Den
vaderland
getrouwe
Op de dijk langs het wad staat in
Moddergat een monument ter nage
dachtenis aan de ramp die de bloeien
de vissersplaats in 1883 trof. Bij een
zeebeving voor de kust vergingen 17
schepen met 83 opvarenden
Resten van een Mosasaurus werden gevonden in de mergelgroeve bij Margraten en in de St.-Pietersberg
Bij Diever strekt zich een van de grootste heidevlaktes van Drenthe uit, compleet met schaapskudde
Woubrugge, aan de samenvloeiing van Brasem en Kaag, de Kalverstraat van de watersport
Fraeylemaborg in Slochteren, de enige van de
meer dan honderd voormalige burchten in de
Ommelanden, die bewoond is gebleven
Bonrepas bij Vlist. in de volksmond Boenderpas, is een gaaf voorbeeld van een oude polder
Tubbergen kent zijn Fleringer-es. Hier kwamen onder de Kroezeboom 300 jaar geleden in het
geheim de katholieken samen
Twee miljoen vakantlevierders blijven
jaarlijks den vaderland getrouwe. Zelfs
het lokkende zonnetje In de warme
oorlog van folders waarmee
reisbureaus elkaar om de gunst van
het publiek bekampen, vermag hen
niet van onze nationale bodem weg te
branden. Voor dit lieve legioen zijn de
volgende tips bestemd. Wanneer de
vraag knelt: waarheen vandaag?
laat u dan eens langs de leidraad van
de grote en kleine historie door het
land voeren. Een magnifieke truc die
het mogelijk maakt platgetreden
paden te vermijden, om van
platgewalst asfalt maar te zwijgen.
Men zal tot de verrassende
ontdekking komen dat veel van de
vaderlandse geschiedenis de neiging
heeft zich op of nabij prachtige
plekjes te voltrekken, ver van het
gewoel der afgelikte attracties, In
dromerige) doezelende uithoeken. Elke
provincie blijkt zich als zijn eigen
'openluchtmuseum te ontpoppen,
grotendeels onbekend, maar klaar en
bereid om de gecombineerde dorst
naar kennis, schoonheid, ontspanning
en rust te lessen.
Een voorbeeld. Als u zin hebt te gaan
picknicken, waarom niet naar
Varsseveld getogen? Daar kunt uzich
neerzetten onder dezelfde linde die
Napoleon overlommerd heeft toen hij,
in 1812, met zijn verslagen leger uit
Rusland terugkerend, even wilde
uitrusten. U bevindt zich dan in het
hart van de onbekende Achterhoek,
met natuurgebieden als Vennebulten en
Zwarte Veen binnen wandelbereik.
De schim van de Franse keizer laat
zich echter ook ontwaren in Helvoirt,
om een heel andere richting in te
slaan. Het uithangbord van ,,de
Reizende Man" vroeger herberg, nu
boerderij herinnert eraan hoe
Napoleon op 5 mei 1810 met zijn gade
Marie Louise en een groot gevolg in
het dorp neerstreek op weg van
Tilburg naar Den Bosch om daar de
kathedraal Sint Jan weer ter
beschikking van de katholieke
bevolking te stellen. Door deze
wetenschap gelaafd, kan men zich
gaan vermeien in het bos, de hei, de
duinen en de vennen van dit Midden-
Brabant.
Even zuidelijker, bij Hilvarenbeek, wijst
een houten kruis de plaats aan waar in
1390 gravin Johanna van Brabant met
haar reiskoets in het Donkven reed.
Boeren trokken haar met ossen op het
droge. Uit dankbaarheid schonk de
gravin hun het moeras; de
nakomelingen bleven er tot 1923 in
gemeenschap turf steken.
Uit deze anecdote blijkt dat we in de
Peel zijn, eeuwenlang een woest, ledig
en onveilig gebied. Daar valt weinig
meer van te bespeuren, maar een
plaatsje als het Limburgse Meyel heeft
een brokje van de legendarische Veen-
Peel in ere gehouden: een uitgestrekte
wilde vlakte met een paar uitgeveende
kuilen. Dit is het gebied waar Vincent
van Gogh zijn Aardappeleters en
andere sombere doeken wrochtte toen
hij van 1883 tot 1885 in het nabije
Nuenen woonde, en waarover hij zijn
broer Theo schreef: „De hond heeft
spijt dat hij niet weggebleven is, want
het was niet zo eenzaam op de heide
als in dit huis". Het huis, de pastorie
V3n zijn vader, staat er nog steeds.
