei
ding". Op zich natuurlijk erg
jammer dat Van der Hulst zijn
enorme ervaring niet over
brengt op de jeugd. „Nou van
mij hoeft het niet, ik heb meege
maakt dat jongens van een jaar
of zestien tegen me zeiden wat
weet jij er eigenlijk van. Ik moet
ook zeggen dat ik er weinig tijd
voor heb". Van der Hulst is wel
bestuurslid van Swift, hij is
tweede voorzitter van die ver
eniging. Een functie die volgens
Van der Hulst net vol te houden
is. Swift krijgt misschien in de
toekomst de beschikking over
een eigen wielerbaan in het
Vlietpark, rond de „vuilnisbelt".
Van der Hulst is daar erg ent
housiast over: „We kunnen daar
een ideaal parcours bouwen
met een eigen clubhuis erbij.
Trouwens het wordt wel eens
tijd dat een vereniging die bijna
zestig jaar bestaat een eigen
wielerbaan krijgt.
Ik hoop dat het door gaat, Joop
Riethoven, (voorzitter van Swift
en bekend als de man die de
tour naar Leiden haalde, red.)
zit er tenminste bovenop als een
bok op een haverkist. Ik zeg niet
dat we over vijf jaar wereld
kampioenen hebben- maar je
kunt je talenten er wel laten
rijpen".
Vorig jaar kreeg Van der Hulst
een aanbod van de KNWU (Ko
ninklijke Nederlandse Wieleren
Unie), om coach te worden van
het Nederlands veldrijder
steam. In het begin wilde hij
die functie accepteren maar la
ter weigerde hij. Kees Zoontjes
heeft die baan later gekregen:
„Daar gaat ontzettend veel tijd
inzitten, je gaat al je kennis op
tafel gooien en daar staat dan
in feite niets tegenover. Een
geldelijke beloning op basis van
een vergoeding, nou dan weet
je het wel". De bond reageerde
nogal kwaad want Van der
Hulst stond boven aan het lijstje
van gegadigden.
Deze week heeft Van der Hulst
met een aantal Swiftcrossers
het parcours in Gieten bekeken.
Daar wordt morgen het Neder
lands kampioenschap cyclo
cross gehouden. Aloïs Goosen,
Reinier Hoogkamer, John Kuy-
venhoven en Jos Turk vergezel
den hem. „We hebben daar ge
woon wat rondgekeken, die jon
gens rijden goed en ik geloof
ook wel dat ze bij de kansheb
bers behoren. Dan is het wel
nuttig als je weet waar je aan
toe bent. Als ik een parcours
een uur bekeken heb dan weet
ik precies waar ik aan toe ben".
Toch een stukje begeleiding van
Cock van der Hulst die zijn
routine, verkregen door jaren
lang bij de top te crossen, be
schikbaar stelt aan zijn vereni
ging.
KEES VAN HERPEN
Pie-off"
fcte duel in een serie van
^endschappelijke wed-
itussen het Leidse Men-
liockey en HYS, vindt
ie woensdag plaats op de
tbaan. Leids burge-
Vis verzorgt de „face-
afslag) van dit treffen,
ft „Vis-afslag" dus.
[ciële mededelingenblad
"NVB Afdeling Leiden
Ikelijks veel nuttige in-
ife. Afgezien nog van het
«ma - in deze weken iets
{nuttig - en andere vaste
atie (JpT^n als „adreshoek",
iken" en „bijzondere me-
izz-mifen" Kwamen we deze
naarp driemaal toe het „boe-
pje tegen. Omdat we nu
n het I1 wel eens wiUen weten
k de Afdeling Leiden
s iancre^e wekelijkse boete-
'wordt, zijn we aan het
rma fryslagen. De in deze ru-
eerst/001' u verzamelde gege-
jtlenen we aan de boetes,
ft Afdeling Leiden
ïvangf1 28 december van het
in 4 januari van dit jaar
E/foflP
d vo<
Coj
natie 'Pe: &een scheidsrechter
kin ledennummers 5,-,
'edstrijd 20,-; te laat
diverse formulieren
geen coach 100,-; geen
«^^phter 115,-; niet spelen
HHpd 200,-; geen tijd-
waarnemer 375,-; niet voldoen
rekening courant 470,-; niet
gerechtigde speler 650,-. Niet
niets dus. Batig slado voor de
Afdeling Leiden: 2015,-.
Tweeduizendvijftien gulden.
Niet slecht voor drie rustige
voetbal weken...
