ENLAND
Er zijn nog
steeds
mensen,
die geen weg
weten met
hun
problemen
Hulp zo
dicht mogelijk
bij huis
Opvang
bij radio en
televisie
Veelal
ouderen
die contact
zoeken met
hulpverleners
ie dis
I Ogle
I /fVERSUMDe paar
jaar, dat het project
io-en TV-opvang nu
draait, is zorgvuldig
hoeveel
reacties er
müjk binnenkwamen. Jan
WMnjpner, sinds 1 juni van
si iLcoördinator: „Er
bellen wekelijks
'kelijk honderden
mensen op met
oblemen. We zitten nu
tlleen met de vraag in
oeverre je pro blemen
mm^oept doorzo'n twaalf
H^ftrnners op het scherm
roduceren, projecten,
waar mensen terecht
kunnen. Zodat de
kijkers denken: nou
jongens, als er twaalf
lrners zijn en iedereen
het land zit klaar om
^wnsen met problemen
te vangen, dan hoor
je daar kennelijk een
probleem mee te
1 hebben. Dus, wil ik
meetellen, laat ik dan
ir even opbellen. Heus,
srzijn echt mensen die
zo reageren. Dat is het
hele probleem van
)verlenen: je moet een
goed
hulpverleningspakket
ebben om mensen, die
pIpen moeten worden,
ten dienste te staan,
laar je moetje ook van
Omgrenzen bewustzijn
m de zaak niet op gaan
loppen in de trant van:
iedereen, die maar een
•obleempje heeft, moet
iolpen worden.... Maar
discussie hierover is
lang niet afgerond.
De een zegt: er moet
nog veel meer hulp
verleend worden. De
ander meent: er is
ildoende hulp, maar er
moet beter worden
icoördineerd. De derde
zegt: laat de mensen
maar eens voor hun
vaateigen hachje zorgen en
laten we niet
middellijk klaar staan
als iemand behoef te
heeft aan hulp
persoonlijk denk ik,
dat als je kijkt wie er
reageren op televisie-
.—.logramma 's en hoeveel
dat er zijn, ons project
'ieslist nodig is. Maar ik
ben er niet van
^vertuigd, dat onze hulp
nog uitgebreid zo u
I moeten worden
Jan Sanner h eeft
eressante cijfers in zijn
ezit over de uitwerking
tl diverse uitzendingen.
Zo zond op 19 april de
een programma met
H de MAP uit over een
vrouw, moeder van
drie kinderen, die met
ioofdpijnklachten naar
Iaar huisarts ging. Deze
schreef pillen voor.
\iteindelijk belandde zij
bij een
ilpverleningsinstelling.
Va aanvankelijk verzet
van haar echtgenoot,
gingen zij beiden in
therapie. In de film
'erd het verloop van die
therapie beschreven,
iteindelijk bleek, dat de
vrouw zich steeds beter
ging voelen. Ze kon de
roblemen zelf hanteren:
ihttein haar woonplaats
een vrouwencafé op en
kwam in een
vrouwenpraatgroep
terecht. Het aantal
reacties op dit
programma liep op tot
bijna 1200. Opvallend
was het grote aantal
bellers uit de
leeftijdscategorie van 41-
65 jaar en de
constatering dat weinig
jongeren contact zoeken
met hulpverleners (46 van
de 1167 bellers waren
jonger dan 26 jaar). De
meeste mensen, die
opbelden, hadden
klachten over
slapeloosheid, pijn e.d.
Ook werden veel
psychische klachten
aangehoord, terwijl
relatieproblemen met de
partners en
medicijngebruik eveneens
hoog „scoorden
Kinderleed
Op de documentaire
„Kind in de
echtscheiding", eind vorig
jaar uitgezonden door
de AVRO, reageerden
1400 televisiekijkers. In
dit programma kwamen
kinderen aan het woord,
van wie de ouders nog
bezig waren met de
echtscheiding. De
kinderen vertelden over
hun ervaringen,
frustraties en vaak ook
angsten. De hulpverleners
kregen na afloop van de
uitzending 107 jongeren
aan de lijn. Naast de
psychische problematiek
werden door hen vooral
ook problemen tussen
kind en ouders bij wie
ze niet verblijven,
vermeld. Bij de ouders
die belden, was het
opvallend, dat het aantal
mannen dat reageerde
veel hoger was dan
tijdens voorafgaande
uitzendingen, waarvoor
opvang gepleegd werd.
