JME JOOP HAD
WAT PECH
ONDEHWEG
STAD
1978
TE KIJK
Je kjN Voordat hij aan mijn
e pip is, heeft hij al van heel wat
anshaars de hand geschud. „Ha,
k alloop. hoe is het, bent u er al
is awat bovenop? Doe maar rustig
genioor". De koffie in het Karrewiel
die(iiddels koud geworden. Hij ziet
(oojpd uit, ome Joop Riethoven. Zijn
faarht heeft weer dezelfde roze blos
Dok|n aantal maanden geleden. Hij
i deyat pech onderweg destijds, maar
eenteet iedereen al lang.dat hij
S isjur niet mee heeft kunnen maken,
ïr tejt zijn hoofd hem op het fatale
arktfnt in de steek liet. Een acute
i he in het Academisch Ziekenhuis.
Alkjersenbloeding en op het
at isrtje gered.
het is niet meer wat het geweest
ïrled
or I
ir dJ
i
rigei
wei
boa
te
istal
ieteij
do,
pej
niet
is", verzucht hij, als zijn brede torso
en zware benedenverdieping zich in
het stoeltje van het restaurant hebben
gewrongen. Zijn gewicht, zegt men, is
niet in goud uit te drukken. Een
verstandige uitspraak, want wie voor
112 kilo mensenvlees goud wil
neerleggen, moet wel een zot of een
kannibaal zijn. „Toen ik het ziekenhuis
inging woog ik elf kilo meer en toen
ik eruit kwam was ik een dennetje van
maar 107 kilo. Dus ik ga weer
langzamerhand de goede kant op, al
gaat dat nu zonder bier gepaard, want
dat medicijn heeft de dokter me
voorgoed verboden".
Vanaf zijn achtste heeft
sportorganisator, schilder, ereburger,
directeur-sportief van de Tour de
France 1978 Joop Riethoven (56) zich
als een kat met zeven levens in de
wereld van de sport staande weten te
houden. Het bijna als een een Grieks
treurdicht uitgesproken relaas van zijn
vroegere lotgevallen komt in langzame
zinnen uit zijn mond rollen als hij naar
zijn in niet geheel smetteloos verband
verpakte vinger kijkt. De pink van zijn
rechterhand is onlangs maar net voor
de kiezen van zijn trouwe hond
gespaard gebleven, hoewel het er, na
een stuntelige poging om een blikje
open de draaien, niet ver meer
vandaan was.
„Bloeden dat het deed en een pijn.
man hou op, ik kan hem nou nog
haast niet bewegen". En of het door
het staren naar dat in een feestmuts
gestoken kootje komt, zal wel nooit
geheel duidelijk worden, maar vanaf
dat moment vertelt ome Joop over
dingen, die weinig met sport te maken
hebben, kleine catastrofes die hij aan
den lijve heeft ondervonden. Een
schrijver zei eens, dat een
mensenleven een optelsom van
rampen is. Succes altijd verzekerd als
we ons dus morgen tegelijk met zijn
allen van de Scheveningse Pier
afgooien, want die schrijver is nu
miljonair en Joop Riethoven is
beroemd.
„Vier keer ben ik kampioen van
Leiden geweest op de 400 meter. Dat
was in 1942, '43, '44 en '45. Samen
met Wim Slijkhuis liep ik
koppelwedstrijden. Alleen Wim liep mij
er destijds uit. Hij was de beste loper
die we ooit in Nederland hebben
gehad. Van huis-uit mocht ik nooit
wielrennen en daarom ben ik aan de
atletiek begonnen, maar mijn hart lag
bij het wielrennen. Ik had een zilveren
plaatr in mijn kop, net als mijn
overleden broer Jan, Lange Jan heette
hij eigenlijk. Daarvoor heb ik jarenlang
gevoetbald, al vanaf mijn achtste, bij
voetbalvereniging Sportman. Een
geweldige club. We voetbalden altijd
in de Groenestraat bij de
elektriciteitsfabriek en in een bepaald
jaar werden alle teams gelijktijdig
kampioen, terwijl we niet eens een
eigen veldje hadden".
In 1946 ben ik toch gaan wielrennen,
toen was ik 24 jaar en ik woog maar
72 kilo. Samen met Jan Fits uit de
slagerij op de Kraaienstraat trokken
wenaardeSintelbaan. Daar was ik
erg sterk op. In '49 kreeg ik een
ernstig ongeluk. Voor Swift reed ik
mee in het kampioenschap van
Leiden. Ik reed op kop en mijn
voorvork brak af. Ik stond net op mijn
pedalen. Pats. Een
schedelbasisfractuur. Zes weken het
ziekenhuis in. Precies op die plek
waar ik destijds ben gevallen heb ik
pas die bloeding gekregen. Op mijn
tiende werd ik door een auto geraakt
en 20 meter meegesleurd. Ik heb
daarbij rtiijn ribben zwaar gekneusd. In
'52 had ik weer pech. Op de
Steenstraat bij het oversteken werd ik
geschept door een auto. Resultaat
twee scheuren in mijn nier. Vanaf die
tijd ben ik zwaarder geworden. Eerst
langzaam weliswaar, maar er kwam
steeds een kilootje bij".
