Gouden
appelen
aan
Cote
d'Azur
NOORWEGEN:
Meer zon-uren en zeevis dan Nederland
Sneller per schip dan per auto
LEIDSE COURANT
MAANDAG 8 JANUAR11979 PAGINA 9
loorwegen is tien
eer zo groot als ons
and, maar het heeft
eduidend minder in
woners: vier miljoen,
foor diegenen, die nog
ooit in Noorwegen
ijn geweest, is dat
and vaak synoniem
iet kou, een groot ge-
rek aan zon en een
eveel aan regen. De
waarheid is echter,
lat dit land veel méér
on-uren telt, dan ons
ewoonlijk in ons land
leelachtig wordt. Toe
egeven: Noorwegen
leeft als onbetwiste
.regentopper" de iets
neer dan 200 kilome-
er boven Stavanger
elegen stad Bergen.
)aar komt de regen
ninstens 250 dagen uit
len loodgrijze lucht
rallen. De ruim
00.000 inwoners zijn
lan de „vloeibare zon"
:oals zij de regen noe-
nen, zo gewend, dat
ij na twee of drie dro-
;e dagen zenuwachtig
in paniekerig de tuin-
ilang voor de dag ha-
en om hun bloemen en planten te besproeien,
lang als ze zijn, dat ze op het punt staan te
rerdorren.
Nog bekender is in Noorwegen het verhaal van
ie toerist, die in Bergen aan een jongetje vraagt:
,Zeg, regent het hier nu altijd?". Waarop het
jongetje zegt: „Ik weet het nog niet, ik ben pas
;ien jaar". Een ander sterk Noors verhaal wil,
dat de kinderen in Bergen geboren worden met
ie paraplu in de hand.
Vlaar „regentopper" of niet, een pijlsnelle boot
yan het katamaran-type brengt de reizigers in eert
tijd van goed vier uur van Stavanger naar Ber-,
gen. En... het regende er niet. Wel was de lucht
boven de tegen zeven bergen gebouwde en nabij:
zeven fjorden gelegen havenstad, zwaar bewolkt.
Maar de inwoners van Bergen keken opgewekt
als de Nederlander vroeger op een zomerse ko-*
ninginnedag. En dat zegt al genoeg.
Iedereen zal begrijpen, dat de regen in Bergen
een uitzondering van het land is. Want in vele
delen van Noorwegen blijft het gewoonlijk droog,
zo niet kurkdroog. Dat is bijvoorbeeld in het
prachtige Gudbrandstal, tussen Jotinheunen en
Rondene, het geval. Een andere streek van het
land met zijn duizenden fjorden en meer dan
100.000 meren en meertjes wordt zelfs „de Noorse
Sahara" genoemd. Het regent in dit gebied tussen
Lom en Vagar vrijwel nooit. De landbouwers
hebben daarom kunstmatige bevloeiingswerken
laten aanleggen en bovendien hanteren zij driftig
het waterkanon.
Peperduur is het vissen op zalm en forel in de
daarvoor geëigende Noorse wateren. Peperduur
voor Nederlandse begrippen is ook het verblijf
in veel Noorse hotels, vooral in die, welke aan
j rijke zalm- of forellenwateren liggen.
Vergunningen, in de prijsklassen van 100 tot 150
gulden per persoon en per dag, soms zelfs enkele
'honderden guldens meer, zijn geen zeldzaamheid.
Hotelrekeningen, die eveneens per persoon per
dag tot dezelfde bedragen kunnen oplopen, even
min.
Menig inwoner van Noorwegen die de ontwikke
ling van het toerisme nauwlettend in het oog
houdt, is zich ervan bewust, dat een en ander
voor de doorsnee-toerist, die toevallig óók nog
een liefhebber van zalm- of forelvissen is, de
spuigaten uitloopt. Zij zien zich langzaam een
financieel-toeristisch debacle voltrekken, die naar
hun gevoel nodig een halt moet worden toegeroe-
De vrouw is in dit geval vele mannen te erg geweest: zij viel
veel hoger in de zeevis-prijzen.
naar de zeehengelsport, die evenals bij ons ver-
gunningvrij is.