Het thema
omgangsregeling leverde
erg veel problemen op.
Vragen over „praktische
zaken" als
boedelscheiding,
alimentatie,
opvoedingsproblemen van
kinderen in één-ouder
gezinnen, vielen in het
niet bij de psycho
sociale problematiek, de
onverwerkte situatie,
agressie, spanningen en
onmacht van de ouders
ten opzichte van elkaar,
de kinderen en vaak
ook de „derde"partner
bij het
echtscheidingsproces, het
justitiële apparaat van
rechter en raad voor de
kinderbescherming.
0 Jan Sanner: „Het project
RTV-opvangis opgezet
voor de jaren 1976-1978.
Wij zijn nu dus
duidelijk aan de evaluatie
toe, of we door moeten
gaan of niet. Duidelijk is
in die jaren in elk geval
geworden, dat er mensen
zijn, die nog steeds niet
de weg weten met hun
problemen. En ook dat
er velen zijn, die als ze
de weg wél weten hem
niet gaan bewandelen.
Voor al deze mensen is
zoiets, als we nu doen,
beslist nodig".
Vragen
„Er vallen allerlei taboes
weg. Mensen gaan over
Twee alternatieven
„Op het ogenblik is het
zo, dat wanneer een
omroep iets doet, wat
vragen oproept op het
LEiDSE COURANT
WOENSDAG 29 NOVEMBER 1978 PAGINA 9
gebied van de psycho
sociale problematiek, er
buiten de omroep zelf
twee alternatieven zijn om
hulpverleners in te
schakelen: het RTV-
project en Korrelatie.
Een van onze strakke
kriteria is, dat alle
radioprogramma's worden
opgevangen door
Korrelatie. De groep
mensen, die naar de
radio luistert, is veel
kleiner dan de groep,
die TV kijkt. Veel mensen
zetten de radio aan voor
muziek en als er dan een
stem komt, zoeken ze
snel een andere zender
op. Want ze hebben
vaak geen zin in „dat
gepraat". Bij de televisie
ligt de zaak kennelijk
anders. Als mensen naar
de TV zitten te kijken,
wachten ze dikwijls
passief af wat er allemaal
komt Hooguit schakelen
ze eens een keertje over,
maar ook dat blijft
beperkt. De keus is
immers ook minder
groot dan bij de radio.
Bovendien: de groep
kijkers is nu eenmaal veel
groter dan de groep
luisteraars. Al met al kan
Korrelatie de
radioklanten
gemakkelijker aan. We
hebben nog nooit een
radioprogramma gehad,
waarna de telefoonlijn zo
roodgloeiend stond, dat
we het gevoel hadden:
jongens, zo kan het niet
meer".
,Met de televisie ligt
het, zoals gezegd, heel
anders. Ik denk, dat de
invloed van de TV in
kringen van
hulpverleningsinstan ties
beslist onderschat is. Als
je de hordes ziet die op
televisieprogramma 's
reageren, dan is dat toch
wel iets waar je veel
aandacht aan moet
besteden. Het blijkt een
erg indringend medium
en daarop is het
hulpverleningsapparaat
niet onmiddellijk
toegerust. De afspraak
met ons is, dat als het
zes weken duurt tussen
de vraag, of wij de
opvang willen verzorgen
en het tijdstip van
uitzending, in principe het
RTV-project
ingeschakeld wordt. Of
wij dan inspraak
hebben in dat bepaalde
programma?"
Jan Sanner wikt en weegt
die vraag. Dan: „Soms.
Het hangt in feite van de
programmamaker af.
Eerlijk gezegd hebben we
er wel eens ruzie over.
