Roel
van
Duyn
werkt
in Oost-Groningen aan
alternatieve landbouwmethode
BINNENLAND
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 8 DECEMBER 1978 PAGINA 15
ten we inderdaad tot de conclusie
komen: je bent je leven geen mo
ment meer zeker.
Aan natuurrampen valt weinig of
niets te doen. Hoogstens is het
mogelijk door een groot waarschu
wingssysteem - orkanen en aard
bevingen - het aantal slachtoffers
zo klein mogelijk te doen zijn. Ep-
diemieën zijn te bestrijden, oorlo
gen, optimistisch gezegd, te voor
komen en hongersnood uit te
bannen, mits die zaken over de
gehele wereld worden aangepakt.
Willen we echter iets doen aan de
ongevallen in het verkeer, in de
bedrijven en in en rond het huis,
dan zullen we op kleinere schaal
moeten denken en werken. Dan
zullen we, om het aantal ongeluk
ken te doen teruglopen, kansen op
ongelukken dienen te vermijden
en dat betekent dan weer dat er
een indringender studie moet wor
den gemaakt van alle problemen
die met veiügheid samenhangen
en dat er veiligheidsdeskundigen
moeten komen, zowel in het be
drijfsleven als bij de overheid.
Achter
Dat is ook de mening van bijvoor
beeld minister Albeda, die hij nog
onlangs uitsprak op een symposi
um dat de Technische Hogeschool
in Delft had georganiseerd onder
de titel „Universitair onderwijs en
onderzoek in veiligheid."
Nederland loopt, als het om veilig
heidskundig onderwijs gaat, nog
een beetje achter. In de Bondsre
publiek Duitsland is enige jaren
geleden een wet van kracht ge
worden, die voor industriële be
drijven al naar gelang de grootte
het in dienst hebben van een of
meer, verantwoordelijkheid dra
gende veiligheidsfunctionarissen
verplicht stelt. Over de bekwaam
heden en opleidingsniveau van
deze veiligheidsfunctionaris doet
de wet geen harde uitspraken. In
1974 ging daarom aan de Ge-
sammthochschule Wuppertal een
dagopleiding in Sicherheitstechnik
van start. Daarnaast waren er
reeds lang beperktere leerstoelen
aan de Technische Universitaten.
In Groot-Brittannië bestaat sedert
1971 op inititatief van de industrie
in Birmingham en van de Univer
siteit van Aston aldaar een De
partment of Safety and Hygiene
(veiligheid en gezondheidsleer).
Deze studierichting is uitgegroeid
tot de grootste van de Engelse
universiteiten op het gebied van
gezondheid en veiligheid op de
werkplek.
De Verenigde Staten beschikken
over meer dan 100 faculteiten
voor korte applicatiecursussen op
het gebied van „system safety en
gineering" (arbeidsveiligheid en
gezondheid, veiligheidsorganisatie).
Reguliere vakken zijn te vinden
aan de Texas M University sinds
1949. Een inmiddeld gekwalificeer
de dagopleiding is gevestigd aan
de Univity of Southern Califor
nia, L.A. sedert 1952.
Eigen land
Gaan we in ons eigen land kijken
dan vinden we op MBO-niveau se
dert 1966 de opleiding Middelbare
Veiligheidskunde, georganiseerd
door PBNA en Veiligheidsinsti
tuut. De cursus geeft inzicht in
specifieke gevaren en (standaard-)
oplossingen.
Op HBO-niveau vinden we de op
leiding Hogere Veiligheidskunde
bij het Veiligheidsinstituut. Hier
wordt een meer algemeen inzicht
gegeven in de kwetsbaarheid van
mensen en de wegen waarlangs
schadelijke invloeden op de mens
kunnen worden voorkomen.
Reeds een groot aantal jaren is er
een opleiding op academisch nive
au voor bedrijfsarts, begonnen bij
het Nederlands Instituut voor Pre
ventieve Geneeskunde in Leiden,
later overgenomen door (enkele)
medische faculteiten. De opleiding
beoogt de aankomende arts op te
leiden tot het erkend specialisme
bedrijfsarts en hem hiermede te
bekwamen voor zijn wettelijke
taak. Ook hier wordt afgesloten
met een stage.