Daarom ook, beijveren zij zich de aandacht van.
de hengelsportliefhebbers in het algemeen en van,
die uit Nederland in het bijzonder, te vestigen
op de rijke viswateren, die de Noordzee en de:
talloze daarmee in verbinding staande Noorse
fjordenwateren te bieden hebben. Tot hen beho-
- ren onder meer de directeur van een van de>
grootste hotels in Noorwegen, de heer Rolf Ring.,
uit Stavanger en de jonge „turistsjef" (VVV-direc-
teur) zoals het in echt Noors heet, de heer Stein.
Wahl Sande (29), eveneens uit de eeuwenoude
zee-haven- en handelsstad.
Ons bezoek aan zuid-west Noorwegen viel sameri
met het negentiende internationale „Fiske-festi-
val" van Stavanger.
Tientallen prominente zeehengelaars uit Europe
hadden aan de uitnodiging van de sectie Noorwe
gen van hun Europe Federation of Sea-Anglers
(EFSA), om aan het driedaagse festival deel te
nemen, gehoor gegeven. Hotel-directeur Rolf Ring
uit Stavanger is overigens president van deze
Europese federatie van zeehengelaars.
Elke dag trokken de 72 dames en heren vanuit
het op 14 kilometer van Stavanger gelegen Ta-
nanger, per boot de fjorden in en eventueel - dat
werd aan de schipper in overleg met de deelne
mers overgelaten - de Noordzee op.
De vangsten waren voor Nederlandse (zee)henge
laarsbegrippen gewoonweg enorm, zo niet on
voorstelbaar. Het internationale gezelschap viste
in die drie dagen tijd bijna 6000 kilogram zeeban
ket bijeen.
Het waren niet de traditionele botjes en/of schol
len, die men aan onze stranden of vanuit een boot
op onze Noordzee of Waddenzee verschalkt. Maar
wel enorme knapen kabeljauw, al even enorm
lange lengen, die op het eerste gezicht een aalach
tige indruk maken, honderden stuks grond- of
doornhaaien, eveneens honderden stuks wijting
van een bijzonder zwaar kaliber en voorts schel
vis, heek, zeewolf, lipvissen (die men rustig zee
brasem kan noemen) en de zo hoog in punten
gewaardeerde knorhaan.
De enige Nederlandse deelnemer aan het negen
tiende internationale „Fiske-festival" van Stavan
ger, de Delftse hengelsportdeskundige en -auteur,
Rein van Rutten (63) heeft zich niet in de prijzen
kunnen vissen.
Hij maakte daarvan overigens geen punt, maar
wel van de wetenschap, dat de ongeveer 300 leden
tellende sectie Nederland van de EFSA niet
sterker op het festival vertegenwoordigd is ge
weest. „Hier had een afvaardiging van tenminste
dertig man moeten zijn", oordeelt Rein van Rui
ten.
„Het probleem is echter", zo vervolgt hij, „dat
Noorwegen verondersteld wordt tot de dure toe
ristische landen te behoren en zeker voor de
hengelaar. Ten aanzien van de zalm- of forelvisse
rij kan ik dat niet tegenspreken, maar op het
stuk van de zeevisserij is dat absoluut niet het
geval. Er is een scala van mogelijkheden, die
evenwel met reis en verblijf gecombineerd moe
ten worden. De organisatie daarvan lijkt in ons
land zowel als in Noorwegen langzaam van de
grond te komen".
