Letterlijke tekst rapport Oorlogsdocumentatie :o J binnenland Mu LEIDSE C0URAN1 1NNI Enkele gedragingen van mr. Wil lem Aantjes gedurende de periode van de Duitse bezetting, 1940-1945. Rapport inzake het verloop van het onderzoek en inzake de voorlo pige bevindingen, uitgebracht aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, aan de Minister- President en aan de Minister van Justitie door dr. L. de Jong, direc teur, en A. J. van der Leeuw, wetenschappelijk medewerker. 1. Op donderdag 26 oktober ontving de heer De Jong bezoek van mr. I. E. Hes, advocaat te Den Haag, die geschokt was door een mededeling die hem bereikt had, inhoudend dat in de wandelgangen van de Eerste Kamer verteld werd dat mr. Willem Aantjes lid zou zijn geweest van het Nationalsozialis- tische Kraftfahrerkorps. Mr. Hes vroeg de heer De Jong of die mededeling juist was; de heer De Jong antwoordde dat hij nimmer ook maar bij geruchte vernomen had dat er op mr. Aantjes' gedrag tijdens de bezet ting iets aan te merken viel. Na het bezoek van mr. Hes verdiepte de heer De Jong zich in wat mr. Aantjes zelf in de afgelopen jaren over zijn belevenissen in de periode 1940—1945 had laten publiceren, t.w. in „De Haagse Post" van 24 mei 1975, in „De Tijd" van 22 april 1977 en in het boek „Willem Aantjes" door Rob Vermaas. Uit deze publi- katies bleek o.m. dat de heer Aantjes, geboren in januari 1923, in de jaren 1940—1942 het gereformeerd Marnix-gym- nasium te Rotterdam bezocht had, dat hij in 1943 door de directie van de PTT waarbij hij toen werkzaam was, uitgezonden was naar Duitsland waar hij in Mecklenburg bij de posterijen tewerk was gesteld, dat hij eind 1944 naar Nederland was terugge gaan of teruggezonden en als gevangene zou zijn beland in het strafkamp voor „spitters" dat tijdens de hongerwinter ge vestigd was in de inrichting „Port Natal" te Assen, en dat hij in september 1945 rechten was gaan studeren in Utrecht 2. Op vrijdag 27 oktober werd aan de heer Van der Leeuw door mr. H. P. J. Dolk, advocaat te Amsterdam (een relatie van het instituut die hij reeds vele malen gesproken had), terloops meegedeeld dat hij en zijn broer, mr. G. A. J. Dolk, eveneens advocaat te Amsterdam, die school- resp. klasgenoot van mr. Aantjes geweest waren, deze sinds kort na het begin van de Duitse bezetting hadden leren kennen als NSB'er c.q. als lid van de Nationale Jeugdstorm. Mr. H. P. J. Dolk had voorts de stellige indruk dat in hoge politieke kringen in Den Haag geenszins onbekend was dat op het bezet tingsverleden van mr. Aantjes iets aan te merken viel; hij deelde tenslotte mede dat mr. Aantjes bij op zijn minst één gelegen heid (de formatie van het kabinet P. J. S. de Jong, dat begin april 1967 optrad) een hem aangeboden ministerschap had gewei gerd uit vrees dat dan aan zijn lidmaatschap van de NSB ruchtbaarheid zou worden gegeven. 3. De heer De Jong achtte deze hem gerapporteerde mededelingen hoogst ern stig en besloot, na de zaak in het weekeinde overdacht te hebben, op maandag, na ook nog overleg te hebben gepleegd met enkele stafmedewerkers, op eigen verantwoorde lijkheid als directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie onverwijld een voorlopig onderzoek in te stellen: zou blij ken dat de jegens een zo vooraanstaande figuur geuite beschuldigingen onjuist wa ren, dan dienden zij onmiddellijk binnens kamers of publiekelijk weersproken te wor den: waren zij daarentegen juist of zou van ernstiger misdragingen blijken, dan zou mr. Aantjes in de aan hem gewijde publikaties, onder 1 bedoeld, de publieke opinie hebben misleid en zou men bovendien moeten concluderen dat hij onmogelijk vrij kon zijn in zijn staatkundig handelen doch eerder gezien zou moeten worden als een potentieel object van chantage, eventueel ook van de zijde van buitenlandse inlichtingendiensten. 