Een sprong noordwaarts, om te
belanden bij de hoeve „De Donderende
Storm" in Zandwerven. Binnen deze
muren zocht prins Willem III zijn
toevlucht toen hij in 1674 tijdens een
wandeltocht werd overvallen door
dezelfde wervelstorm die de Utrechtse
Dom deed instorten, schepen op het IJ
tot zinken bracht en de toren van
Purmerend omver blies. Uit dank
mocht de eigenaar zijn boerderij op
staatskosten laten herstellen.
In West-Friesland zitten we nu, met zijn
schitterende lintbebouwingen,
stolpboerderijen en boog- en
klapbruggetjes over donker bekrooste
waterloopjes. Ook het huidige café „De
Keizer" was eertijds een hoeve. Hier
liet Karei V in 1553 op doorreis bij het
zien van een boerenbruiloft spontaan
zijn karos uitspannen om te dansen
met de bruid.
Men vindt hem in Rijssen, de oude
„Poort van Twente" en het is een
koud kunstje het „Hollands
Schwarzwald" te bereiken de naam
spreekt voor zichzelf of de Sahara,
een stuifzandterrein in de Boswachterij
van Ommen.
Nog een suggestie voor een plaatsje
om te picknicken: de Trompenburgh te
's-Graveland. Hier sleet admiraal Tromp
zijn levensavond nadat De Ruyter hem
vanwege zijn gedrag in de zeeslag van
1666 aan de kant had gezet. De bomen
waaronder u zich nestelt, zijn door de
bejaarde zeeheld eigenhandig geplant.
Of zet u in de Duiventoren bij het
Brabantse Dongen aan de oever van
een oude slotgracht en kijk naar het
rijzende of dalende waterpeil dat
besliste over leven en dood van de
gevangenen die roofridder Willem van
Duivenvoorde in zijn kerkers opsloot.
De bosrijkdom op het zand van de
oude Baronie waar we ons nu
bevinden, is Voornamelijk te danken
aan de bemoeienissen van de graven
van Nassau die voor de 80-jarige
oorlog langer dan een eeuw in Breda
resideerden. Ook daarna bleven ze
ijveren voor de bebossing. Zo legde
Frederik Hendrik de grote Ulvenhoutse
bossen aan; het Mastbos is zelfs het
oudste dennenbos van Nederland.
Jong mag het onderduikershol uit de
Tweede Wereldoorlog heten dat het
Drentse Diever in ere houdt. Hier strekt
zich een van de grootste bos- en
heidevlaktes van de provincie uit,
compleet met schaapskudde.
Een meer natuurlijk hol vormt de
mergelgroeve bij Margraten waarin de
resten van een mosasaurus zijn
gevonden, een voorhistorische
Maashagedis die wel 12 meter lang
kon worden. Het mooiste exemplaar
van zo'n reptiel werd overigens in 1770
aangetroffen in een groeve van de Sint
Pietersberg. De Franse troepen voerden
hem in 1795 tegen betaling van 600
flessen wijn mee naar Parijs, hetgeen
bewijst dat we nu in Bourgondisch
Zuid-Limburg te gast zijn. Van hoog
naar laag.
Boenderpas bij het Zuidhollandse Vlist
vormt een gaaf voorbeeld van een
oude polder. De naam is een
verbastering van het Franse „Bon
Repas", hetgeen „Goede Maaltijd"
betekent, en herinnert aan de Franse
graaf Jan van Blois (1330-1381) die van
zijn grootvader Nederlandse gebieden
zoals Gouda en Schoonhoven had
geërfd waar hij als God in Frankrijk
leefde. Om één enkele braspartij te
kunnen betalen, moest hij de hele
heerlijkheid Vlist verkopen.
Zo brengt de historie u lichtvoetig naar
het landschapstype van uw keuze. De
gedachte aan de legendarische rover
•Ellert voert automatisch in de richting
van het Ellertsveld, een groot
heidegebied in Drente dat hij onveilig
placht te maken.
