Elton morgen in Den Haag Nog geen definitieve doorbraak voor Camel Concert-agenda JAZZ PLATEN „Ogun voor moderne Engelse jazz" Z LEIDSECOURANT/.i ZATERDAG 18 NOVEMBER 1 Zaterdag 17 november Twee optredens van de Amerikaanse formatie Santana in de Leidse Groenoordhal.Aanvang 19.00 en 23.00 uur. Maandag 20 november De legendarische gitarist Eric Clapton geeft een concert in de Jaap Edenhal in Amsterdam. Aanvang 20.00 Dinsdag 21 november Devo geeft een -concert in het Congresgebouw in Den Haag. Aanvang 20.15 uur. Woensdag 22 november Eerste manifesta tie van Rock Against Racism met Divorce, The Filth, Captain Coke, Los Mismos, Ivy Green, Crass, The Tapes, Milestones, Panic en Normaal in Paradiso te Amsterdam. Aanvang 20.00 uur. Donderdag 23 november Elkie Brooks treedt op in het Concertgebouw in Amster dam. 0iivia Newton-John, die naast John Travol ta in de film Grease te zien is, komt voor een éénmalig concert naar Nederland. Ze treedt op in de Jaap Edenhal in Amster dam. Aanvang 20.15 uur. Vrijdag 24 november De Amerikaanse Shirts in Paradiso in Amsterdam. Zaterdag 25 november Tweede optreden van The Shirts in de Eksit in Rotterdam. Woensdag 29 november Optreden van Ian Dury in het Congresgebouw in Den Haag. Aanvang 21.00 uur. Voorprogramma wordt verzorgd door Mr. Plugh terwijl disck-jockey Andy Dunkley de aankondigin gen zal verzorgen. James Browndeze koffiebruine, swingende „sexmachine" treedt op in de Jaap Edenhal m Amsterdam. Een medewerker van het Britse jazzblad „Jazz Jour nal" liet niet zo lang gele den naar aanleiding van het Haagse North Sea Jazzfesti val weten: „Buiten het Bel Air hotel pronkten de grote Amerikanen en andere bete re wagens van de heren mu zikantenDaartussen in een wrakkig Volkswagenbusje met de sticker van het En gelse Jazzlabel Ogun. Een tekenende situatie voor de jazz in Groot Brittanië. Ogun is het Engelse platen label voor de moderne jazz. En die wil daar nog niet floreren. Altsaxofonist Elton Dean is een van de musici die in diverse formaties („Ninesense", „Edo") voor dat label speelt, en bij stelt: „De meeste Engelse musici verdienen hun geld op het continent". Dean maakt de zer dagen een toernee door Nederland. De muziek van Elton Dean houdt mogelijk het midden tussen rock-jazz en free-jazz. In Nederland is Dean voor namelijk bekend als ex-bla zer van de Engelse popgroep „Soft Machine", en van zijn tijdelijk onderkomen bij de Nederlandse popformatie „Supersister", toen hij al voor het jazzpad gekozen hebbend om geld verle gen zat „Zodra ik uit Soft Machine stapte richtte ik een akoestische groep op", vertelt Dean in een inter view in het laatste nummer van het nieuwe blad Jazz Nu. „Ik kreeg het heen en weer van al die electronica, vooral van dat zogenaamde „geprojecteerde geluid". Je staat hier ergens te spelen en vanuit de andere kant van de zaal komt een of an der vervormd geluid terug". En over zijn werk in drie afzonderlijke groepen: „We kunnen het ons niet veroor loven in slechts één band te spelen. Het Elton Dean Qu artet krijgt misschien twee schnabbels per jaar van de Jazz Centre Society. Ze wil len daar steeds andere na men op het programma heb ben, dus vormen we met een klein aantal mensen een groot aantal groepen". Enkele van die kleine groep mensen zijn bassist Harry Miller (was hier al eerder op toernee, werkte mee met Willem Breuker die als te genprestatie meeblaast op Millers laatste plaat op het Ogun-label, „In Conferen ce"), en saxofonist Alan Skidmore, hier kortgeleden op bezoek in het Europese Jazz Quartet. Typische Brit se musici die experimente ren met stijlen, dan weer hier dan weer daar te vin den zijn, ofwel uit zucht naar vernieuwing ofwel uit bittere noodzaak. Van Skid more is in het Ogunpakket een mooie plaat te vinden, getiteld SOS (Ogun 400) en in 1975 verschenen. De Ogunplaten werden tot voor kort ingevoerd door Bertus- produkties in Berkel Roden rijs, maar die schijnt ermee opgehouden te zijn. De pla ten liggen nog wel in speci aalzaken, of zijn te bestellen bij Ogun Recording Ltd. 35 Eton Avenue, London NW3, telefoon 09 44 01-794 4490. De titel van SOS is tegelij kertijd de naam van alweer een Britse formatie, waar van ik niet weet of die in middels opgeheven is: Alan Skidmore (tenorsax, drums en percussie), Mike Osborne (altsax en perscussie), John Sur man (baritonsax, so praansax, basklarinet en sy nthesizers). In feit drie bla zers, die voor het eerst samenspeelden in 1973 in Brussel en hier een zeer apart geluid laten horen. Je zou het voorzichtig een bee tje kunnen vergelijken met wat een Willem Breuker c.s. hier doen. Alleen is het es- thetiserender en meer naar mooie geluiden op zoek. Soms tegen traditionele mo derne jazz aanleunend, soms bijna vrij. Naast de akoesti sche blaasinstrumenten werd bij deze eerste SOS-plaat ge bruik gemaakt van overdub- bing met muziek uit de syn thesizer en van de slaginstrumenten. Erg inte ressant gedaan, zo zelfs dat het blad The Times de plaat „de beste van 1975" noemde. SOS experimenteert met in strumenten, met geluiden en komt soms op bijna klassie ke paden terecht. Zoals in „Country Dance" waarin de aangehouden toon van de baritonsax de „drone" van doedelzakmuziek imiteert. De situatie van de moderne Engelse geïmproviseerde mu ziek is een beetje vergelijk baar met de Nederlandse. Ook hier moest Willem Breuker naar het buitenland (Amerika) om opeens een golf erkenning te vinden. Er zijn in Engeland weinig mo derne platenlabels waarop men muziek kwijt kan. In Nederland is van die nood een deugd gemaakt met de diverse kleine, door muzi kanten beheerde labels. Wil lem Breuker heeft z'n BV- Haast, Nedley Elstak geeft platen in eigen beheer uit, evenals fluitist Ronald Snij ders. Aan de andere kant ontbreekt hier een overkoe pelend modern label als Ogun. En zo'n label blijkt vraag en zie catalogus de moeite meer dan waard. BERTJANSMA De groep Flyin' Spiderz ri iliïlWTÏÏT^-" Elton Dean (morgenmiddag in Pepijn) hier spelend op de saxello (een sopraansax met een bocht en een wat breder geluid): „De meeste Engelse musici verdienen hun geld op het continent". Dat publiek hier is aardig veranderd ten opzichte van een jaar tje of twee, drie gele den. Ik kan me nog herinneren dat we in Paradiso speelden toe- ndertijd. Iedereen zat apatisch voor zich uit te staren, er was geen enkele emotie te ont dekken, geen enkele „physical reaction En neem dan het pu bliek tijdens deze tour: de apathie ge heel verdwenen, geïn teresseerd luisterend en zowaar, er kwam respons." Andy Ward, de tengere drummer van de sym fonische rockformatie Camel steekt zijn en thousiasme over de Nederlandse optredens van het afgelopen wee keinde niet onder stoe len of banken. Andy is met Andrew Latimer, gitarist, het enige nog originele lid van Ca mel, die wat ze zelf zeggen muziek maken, die „unsettled" is. De groep werd in 1972 op gericht samen met Doug Ferguson en Pe ter Bardens, die bei den inmiddels zijn op gestapt. Het vertrek van Ferguson werd re delijk opgevangen door het aantrekken van de ex-Caravan bassist Richard Sin clair, die voor het eerst op het vorig al bum „Rain Dances" te horen was. Richard heeft een redelijke re putatie opgebouwd als zanger, „één van de weinige roek-zangers, die echt kan zingen", schreef Melody Maker eens. Het onverwachte opstappen van Peter Bardens, met Latimer de leverancier van al het Camel-materiaal, kwam veel harder aan. „Meningsverschilen" is het enige wat Andy Ward los wil laten over het vertrek van Bardens. „Hij kon zich niet meer vinden in ons muzikaal concept. Van de zes albums