nestow Secteleider Jim Jones. afhankelijkheidsstrijd van een volk. en die eer zal voor The People's Temple wel nooit zijn weggelegd. Hoezeer de stichter van de secte ook het vestigen van een samenleving verkondigde „waar in plaats van haat en geweld een geest van samenwerking, harmonie en broederschap heerst; een hemel op aarde waar geweld voor altijd zal zijn uitgebannen", de aanwijzingen voor chantage, hersenspoeling, uit buiting, beroving, marteling en bedrog onder zijn volgelingen zijn zo hard, dat een grafschrift in lo vende zin hopeloos misplaatst lijkt. Noch boezemt anno 1978 het beeld van een zich „vader" en „pro feet van God" noemende figuur, die beweerde meer dan veertig mensen uit de dood te hebben doen op staan en door handoplegging kankergezwellen te hebben genezen, veel eerbied in. In elk ander opzicht dan dat van de massale zelfdo ding gaat een vergelijking met de Zeloten van Masa- da dan ook mank. De People's Temple was gewoon •een Amerikaanse secte, zoals er ginds tientallen be staan, dubieus van herkomst en doelstelling, om het zacht te zeggen. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat Jim Jones dreef en vooral waarom zijn aanhang hem naar de oerwouden van Guyana wilde vplgen. Wantrouwen Uit de jungle van zogenaamde religieuze praktijken in de Verenigde Staten is ondertussen voldoende be kend om een hemelhoog wantrouwen te rechtvaardi gen. Bijvoorbeeld zoekt de Amerikaanse politie al bijna twee jaar naar de mormoonse profeet Ervil Ie Baron die van minstens twintig moorden wordt ver dacht. In oktober 1974 publiceerde hij een pamflet waarin hij bekende verantwoordelijk te zijn voor de dood van zijn broer Joël en waarin hij aankondigde diens concurrerende secte te zullen uitroeien een en ander bekrachtigd met aanhalingen uit de bijbel, die moesten bewijzen dat God persoonlijk achter hem stond. Inderdaad werd op tweede Kerstdag van dat jaar de nederzetting waar Jöëls volgelingen woonden, met kogels doorzeefd: twee doden en ze ventien gewonden. Op 20 april 1977 besloot Ervil Ie Baron tijdens een vergadering met zijn aanhang te Dallas de godsdienstige leider Allred Rulon te ver- moorden. Hij stuurde hem een briefje met de in houd: „Dat het zwaard van de Heer op u neervalle, want hoe kun je ontkomen aan de toorn en veront waardiging van de Almachtige God? De dag is nabij. Heb daarom berouw of onderga de vernietiging door de hand van God. Er zal wortel noch tak overblij ven". Op 10 mei 1977 werd Allred Rulon door twee vrouwen met zeven schoten om het leven gebracht. Zo gaat de lijst nog een tijdje door. Big business Het begint allemaal verdacht te klinken als een reli gieuze mafia, en inderdaad kan godsdienst in Ameri ka big business betekenen. De moderne Zeloot van zo'n secte brengt per jaar met de verkoop van trac- taatjes al gauw een 30.000 gulden binnen, tegen de schamele beloning van kost en inwoning geen cent meer. Bij 20.000 volgelingen het aantal dat The People's Temple had betekent dit de lieve somma van 600 miljoen gulden per jaar. Belastingvrij bovendien, want in de Verenigde Staten zijn religieu ze instellingen niet belastingplichtig, en vanwege de tot het uiterste doorgevoerde godsdienstvrijheid in het land blijven de grenzen vaag tussen wat net nog wel en wat net niet meer een religieus genootschap is. Voeg daarbij de giften en erfenissen die de sectes in de wacht slepen van de kluts kwijt geraakte ge scheiden vrouwen en bejaarden (ook beschuldigin gen tegen The People's Temple van Jim Jones ge wagen hiervan). Voeg daarbij een aantal politici die naar de gunst van godsdienstige splintergroepen dingen, omdat hun leden stemmen kunnen opleve ren. Dan ontstaat een griezelige wildgroei van moge lijkheden om in de naam van God schaamteloos schatrijk te worden. Bovendien heeft het Amerikaanse volk zich door heel zijn geschiedenis heen rijp getoond voor reli gieuze heilsboodschappen van de meest verscheiden aard. De voedingsbodem was er vruchtbaar voor. Zelfs sectes die in verdraagzaam Nederland niet kon den aarden, weken naar de Verenigde Staten uit en schoten daar gretig wortel denk aan de afge scheiden predikant Albertus van Raalte uit Sleen, die in 1845 met vijftig Drentse geestverwanten naar Mi chigan emigreerde en er de bloeiende kolonie Hol land stichtte. Veel van dergelijke geestelijke stromingen werden geaccepteerd en zelfs gerespecteerd. Daarnaast ech ter ontpopten een groot aantal leidsmannen zich als kwakzalvers, oplichters, sexuele maniakken, groo theidswaanzinnigen en zelfs regelrechte psychopaten. In deze laatste categorie hoort misschien Jim Jones thuis. Amerika heeft Benjamin Purnell gekend die als Koning van het Israëlitische Huis van David zijn vol gelingen absolute kuisheid voorschreef, tot in het huwelijk toe, maar zelf een harem hield van zestig meisjes. Guy Ballard heeft er gepredikt, een make- laartje die de cultus van de „Groot ben ik" uitvond en er in zes jaar tien miljard gulden rijker aan werd. De gebedsgenezeres Aimee McPherson daverde er per motorfiets het podium op onder het snerpen van een politiefluit, voordat ze plotsklaps en spoorloos verdween om pas weer te verschijnen toen de col lecte onder de gelovigen 200.000 gulden had opge