Er zijn programmamakers
die zeggen: „Ik heb een
idee, reageer daar eens
op". Daarna ga ik het
verder uitwerken. Weer
anderen laten weten: „Ik
hep mijn programma
klaar. Jullie mogen
komen kijken en
afhankelijk van wat je
gezien hebt beslissen of je
al dan niet de opvang
verzorgt". Er zijn ook
programma-makers, die
ons confronteren met de
uitspraak: „Wijgaan dat
en dat uitzenden. Willen
jullie het opvangen en
verder geen gezwam". In
dat laatste geval is ons
antwoord steevast „nee".
.Alleen zit Korrelatie
dan met het effect, dat
wét de omroep ook
doet, zij tóch reacties
krijgt Het
telefoonnummer van die
stichting is wijd en zijd
bekend".
Medewerking
,A1 met al betekent dit,
dat wij in de knok
moeten gaan met de
omroepen en hen zover
moeten zien te krijgen,
dat ze wat meer
meewerken. Gelukkig
zijn er weinig omroepen,
die daar niet gevoelig
voor zijn. Een
uitzondering is de
Evangelische Omroep. Die
zendt soms programma's
uit waarvan wij denken:
hoe halen ze het in hun
hoofd. Maar het is het
recht van de EO nu
eenmaal in een land als
Nederland te zeggen en
te laten zien wat hij wil
Mits hij binnen bepaalde
grenzen blijft en die
liggen vrij ruim. Ze zijn
in elk geval anders dan
bijvoorbeeld veel
hulpverleners en ook
Korrelatie zouden
wensen. Een voorbeeld?
Wij menen, om een
belangrijk kritiekpunt te
noemen, dat de EO veel
te ver is gegaan in het
programma rondom
homosexualiteit. Ze
zeggen: als je homofiel
bent dan is dat slecht en
kwalijk en dan moetje
maar bidden dat het over
gaat Dat kun je mensen
niet aandoen vinden wij.
Het zou prettig zijn als
je naar de EO toe invloed
zou kunnen uitoefenen.
Want het is wel zo, dat
het hele land hun
programma's ziet En dat
veel mensen worden
bevestigd in bepaalde
vooroordelen".
„Overigens zie je de
laatste tijd, en ik zeg
dat een beetje aarzelend,
behalve bij de EO ook
bij de NCRV en de KRO
een bepaalde tendens
om de zaken meer in
eigen huis te houden. Ze
vinden het uitstekend om
ons te vertellen wat er
gebeurt. Ze vinden het
soms uitstekend, dat we
meedoen in de opvang, de
KRO bijvoorbeeld. Maar
met name de NCRV heeft
veel meer de neiging om
die opvang door h un
eigen nazorg te laten
verzorgen. Omdat ze een
christelijke omroep zijn
met een eigen identiteit,
wordt er dan gezegd.
Daar is uiteraard niets op
tegen. Maar ik denk
wel, dat je je moet
blijven afvragen of en
in welke mate je als
omroep ook open moet
staan voor niet-christenen,
die immers óók opbellen
na zo'n uitzending. Het
IKON had nog niet zo
langgeleden een
uitzending over
euthanasie. Christenen
zullen daar heel anders
over denken dan niet-
christenen. Dat vind ik
niet erg, als je dat als
hulpverlener dan ook
maar duidelijk maakt.
De EO heeft tot nu toe
aan ons geen enkele
boodschap. Die houdt
werkelijk alles af De
NCRV heeft wél een
boodschap aan ons, alleen
vindt die omroep, dat de
opvang in eigen huis
moet gebeuren. Dat
vinden we best, zolang we
ook de indruk hebben,
dat het radiopastoraat dat
op een redelijke manier
doet. Zodra wij daar
aarzelingen overhebben,
zijn ze bereid om
daarover te praten. Dat
is een heel goed
uitgangspunt De KRO
is wisselender. Ook daar
valt een tendens te
bespeuren om de zaken
meer in eigen huis te
houden. Onlangs zag ik
nog een advertentie,
waarin de KRO om een
receptioniste vroeg. Als
voorwaarde stond erbij,
dat ze katholiek moest
zijn. Voorheen hoefde dat
niet als ze maar paste
in het werkklimaat De
samenleving is op
bepaalde punten kennelijk
toch minder veranderd,
dan we met zijn allen
dachten. In de politiek,
in de pers, in tijdschriften
zie je, dat mensen toch
weer meer hun eigen
identiteit aan het zoeken
zijn".
