MARTE RÖLING: 'Praat me niet over vrouwenkunst' Ie Röllng Is een bekende mooie vrouw. Ze Is 38 |aar, k, groot, heeft een paar sprekende ogen van moeilijk lepalen kleur, een krachtige neus en volmaakte tanden, mooie uiterlijk gebruikt zij in haar werk, dat te vinden p gevels, sporthallen en In andere, grote ruimtes. Haar nen zijn vooral het menselijk lichaam, haar lichaam. Op girokantoor In Leeuwarden kwam een enorme hand met in Het Parool staan driemaal per maand haar modeteke- jen, op de sporthallen bij het stadion ziet men vanuit rijde omtrek monden. „Ik heb mijn eigen lijf bij de hand. Is makkelijk. Voor de modetekeningen verzamelen wij ling, ik trek die aan en dat komt in de krant". er bekend werk van haar was de shocking pink bus en noppentram met rijdende expositie ter gelegenheid van 75-jarig bestaan van het Amsterdams vervoersbedrijf. „Ik d hem zelf ook prachtig. Ik ging er wel eens speciaal r bij Americain zitten. En als ik hem dan aan zag komen r Amsterdam dat altijd wat grijsachtig is, die hele sterke i, schitterend vond ik het". Van de zojuist genoemde hand het girokantoor genoot ze ook zo. „Je kunt hem hoog de hemel zien in de hele stad. Ik ben hem 's avonds keer vanuit een heleboel punten gaan bekijken". s eer d de Ie bl o.Ëe zi leeldde zichzelf ook af op fotocollages voor de psychiatri- observatiekliniek van het Gevangeniswezen. Dat werd een rel. Haar uiterlijk windt de gevangenen te veel op, de secretaris van de Raad van de Kunst, die naar alle bladen een open brief zond. Marte heeft daarop roord dat ze dat nonsens vond. Als ze tachtig was, zichzelf ook hebben afgebeeld. „Ik maak zelfportretten, ben niet de eerste die dat doet", zei ze. met Marte Röling praat wordt duidelijk dat de opwindend van haar dan ook zeker niet ophoudt bij het begrip „sexy", is ze ook. Ze droeg tijdens één van mijn bezoeken blauwe arzen tot dijhoogte, een blauwe dikke mallot met daarover bikinipakje. Daarbij een blouse, 'maar alles in dezelfde lend blauwe kleur. Maar behalve al dat moois is er haar en wat haar vooral opvallend maakt, haar levenswijze. irk Kunstvormen naar menselijk lichaam (krijgt een beetje de indruk dat de jonge Engelse auteur McEwan nogal door de commercie van zijn uitgever ruitgeduwd wordt in de aandacht van publiciteit en kopers, zal ongetwijfeld het geval zijn, het is niet zonder reden tegelijk met de uitgave in Londen lan McEwan's boek tin Nederland verschijnt, vertaald en wel. ar dat mag dan ook wel, moet je onmiddellijk vaststellen, is de eerste roman van lan McEwan verschenen, en opnieuw kt het gelijk van de uitgever, vertalers en kopers van zijn ige verhalenbundels: na alle grote beloften van zijn verhalen kt deze roman een grote inlossing daarvan. Want, de npactheid, zuiverheid en beknoptheid van vertellen, is in verhaal een enorme totaliteit, waardoor je gaandeweg vanzelf 'fleet, dat lan McEwan door de publiciteit en commercie, de jonge schrijver die uitgeroepen is tot de belangrijkste zijn Engelse generatie, misschien al te hardhandig wordt introduceerd doorzijn Nederlandse uitgever. I gegeven van dit boek is simpel en tegelijk angstaanjagend, mogelijkheden, die in een roman een rol kunnen spelen. is een opmerking over de technische kwaliteiten van het ek, die boven elke twijfel zijn verheven. In elke zin gebeurt A komt de lezer verder in het verhaal, wordt een aanduiding fleven van wat nog komen moet, is er sprake van een rnieuwing van de visie van de lezer op