Meer zorgen over
subtoppers dan over
topsport door kinderen'
„Kinderen
niet te zwaar
belasten en
beladen met
eisen
van ouders"
Beperk
bewegen niet alleen tot weekeinde
ONCLUSIE VAN SYMPOSIUM:
-urn
LEIDSE COURANT/
Dr. Heere, hoofd sportgeneeskunde NSF:
RNHEM Voor dr. L. P. Heere,
et 30-jarige hoofd van de afde-
Ing sportgeneeskunde van de
ISF, bestaat er weinig reden voor
tijfel. Hoewel na-onderzoeken
feinig of niet kunnen worden
•houden door het ontbreken van
rgelijkende waarden staat voor
m vast dat het bedrijven van
ipsport door kinderen niet scha-
slijk is. Zijn zorg gaat veel meer
it naar die immens grote groep
in al of niet grote sub-toppers,
ie zonder enige begeleiding on-
•r veel slechtere omstandighe-
n dezelfde prestaties proberen
leveren als de man of vrouw
n de top.
fan deze categorie is zeer weinig
ikend, ook al door het ontbreken
n voldoende sportartsen. Alleen
fanneer per district aan de ge-
Ü;eskundige dienst een full-time
>ortarts zou worden toegevoegd,
;staat de mogelijkheid deze sub-
ppers goed op te vangen. Dr. L.
eere: „Met 120 full-time sportart-
en zou er in ons land sprake zijn
■■fen een behoorlijke dekking. Het
^^mgt echter ook af van de oplei-
Iing van de huisartsen. Je moet
e afvragen of zij de problemen
jrel aan kunnen?"
ïClDe vooral dicht bij de nationale
urn-, handbal-, korfbal- en volley-
ialselecties staande sportarts
leere maakt zich over de gevolgen
jan het bedrijven van topsport
16 Hoor kinderen beslist niet onge-
afaJjst. Integendeel zelfs.
{Topsport is een fotocopie van de
baatschappij. Ook kinderen moe
ten leren vechten voor het bestaan.
Er is helemaal geen bezwaar tegen
om de betere specifieke kwalitei
ten te helpen ontwikkelen. Dat kan
later een voorsprong geven".
De bewust met deze materie bezig
zijnde arts stelt echter verschillen
de voorwaarden. Eén daarvan is
de eis dat de verantwoordelijkheid
niet bij het kind mag liggen. „Een
kind kan niet overzien waarmee
het bezig is". Voor ouders en/of
begeleiders zijn dus verantwoorde
lijke taken weggelegd. Het vol
brengen daarvan is niet eenvoudig
omdat, zoals dr. Heere opmerkt „er
bijvoorbeeld geen algemene be
leidsvisie voor de arts is. Een groot
deel hangt af van de eigen instel
ling. Ik ben het bijvoorbeeld niet
eens met artsen die rücksichtslos
spuiten om iemand maar fit te
krijgen. Het vervelende van de
medische wetenschap is dat be
handeling volgens systeem A niet
automatisch resultaat B geeft. Er
staat eigenlijk maar één ding vast.
Als er agressief wordt gewerkt, is
de kans op ellende groot".
Stoppen
De sportarts heeft het dus niet
gemakkelijk. Steeds weer zal hij
zich moeten afvragen waar de
grenzen liggen. Dat wisselt uite
raard per persoon Voor dr. Heere
géldt, dat bij de geringste twijfel
een topsporter moet worden gead
viseerd te stoppen „Ik neem geen
risico. Een half jaar geleden heb
ik bij een meisje een afwijking
aan de rug geconstateerd. Zij had
er geen last van Toch heb ik een
negatief advies uitgebracht".
Iedereen die de turnstertjes wel
eens bezig ziet, krijgt vaak rillin
gen bij het aanschouwen van al
die holle ruggetjes. Toch behoeft
daarvoor geen angst te bestaan.
De NSF-arts: „Het is inderdaad
een bekend verschijnsel. Dat is
spondylolisthesis, het onderling
glijden van de wervels. Minder
bekend is dat vijf procent van de
Nederlandse bevolking daarmee
rondloopt. Vaak is verondersteld
dat een holle rug door turnen zou
worden bevorderd. Daarover
wordt echter weer verschillend
geredeneerd. In Oost-Duitsland
bijvoorbeeld wordt gesteld dat het
door turnen beslist niet erger
wordt".
Om het jeugdige talent in ons land
een eerlijke kans te geven aan de
top te komen, moeten er volgens
dr. Heere betere trainingsfacilitei
ten komen, zowel qua apparatuur
als aanbod en kwaliteit van trai
ners. Ook de medische begeleiding
moet verder worden doorgevoerd,
zodat er een beeld ontstaat wat
in de regio allemaal gebeurt. De
oudêrs van sportende kinderen
doen er goed aan nauw contact
te houden met een arts, die door
ervaring weet waar de grens kan
liggen. Op die manier kan mis
schien ook worden ontdekt hoe
veel kinderen de boot missen,
maar kan vooral worden voorko
men dat door gebrek aan talent
blessures ontstaan".