die tot nu toe zijn versche nen, heeft het instru mentale Snowgoose, de meeste indruk ge maakt op het publiek. Snowgoose was geïn- spireeerd op een ver haal Paul Gallico. „Inderdaad betekende deze elpee voor ons de doorbraak zowel Enge land als op het vaste land van Europa en een heel klein beetje in Amerika. Dat suc ces was voor de men sen van de platen maatschappij aanleiding ons een nieuw conceptalbum aan te praten. Daar hebben we ons met hand en tand tegen verzet. Vandaar dat het volgende album „Moonmadness" niet aan één thema is op gehangen. In tegenstel ling tot groepen als Genesis en Yes zijn we niet van plan door te borduren op succesthe ma's. Deze groepen, die in feite maar één enkele formule hebben en die volledig uitkau wen, verdienen er na tuurlijk een heleboel geld mee, maar artis tiek gezien zitten ze al jaren op dood spoor. En dat willen wij hoe dan ook voorkomen. Plezier in het werk is belangrijker voor ons The Flyin' Spiderz Eén van de belangrijkste expo nenten van wat Nederland aan punk heeft voortge bracht, is de Eindhovens groep the Flyin' Spiderz. Deze band, die zich op de eerste elpee in de voetspo ren van de Sex Pistols trad, heeft op de pas uitgebrachte plaat „Let it Crawl" meer voor de lijn van de Ameri kaanse Ramones gekozen. Het effect van deze aanpak is, dat nummers die geschikt zijn om snel en gedreven te worden gespeeld, te traag zijn opgenomen. Hierdoor is het vlees noch vis wat de heren produceren. „S.O.S." het openingsnummer van de elpee, „Marionettes" en „Car", dat live werd opgeno men, vormen positieve uit zonderingen op het geheel. Speciale aandacht verdie nen de teksten. Zij ademen een sfeer uit van destructi- visme en negativisme, die zo eigen is aan de punk. In de vernauwde zienswijze van de- heren past het niet een poli tieman te zien als een nor maal mens, maar is het ogenblikkelijk een fascist. Over 'het algemeen zijn de teksten op de plaat trou wens slecht te verstaan en dat is maar goed ook. (Ne- gram-Bovema) Starcastle De Amerikaan se groep Starcastle, die in het land van herkomst enor me successen heeft, krijgt in Europa maar geen voet aan de grond. Ook de vierde el pee van de band, „Real to Reel", maakt niet erg teel kans hoog op de hitlijsten te komen. De reden daarvan ligt waarschijnlijk in het feit dat Starcastle zich voorna melijk op Europese groepen oriënteert. Al eerder is de groep verweten een tamelijk schaamteloze immitatie te zijn van het Engelse Yes. En inderdaad, zowel de toetsen als de zang vertonen een frapante overeenkomst met die groep. Toch is Starcastle zowel instrumentaal als vo caal uitstekend op dreef op de plaat. „Half a mind to le ave ya", „Watcha gonna do when it all comes down on you" en So here we are" to nen wel aan dat aan de in dividuele kwaliteiten van de groepsleden niet getwijfeld hoeft te worden. Maar dat bij ieder nummer de naam van een andere groep door het hoofd speelt, is toch wel een teken van de beperkte compositorische kwaliteiten van de band. (C.B.S.) Tom Waits Zet „Blue Va lentine" op en wat je hoort zijn wonderschone violen, dik aangezet en erg senti menteel. En dan Tom Waits, de ruwe bolster met de even ruwe pit als stem.' „Somew here" de schlager uit West- Side-Story kweelt hij. De angst slaat om je hart: waar is die oude Tom met z'n be schrijvende teksten, z'n op jazz en blues getinte muziek, z'n ironie, z'n sarcasme? Ge lukkig, het tweede nummer van kant één komt aardig in de richting en de rest van de elpee is weer „ouderwets". Verhalen over de zelfkant van het leven, zo treffend neergezet als alleen Tom Waits dat kan Drie num mers^ springen er uit qua perfecte sfeertekening: „Christmas Card from a hooker in Minneapolis", „Ro meo is Bleeding" en Ken tucky Avenue" (Asylum- /WEA) Walter Egan De uit Was