4. In het kader van dit onderzoek werden op maandag 30 en dinsdag 31 oktober alle daarvoor in aanmerking komende archief- delen van de NSB en de Nationale Jeugd storm alsmede de daarvoor in aanmerking komende periodieken van beide organisa ties door medewerkers van het instituut grondig doorzocht; het onderzoek leverde niets op. Op vrijdag 3 november is het ten institute aanwezige, zeer fragmentair ar chief van de Landstorm Nederland door zocht; ook dit onderzoek leverde niets op. 5. Op maandag 30 oktober voerden de heer De Jong en Van der Leeuw een gesprek met de onder 2 bedoelde gebroeders Dolk die de onder 2 met betrekking tot mr. Aantjes vermelde feiten met nadruk beves tigden. Voorts voerde de heer De Jong op dinsdag 31 oktober een gesprek met dr. G. Puchinger, wetenschappelijk medewer ker van de Vrije Universiteit, eertijds lid van de zuiveringscommissie voor Utrechtse studenten, die hem meedeelde dat de heer Aantjes niet voor die commissie verschenen was. De heer De Jong sprak die dag vervolgens nog met ir. L. Troost, agrarisch adviseur te Bloemendaal, die mr. Aantjes een aantal jaren geleden schriftelijk gecon fronteerd had met mededelingen van oud gevangenen uit „Port Natal", volgens wie mr. Aantjes aldaar herhaaldelijk de Hitler groet had gebracht. Ir. Troost zei aan de heer De Jong dat mr. Aantjes jegens hem in een persoonlijk gesprek had erkend dat hij tijdens zijn verblijf in Duitsland sterk onder de indruk was gekomen van de Duitse propaganda en dat hij in Nederland een opleiding had gevolgd in het nationaal-so- cialistische politie-opleidingskamp Schalk haar; mr. Aantjes zou daar volgens eigen zeggen geweigerd hebben, de eed op Hitier af te leggen en zou deswege zijn gestraft. 6. Als gevolg van de onder 5 bedoelde gesprekken kwam, mede gelet op de vol strekt serieuze indruk die de zegslieden maakten met wie de heren De Jong en Van der Leeuw gesproken hadden (zegslieden die bereid waren, hun mededelingen, mocht dat nodig zijn, onder ede te herhalen), bij voorbaat reeds voor hen beiden het volgen de vast te staan: a. dat er aanwijzingen waren dat de heer Aantjes van januari 1941 af, toen hij acht tien jaar werd, lid geweest was van de NSB c.q. sinds het begin van de Duitse bezetting blijk had gegeven van opvallende Duitse sympathieën; b. dat er aanwijzingen waren, dat de heer Aantjes in het strafkamp „Port Natal" niet opgesloten was geweest als gevangene maar er werkzaam was geweest als staflid dan wel als bewaker: c. dat, als de herinneringen van de heer Puchinger juist waren, het aan geen twijfel onderhevig was dat de heer Aantjes vals heid in geschrifte had gepleegd bij het begin van zijn studie te Utrecht door op het formulier dat hij, als elke student, moest invullen, om te beginnen al te verzwijgen dat hij in Duitsland had gewerkt; uit de vermelding van dat feit zou zijn voortge vloeid dat hij voor de zuiveringscommissie had moeten verschijnen. 