Dit jaar is aan de HTS in Heerlen
een post-HBO-cursus Veiligheid en
Milieu begonnen.
Op lager niveau zijn niet al te
hoge verwachtingen van een echte
integratie van veiligheid in het on
derwijs. Als specifiek vak vinden
we allereerst aandacht op de ba
sisschool voor het gedrag in het
verkeer. In het LBO komt het vak
gezondheidskunde tot ontwikke
ling. Op de LTS wordt aandacht
gegeven aan gedragsaspecten ten
aanzien van veiligheid, het Veilig
heidsinstituut stimuleert zulks. Op
de HTS is het vak veiligheid ge
heel of bijna geheel vervallen bij
de herstructurering enige jaren ge
leden. TH-studenten worden veelal
wel geconfronteerd met veiligheid
saspecten I bij laboratorium-werk
en onderzoek. Daarbij spelen de
TH-veiligheidsfunctionarissen een
duidelijke rol.
Allemaal wat schrieltjes als men
bedenkt dat Nederland volgens de
laatste schattingen een behoefte
heeft aan universitair opgeleide
veiligheidsdeskundigen van onge
veer zestig afgestudeerden per
jaar; een behoefte, die via een
aanloopperiode zelfs zou stijgen
tot honderd per jaar. Op het
reeds genoemde symposium werd
dan ook de stelling ter discussie
gesteld dat het nodig is dat MBO-
en HBO-cursussen en -opleidingen
in veiligheid worden gevolgd door
een aparte universitaire opleiding
tot veiligheidsdeskundige. Daarbij
dienen de veelal in het buitenland
ontwikkelde moderne wetenschap
pelijke methoden en technieken
ook in Nederland hun toepassing
en verdere ontwikkeling te krijgen
en in het onderwijs te worden op
genomen.
Daarnaast wordt ook nog gepleit
voor „sociale ingenieurs"; technici,
die daarnaast doorkneed zijn in
milieukunde, veiligheidskunde of
toegepaste gezondheidskunde.
Maar dergelijke sociale ingenieurs
zijn nu weer niet ideaal in de
ogen van de vakbonden, tenminste
als we de heer A. de Bruin van
de FNV mogen geloven die zegt
dat men een ingenieur niet mag
belasten met het toetsen van tech
nische ontwikkelingen op maat
schappelijke en menselijke nor
men. Van de ingenieur mag niet
verlangd worden dat hij deze speci
alistische kennis toevoegt aan zijn
technisch-specialistische kennis.
Het gaat hier in feite om een
nieuwe studierichting.
Problemen te over dus. Een ding
is wel duidelijk. De roep om meer
veiligheid wordt steeds luider en
het aantal ongevallen steeds gro
ter. Het wordt hoog tijd dat er
een uitermate strenge controle
komt op apparatuur, machines,
gebruiksvoorwerpen, auto's en wat
al niet, tot „veiligheidsscheermes
jes" toe. Voor de controle zijn
specialisten nodig, waarin alleen
goede opleidingen kunnen voor
zien. Daarnaast zullen ook de fa
brikanten veiligheidsdeskundigen
in dienst moeten hebben die in
het eerste voorstadium van fabri
cage inzicht hebben in de ge-
bruiksveiligheid van het te maken
produkt.
Al was het maar om dat jaarlijkse
dodencijfer met slechts één pro
cent omlaag te brengen. Dat
spaart toch 57 mensenlevens.