Rein van Rutten gaat er prat op veel Noorse
zeehengelaars opnieuw warm te hebben gemaakt
voor het vissen met stukjes visaas, inplaats van
met de bij hen gebruikelijke pilker, een blinkend
stuk metaal van 120 tot 300 gram. Daarom deed
het hem in Tananger goed te zien, dat er overwe
gend stukjes makreel als zodanig werden ge
bruikt, al kon menig Scandinavische deelnemer
het niet laten af en toe een pilker aan haar of
zijn lijn te monteren.
Wat de deelnemers(sters) betreft: Zij steken zich
gewoonlijk in hel gekleurde kledij, die van onder
tot boven met stickers en speldjes is behangen.
Zij getuigen doorgaans van even zovele wapenfei
ten in visfestivals van hun organisatie, de EFSA.
Het ruilen van stickers en speldjes is heel nor
maal en was tijdens het festival van Stavangen
ook het geval.
Wie denkt, dat dergelijke festivals alleen door
mannen worden meegemaakt, vergist zich. Er zijn
in diverse landen ook dames genoeg, die niet
tegen het zware werk op een vrijwel open boot,
die soms nauwelijks plaats biedt aan vijf perso
nen, opzien.
Zo werd er aan het „Fiske-festival van Stavan
ger" door vier Noorse, twee Deense en zelfs door
twee Amerikaanse dames deelgenomen. Van hen
bezetten de twee Noorse dames respectievelijk de
eerste en de tweede plaats in de totale einduit
slag. Bij de heren waren de eerste acht plaatsen
voor de Noren. Andere ervaren zeehengelaars
ESFA-leden uit Denemarken, Zweden, West-
Duitsland, Frankrijk, Amerika en uit ons land.
vielen niet in de prijzen.
HENK MARKX
Hengelsportdeskundige (en -schrijver)
Rein van Rutten uit Delft; ondanks de
hoeveelheid gevangen vis geen prijs.
AMSTERDAM De landkaart van Europa levert het bewijs: wanneer men Noorwegen per auto
wil bereiken, moet men een enorme en tijdrovende omweg maken via West-Duitsland, Denemarken
en Zweden. Met een boot komt men er heel wat sneller en bovendien comfortabeler.
De samenwerkende Noorse rederijen Fred. Olsen-Bergen Line overbruggen de afstand IJmuiden-Sta-
vanger - 410 nautic-mijlen of te wel iets meer dan 1000 kilometer - in 21 uur. Voor de route
IJmuiden-Bergen, een afstand van 490 nautic-mijlen, moet men ongeveer 26 uur uittrekken, want
Bergen ligt ruim 100 nautic-mijlen verder dan Stavanger. De schepen van de samenwerkende Noorse
rederijen zijn overigens de enige, die de verbinding vanuit Nederland naar het land van stilte,
frisse lucht, fjorden en meren rechtstreeks verzorgen.
De lijndiensten worden gedurende de vakantiemaanden door de samenwerkende Noorse rederijen
onderhouden door drie befaamde cruise-schepen: het m.s. Blenheim (13.500 brt) die 1100 passagiers
en 260 auto's kan vervoeren, het m.s. Jupiter (10.000 brt) 705 passagiers en 180 auto's en het m.s.
Venus, dat dezelfde capaciteit heeft.
Het m.s. Venus speelt in de speelvaart een „dubbelrol", s' Winters maakt het schip vanuit de
Rotterdamse haven namelijk onder de naam Black Prince elke veertien dagen een cruise naar
de Can arische eilanden en Noord-Afrika. Het is als varend restaurant opgenomen in de club van
lekkerbekken, de „Chaine des Rotisseurs", zijnde culinaire genieters en kenners. Het heeft een
bemanning van 160 koppen. Het Bureau Komminikatieprojekten van mevrouw Linda Noordewier,
uit Vianen, verschaft er graag nadere inlichtingen over.
Doornhaai bij bossen in de Noorse wateren.