7. Bij voortgezet onderzoek, uitgevoerd volgens aanwijzing van de heer Van der Leeuw en uitgaande van het feit (vermeld in de onder 1 genoemde publikaties) dat de heer Aantjes bij de posterijen in Mec klenburg tewerkgesteld was, werden op woensdag 1 november in het archief van de Deutsche Dienstpost in den besetzten niederlandischen Gebieten door drs. C. J. F. Stuldreher, hoofd van de afdeling beheer van het instituut, vier authentieke documen ten gevonden die in fotokopie aan dit rapport zijn toegevoegd. (1) Uit die docu menten blijkt: a. dat de heer Aantjes zich op 20 juli 1943 heeft laten uitzenden in het kader van de Arbeitseinsatz, en wel naar Güstrow in Mecklenburg; b. dat de heer Aantjes op 12 oktober 1944 in Hamburg gemobiliseerd („eingezogen") is door het SS-Hauptamt teneinde ingedeeld te worden bij de Landstorm Nederland, een onderdeel van de (Duitse) Waffen-SS; daar bij zij aangetekend dat de Waffen-SS Neder landers slechts als vrijwilligers aannam. aantekening op 19 augustus 1947 was gese poneerd namens de procureur-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof te 's-Gravenha- ge. 9. Op donderdagavond 2 november werden de twee onderzoekers door mr. H. P. J. Dolk in het bezit gesteld van twee brieven van mr. Aantjes aan mr. Dolk, resp. d.d. 13 december 1966 en 9 maart 1967 en van een brief van mr. H. P. J. Dolk aan mr. Aantjes d.d. 13 maart 1967. Op vrijdagoch tend 3 november werd de heer Van dér Leeuw met speciale regeringsmachtiging in het bezit gesteld van het persoonsdossier ten name 'van W. Aantjes uit het archief van het postdistrict Dordrecht en van enke le stukken hem betreffende uit het archief van de Centrale Directie van de PTT. In laatstgenoemd archief bevond zich o.m. een kaartje waarop geschreven stond: „Willem Aantjes Germaansche SS". 10. Op vrijdagmiddag 3 november voerden de Minister-President en de Minister van Onderwijs-en Wetenschappen en van Justi tie een gesprek met mr. H. P. J. Dolk. Later in de middag ontvingen de Minister-Presi dent en de Minister van Justitie mr. Aantjes aan wie het gehele hem betreffende mate riaal voorgelegd werd. Daarop volgde, in aanwezigheid van beide ministers, een ge sprek van de heren De Jong en Van der Leeuw met mr. Aantjes waarin deze zijn eigen zienswijze gaf op de hem voorgelegde gegevens en stukken. Hem werden een exemplaar van het rapport d.d. 2 november 1978 en afschriften van zijn correspondentie met mr. Dolk overhandigd. 11. Nadat mr. Aantjes vertrokken was, werden op vrijdagavond 3 november de bevindingen van het onderzoek inzake mr. ©er §>i'aflbcnt ♦;i)cv SKcicfyópoftbii'clltion III B 1 662-5 Zuo Tel.vom30.Juli III B 1 862-5 Abordnung niederl&naiecher postbediensteter Anlage yr Anliegend überser.de ich Ihr.en ein Verzeichnis der Transport vod 20.Juli in cieinen Reichopostdirektionsbez ordneten 41 Bedienateten der KiederlSndischen stantspos gabc der Bescbiif tigun£Sorte(Dienstslellen) Die noch fohlenden Perso.nalfrage- ur.d Untersuchonr: oer Xrafte bitte ich nir baldaiöglichst zuzuser.óen. In Vertretung Uaquelin van der Hors Oldenliof Rouv/enhorst Stcenhoret van Staatcn Swinkele Aantjes van Dijk Mulder Beok Beekraann Engelhard Houtman jamperman Cornelius P/.ng t Hendrik •Hcndrikus Ortskr. Albortuc llicolauo Andrcanuy 3Ang '.Yillcra n Jan.Pieter HZst. Stafonua Ortskr. Bornerdus Schreib. Friedrich Jaoobuo ffillaa BAng Allard Johann- Rotterdam Bad Kleinen,: Hage.JtowjPA 3,P Helmond GÜ3tro\7,P.' 3»? Dor-tracht 3 St.Phlipatand 3,P Zutfen Schwerin.