GERARD CRONÉ
je leven geen minuut
r zeker. Jaarlijks gebeuren er
et verkeer zo'n kleine 56.000
allen waarbij letsel wordt
lopen. Het aantal verkeersdo-
ligt per jaar tegen de 2600
verkeersgewonden zijn er on-
65.000. In fabrieken en
raken jaarlijks zo'n
personen gewond bij be-
Het sterftecijfer
op 150 per jaar. Dan
we nog maar over de
tienduizenden die jaarlijks in
AO terechtkomen of waar
de ongevallen niet in de sta-
als bedrijfsongeval staan
privé-sfeer - huis, tuin, enzo-
- valt jaarlijks eveneens een
aantal slachtoffers. Het Vei-
van het Veilig-
maakt dat overdui-
„Hoewel het aantal
ongevallen in de privé-
d.w.z. op alle plaatsen die
onttrekken aan de bemoeiin-
de instellingen ter bevor-
van de bedrijfs- en de ver-
- in de laatste
is afgenomen, komen
in ons land nog jaarlijks
mensen om het leven. Over
ongevauen met minder fatale
jlgen zijn alleen cijfers bekend
zover deze ongevallen tot op-
ie in een ziekenhuis hebben
id._ Dit gebeurde in 1973 bij
ongevallen in de pri-
Zorgvuldige schattingen
het aantal ongevallen in de
'è-sfeer, waarbij medische hulp
"t ingeroepen, liggen tussen de
00 en 700.000."
cijfers komen erop neer dat
k geval een op de twintig Ne-
ders per jaar iets overkomt.
we dan ook nog bedenken
mondiaal gezien, oorlogen,
natuurrampen en
zo'n cijfer nog een be-
ongunstiger maken, dan moe-
De Amsterdamse oud-wethouder, ex-provo en
„kabouterkoning" Roel van Duyn heeft zich onlangs
met vrouw en schoonmoeder gevestigd in een
boerderij in het Oostgroningse dorpje Veele bij
Vlagtwedde. Wat doet de man, wiens alternatieve
theorieën vaak voor grote opschudding zorgden in de
hoofdstad, daar op bet stille Groninger platteland?.
Roel van Duyn hult zich daarover nog in stilzwijgen
en geniet van de landelijke rust. We zochten hem op.
Bijgaand artikel vormt de weerslag van die
ontmoet ine
Het enigszins verwaarloosde boerderijtje aan de Veelerweg in Veele wordt
verbouwd.
VEELE-Het
boerderijtje aan de
Veelerweg in het
Oostgroningse dorpje
Veele is het stulpje
waar de 37-jarige ex-
wethouder Roel van
Duyn tegenwoordig
huist Een groot
bord met het
opschrift „Kaas te
koop" wijst ons
vanzelf de weg,
want de roem van
zijn uitstekend
smakende
zelfgemaakte kaas
is Van Duyn al
vooruitgesneld.
De hoeve, die de ex-
kabouter voor 36
mille heeft
betrokken, wordt
verbouwd. Het is een
verwaarloosd
pandje dat liefdevol
wordt
gerestaureerd. Er
liggen tenminste
flinke bergen zand
voor het huis dat
verder ook de
aanblik biedt van
een nog niet voltooid
onderkomen.
De „vrouw des
huizes verschijnt
voorderamen,
waarachter we een
sfeervolle huiskamer
met spinnewiel en
piano met
muziekbladen als
de meest in het oog
lopende zaken
ontwaren.
Van Duyns
levensgezellin komt
naar de voordeur
en hoort van ons dat
we „de heer Roel
Van Duyn" willen
spreken. „Nou ik
denk niet dat het
gaat. Hij is even
naar de bank. Vraag
het hem zelf maar.
Kijk, daarkomt-ie al
aan....
Inderdaad. De ex-
wethouder rijdt het
erf op, zet zijn
degelijk ouderwetse
fiets neer en vraagt,
enigszins
argwanend wat we
komen doen. „Nee,
ik heb nu geen zin
om gesprekken met
journalisten te
voeren. Kom maar
eens in februari
terug, dan schikt
het me misschien. We
zijn aan het
verbouwen, nee ik
heb nu geen zin in
een interview....".
Zo, daar sta je dan
in het Oost-Groninger
land. We keren
naar onze auto terug.
Van Duyn loopt
nog buiten. „Zeg",
vragen we, „kunnen
we eigenlijk kaas bij
ukopen?"„Ja
natuurlijk",
antwoordt hij vlot
„Kom maar even
mee naar binnen".