LA GAUDE Er is weinig kans dat
u de produkten van de plantage van
La Baronne in La Gaude aan de Cote
d'Azur bij uw fruithandelaar zult aan
treffen. De citrusvruchten (pitloze man
darijnen, diverse soorten citroenen,
kumquat, passievruchten, feijoa) van
La Baronne blijven kwantitatief nog
onder de honderd ton per jaar. Maar
kwalitatief.De kwaliteit van de
vruchten van de vijf hectaren beslaan
de plantage op de hellingen van het
Var-dal is dermate uitzonderlijk dat de
gespecialiseerde kleinhandelaars in Ni
ce, Parijs en Brussel er bijna om vech
ten. Mede omdat de vruchten van de
plantage La Baronne niet, zoals gebrui
kelijk, groen geplukt worden, maar aan
de bomen blijven hetgeen een snelle en
zekere afzet veronderstelt.
Het is allemaal begonnen toen een oor
spronkelijk uit Utrecht stammende man
uit Frans Vlaanderen, waar hij een
zuivelbedrijf had, zo grote behoefte aan
zon begon te krijgen, dat de drang niet
meer te stuiten was. En als men Jacques
Goetgheluk heet en deze naam letterlijk
eer aandoet, mag men Wel iets proberen
wat anderen niet zouden aandurven: in
1971 kocht hij op de hellingen van La
Gaude een citrus-plantage, die een uit
Tunesië komende gepensioneerde daar
in 1957 aangelegd had. Iedereen noemde
dat volkomen „uitzinnig" en „knots",
want de sinaasappelteelt had aan de
Cote d'Azur sedert de onheilvolle win
ters van 1904 en 1905 practisch de gena
deslag gekregen. Zeker, er groeiden nog
tienduizenden sinaasappel-, citroen- en
mandarijnbomen. Maar de sinaasappe
len en mandarijnen worden voorname
lijk gebruikt om er jam van te makgn.
de citroenen nog wel voor de keuken.
De bloesem levert tenslotte nog het
meeste op, omdat de nabije parfumin
dustrie van Grasse deze elke lente op
koopt.
In Corsica, en met name op de oostkust
van het eiland was sedert de repatrië
ring van de Fransen uit het onafhanke
lijk gewo'rden Algerije weer een begin
gemaakt met de citrus-aanplant. En
daar werd in San Giuliano ook het
onderzoekinstituut voor citrusvruchten
gesticht, dat onder leiding van Louis
Blondel uniek ter wereld is en de groot
ste collectie variëteiten die men kent,
bezit. Het instituut verstrekt advies en
daadwerkelijke hulp aan de citruskwe-
kerijen en plantages van nagenoeg de
hele aardbol. Monsieur Blondel draagt
dientengevolge een groot deel van de
„verantwoordelijkheid" voor het unieke
slagen van de nieuw leven ingeblazen
plantage van La Baronne. Want hoewel
Jacques Goetgheluk het geheim van bo
ter en kaas kent, had hij maar vage
begrippen over mandarijnen en citroe
nen. Toen hij het domein kocht, stonden
er 220 mandarijnbomen van ongeveer
tien jaren oud, waarvan de vruchten
onverkoopbaar waren als gevolg van de
overvloed aan pitten. Door op de onder-
takken een variëteit te enten die in San
Giuliano ontwikkeld was, werd in plaats
van de oorspronkelijke soort Montreal
een variëteit verkregen zonder éen en
kele pit. Intussen werd door nieuwe
aanplant de plantage uitgebreid en deze
telt momenteel 2400 bomen. Om de oog
st, en dus de afzet te spreiden, zijn er
andere soorten geplant dan alleen de
oorspronkelijke, vooral later rijpende.
Daarnaast zijn er een zevenhonderd
kumquats geplant, en wel twee vèrietei-
ten: kumquat manumi (ronde vruchten
en kumquat nagami (ovale en zuurdere
vruchten).