ï 3P Deventer R03t0Ck,?.f B,P Haag /foCtytViVc" 3,P Gouda 1" 3»? Botterdam 3,P Gouda B.P Hellendorn Nummer 8 op deze lijst van naar Duitsland gestuurde PTT-ers Aantjes, Willem 8. De onder 7 bedoelde conclusies versterk ten de waarschijnlijkheid dat de heer Aan tjes in „Port Natal" als staflid dan wel als bewaker werkzaam was geweest en dat hij aldaar herhaaldelijk de Hitlergroet had gebracht. Voorshands meenden de heren De Jong en Van der Leeuw voorts aan 7 b de verdere slotsom te moeten verbinden dat onderzocht moest worden of mr. Aan tjes op 12 oktober 1944 het Nederlander schap verloren heeft. De juridische en speciaal ook de strafrechtelijke consequen ties daarvan konden de heren De Jong en Van der Leeuw niet overzien, doch zij achtten zich verplicht, de in het voorafgaan de vervatte gegevens en speciaal de onder 7 bedoelde documenten onverwijld aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen (onder wie het Rijksinstituut voor Oorlogs documentatie ressorteert), aan de Minister- President en aan de Minister van Justitie voor te leggen. Een eerste bespreking met deze ministers vond op donderdagmiddag 2 november plaats op grondslag van een schriftelijk rapport d.d. 2 november, opge steld door de heer De Jong. Met speciale machtiging van de Minister van Justitie kregen de twee onderzoekers die middag de beschikking over het dossier ten name van Willem Aantjes van de Politieke Re cherchedienst van het district Dordrecht, welk dossier blijkens een er op geplaatste Aantjes door de heren De Jong en Van der Leeuw aldus geëvalueerd: a. Houding in de periode mei 1940-juli 1942 Het lijkt niet waarschijnlijk dat de heer Aantjes lid van de Nationale Jeugdstorm c:.q. de NSB is geweest, maar zijn houding wekte bij anti-Duitse medeleerlingen de indruk dat hij in politiek opzicht niet aan hun zijde stond. Id. Werkzaamheid in de periode juli 1942-ju- lli 1943 Onduidelijk is waarom de -heer Aantjes zich in september 1942 niet als student heeft laten inschrijven; het door hem in de onder 1 vermelde publikaties opgegeven motief (hij zou geweigerd heb ben, de studenten-loyaliteitsverklaring te ondertekenen) kan niet juist zijn, aangezien van die loyaliteitsverklaring pas in maart 1943 sprake is geweest, c. Arbeidsinzet in Duitsland Het staat vast dat de heer Aantjes gehoor heeft gegeven aan de eerste oproep voor tewerk stelling in Duitsland. De door hem in de onder 1 bedoelde publikaties gegeven le zing, dat hij als ongehuwde naar Duitsland zou zijn vertrokken teneinde uitzending naar Duitsland aan een gehuwde te bespa ren, moet voorshands betwijfeld worden. Het ligt meer voor de hand, aan te nemen dat hij per 1 juli 1943 bij de PTT in Dordrecht in vaste dienst gegaan is, n.l. in de opleidingscursus, teneinde te bewerk- (3) Schwerin(McdJ),da 16. "q-, Olde. fc«i: 2*c NOV.44 i __T_— Ausseheiden dar bal der DE? beschüftigten i Bedienateten der Siederliindischen Staatspost 16 Fersonalfragebogen V-. 1 Verzeichnis i V*. Neoh der RP11 Vf vos 2)5.10.44 IV c 6625-3 Dpw Istjdas'Dier.stver- höltnis der bei der Deutschen Seiohapost beschaftigttjh Eodiensteter. der Hiederliindischen Staatspost, die aus besonderen Anlïbsen z.B. Er lirankungon us-.v. in die Haiaat beurlaubt narden und infclge der Xriegs- ereignisse nicht zu ihren Beschaftigungsüstern zurückke'hren Icönnen oder nollen, als gelóst zu betrachten. Anliegend übersonde ich Ihnen ein Verzeichnis der'jénigen Kraft die bisher nicht zurückgekehrt sind und nit deren Rüpkkehr auch nier.