Niet Rijk
32)
Die Afdeling, denk je dan, moet
wel verschrikkelijk rijk worden,
zeker als je van administrateur
Cor van Steyn dan nog eens
hoort dat „het elke week eigen
lijk wel veel" is. De droom
in het afdelingsbestuur zitting
nemen en dan lekker veel geld
verdienen - wordt evenwel door
diezelfde Van Steyn ruw ver
stoord. „De Afdeling verdient
er geen cent aan, aan al die
boetes niet. Wij mogen namelijk
geen winst maken. De enige
groep die in die boetes een bron
van inkomsten heeft, zijn de
verenigingen zelf. Je kan het
zien als een wekelijkse door de
clubs gevoede stroom van in
komsten die op een of andere
manier weer terugstroomt naar
diezelfde clubs. In de vorm van
een gedeelte van een nieuw
Bondsbureau bijvoorbeeld...".
Niet Rijk (2)
Overigens komt er dit jaar min
der geld aan boetes binnen op
het bureau aan de Rijnsburger-
weg dan in vorige seizoenen het
geval was. De wekelijkse publi
catie in de O.M. van de Afdeling
Leiden laat dit seizoen wat dat
betreft zijn positieve sporen na.
Of, Negatieve sporeh. Want la
ten we wel zijn: hoe meer boetes
er binnenkomen, hoe „goedko
per" de Afdeling kan werken.
Misschien moeten Cor van
Steyn en zijn medewerkers er
dan toch weer toe overgaan de
boetes op de oude wijze, in
briefvorm, aan de clubs ken
baar te maken.
Kunnen de verengingen het
weer rustiger aan doen - hun
naam wordt dan toch niet meer
officieel genoemd - en verdie
nen we met z'n allen weer meer
geld.
Toch eens over denken
Sleutels
Een toch wel erg fraai moment
tijdens de gebruikelijke nieuw
jaarsreceptie van de Leidse
Sportstichting, waarop (ook al
gebruikelijk) wat Zilveren Sleu
tels werden uitgereikt aan
Leidse Sportmensen. Sleutels
die niet zomaar worden over
handigd, maar keurig zijn vast
gezet op een houten of marme
ren ondergrond. En dat nu wa
ren de grote mannen achter de
sleutels - de Leidatomannen dus
- die donderdag in zwembad De
Zijl een beetje werden vergeten.
Reden voor reclame- en Leida-
to-man Joop Visser en Aad
Schouten van Crescendo om er
kort voor de prijsuitreiking nog
wat op los te sleutelen. Met een
steeksleutel natuurlijk.
Sleutels (2)
De Leidse invalidensportvereni-
ging „De Sleutels" was duidelijk
een van de grote winnaars van
1978. Met zo'n naam kon het dan
ook bijna niet fout, gezien het
aantal te vergeven Sleutels.
SlirrjJlie jongens, die Sleutels...
Sleutels (3)
Parker, de Nederlandse basket
balkampioen '78, veroverde de
enige echte Zilveren Sleutels als
sportvereniging van het jaar.
Leidse sportclub van het jaar
om precies te zijn. Een jury be
slissing waar in principe niets
op af te dingen valt - de resulta
ten van Parker mochten er in
derdaad zijn. Toch bekruipt een
eenvoudig Leids sportjournalist
van een eenvoudige Leidse Cou
rant een zekere angst. Hoe Leids
is Parker? Of: hoe Leids moet
een Leidse sportman, sport
vrouw of sportclub zijn om die
Sleutels te kunnen incasseren?
Kortom, hoe liggen de Leidse
principes van de Leidse jury ten
van die Leidse Leidato-
John Washington; ,,lk moet me nog meer aanpassen aan de Nederlandse wijze van
spelen én fluiten".
Leiden Parker heeft dan eindelijk zijn center.
Na een ware jacht lieten manager Reekers en
coach Blom op 28 december John Washington
overkomen. John was niet zomaar uit de lucht
komen vallen. De week voorafgaande aan de
komst van Washington, was een ware kwelling
voor de technische leiders van de regerend
landskampioen. Vóór 1 januari moest de nieuwe
man er zijn, na die datum was het voor elke
club fini. Tot diep in de nacht werd er dan
ook uitgebreid naar de USA gebeld, Amerikaan
se jaarboeken werden van voor naar achteren
uitgespeld en Washington bleek dan de man te
zijn, die het resterende gedeelte van de competi
tie met Harrie Kip het center-gebied onder zijn
hoede mag gaan nemen.