Over op een ander
chapiter. Welke
programma 's hebben
veel reacties opgeroepen
en waarom? Jan
Sanner: „Waarom het een
uitschieter was, weetje
nooit helemaal zeker. Was
het omdat je twaalf
telefoonlijnen tot je
beschikking had en dus
meer mensen naar
hartelust konden
reageren, zonder steeds
de in gesprektoon te
krijgen, of lag het aan
het programma zelf. In
elk geval hebben we erg
veel reacties gehad na
uitzendingen over
slapeloosheid, het kind
in de echtscheiding en
tijd van leven (over een
vrouw die kanker had).
Ook een uitzending over
verkrachting heeft een
hausse aan telefoontjes
opgeleverd. Zonder dat
het RTV-project er
overigens bij betrokken
was, maar dat lag aan
de VARA. Die is veel te
laat na gaan denken,
over hoe de opvang
uiteindelijk verzorgd
moest worden. Op het
moment dat wij lazen
dat die uitzending er zou
komen, hebben wij
contact gezocht met de
programmamakers.
Maar dat was pas
veertien dagen voordat
het programma op het
scherm kwam. Het eind
van het liedje was, dat
het hele Korrelatieteam
er aan is gaan zitten en
men heeft het er de hele
dag zelf, de hele volgende
dag en ook de week
erna erg druk mee gehad.
Dat het ook anders kan,
bewees de NOS en met
name de makers van
het „programma met de
MAR". Wij zijn nu al
aan het praten over een
idee, dat men heeft voor
het seizoen 1979-1980".
FRANS VAN DEN
BRINK
allerhande zaken praten;
worden in hun eigen
huiskamer, vooral via de
televisie, geconfronteerd
met problemen en dat
roept vragen op. Dat is
duidelijk. Ook duidelijk
is, dat er erg veel
mensen zijn, die graag
ergens met hun vragen
terecht willen. De
samenleving is n u
eenmaal zo gegroeid, dat
je niet meer bij
voorbaat naar je
buurvrouw, je man of je
familie stapt met
bepaalde problemen. En
dan is zo'n telefonische
opvang gemakkelijk. Het
kan een beetje eng zijn
om te bellen, maar de
telefoon zit ertussen. Ze
zien je niet, je hoeft je
naam niet te noemen en
bovendien: je weet dat
die man of vrouw aan de
andere kant van de lijn
ervoor zit om op jouw
probleem te reageren.
Terwijl, als je naar een
hulpverleningsinstantie
belt, er een telefoniste is,
of misschien een
bureaudienst, maar de
kans datje direct kunt
praten over de vraag
waar je mee zit, is
betrekkelijk gering. Er
moet maar net iemand
zitten, die er wat van
weet en die tijd voor je
heeft op dat moment.
Kortom ik meen stellig
dat ons project in een
behoefte voorziet".
Jan Sanner, nauwkeurig
formulerend, zwijgt even
om een vrachtwagen met
een bronchiale
aandoening ruim baan te
geven. Als het
geluidsniveau in het
kantoor één hoog aan
de statige Utrechtse
Maliebaan weer normale
proporties heef t
aangenomen, legt hij uit
waarom het nu eigenlijk
gaat. „Medio april 1976
besloot een aantal
hulpverleners te
beginnen met de opvang
van mensen, die door
radio- en
televisieuitzendingen met
problemen op psycho
sociaal gebied
geconfronteerd werden.
Dat was de start van
wat bekend zou worden
als het project RTV-
opvang (radio en televisie-
opvang). Met principe
was, dat die opvang zo
dicht mogelijk bij huis
gerealiseerd moest
worden. Daarom werd
in elke provincie een
permanent team
geïnstalleerd,
samengesteld uit
werkers in de ambulante
geestelijke
gezondheidszorg, het
algemeen
maatschappelijk werk, de
telefonische hulpdiensten
en nog wat andere
instellingen. Bovendien
werd een duidelijke
relatie gelegd met de
Stichting Korrelatie, die
al langer bezig was met
.jielpen achter de
beeldbuis".