De kumquat is in de loop van de laatste
vijftien, twintig jaar populair in Europa
geworden als gevolg van zijn onvergelij
kelijk aroma en de verbijsterende fris
heid. De vrucht is niet groter dan een
flinke kers en doet op het eerste gezicht
denken aan een miniatuur sinaasappel,
wat zij in zekere zin ook is. De kumquat
wordt met schil en al gegeten, want juist
in de schil is het unieke aroma gecon
centreerd. Overigens zouden alle vruch
ten van de heer Goetgheluk met schil
verorberd kunnen worden: zijn vruch
ten zijn van een dergelijke fijnheid dat
de schil glad en soepel is als een kinder
huid en de vruchten worden niet che
misch behandeld, bespoten of met con-
serveringspreparaten behandeld. Het
waarmerk „Soleil de Nice" is sedert
enige tijd in Frankrijk synoniem gewor
den met de „natuurlijke citrusvruchten
zonder chemische of andere behande
ling".
La Baronne heeft tweehonderd „Eure
ka" citroenbomen, zogenaamde vier-
jaar getij-bomen, die het hele jaar door
vruchten leveren. En verder tweehon
derd „lime"-bomen, of kleine ronde
groene citroenen van de Tahiti-variëteit,
volkomen uniek in Frankrijk.
Goetgheluk experimenteert in samen
werking met de laboratoria van San
Giuliano (in de nabijheid waarvan hij
overigens avocado-plantages bezit) met
ander vruchten en met aanzienlijk suc
ces: „feijoa", een oorspronkelijk uit
Brazilië afkomstige vrucht die op goya-
ge lijkt met stevig geurig en smakelijk
vruchtenvlees vol jodium. Verder de
vrucht van de passiebloem, met de
grootte van een kippeëi en tenslotte
physalis peruviana, een (zoals de naam
zegt) uit Peru afkomstige vrucht.
La Baronne levert momenteel vijftig
percent van de citrusproductie van de
Cote d'Azur. De uitzonderlijke kwaliteit
is te danken aan een „microklimaat
binnen een microklimaat" zoals Jacques
Goetgheluk het noemt, aan de uitzon
derlijk bodemkwaliteit, aan het aange
paste bevloeiings- en irrigatie-systeem,
het zgn. druppelsysteem, een Israëlische
vondst, waardoor dertig percent water
bespaard wordt en betere resultaten
verkregen worden, terwijl het wortelsys
teem van de bomen zich daardoor aan
zienlijk beter ontwikkelt dan bij klassie
ke irrigatie. Bovendien kunnen even
tueel noodzakelijke kunstmatige voe
dingsstoffen via dit druppelsysteem ver
spreid worden. Een regelmatige bode
manalyse geeft aan of dit noodzakelijk
of gewenst is, terwijl een miniatuur
meteorologisch station het mogelijk
maakt eventuele winterse temperatuur-
verdelingen te voorzien. Middels een
windmolen van speciaal soort, die bin
nen afzienbare tijd geïnstalleerd zal
worden, kan de plantage van La Baron
ne eventuele grondvorst voorkomen.
Het resultaat dat La Baronne na enkele
jaren geboekt heeft is zeker voor een
aanzienlijk deel aan de klimatologische
en bodemomstandigheden te danken.
Maar voor een minstens even groot
gedeelte aan de geestdrift en de volhar
ding en de energie van Jacques Goet
gheluk en de onschatbare adviezen van
Louis Blondel. Dit alles heeft ertoe ge
leid dat een oude Middellandse Zee-
cultuur" nieuw leven ingeblazen is en
dat een kleine, maar overigens land
schappelijk hoogst aantrekkelijke ci-
trusplantage nationale roem verkregen
heeft en zelfs internationaal bekend
wordt. In „La Gaude en Cote d'Azur"
zoals het op de verpakkingen van La
Baronne staat, doet de uit de lage lan
den via Frans Vlaanderen naar de oe
vers van de Middellandse Zee gekomen
man Jacques Goetgheluk zijn naam an
dermaal eer aan