Het Leidse publiek reageerde laaiend enthou
siast. De Parker-fans, al vertrouwd met de
vertwijfelde pogingen van Kyle, werden opeens
geconfronteerd met een atleet, die m het duel
tegen Musette een paar stevige blocks gaf. Er
was duidelijk een hoerastemming, een soort roes,
na dat duel, maar in de wedstrijd tegen Donar,
■zaterdag j.l. bleek dat Washington zich toch eerst
eens behoorlijk zal moeten gaan bewijzep. Als
het elke keer vijf fouten binnen twaalf minuten
wordt, dan zal Parker niet al te veel aan
Washington hebben. Wie is eigenlijk John Was
hington? John: „Ik begon met basketballen toen
ik een jaar of negen was. Nee niet bij een team
of zo, gewoon op straat, daar leert bijna iedereen
basketballen. In een team spelen, dat kwam pas
later. Toen ik een jaar of twaalf was ging ik
naar de Southern Junior Highschool in Georgia.
Ja, en daarna ben ik blijven ballen. Mijn laatste
school was Memphis State. Toen dat achter de
rug was kreeg ik de gelegenheid in 1977 met
een Amerikaans team naar Europa te gaan om
voor de Intercontinentel-cup te gaan spelen.
Na die trip kwamen de aanbiedingen vanzelf.
Er waren diverse belangstellenden, maar ik koos
voor België, waai' ik ging spelen bij Elilte.
„De competitiesterkte viel me wat tegen", conclu
deert Washington, „het is hier in elk geval een
stuk beter, zeker Parker".
Washington lacht voor de tachtigste keer die
avond en Mister Big Smile zegt: „Watch us man,
we'll be the champions".
Na België trok Washington naar Amerika om
er eigenlijk niets te doen. Washington: „Je balde
vriendschappelijk wat, maar verder zat ik thuis
bij mijn ouders. Er kwamen geen aanbiedingen
uit ^iropa. Er zijn de afgelopen zomjpt geloof
ik erg weinig nieuwe Amerikanen naar Europa
gegaan. Degenen die er zijn blijven nu zitten
vyaar ze zijn als ze de kans krijgen. Ik was dan
ook blij toen mijn manager in Europa me eind
december belde en vroeg of ik voor een try-out
naar Nederland wilde komen. Ik heb geen mo
ment getwijfeld, heb de koffers gepakt en daar
was ik dan".
Het bevalt Washington goed na zijn eerste weken
bij Parker. Is zijn beeld van alles niet wat
overtrokken omdat hij tot nu toe alleen tegen
topteams (Musette en Donar) heeft gespeeld?
John: Ik denk van niet. Je kan wel zeggen dat
team is zwak of dat team is een play-offkandi-
daat, maar dat zegt me niets. Mijn instelling is
altijd hetzelfde. Je bent met topsport bezig, dus
je geeft je 100 procent.
Nu is dat nog wat moeilijk, want ik ben nog
niet helemaal in conditie, maar dat zal hooguit
twee weken duren. Ik doe overdag zelf ook
oefeningen".
Washington blikt al eens voorzichtig richting
volgend seizoen: „Het bevalt me hier uitstekend
en als ik de jongens hoor, dan is Parker echt
een fijne club. Ik wil hier graag blijven. De NBA
zeg je? Ach, dat moet je in zijn verhoudingen
zien. (De NBA is de Amerikaanse profcompetitie
- red.). Iedere Amerikaanse speler droomt er van
om in de NBA te spelen. Logisch, want voor
een basketballer is er niets hogers. Het is alleen
zo jammer dat er miljoenen jongens basketballen
en dat er maar een paar honderd naar de profs
gaan. Die kans is gewoon te klein om daar alles
op te gaan zetten. Nee, ik blijf met alle plezier
hier. Als we landskampioen worden dan gaan
we Europacup spelen. Ik heb er geen idee van
wat dat is, maar dat lijkt me geweldig. Ik kan
dan met een goed team ballen en ik zie wat
van de wereld. Je moet niet te veel willen".
Tot slot het publiek, dat John Washington
momenteel op handen draagt. Hoe staat de
Amerikaan daar tegenover. Washington: „Ik laat
me niet door ze meeslepen tijdens mijn spel.
Je bedoelt zeker die vijf fouten die ik zo snel
kreeg. Nee, dat is een kwestie van aanpassen.
In elk land wordt anders gefloten. Ze hebben
hier een heel bijzondere wijze van fluiten. Sorry,
mijn mening over de scheidsrechters geef ik
niet, die mag je raden. Het publiek hier is
geweldig. Ik vind zoiets echt leuk, daar kom
ik rustig voor uit, al blijft het allemaal betrekke
lijk".
Hans van Veldf