-] gerechnet werden'kann. Die mir' zugesandten Bersonalfragehogen gebe ich anliegend Die Hilfszusteller Paulus ï-eijer und ï/outerus de Caluv/e. sind ira Juli 1943 von der RPD Hamburg in meinen Bezirk übornon- nen worden. Ihre Fragebogon nurden durch Feindeinwirkung in lea'ourg vernichtet. V#ie'ich Ihnen bereits nit Schreiben voa 16. Oktober III 3 7 ►aitteilte1st Willen Aantjes zur Gernanischen S3 eingezog9n morden. Den Frcgebogen fUge ich ebonfalls bei. AuQerdeo übersonde ioh Ihnen noch den ver9ehentlich zurüok- jehaltenen Fr-geboaen des seit 18.4.1943 bereits zurüokbeorderteft Pieter Brons. Filr den Zusteller Franzuskus Haaels habe ich keinen Frage- 1 jiogen erhalton. 1 In Vertretung 'mJm Volgens deze brief werd Willem Aantjes ingelijfd in de Germaanse SS. stelliger, dat hij in het kader van de uiteen- gestra[t was omdat uj dienst had ding van de jaargang-1923, waartoe hij geweigerd, maar in werkelijkheid merkten behoorde (een uitzending die eind mei 1943 wij niets van enige bestraffing. in de dagbladen was bekendgemaakt), als en aderen hebben na de oorlog geen postambtenaar uitgezonden zou worden in aangjfte tegen hem gedaan omdat we aldus plaats van als gewoon arbeider die op een redeneerden: „Dit is een jongen van 21, hij door een Duits Arbeitsamt te bepalen wille keurige plaats zou belanden, d. Opvattingen in de Duitse periode Er is slechts één gegeven: de mededeling van is wel „fout", maar hij heeft niemand van ons kwaad gedaan of mishandeld". (w.g.)J. Mastebroek, 4nov. 1978,,. Op zondagmiddag 5 november verwierf de '{■J? Aant?es gezejtz0? heer De Jong een schriftelijke verklaring hebben dat hij tijdens zijn verblijf m van de heer ir A A Weites te ApeIdoor% Duitsland sterk onder de indruk was geko- die eveneens origineel (in het hahdschrift men van de Duitse propaganda; mr Aantjes van de heer De j aan M n had de juistheid van die mededeling ont- toegevoegd wordt: pro-Duitse opvattingen, en dat 1 periode en, naar de onderzoekei hands moeten veronderstellen, i_ Natal" van de aanvang af geen ge\_ is geweest maar een functionaris i/ij dienst, waarbij voorshands in het i gelaten moei worden, bij welk onij van het Duitse staatsapparaat hij en wellicht ook formeel in diens Aangezien ook de Organisation Tóf Duits staatsorgaan was, menen i onderzoekers dat de twijfel ten aai mr. Aantjes' Nederlandse natioi reeds vermeld onder 8, versterkt is. 16. Aangaande zijn mobilisatie d< Waffen-SS en zijn periode in „Port heeft de heer Aantjes tot dusver-, volgende verklaard of op schrift gesU a. Op 11 juni 1947 aan Jacob wachtmeester lste klasse der rijksj j i te Streefkerk (PRA-dossier) i „Van een kennis in Duitsland kwan te weten dat er in Nederland een Wacli I jon was opgericht, dat zich uitsluitem hield met politiediensten. Toen ik dit de, probeerde ik direct om daarbij gei te worden om zodoende in Nederli komen en dan de benen te nemen huis en dan onder te duiken. In Gill heb ik me dan ook voor dat Wachba aangemeld. Nadat ik enkele papiei inzage had gekregen, moest ik me melden op een aanmeldingsbureau te burg. Aldaar waren nog een twintig nen, die zich voor het Wachbataljon hi opgegeven, doch ik kende er niemant terwijl ik daar niets heb moeten tek Onder bewaking van