hington D.C. afkomstige Egan blijkt erg gevoelig voor producers. Niet zozeer voor de man zelf als wel voor zijn muzikale ideeën. Op „Not Shy", zijn tweede, onlangs uitgekomen album was Lindsey Buckingham de producer en dat is te mer ken ook. Op deze elpee zijn overduidelijk kenmerken van Fleetwood Mac van van daag de dag te horen, tot zelfs de stem van Stevie Nicks toe. Op een enkel nummer verzorgt zij het leeuwendeel van het achter grondkoortje. Kortom, een weinig interessante elpee dus, met up-tempo roek- werk, melodieus en zonder enige opvallende prestaties (Polydor Chicago De altijd aanwe zige stijlkenmerken van Chi cago zijn ook op de nieuw ste langspeelplaat „Hot streets" terug te vinden: hoge zang van zoetgevooisde Petér Cetera (de man die bovendien verantwoordelijk is voor de recente serie sing lesuccessen van de groep) en de zo langzamerhand wat te- laI eh veel vor de hand liggend] blazers-arrangementen val James Pankow. Als gitarist j"1 heeft de groep na het over- lijden van Terry Kath de nieuwe ster Donny Dacus huis gehaald, maar deze le vert op de plaat nog g< werkelijk opvallende bijdra-1 ge, die een verandering v< het tciïale Chicago-geluid kunnen betekenen. De speler bevat ingetogen en weinig origine le nummers; helemaal in stijl die men al jaren vi Chicago kent. Twee deringen hierop (en daarmi de aantrekkelijkste numme van de plaat) zijn het titel nummer 'Hot streets' en de compositie 'Ain't it time'. In eerstgenoemd nummer geeft gitarist Donny Dacus een in druk van wat hij in zij mars heeft, en in 'Ain't time' blijkt hij bovendi prima te kunnen zingen, gen een achtergrond van stekende en originele zers, lekker gitaars kortom: dit is het bi nummer dat op de t plaatkanten te vinden is. rest van de schijf is gc maar niet spectacul (CBS) De groep Camel in de huidige samenstelling, met als tweede van rechts Andy Ward. dan geld", en dat klinkt uit de mond van Andy Ward vreemd. „Ik kom er rond voor uit dat in een kapita list ben", zei hij eerder in het interview. „In derdaad, ik ben niet vies van geld. Maar het komt bij ons niet met stromen binnen. Mensen denken daar wel eens anders over, maar ga eens na: ge durende deze Europese tournee van drie maanden, verdienden we gemiddeld zo'n honderd pond (onge veer 400 gulden, red.) per week. Dat mag toch geen vetpot he ten." Als Andy het over geld heeft, weet hij van geen ophouden. „Ik droom er vaak over. Stel je voor als ik rijk zou zijn. Dan zou ik direct een com plete studio laten bou wen, stoppen met drummen en onbeken de groepen gaan coa chen en produceren. Ik zou de belangen van de groep voorop stellen en pas daarna aan de geld verdienen denken, maar ach, het is nog verre toekomst muziek." Inderdaad, eerst zal Camel moeten zorgen voor een definitieve doorbraak. De groep schijnt haar draai nog steeds niet gevonden te hebben, getuige de vaak uiterst verschil lende muzikale aanpak op de albums. De re den van die voortdu rende wisselmg in aan pak ligt misschien in het feit dat elk van de groepsleden toch dui delijk andere muzikale interesses heeft. Hoe valt dat dan te rijmen met opmerkingen als „onze inbreng als groepsleden in het Ca mel-repertoire is ge ring. Andv: „Dat klopt niet helemaal Inderdaad schreven Peter en Andrew al onze nummers, maar dat hield niet in dat wij deze ook klakke loos speelden. We f droegen ook zelf sugjj gesties aan, die altijd] gerespecteerd werden. Met de nieuwe ,,iiné-|] up" zal dat nog verdei worden doorgevoeri en gaan we allemaal aan ons materiaal meewerken. Hoe dat) eruit gaat zien is ook] voor ons nog de vraa dat zien we wel ais d) tournee eind dea maand is afgelopen en] eind december met de] opname van de nieuw elpee gaan beginnen." LEX NIGGEBR UGGÉi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 20