;taBelachelijk om te denken dat alleen kleine kinderen toptijden kunnen zwemmen.
STEEDS
GROTERE
PRESTATIES
OP STEEDS
JONGERE
LEEFTIJD
De nimmer aflatende drang
om steeds indrukwekkender
prestaties te leveren, is ook
duidelijk merkbaar in de
sportwereld. Op een jongere
leeftijd dan eens ooit voor
mogelijk is gehouden,
bedrijven kinderen
„top"-sport op een manier
die de buitenstaander soms
doet griezelen. Gestimuleerd,
en ook gedwongen door de
directe omgeving, bestaat het
gevaar dat aan de normen
soms wordt voorbijgegaan.
Zozeer zelfs, dat het
waarschijnlijk is dat daarvoor
later moet worden geboet.
Dr. L.P. Heere, hoofd van de
afdeling sportgeneeskunde
van de NSF, en de kinder
en jeugdpsycholoog dr. G.
Mik, die tevens lector is aan
de Rijksuniversiteit van
Groningen, geven hierover
hun mening. Hoewel harde
cijfers ontbreken staat vast
dat voorzichtigheid is
geboden.
Karaktermisvormingen
behoren tot de
mogelijkheden. Ook in de
sportwereld kent men het
verschijnsel van „het kind
van de rekening".
Dat een holle rug door turnen wordt
bevorderd, is slechts een veronderstelling.
Jeugdpsycholoog dr. Mik:
GRONINGEN, Kinderpsycholoog
G. Mik kijkt enigszins zorgelijk wan
neer ter sprake komt of kinderen die
topsport bedrijven inderdaad geeste
lijk een optater kunnen krijgen. De
Groningse lector, die als begeleider
van de toptraining van de gezamenlij
ke Groningse zwemverenigingen gro
te ervaring heeft opgedaan, is van
mening dat voorzichtigheid is gebo
den. Niet omdat eventuele karakter
misvormingen ook niet zonder de
sport kunnen ontstaan, maar wel
omdat niet precies bekend is hoe de
mentale problematiek van de top
sport op de kinderen inwerkt
„In de lichamelijk consequentie van
het bedrijven van topsport schuilt
mijn inziens weinig gevaar, psychisch
gezien ligt het wat anders. We weten
niet hoe het in het karkter van een
kind inwerkt wanneer het moet afha
ken. Er is weinig vervolgonderzoek
gedaan. Een kind dat de top niet haalt,
moet het dan vaak direct zonder de
bewondering van zijn omgeving stel
len. Daardoor kan er een misvorming
plaats hebben in de trant van: ik durf
alleen maar als ik beter ben".
Er kunnen meer gevaren zijn voor
kinderen, die op jeugdige leeftijd met
de topsport bezig zijn» Dr. Mik conclu
deert bedachtzaam, dat de emotionele
ontwikkeling kan worden geblok
keerd, met alle gevolgen van dien. „De
kinderen hebben ook vaak weinig tijd
voor andere dingen. Dat resulteert in
verschraalde persoonlijkheden. Het is
eigenlijk helemaal niet goed dat het
spelelement uit de training verdwijnt.
Zeker als het kinderen betreft bene
den de puberteitsleeftijd. De kinderen
krijgen dan sneller faalangst en dat
manifesteert zich weer op school".
Speelsgewijs
Voor deze psycholoog staat dan ook
vast dat de kinderen niet te zwaar
mogen worden belast. Bij een goede
aanpak van sport zal dit uitstekend
werken op de schoolprestaties. Voor
waarde is wel een speelsgewijze bena
dering van de training. „Het moet
eerst gaan om het bijbrengen van de
techniek. In de puberteitsperiode
moet de aanpak vooral via de groep
lopen. Er moeten groepsgesprekken
worden gevoerd, er moet tijd en
mogelijkheid zijn voor het doen van
gezellige dingen. Geef die kinderen
ook meer inspraak. Zoek een goed
tegenwicht tegen emotionele proble
men."
Selecties naar boven en beneden, zoals
in de voetbalsport bij pupillen al mode
zijn, zouden volgens deze deskundige
moeten verdwijnen. „Waarom moet
een kind afvallen? Wat is nu het nut
daarvan? Wat kan een kind eraan
doen dat het snel groeit en dat bij
een ander de motorische evolutie wat
langzamer gaat? Door die selecties
jaag je kinderen weg. Het zou daarom
goed zijn wanneer clubs andere jeug-
dactiviteiten zouden ontwikkelen. Je
zou iets in de creatieve sfeer kunnen
doen".