Duitse militaire ik en ook de anderen afgereisd naar I land en ik kwam toen in de kazern de Landstorm Nederland te Hoog( Aldaar werd ik toen voor de keuze ge st, te tekenen voor de Landstorm Nede of overgebracht te worden naar een kamp. Tot 30 oktober 1944 ben ik to die kazerne gebleven, doch omdat il voor de Landstorm Nederland wilde nen, werd ik overgebracht naar een kamp van de OT te Assen. Na aank W.Aa aldaar is nogmaals getracht mij te be uj- om voor de Landstorm Nederland te nen, doch ik weigerde dit. Enkele perst k T die gelijk met mij aldaar gebracht hebben wel getekend omdat de behand in het strafkamp zeer slecht was. In kamp verbleef ik tot aan de bevrij ongeveer half april 1945".(3) kend. e. Dienstneming bij de Waffen-SS - Mr. „Ik, Arend Anne Weites, geboren 23 septem ber 1920 in Onstwedde, woonachtig in Aantjes is op 12 oktober 1944 in werkelijke ApeIdoor„, hoofdingenieur bij de dienst van dienst geroepen doordat hij vrijwillig gerea geerd heeft op oproepen, uitgaande van Amtsgruppe D van het SS-Hauptamt, om bevestigen zich aan te melden voor de militaire dienst - - in de Landstorm Nederland. De mededelin gen welke hij dienaangaande in de onder Ik ben in december 1944 of januari 1945 in De Krim gearresteerd waar ik als student bij mijn zwager ondergedoken was. Ik ben 1 vermelde publikaties gedaan h«ft zijn ^^^dZ veldlebr^ „a(u onjuist. Daarentegen is aannemelijk dat hijsommigen uit onze groep door Nederlandse na naar Hoogeveen vervoerd te zijn, waar ss.ers g^^jk mishandeld zijn. Na twee het depot lag van de Landstorm Nederland, d werden overgebracht naar „Port geweigerd heeft als militair te velde te Natal". We werden daar ingedeeld in ka- treWcen. Vast staat dat de heer Aantjes, mers boven !older waar we m Nederland aangekomen, met ondergedo- sWepen. Ik meen mij te herinneren dat *«1S'- Aantjes een van diegenen was die ons t. Periode in „Port Natal - Onduidelijk indeelde. Hij had een eigen kamertje. Wij is vooralsnog of de heer Aantjes m dat als gevangenen hebben hem nooit ais mede- kamp, zoals hijzelf beweerd heeft, gevange- gevangene beschouwd,. Hij stond aan de ne was temidden van de overige Nederland se gevangenen dan wel bewaker of staflid. Vast staat dat sommige gevangenen getwij feld hebben aan zijn vaderlandse instelling. andere kant. Hij trad op als bewaker en verrichtte ook administratieve werkzaam heden. Als „der Willy" was hij bij de Politische Leiter,allen Duitse Nazi's die met g. Studentenzuivering Onduidelijk is of karabijnen gewapend waren, zeer populair. de heer Aantjes inderdaad valsheid in ik herinner me niet dat hij gewapend was. geschrifte gepleegd heeft; hijzelf stelde Hij liep in een zwarte jas met een zwart lk Maar toen moest ik tankvallen gravel „„„„v ...ui, overhemd en een zwarte das met een Duitse twee onderzoekers zijn van mening b. Op 13 december 1966 in een brieli mr.H.P.J.Dolk „dat ik de laatste oorlogsmaanden in gej genschap heb doorgebracht" c. Kort voor24 mei 1975aan Kees Tamki «ja („Haagse Post", 24 mei 1975d 0( „Ik heb ruim een jaar in Duitsland gei De grond werd te heet onder m'n vol ik ben 'm gesmeerd, in Hamburg wejf^;*n al gepakt en tenslotte ben ik in een ps-* trische inrichting in Assen, Port gevangengezet. November '44. Tan graven". „Een verhaal apart is nog de manier waal ik in 1944 uit Duitsland teruggekomen1 Gewoon weglopen of wegfietsen kon Toen hoorde ik dat ik