Daar staan we half
in de entreehal en
in de huiskamer. Het
is smaakvol
ingericht. Eigenlijk
wel gezellig. Het
spinnewiel snort. Van
Duyn's
Doornroosjetoont
ons de kaas en
snijdt vriendelijk een
stuk van 750 gram
af. „Het is jonge
kaas" vertelt ze.
„We houden van
biologisch
verantwoord voedsel,
onbespoten en zo.."
Nadat we f 9,75
hebben betaald en
de familie Van Duyn
succes hebben
toegewenst staan we
weer op de
Veelerweg.
Ruim een jaar
geleden toog Roel
Van Duyn aIs
„alternatieve boer"
naar het platteland.
Zoals bekend waren
er heel wat
„Amsterdamse
stormen" over de
wethouder heen
getrokken. Ruzie
met Samkalden,
Lammers en nog
een aantal
hoofdstedelijke
vroede vaderen droeg
nu niet bepaald bij
aan een rustig
bestaan.
Dat voert hij nu wel
in Veele. Buren
schetsen hem als een
„vriendelijke man"
en zelfs in een ander
dorp weet men
precies waar hij
woont. Geen
onbekende
geheimzinnige
kluizenaar dus, de
oud PPR-politicus.
Vier hectaren grond
bewerkt hij zelf op
zijn eigen „biologisch
verantwoorde"
wijze. Zijn kaas
smaakt in ieder
geval voortreffelijk.
Als alle andere
produkten van het
land net zo
smakelijk op tafel
komen dan zal de
familie Van Duyn in
Oost Groningen
gedijen.
Wat hij nu in
februari precies zou
gaan vertellen wilde
Van Duyn nog niet
onthullen. Duidelijk
is dat het
waarschijnlijk te
maken heeft met
bepaalde
landbouwmethoden.
Onbespoten zijn de
produkten van Van
Duyn. Dus is
kunstmest taboe op
zijn land. Hij werkt
er met hart en ziel
aan. Alles doet hij
met de hand en hij
loopt zelfs met een
juk en twee
melkemmers over
het land. Natuurlijk
kijken de
professionele boeren
ietwat meewarig
naar „amateur Vap
Duyn". Maar ze
spreken waarderend
over de romige
kaas en dat is toch
een groter
compliment dan van
Duyn had kunnen
verwachten. Hij past
zich trouwens
zoveel mogelijk aan
bij het Oost-
Groninger
levenspatroon.
„Geen betere
buurman dan Van
Duyn" zeggen ze in
Veele.
Veel praten, zoals hij
vroeger
beroepshalve moest
doen, past niet
meer bij Van Duyn.
„Een rustige man
die weinig zegt in de
winkel", aldus de
plaatselijke
middenstanders.
Natuurlijk baarde het
enig opzien toen
„die Roel Van Duyn,
je weet wel die
provo uit
Amsterdam zijn
intrek nam in het
Veeier boerderijtje.
Maar „kabouter Van
Duyn", heel wijs,
paste zich aan en nu
is men aan hem en
zijn familie gewend.
Belangstellend
wachten de
Oostgroninger
boeren de resultaten
van Van Duyn's
landbouwmethoden
af. Ze vinden het
onzin om geen
kunstmest te
gebruiken en
voorspellen dat er
na enige tijd een
misoogst komt. Of
Van Duyn het zal
volhouden is
natuurlijk de vraag.
Wie gewend was
aan het drukke
Amsterdamse
gewoel en
middelpunt was van
de politiek zal zich
erg moeten
aanpassen. Maar Van
Duyn die volgens
de plaatselijke
landbouwers de
fout begaat om op
zandgrond (waar
juist kunstmest nodig
is) andere
landbouwmethoden
toe te passen,
maakt een
vastbesloten indruk.
Maar op de foto wil
hij niet „In
februari dan zal ik
wellicht iets gaan
vertellen. Kom dan
maar terug" krijgt
ook de fotograaf te
horen. Terwijl de
zon op de prachtige
herfstdag de hemel
rood kleurt spoedt
Van Duyn zich
achter het huis. Even
later zeult hij naar
zijn koeien, een
zwarte „kabouter"
in het Groninger
land?
ALEXSNELLEMflN