de verhaalde beurtenissen. Ik moet zeggen, dat ik erg onder de indruk tvan een zo fabelachtige verteltechniek, i dan heb ik nog niet eens iets gezegd over de inhoud n het boek. „De Cementen Tuin" is een episode uit een Kinsleven. Vier kinderen, twee jongens en twee meisjes, ien op en zijn getuige van de. dood van hun vader en moeder. De verteller van het vernaai, de „ik", is de oudste „De cementen tuin" jongen, hij heeft een ouder zusje, een jonger zusje en een jongste broertje, dat door de zusjes steeds als meisje wordt verkleed. In het begin van het verhaal reeds sterft de vader van dit gezin. Hij heeft zojuist een begin gemaakt met het verwerken van de vele zakken cement die zijn bezorgd, om in zijn tuin een cementen stoep te maken. Bij dat werk sterft hij, op het ogenblik dat zijn oudste zoon (de „ik" dus. Jack) bij zijn op zichzelf gerichte sexualiteit ervaart dat hij man is geworden. De vier kinderen en de moeder blijven over, de moeder wordt bedlegerig en het is duidelijk dat zij zal sterven. De familie, die geïsoleerd woont, de kinderen, groeien naar elkaar toe, hun kinderlijke deelname in eikaars sexuele groei, krijgt door de dood van de vader en de ziekte van de moeder een enorme impuls. Alleen al om de beschrijving van die ontwikkeling ben ik heel sterk onder de indruk van deze eerste roman van lan McEwan. Ik vind de tweede helft van het boek, de episode na de dood van de moeder, zo perfekt van vormgeving (en tegelijk zo weerzinwekkend van inhoud en bovendien tegelijk zo levens echt), dat ik niet kan nalaten daarover mededeling te doen: de moeder wordt door haar kinderen na haar dood in een grote koffer vol cement opgeborgen, de oudste dochter krijgt een vriendje. Twee dingen spreken daar samen: het meisje krijgt een vriendje en treedt daardoor buiten het „clan"-verband, het oudste jongetje ondergaat een razendsnelle sexuele ontwik keling. Maar voor geen van beiden wordt iets opgelost, integendeel, aan het slot is er duidelijk de indikatie van officiële maatregelen: politie en gezag. Deze korte roman is louter perfectie: de wereld die erin wordt geschetst is geheel in zichzelf volledig en besloten, de relaties tussen de pertonen worden zo streng en onontkoombaar „De Cemen- (The Cement Garden een roman, verta ling Heieen gave De Har monie. Am sterdam. Prijs 18,90. lan Mc.Ev^ geschetst, de gebeurtenissen worden met grote precisie via allerlei „symptomen" duidelijk gemaakt: dat alles is een uitermate knap bouwwerk. Neem de ontwikkeling van de dood van de moeder: aanvankelijk ervaar je als lezer, omdat je het verhaal volgt via het relaas (in het perspectief) van de oudste zoon, niet anders dan dat ze lang en vaak in bed ligt, langzaam aan wordt duidelijk dat ze ziek is. Het hele leven van de vier kinderen verplaatst zich naar haar slaapvertrek. Ze begint opmerkingen te maken, dingen te regelen, voor het ogenblik dat ze er niet meer is. Voor de „ik" betekent dat dan nog niet meer dan haar verblijf in het ziekenhuis, maar dan is al onontkoombaar duidelijk dat ze zal sterven en dat dat vreselijke gevolgen voor de vier kinderen zal hebben. Ook de wijze waarop elke personage in het boek, elk karakter ervan een vorm krijgt, wijst op een groot technisch meester schap. gecombineerd met een feilloze visie op mensen, met een enorm observatie-vermogen van de auteur. Daarvoor is de" rol van het jongste zusje. Sue, zo 'n duidelijk voorbeeld: haar heel-half-niet reageren op de