In ieder geval wil deze arts benadruk
ken dat het kunstmatig opfokken na
delig is voor het kind en voor de groep.
Hij meent dat kinderen serieus moe
ten worden genomen, dat het groeps
proces moet worden bevorderd, zodat
de kinderen als vrienden met elkaar
omgaan. „Op die manier wordt trai
ning ontspanning, blijven de kinderen
komen en worden ze niet beladen met
de eisen van de ouders. Sport is
inderdaad karaktervormend, maar er
mag niet vergeten worden dat mensen
in de puberteitsleeftijd vaak onzeker
zijn over zichzelf, hun lichaam en hun
mogelijkheden om iets in de sport te
betekenen".
Leren verliezen
„Het is echter toch mogelijk om op
een niet gevaarlijke wijze vorm te
geven aan een gezonde instelling. Met
andere woorden: eruit halen wat erin
zit, maar niet ten koste van een ander.
Een kind moet ook leren verliezen.
Dat is in dit leven uiterst belangrijk.
Helaas zijn er veel ouders die hun
kinderen opjutten en het bij een ne
derlaag afwijzen. Ook de club doet
in dergelijke gevallen vaak niets meer.
Maar juist dan moet het kind worden
opgevangen"
Dr. Mik moet niets hebben van de
opgefokte „rassupernatiekinderen".
Hij heeft echter geconstateerd dat het
wat dat betreft in ons land nogal
meevalt. Alleen in het beroepsvoetbal
ziet hij op dit gebied enkele tekortko
mingen. „Een psycholoog ergens bij
halen lijkt halfslap. Dat is echter niet
zo. Overtraining bijvoorbeeld is bij
een goede begeleiding niet mogelijk.
Sport is er om prettig in te functione
ren. Een soort zelfontspanning. Als
dat lukt, wordt de verborgen faalangst
weggenomen. Je moet voorkomen dat
de sportkinderen het niet meer zien
zitten, genoeg hebben van al die eisen
en naar vervanging zoeken, dan wel
apathisch worden. Het is dan ook
'helemaal fout wanneer ouders hun
kind van de club halen als de presta
ties op school tegenvallen. Je moet
eerst naar de echte oorzaken zoeken.
Er kan sprake zijn van een overbelas
ting, een infectie, een psychisch con-
flictje".
Hij waarschuwt dan ook voor mis
plaatste oudertrots en wijst erop dat
geen misbruik mag worden gemaakt
van de volgzaamheid van een kind.
„Er zal meer preventief moeten wor
den gewerkt De bonden zouden een
psycholoog moeten aantrekken. Aan
de sportmedische centra zouden ei
genlijk ook psychologen verbonden
moeten zijn."
Hoe belangrijk de rol van de psycho
loog in de wereld van het topsport
bedrijvende kind kan zijn, onder
streept dr. Mik, puttend uit zijn erva
ring in de zwemwereld, met: „Het is
belachelijk te denken dat alleen kleine
kinderen wereldprestaties kunnen le
veren en toptijden zwemmen. Dat is
alleen een gevolg van de begeleiding
en trainingsmogelijkheden. De aller
jongsten zijn gevoelig voor het opdrij
ven door ouderen. Maar ook een
18-jarige kan tot grote verrichtingen
komen. En een 22-jarige kan meer
presteren dan een jongen 16. Als een
sportman of -vrouw het kan opbren
gen meer voor de lol te doen, stijgt
het prestatieniveau, ook op latere
leeftijd".
Peter van Putten
,aaflERZOGENAURACH Het
hardlopen is de afgelopen ja-
conjifen onderwerp geweest van
twee boeken, die als film een
,iucces werden. „De eenzaam
heid van de lange afstandlo-
posi|>er" en „Marathon Man" haal-
23 ,eden echter nooit de verkoop-
4=,cijfers .van „The complete
T)ook of running" (alles over
i° teiJopen), dat ruim een jaar gele
den geschreven werd door de
Amerikaan James F. Fixx.
Het boek staat al 49 weken
3jr. zeer hoog op de Amerikaanse
teverkooplijsten en Fixx be
hoeft zich voorlopig geen fi-
^nancièle zorgen te maken.
Fixx heeft aangevoeld dat
I,jogging", de letterlijke verta
ling is „voortsukkelen of sjok
ken", een geweldige vlucht zou
pernen in de Verenigde Staten.