naar Nederland ra mocht, als ik me voor politiedienst ora In Hamburg kon ik informaties krijgen wilden me daar meteen laten tekenen. I weigerde ik. Ik werd naar Groninger! bracht. Ze hadden me door, maar ook I weigerde ik te tekenen. Van Groningen I Leeuwarden, toen naar Hoogeveen, te/1 te naar Assen. Bij de SD. DreigemeM Ik tekende niet Ik werd naar hef gebracht. Nu is 't met me afgelopen, tijdens het gesprek op 3 november dat hij blijkens de vragen op het hem voorgelegde lltJ „C1 invulformulier geen melding behoefde te eens ee^geieHjas aan had, maar ^dat moet rapport vermelde gegevens, aantonen makep van zijn werken m Duitsland. (2). - - - -1-' J1 uniformpet op. Het kan zijn dat hij wel ^eze wer Passa£es> gezien de overige ii h. Uit het persoonsdossier van de PTT is geweest Wj kreeg veel beter eten dan komen vast te staan dat de heer Aantjes Bij het èI ,s morgens vroeg, werd mogelijk na een kort zuiveringsonder- de Duitse vlag gehesen. Ik herinner me niet ik - per 1 september 1945 eervol als dat Aantjes daarbij de Hitlergroet bracht. In elk geval is mij in persoonlijke gesprek ken die ik in die tijd met hem voerde, dan de jas van Willy van der Steenhoven mr- Aantjes tot dusverre op wezenl r f zoek per 1 september 1945 eervol als ambtenaar van de PTT is ontslagen. De Minister-President en de Ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Justi tie konden zich met deze evaluatie vereni gen. De algemene conclusie was voorts dat, zo mogelijk, ten spoedigste drie punten opgehelderd moesten worden: de opvattin gen van de heer Aantjes in de Duitse periode, zijn status in „Port Natal" en het punt van de studentenzuivering. Als directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie aanvaardde de heer heeft afgespeeld. 17. De twee onderzoekers beschouwen 1 onderzoek, welks voorlopig karakter zij r volle erkennen, als beëindigd, vooral om duidelijk gebleken dat hij een grote verering het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumt tie niet in de mogelijkheid verkeert, gr n' gen te dwingen om te verschijnen en 1 beëdigde verklaringen af te nemen. voor Hitler had. Van deze was hij „begeis- tert"; dat woord gebruikte hij in dat ver band herhaaldelijk. Hij heeft mij niet verteld dat hij als straf ge- ^r- L. de Jong val in „Port Natal" beland was. Hij zei dat A: J. van der Leeuw hij tot de Germaanse SS behoorde die ik, zei hij, vooral als sportclub moest zien. In tegenstelling tot ons, gevangenen, was hij vrij om te gaan of staan waar hij wilde. "0" iterav uitk $k.Vo De Jong de verantwoordelijkheid voor het Aantjes heeft mij en, voorzover ik weet. Willem Aantjes op transport naar de Landstorm Nederland.... voortgezette onderzoek. 12. Op zaterdag 4 november besloten de heren De Jong en Van der Leeuw in de eerste plaats de status van de heer Aantjes in „Port Natal" te onderzoeken. 13. Wat de opvattingen van de heer Aantjes in de Duitse periode betrof, bevestigde ir. Troost op zaterdagochtend 4 november in een gesprek met de heer De Jong met de meeste klem de juistheid van de weergave van het gesprek dat hij met mr. Aantjes had gevoerd. Mr. Aantjes had hem gezegd dat hij, doordat hij losgeraakt was van het Nederlandse milieu en zich als eenling in Duitsland bevond, sterk onder invloed was gekomen van de Duitse propaganda. Ir. Troost herhaalde, bereid te zijn, zijn mede deling onder ede af te leggen. 