gebeurtenissen, haar vorm van buiten schot blijven, niet deelnemen, is bizar knap beschreven. Het korte roman-debuut van lan McEwan doet alles vergeten van zijn commerciële aankondigingen. „De Cementen Tuin" zo direct vertaald (met fouten: als iemand vraagt of hij boodschappen moet doen antwoord je niet dat er niets „gedragen" hoeft te worden, hoogstens dat er niets gehaald hoeft), brengt veel teweeg. Jammer dat je in het Nederlands de verwijzing die in de Engelse titel zit naar de dood, niet kunt vertalen: „The Cement Garden" is natuurlijk een allusie op „The Cementery", het Kerkhof. JAN VERSTAPPEN en regelt duizend dingen. Toen mij dat half bewonderend, half ironisch deed zeggen „Zakenvrouwtje" zei ze: „Zaken vrouw! Aan mij is niets „tje". En liever nog noem ik mezelf zakenman, zoals ik het meisje dat mij helpt mijn assistent noem. Bij al dat werk thuis komt dan nog de aktie op lokatie". De monden op de sporthallen bestonden uit grote cementplaten. „Voor de montage is op een zondag in Beverwijk alles uitgelegd. Schildering in het Girokantoor te Leeuwarden. Ze hebben me toén 12 meter boven de grond gehesen zodat ik kon controleren of er geen bobbels in de lijnen waren gekomen. Vanuit de lucht gaf ik de mannen op de grond instructies met tape correcties aan te brengen. Later bij de montage van de platen ben ik in het gras van de hallen gaan zitten. Het monteren is enorm zwaar werk. De mannen die het deden hadden bloeduitstortingen aan hun polsen. Maar niemand was die dagen ziek. Anders, als er normale, grijze platen gemonteerd worden is het verzuim vrij groot". Ook over dit werk spreekt zij stralend haar trots uit. „Ik heb een perfect gevoel voor compositie, een prachtig kleurgebruik. Ik vind dat ik ook ontzettend mooi kan tekenen". Henk Juriaans De belangrijkste reden voor het uitbeelden van zichzelf in haar werk is, dat zij zoveel met en aan zichzelf werkt. Henk Juriaans is daarbij een soort levende spiegel. Bijna alles bespreekt zij met hem. Hoewel zij niet met hem samenwoont in de gebruikelijke Zin van dat woord, is de aanwezigheid van Henk in haar huis vrij duidelijk. Verkocht hij enige tijd gelegen zijn gedrag voor 23 uur aan de stad Amsterdam, nu zaagt hij het huis van Marte van de nok tot de bodem door. Van alle etages is de achtergevel weg. Al enige maanden is er weinig verschil tussen binnen en buiten. Je kunt er schuilen voor al te harde wind en regen, maar meer ook niet. We praten met elkaar in de woonruimte op de eerste etage. Marte ziet er in dit uit zijn krachten gegroeide bus-wachthuis beheerst uit. Staat voor veel mensen het leven ongeveer stil tijdens een ingrijpende verbouwing, zij lijkt er zich sterker door te voelen. Ze draagt het blonde haar in een knotje, stift onder het praten de lippen nog wat roder, wat me aan de jaren vijftig doet denken. Er' vallen vonken van een hogere verdieping. Ergens op grond, bijna buiten, staat een boeket van vijftig bachara's met een ragdun laagje stof. Ik hou mijn jas maar aan. Vrouwenkunst Een vrouw die haar uiterlijk gebruikt in haar kunstwerken wordt tegenwoordig gerekend onder de feministische kunstena ressen. „Praat me niet van vrouwenkunst. Ik vind het een onzinnige indeling. We hebben hier een vrouwengalerie „Ama zone". Daarvan kreeg ik toen ze pas draaiden het verzoek wat werkjes af te staan voor een expositie. Ik ben zo'n vijftien jaar professioneel bezig en voel er niets voor om willekeurig met elke kunstenaar te exposeren. En