bracht. Kleine profeten Hoe zijn dergelijke religieuze uitspattingen tot en met de massale zelfmoord van Jonestown te ver klaren? De Amerikaanse socioloog Arthur Orrmont geeft het volgende antwoord: „De geweldige uitge strektheid van de Verenigde Staten geeft kleine pro feten de kans zich op een eigen stukje prairie of woestijn te vestigen en betrekkelijk buiten schot te blijven van de kerkelijke meerderheden. Bovendien zijn veel Amerikanen individualist; ze voelen zich ge makkelijk aangetrokken tot nieuwe, sterke persoon lijkheden met een afwijkende boodschap, zeker in die delen van het land of die wijken van een stad waar het woord van de bijbel sterker is dan oplei ding of ontwikkeling. Daar krijgt zo'n profeetje snel absolute macht en gaat zich het bekende proces af spelen van absolute macht die verziekt, van verziekte macht vervolgens die ziekelijk wordt in zijn uitingen. Wanneer een leidsman onder dergelijke omstandig heden bovendien beschikt over gevoel voor show, is zijn succes in Amerika verzekerd. Alle door de mand gevallen marskramers van God blijken deze eigen schappen gemeen te hebben: een grote persoonlijke uitstraling, een tong van fluweel, gevoel voor thea ter. een ingeschapen kennis van menselijke zwakhe den en een opgeblazen ego. Het zijn allemaal dicta tors". Aangevoerd door een profeet van dit kaliber mag men aannemen trokken de leden van The Peo ple's Temple naar de vleespotten van Guyana. Daar, in de eenzaamheid van het oerwoud, moeten ze hebben bloot gestaan aan hersenspoeling, via tech nieken die ook bij andere hedendaagse religieuze secten in zwang zijn: afzondering, onthouding van zintuiglijke prikkels, groepsbijeenkomsten die hame ren op zelfkritiek, de vermaningen van een messi- aanse, hypnotische leider met inzicht in het schuld gevoel dat ieder mens in zijn eerste kinderjaren ontwikkelt, maar ook gewoon door middel van een pak slaag, van vernederingen, van genadeloze disci pline. Zo denkt althans de Amerikaanse psycholoog dr. Ro bert Lifton van de Yale Universiteit erover, schrijver van een standaardwerk over hersenspoeling in Rood- China. Het onvoorstelbare gebeuren in Jonestown zou dan als we de gebruikte dwang daarbij bui ten beschouwing laten begrepen kunnen worden als „anomische zelfmoord", een term uit de psycho logie die slaat op zelfdoding als gevolg van de ont reddering van maatschappelijke verbanden waarvan de mens onder normale omstandigheden deel uit maakt. Een dergelijke ontreddering, hoe heróisch be manteld ook, zal best op de belegerde rots van Ma- sada hebben geheerst waar de Zeloten als ratten in de Romeinse val zaten. Maar van daar naar Jones town is een verschrikkelijk lange weg, afgebakend met vraagtekens die tot diep nadenken stemmen. Wat was precies de reden van de ontreddering in •Jonestown? PIET SNOEREN die de troepen van Guyana aantroffen rond het centrum in Jonestown. In en rond de centrale hal van de commune liggen honderden lijken. skramers God voorzien gevoel r theater, nis van Jselijke ikheid en peblazen ego •et het dodelijk brouwsel MOO volgelingen van pdood injoeg. Links AMSTERDAM Wie een historische parallel zou proberen te vinden voor de elk begrip tartende zelfmoord van prediker Jim Jones en zijn ruim vier honderd volgelingen, komt bij Masada terecht, de ongenaakbare rots waarop zich in het jaar 73 na Christus de joodse secte der Zeloten had terugge trokken. Zoals het oerwoudkamp van „The People's Temple" In Guyana zich bedreigd voelde door de autoriteiten, zo belaagde toen het tiende legioen der Romeinen de vesting van do „Ijveraars". Hun leider was Eleazar Ben Ya'ir, en je hoort Jim Jo nes als het ware diens laatste fanatieke toespraak naroepen: „Aangezien wij opgestaan zijn tegen hun gezag en ons tot het laatst verzet hebben, kunnen wij slechts slavernij en martelingen verwachten wanneer de vijanden ons levend in handen krijgen. Het zal een gunst zijn als we mogen kiezen hoe we willen sterven. Laten we daarom hier als vrije mensen sterven, In glorie omringd door onze vrou wen en kinderen. Eeuwige faam zal ons deel zijn, want we ontnemen de vijand zijn prijs en laten hem slechts de overwinning op de lijken van hen die hun lot in eigen hand durfden nemen". Aldus Eleazar Ben Ya'ir op de rots van Masada. Al dus misschien ook een late echo in de wouden van Guyana uit de mond van Jim Jones. Negenhonderd zestig lijken, omgekomen door zelfdoding, vonden de Romeinen na hun bestorming van het bolwerk der Zeloten. De geschiedschrijver Flavius vertolkte hun emoties met de woorden: „Toen ze de rijen dode lichamen zagen, voelden ze geen triomf, maar ze bewonderden de adeldom van hun besluit en de manier waarop zovelen zonder aarzelen de opperste doodsverachting aan de dag hadden gelegd". Wat zich in Masada heeft afgespeeld, weten we dank zij twee vrouwen en vijf kinderen die zich aan de mas sale zelfmoord onttrokken door weg te kruipen in een regenput. Of ons hetzelfde inzicht zal worden gegund in het drama van Jonestown, blijft voorals nog de vraag. Maar de vergelijking dringt zich op. Anderzijds groeide Masada uit tot een van de groot ste geschiedverhalen die de wereld kent over de on- ■j n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13