Gaat de belangstelling echter uit naar
de hoeve „'t Verbonden Hoofd" waar
een naamloze kapitein de plaatselijke
boeren aanvoerde tegen de
Spanjaarden, kwetsuren opliep aan
hoofd en benen, maar zich aan een
boom liet vastbinden teneinde de strijd
te kunnen voortzetten, dan is Jisp de
aangewezen plaats in het Waterland
met zijn visstekjes en vogelreservaten.
Ook wie zich tijdens het zomerse
potverteren eens bezinnen wil, kan het
hier aangegeven spoor volgen. Op een
heuvel bij Laren staat de St.-Janskapel.
In voorhistorische tijden vierden de
bewoners er hun zonnewendefeest
waarvan de jaarlijkse St.-Jansprocessie
een verchristelijking is. Aan uw voeten
wacht ondertussen het Gooi.
Op de Grote Berg bij Deurne
herinneren een kruis en een
gedenksteen aan de dappere pastoor
Gerardus Jacobs die hier tijdens de
Reformatie geheime
godsdienstoefeningen hield. Men is dan
tevens in een nog echt Bourgondisch
Brabants dorp.
Tubbergen kent zijn Fleringer-es waar
300 jaar geleden de katholieken
samenstroomden om de verboden
heilige mis te vieren. Het gebeurde
onder de Kroezeboom die een omtrek
van 8 meter heeft en de oudste eik
van Twente is. Gaat dat zien.
Of wandel over het Oortjespad dwars
dooreen oogstrelend plassengebied
van Nieuwkoop naar Meije; het
weggetje heet zo omdat de katholieken
het gratis mochten gebruiken wanneer
ze ter kerke gingen, terwijl niet-
katholieken een oortje (anderhalve
cent) moesten betalen. Woubrugge
wacht, waar een gedenkplaat herinnert
aan Jan de Bakker die hier pastoor
was voordat hij de Hervorming
omhelsde en ten prooi viel aan de
Inquisitie. Hij stierf in 1525 als e'én van
de eerste martelaren van de Reformatie
ten aanschouwe van landvoogdes
Margaretha van Parma op de
brandstapel. Maar toevallig ligt
Woubrugge ook aan de samenvloeiing
van Brasem en Kaag, de Kalverstraat
van de watersport.
Limburg is. gelijk men weet, even
gezegend met natuur als met kapellen.
Die in Schilberg herinnert aan een
vrome kasteelheer uit de
middeleeuwen. Hij had zeven huwbare
dochters. Op aanraden van een pelgrim
liet hij langs de weg zeven kapelletjes
bouwen waarbij de jonkvrouwen
dagelijks moesten neerknielen om te
bidden voor een goede echtgenoot.
Hun gebed werd verhoord toen zeven
officieren van het Roermondse
garnizoen eensgezind van hun paarden
sprongen.
Wilt u weten of u schone handen
hebt? De kerk in het Overijsselse
Heino heeft een legendarische pomp
die alleen water geeft aan mensen met
een goed geweten. Men pikt dan gelijk
even Salland mee, de grazige streek
langs de kronkelende IJsselboorden.
De kerk van Kesteren noopt bijzonder
tot bezinning. Naast de kansel bevindt
zich een gedenksteen voor dominee
Adrianus van Herwaarde die hier in
1855 tijdens zijn predikatie door de
bliksem werd getroffen en gedood.
Zoek dit dorp in de Neder Betuwe en
u weet dat het er goed kersen eten is.
Waarom heeft de kerk van Kapelle
geen orgel? Toen de ambachtsvrouwe
Marie Coomansin 1787 haar vermogen
van 4200 gulden aan de Hervormde
Gemeente naliet, bepaalde ze dat geen
orgelklanken op haar kosten het
gezang der gelovigen mochten
ondersteunen. Een strenge clausule die
men niet zou verwachten in de blonde
uitbundigheid van het Zeeuwse land.
Dwars lag ook de laatste telg van het
adellijke geslacht Welvelde. Na een
ruzie met het kerkbestuur liet hij rond
1800 alle grafzerken van zijn
voorvaderen uit het bedehuis weghalen
om ze te gebruiken bij de restauratie
van zijn huis. Men ziet ze nog ziten in
de muren van Havezate De Klencke te
Oosterhesselen en als men erop
uitgekeken is. ligt er een landgoed van
250 ha. omheen waar men zich kan
vertreden.