dan nog in zo'n slungelig opgezet geheel. Alleen al het woord werkjes. Niets over verzekeringen en dergelijke. Ik weet niet of je de uitzending van de VPRO gezien hebt. Wat een trieste vertoning. Ze gooien eerst alle mannen op een hoop. Da's al een hele slordige. Ze hebben bijna allemaal kinderen, slapen met een man, maar uitgerekend hij is de onderdrukker. Natuurlijk worden er ook goeie dingen gezegd, zoals over gelijke betaling van man en vrouw. Over het algemeen denk ik dat de vrouwenbeweging een goed excuus is. Heb je gebrek aan lef in je persoonlijke leven of in je werk? Dan is zo'n beweging een veilige kapstok". Zakenman Zij noemt zich zakenman, hij draagt een jurk. Zo'n tweeslachtige positie: met een man samenwonen en hem je onderdrukker noemen, past niet bij Marte Röling. Inmiddels heeft Henk Juriaans gevraagd erbij te mogen zitten. Over dat samenwonen doet hij de uitspraak: „Ik wil doen waar ik zin in heb. Als iemand met mij samen .wil wonen, moet die ook doen waar ik zin in heb". Tot voor kort had hij zijn eigen woning, maar die is hij kwijt geraakt doordat in interviews stond dat hij bij Marte woonde. Nu is hij ergens op één van de verdiepingen van haar huis. Bij de voordeur staat op het bovenste bordje: Tjeerd Röling. Daar woont Henk Juriaans dus niet. Tjeerd is zijn pseudo-per- soonlijkheid. Marte zegt over Tjeerd: „Ik ken hem, ik vind hem wel aardig en erg mooi, maar ik heb niet zoveel met hem te maken". Marte komt weer binnen. Ze steekt niet onder stoelen of banken Mooie vrouwen mochten hem kussen. Verschilde hij wel eens van mening? Nee, als iemand dat vindt van zichzelf, vindt hij dat ook wel. Henk: „Tegenwoordig kom ik zelden meer buiten. Buiten, da's veel hoor. En het is ook altijd gedoe". Ik kijk hem niet begrijpend aan. Een man van een indrukwekkend postuur. Een sterke kale kop met een zware baard. Onder het stof wegens het doorzagen van het huis, gekleed in een blauwe overall. Op de nagels rode nagellak. Over een oorschelp een flinterdun pleistertje. De wond daaronder kan nooit erg diep zijn. Deze uitmonstering blijkt echter heel bijzonder. Op vrolijke toon legt hij uit waarom het buiten zo'n gedoe is: „Als ik uitga, draag ik vrouwenkleren. Niet van dat moderne zoals Marte draagt, of zoals jij, maar echt mooie kleren. Eigenlijk zou ik nou wel eens willen trouwen. Maar dat kost veel geld. En het is riskant. Stel je voor dat je vrouw dan niet wil scheiden. Dan zit je. Doordat ik niet meer werk aan de universiteit heb ik dat geld niet gemakkelijk. Ja, of Marte moet nog eens over haar hart strijken. „Misschien nog één keer", zegt zij dan. Marte kijkt hem blij en begrijpend aan. Haar vriend, waar zij niet mee trouwt. Als ik wegga wijst ze mij op de muren van de werkruimte. Zo'n vijf meter hoog. vijftien-lang. Eén wand heeft ze al betegeld. Een enorm glanzend beige vlak. „Schitterend wordt het", zegt ze stralend. ANNA BUYSMAN dat ze Henk geweldig vindt. „Het idee om zichzelf te verkopen aan het Stedelijk, fantastisch. Ik ben ook altijd bezig met mezelf in mijn werk, maar hij gaat er zonder omweg staan. Hij heeft daarmee wereldpubliciteit gehaald. Wij weten van mensen die uit het vliegtuig vanuit Mexico stapten en zeiden: Waar is Henk Juriaans? Buiten Nederland is men gevoeliger voor deze dingen. Hier ben je al gauw alleen maar gek. Behalve dat het een fantastisch idee was, was het ook moeilijk". Uitmonstering

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 17