14. Op zaterdagavond 4 november verwierf de heer De Jong een schriftelijke verklaring van de heer J. Mastebroek te De Krim (Overijssel) die in origineel (in het hand schrift van de heer De Jong) aan dit rapport toegevoegd wordt: „Ik, Jantienus Mastebroek, geboren 2 juli 1925 in Gramsbergen, huidig adres: Hoofd weg 29, De Krim, Overijssel, verklaar het volgende en ben bereid dit, als het moet, onder ede te herhalen. Ik ben begin december 1944 met een groep andere gevangenen uit Gramsbergen in Port Natal als gevangene binnengevoerd. Ik trof Wim Aantjes daar aan als functiona ris van de kampleiding. De hoogste leiding lag bij de OT maar er was een bureau waar drie personen werkten: Aantjes, Rudi Balten en een Duitser, Heinz, uit Rheine, van oorsprong Nederlander, wiens naam ik niet meer weet. Wij beschouwden Wim Aantjes niet als medegevangene. Wij droegen onze eigen kleding, hem herinner ik me slechts in de gele jas van de OT. Toen we hem pas ontmoetten, zagen sommigen van ons hem als Duitser en constateerden met verbazing dat hij Nederlands sprak. Hij behoorde dagelijks tot diegenen die ons appèl afnam en bracht dan met de Duitsers van de OT de Hitlergroet. Je kon uit het kamp ontsnappen. Ik schat dat er vijfhonderd tot duizend gevangenen waren en van hen zijn enkele tientallen ontsnapt. Aantjes nam, voorzover ik me herinner, niet deel aan het graafwerk dat wij moesten doen. Waar hij sliep en at, weet ik niet, maarniet temidden van de overige gevange nen. Hij vertelde ons dat hij door de Duitsers ook anderen, nooit lichamelijk letsel berok kend. In dat opzicht was hij in het Duitse milieu, waartoe hij behoorde, een uitzonder- slechts een globale inventaris o.m. aangaf, met welke Duitse Postdirektia l de Deutsche Dienstpost Niederlande had geiden e respondeerd. Die stukken hadden hoofdzake ya, betrekking op personeelsleden vfï d" in het kader van de Arbeitsemsatz gezonden waren. Mr. Aantjes was in 1955 geen landelijk bekende figuur. (2) De heren De Jong en Van der Leeuw thans (6 november) dat hun evaluatie dat de verklaringen van de heren Maste- dient te worden aangevuld: inmiddels broek en Weites die, naar zij de heer De Jong tevens meedeelden, tot aan hun bevrij ding de heer Aantjes in de door hen geschetste functie meegemaakt hebben, in zoverre overeenstemmen dat zij aantonen geconstateerd, dat op het formulier dentenzuivering gevraagd is naar et lidmaatschap van iandsverraderlijke organisi en naar arbeid in Duitsland. De eerste vraag, de heer Aantjes niet naar waarheid heb beantwoord zonder dat dit tot consequenties ocure lieerde loedi dal de heer Aantjes van december 1944 af %»£"t van de B„w„e RschtspIeM: m het strafkamp „Port Natal van de bevat geen verdere verklaringen van getuiiet od Organisation Todt blijk gegeven heeft van noch bewijsstukken. /.!j Cldcnzaal, cl en Oktober 194-- (Eritv-urf) O Tib, 25.10. An (PTT) Aufhebung der Aborcinung eines Bediensteten Der Keichsführer SS. -( SS.-Hauptair.t, Amtsgruppe D, Germanischer SS.-Sturmbann, Sonderst&b Nordsee 10 hat den ire (KPD)-' Bezirk (Schv) (lïecldj eingesetzt- geviesenen Eediensteten Ihrer Verv/altung, Arbeiter/ Ortskraft Willen Aantjes, ara 12. 10./L4\ zura.Landsturra Nieóerlanö n&ch Rara= burg eingezogen. Seine Abordnun£ zur (DKP) Opnieuw zwart op wit: Aantjes naar de Landstorm Nederland, ingelijfd lr'loe de Germaanse SS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 10