In Renkum staat een kerkje uit 950
waar St.-Bernulphus zielenherder was
toen keizerin Gisela, gemalin van
Koenraad II, in 1026 in zijn pastorie
een kind ter wereld bracht. Uit dank
voor zijn hulp werd de heilige tot
bisschop benoemd. Maar Renkum ziet
ook de kroon van de Veluwezoom
boven zich uittorenen.
Nog meer bezinnende historie? De
Laurentiuskerk in Voerendaal is het
enige Godshuis in Nederland, ooit door
een paus ingewijd. Het betreft Leo IX
die in 1049 van Rome op weg was
naar Aken om met de Duitse keizer
maatregelen te treffen tegen de
plundertochten van hertog Godfried
van Opper-Lotharingen. Voerendaal, dat
op zijn pad lag, vormde een bezitting
van zijn vriend, de Luikse bisschop
Udo van Toul en de paus wilde hem
graag een dienst bewijzen. Het zal
duidelijk zijn dat deze spirituele
excursie ons weer midden in
bronsgroen eikehout heeft
teruggebracht.
Een band tussen geestelijke en
wereldlijke zaken legt Huis De
Merckenburg in Heukelum. Het werd in
1150 gesticht door Jan van Arkel die
op kruistocht in een droom van de
aartsengel Gabriël opdracht kreeg een
witte zwaan te volgen en een burcht te
bouwen op de plaats waar het dier zou
nestelen. Het werd de oever van de
Linge, voorwaar geen slechte keus,
gezien de soms adembenemende
schoonheid van de 108 kilometer lange
rivier die door de Betuwe slingert. Hier
lonkt de verleiding er een kastelentocht
van te gaan maken, toch de
platgetreden lanen in. Weg dus. met
terzijde slechts de opmerking dat de
feodale heren van weleer uiteraard
wisten waar ze hun optrek moesten
neerzetten. In de omgeving is het bijna
altijd riant toeven.
Een uitzondering voor Slochteren, want
naar Groningen heeft onze zwerftocht
nog niet geleid. We vinden er de
zestiende eeuwse Fraeylemaborg, de
enige van de meer dan 100 voormalige
burchten in de Ommelanden waarmee
de landjonkers plachten te pralen, die
tot onze dagen bewoond is gebleven.
Henric Piccardt heeft er gewoond, die
als kamerheer aan het Hof van
Lodewijk XIV verkeerde en overdag
vermomd als bedelaar op de Pont Neut
te Parijs balladen zong en harp
speelde.
Friesland, o schande, zo hoog zijn we
evenmin geweest, ondanks de grote
roep van dit gewest. Hier zal het zaak
zijn platgevaren wateren te vermijden.
Maar een dorpje als Moddergat lijkt
voldoende vergeten. Op de dijk langs
het wad staat een monument ter
nagedachtenis aan de ramp die de
bloeiende vissersplaats in 1883 trof. Bij
een zeeb.eving voor de kust vergingen
17 schepen met 83 opvarenden. Daarna
was het voor altijd met de welvaart
gedaan. Hier gloren dus de
vergezichten over de Waddenzee. Maar
ook de vele terpdorpen met lapidaire
kerken uit de twaalfde en dertiende
eeuw geven bekoring aan deze
„Bouwhoek", een wijde streek van nog
niet geheel ingeklonken zeeklei, bij
elfstedenrijders berucht om zijn harde
winden.
Of neem Heeg. Totdat de Eerste
Wereldoorlog er een einde aan maakte,
kende net stadje grote bloei door de
palinghandel op Londen, zoals rijke
achttiende eeuwse huizen laten zien.
Zelfs Shakespeare maakt gewag van de
Heegse vissers. In 1666 kregen ze het
eeuwigdurend recht op een eigen
aanlegsteiger aan de kade van
Billingsgate Market uit dank voor hun
hulp bij de grote brand van Londen.
Men staat hier in het intiemste deel
van Frieslands merengebied, op de
bodem van de voormalige Middelzee
die monniken in de dertiende en
veertiende eeuw drooglegden, daarmee
het gewest een groot deel van zijn
blakende voorkomen schenkend.
Enkele tips, daar moet het bij blijven.
Ze tonen echter aan hoe men - den
vaderland getrouwe, zoals twee miljoen
Nederlanders jaarlijks zijn - in het
voetspoor van de geschiedenis op
onvermoede plekjes kan komen waar
niet alleen rust heerst voor de eeuwen,
maar ook voor de vermoeide
hedendaagse mens.