Bijna alle sportieve wapenfeiten uit
Riethovens loopbaan tonen aan de
keerzijde van de gewonnen medaille
een gedateerde inscriptie met een of
andere omschrijving van de E.H.B.O.
erbij. Bij het voetballen in 1957 breekt
ome Joop zijn enkel. Hoe dat in
hemelsnaam mogelijk was is een
raadsel, want nog maar acht weken
ervoor brak zijn linker knie in
gruzelementen tijdens een of andere
noodlottige valpartij op zijn werk. Met
die geblesseerde benen huppelt de
dan inmiddels alom bekende
sportorganisator Joop Riethoven drie
jaar achtereen door de invaliditeitswet
heen alvorens hij weer aan de „slag"
kan. Met een zilveren plaat in zijn
hoofd en twee pennen gesmeed uit
edelmetaal in zijn voet volgen er nog
meer avonturen. In een bepaald jaar,
valt onze ereburger tijdens het
schilderwerk van zijn ladder af en
krijgt een carbidlamp op zijn arm.
„Dat was voor het Rapenburg en ik
zou er in gesprongen zijn als ik had
kunnen zwemmen", vertelt hij wat
verlegen. Ome Joop is hierna nog een
keer van een ladder gevallen. Hierbij
brak hij zijn pols, datum: zomer 1963.
Karakter, karakter, daar moet een
wielrenner het van hebben. Is het dat
misschien, waarom ome Joop steeds
weer na elke valpartij opstond en in
no time weer met zijn activiteiten aan
kop kwam te liggen? Riethoven: „Ja.
karaktervorming is het belangrijkste
wat er in de wielersport bestaat. Je
moet eens kijken hoe die jongens
aankomen als ze een berg als de Puy
de Döme hebben beklommen.
Helemaal leeg, apatisch, kapot. Het
klinkt misschien sentimenteel, maar
daar krijg ik tranen van in mijn ogen.
De W.K.-voetballers zijn er aanstellers
bij vergeleken. Soms valt een groepje
van 50 renners tegen de vlakte, maar
ze staan weer op, al zitten ze onder
de schaafwonden en liggen hun benen
open. Een voetballer zit bij de eerste
lel al te huilen. Mijn grootste
voorbeeld is Joop Zoetemelk. Hij is de
grootste ronderijder die we ooit gehad
hebben. Een man van zijn woord en
met een ijzeren discipline. Hij had die
rot Tour al lang moeten winnen als hij
maar niet zo bescheiden was. Want de
meeste renners zijn grote egoïsten.
Dat is hun enige fout Maar voor de
rest zijn het topmensen en nou hoor
je gelijk mijn argument waarom ik me
zo voor de Tour de France heb
ingezet: het zijn kerels en ik wil alleen
maar met dat soort mensen in zee".
Het is al weer bijna Nieuwjaar en in
het oude is erg veel gebeurd. Joop
Riethoven vindt, dat hij buiten de fijne
dingen om („de wtjze waarop de
gemeente en de Leidse politie zich
voor de Tour de France ingespannen
hebben gewoonweg formidabel") een
rot jaar heeft gehad. Geen medelijden
overigens over zichzelf, maar gewoon
een akelig jaar. Mensen uit het
ziekenhuis, die bij hem op de zaal
lagen en het niet hebben kunnen
redden, sterfgevallen in de familie.
Langzamerhand echter is de batterij in
zijn hoofd zich weer aan het opladen.
Er flitsen weer plannen door hem
heen. Als de gesprekken met
Tour-magnaat Lévitan, die deze maand
worden gevoerd, succes hebben, dan
komt het wielerspektakel zeker in 1981
naar Nederland toe.
De Sleutelstad is in dit geval geen
gegadigde meer. Riethoven: „Ik zou
het wel gewild hebben hoor, maar
eigenlijk moeten we dat over tien jaar
maar weer eens proberen. Ik denk nu
aan een plaatsje in de regio, waar de
Tour in '81 zouden kunnen starten.
Het plaatsje begint met een „M", maar
meer mag ik nog niet zeggen, dus..."
Juari blijkt het viaduct over de Oegstgeesterweg te laag voor grote vrachtwagens,
dental wagens wordt hardhandig met dit feit geconfronteerd, totdat de gemeente de
[er^jhoogte aanpast.
ger
«■apsalon aan de Lange Mare wordt in maart door brand verwoest. Aangrenzende
;Q,jfpanden lopen hierdoor aanzienlijke schade op.
Wethouder Van Aken verdwijnt in septem
ber van het politieke firmament, na gerui
me tijd zijn stempel gedrukt te hebben op
het economisch beleid van de gemeente.
Grote problemen stpken in april de kop op bij de Grofsmederij. Werknemers bezetten de
fabriek en eisen het vertrek van directeur Schut. Na enkele maanden worden de poorten
definitief gesloten- de Grofsmederij is failliet
Het busbanenproject Leiden-Katwijk wordt geopend door minister Tuijnman. Het openbaar
ven/oer kan zich op de busbanen sneller verplaatsen. Dat de binnenstad in Leiden aan
chronische verstopping leidt, kan de vreugde niet temperen
De woningnood blijft nijpend. In juni bezetten twee moe
ders met kinderen het bureau huisvesting.
De kinderboerderij in de Leidse Merenwijk wordt in febru
ari verblijd met de geboorte van drie lammetjes.
Joop Riethoven, met vallen en opstaan de meest besproken man van Leiden in het afge
lopen jaar.
EKNOOü
UEGSTMJD=
DlHSm
I