Jogging is een begrip gewor
den in het leven van ruim
twintig miljoen Amerikanen,
die meerdere malen in de week
invpaar in vele gevallen ook da
im (gelijks hun kilometers lopen
redder verbetering van de licha-
idednelijke conditie. „Trimmen",
ingflvas het woord dat aan het eind
vaiVan de zestiger jaren een be-
walferip werd in Nederland. Jog-
foging is meer. De jogger is een
ng taredelde trimmer. Hij of zij
da^ujkt niet op een kilometertje,
ït dRuim anderhalve maand gele
den gingen bij de marathon
van New York 11.200 lopers
t ja£n loopsters van start voor een
1 ^afstand van 42 kilometer en
n |195 meter. Het waren er ruim
daf9000 meer dan een jaar tevo-
,itlren. Maar niet alleen in de
^Verenigde Staten is het lange
va afstandlopen ontdekt als re-
ïldijmedie tegen de lichamelijke
V8°ngemakken, die kunnen ont-
,ag(Staan door het veelal zittende
n (Jleven in de moderne maat-
jrcfchappij. In Japan wordt het
ze|a.antal joggers geschat op ruim
:n i^en miljoen, in West-Duitsland
en|heeft men berekend dat zo'n
1 <**es miljoen lange afstandlo-
terdPers al dan niet in wedstrijd-
idi{ verband wekelijks in actie
>ijrfzijn. Canada telt er zo'n drie
miljoen. Op de internationale
i -n conferentie van vrijetijds-
sport, die dit jaar in Hannover
werd gehouden, is het aantal
mensen dat zich over de hele
wereld bezig houdt met het
louter voor zijn plezier lopen
van lange afstanden geschat
:j op 100 miljoen. Niet ten on
rechte wordt het „joggen" dan
ook de snelst groeiende sport
van onze tijd genoemd. In
Nederland zijn tussen novem
ber 1977 en april 1978 ruim
100.000 Nederlanders actief
geweest in z.g. trim- of presta
tielopen. Ook in ons land is
er een duidelijk groeiende ten
dens naar het lopen van lange
re afstanden.
Hardlooprage
Jogging was het onderwerp
'van een internationaal sym
posium, dat onlangs in het
Westduitse Herzogenaurach
werd gehouden. Wat zijn de
achtergronden van deze
„hardlooprage"? De wil om de
conditie te verbeteren? Een
poging om jeugdig te blijven?
Of gewoon omdat het fijn is?
Volgens de Westduitse ortho
pedisch chirurg professor
Heinrich Hess heeft de trim
mer of jogger de natuurlijke
beweging van het lopen her
ontdekt „De man of vrouw die
begint met hardlopen als ont
spanning en de eerste spierpij
nen overwint, ontdekt nieuwe
facetten in het leven. Spannin
gen vallen weg. Zij komen
door het lopen in een soort
gelukzalige toestand, die niet
onder woorden te brengen is."
Professor Hess, die zich als
zovelen van zijn collega's een
warm voorstander toonde van
het sportief bewegen, liet ech
ter ook een waarschuwend ge
luid horen. „Lopen is de na
tuurlijkste beweging die er is.
Maar het dient dan ook op
natuurlijke bodem te ge'Deu-
ren. De moderne wegen zijn
in feite ongeschikt. Zeker bij
het dragen van slechte schoe
nen, kunnen gewrichtsbescha
digingen optreden. Mensen die
veel bewegen mogen verwach
ten dat zij ouder worden. Civi-
lisatieziekten worden door
veel bewegen tegen gegaan.
Het ziekteverzuim vermindert
en men is beter opgewassen
tegen de spanningen, die op
treden in het dagelijks leven."
Controle
Niet alleen professor Hess,
maar ook Paul Schmidt, de
Westduitse midden- en lange
afstandtrainer, wees in Herzo
genaurach op het belang van
een goede medische controle
voordat met zich op het lange
afstandlopen stort.
„Het lichaam mag nooit over
belast worden. In het enthou
siasme om te bewegen onder
schat men de gevaren waar
aan het niet getrainde lichaam
in de beginfase wordt blootge
steld. Een keuring vooraf is
dan ook het beste". Algemeen
werd ook gewaarschuwd om
het sportieve bewegen niet al
leen te beperken tot het week
einde. „Het is beter drie of vier
maal per week vijf kilometer
te lopen dan in een keer 15
of 20 kilometer", aldus profes
sor Hess.
Joggen is niet gebonden aan
leeftijd of maatschappelijke
status. Dat bleek tijdens de
laatste marathon van New
York. Onder de deelnemers
bevonden zich niet alleen jon
geren maar ook mensen van
middelbare leeftijd, kunste
naars, artsen, professoren en
geslaagde zakenlieden. De
New York Times schreef na
de Marathon van New York:
„Het was alsof Pheidippides
weer was opgestaan. Nu niet
met de boodschap dat de Grie
ken de Perzen bij marathon
hadden verslagen maar met
het bericht dat angst voor
hartinfarcten, zwaarlijvigheid
en een te hoog cholesterolge
halte op het slagveld van Ma
rathon waren gebleven".