„Ik schrijf
sfieen
teksten
veer
mezelf"
Behalve documentatie
ook promotie van
nederlandse muziek
Concertagenda
TALENTVOL TEKST
SCHRIJVER CHRIS REA:
PLATm
Dommiss
iebt als artiest een platenmaat-
jpij nodig. Zij is tenslotte de
tel tussen je muziek en bet pu-
waar je niet buiten kunt. Ik
wel in die business, maar ben
op de eerste plaats een song-
Ik beb geen contract afgeslo-
om in een paar jaar tijd een
geld te verdienen en daarna
gaan leven, al is bet wel een
bijkomstigheid dat als je suc-
iebt er automatisch een hoop
binnenkomt Overigens ook als
iet succesvol zou worden, blijf
iksten en muziek schrijven, ik
alleen voor mezelf. Als ande-
aummers van mij willen zingen
ik dat best, maar ik schrijf er
speciaal voor", zegt de met een
lesborougb-accent pratende En-
san Chris Rea. Hij was onlangs
de tweede keer sinds korte tijd
Nederland. Na een succesvol op-
op bet enkele weken geleden
iden Rotterdamse popfestival
hij nu over voor televisie-opna-
zenuwachtig omdat hij zijn
hitsingle „Fooi (If you think
ver)" moet play-backen. „In En-
gaat het allemaal live, hier
niet". De vriendelijke schrij-
mger/m usicus, die alweer een
maanden meedraait in de mu-
idustrie, laat je meegenieten van
nieuwe ervaringen. Hij heeft
geen sterallures. De plotselinge
stelling voor zijn persoon
hoofdzakelijk veroorzaakt door
itbrengen van zijn eerste elpee
tever happened to Benny Sanü-
ni". Een elpee, die kwalitatief boven
menig pas uitgebracht product uit
steekt Rustige ballades met strijkers,
en ruige rock, gezet op prachtige
teksten vullen de plaat. Het album
dat in maart van dit jaar in Enge
land werd uitgebracht, leverde daar
niet het resultaat op dat er van ver
wacht werd. „Dat komt voornamelijk
door de punk- en de new wave-bewe
ging, die in die tijd nog volop bloei
de. De muziekbladen en radio be
steedden alleen maar aandacht aan
die stroming en zag mij over het
hoofd. Er zijn dan ook veel nieuwe
musici niet doorgebroken hoewel ze
het wel verdienden
Chris Rea's persoonlijke interesse
voor muziek kwam in 1972 toen hij
in een plaatselijk bandje als zanger
in pubs optrad. „Vandaar vertrok ik
naar Londen. Daar werd me bij een
platenmaatschappij een contract aan
geboden. Veel van mijn frusta ties
over de contacten met die platen
maatschappij zijn terug te vinden in
het titel-nummer van de elpee „What
ever happened to Benny San tini
„Terug in Middlesborough leefde ik
van de bijstand, had wat baantjes
als steenaangever op een bouwerij
en als verkoper van stoelen voor
rheuma-patiënten. 's Avonds verdien
de ik wat bij door in bandjes te spe
len. De sfeer, die tijdens zo'n optre
den in de pubs te vinden was, was
er bij de concerten niet. Gelukkig is
daar nu verandering in gekomen en
ook grote artiesten willen weer in
kleine zalen spelen. Neem bijvoor
beeld Bruce Springsteen, die het
liefst in kleine clubs speelt".
Chris Rea steekt zijn bewondering
voor Bruce niet onder stoelen of
banken. Hij blijkt overigens ook een
fan van de Nederlandse groep .^Ier-
man Brood and his Wild Romance"
te zijn. „Ik heb hun eerste plaat uit
de importbak van de platenwinkel
gevist. Ongelooflijk goede muziek. Ik
was blij dat ze in Rotterdam optra
den, zodat ik ze ook live kon zien
spelen".
Voor Chris Rea was het Rotterdamse
festival niet alleen de eerste kennis
making met het Nederlandse publiek,
maar ook de eerste keer dat hij met
zijn nieuwe band speelde. Voor de
eerste elpee heb ik namelijk sessie
muzikanten gebruikt, iets dat ik in
het vervolg niet meer doe. Het pro
bleem met studio-muzikanten is dat
ze alleen door het geld gëinspireerd
raken. Ze zijn minder in de muziek
geïnteresseerd. Ik wil niet zeggen dat
het daarom slechte musici zijn, want
we hebben lekker gewerkt, maar met
mijn eigen band zou de elpee toch
anders hebben geklonken. Het zijn
problemen die je krijgt als je de mu-
ziekbusiness binnenstapt. Alles is
nieuw voor je en als er dan besloten
wordt een elpee op te nemen en je
hebt geen band, dan moet je studio
muzikanten gebruiken".
.Magnet, de platenmaatschappij
waar ik door de pianist van Cat Ste
vens' band, Jean Roussell een con
tract wist te krijgen, stelde een aan
tal producers voor. Ik heb Gus
Dudgeon (prod, van Elton John en
Kiki Dee - red.) gekozen. Ik heb met
Gus een drietal nummers geprobeerd
en dat ging zo lekker dat ik niet ver
der heb gezocht. Gus is een prima
producer. Hij overheerst niet omdat
hij er van uitgaat dat het jouw elpee
is, dus jij maakt uit hoe hij moet
klinken. Hij is technisch perfect en
komt met ideeën als je zelf geen op
lossing weet Hij is niet zo'n dictator
als Richard Perry of Arif Mardin. Ik
verbaas me er steeds weer over dat
er bijvoorbeeld op de hoezen van
Leo Sayer's platen niet staat „Ri
chard Perry featuring Leo Say er". Ik
vind een producer een belangrijke
schakel in het hele proces omdat hij
als buitenstaander een goed oordeel
kan geven, maar hij moet niet over
heersen. Het wil niet zeggen dat ik
altijd zo'n man zal gebruiken, want
ik kijk de kunst wel af zodat ik het
straks zelf kan. Gus Dudgeon produ
ceert ook mijn tweede elpee waaraan
we momenteel in Gus' huis-studio
werken. Het wordt wel meer een
roek-plaat. Er zal in de muziek op
het nieuwe album minder franje zit
ten en de bas en drum-sound zal
meer op de voorgrond treden
Voor de Chris Rea band is de tijd
aangebroken om zich op de planken
te bewijzen. De band gaat als sup
port-act mee op tournee door Enge
land met Lindesfarne en hoopt begin
volgend jaar een tournee door Ne
derland en Duitsland te maken. „We
gaan vooral de kleine clubs bespelen.
Hoe het allemaal precies gaat lopen
weet ik niet. Het is nog te vroeg om
daar iets zinnigs over te zeggen
HANSPIËT
Linda Ronstadt De nieu
we elpee van Linda Ron
stadt, 'Living in the U.S.A.
lijkt slechts opgenomen, om
te bewijzen wat vrijwel ie
dereen al wist; dat Linda
Ronstadt heel behoorlijk
kan zingen. Voor de rest
biedt de plaat namelijk
geen enkel nieuw zicht op
de kwaliteiten van deze vo-
caliste en voegt niets wezen
lijks toe aan haar bestaan
de repertoire. Met aan
routine grenzend, of de
grenzen daarvan overschrij
dend gemak, zingt Linda de
plaat vol. Óf het nu num
mers betreffen van Elvis
Presley (Love me tender) of
Elvis Costello (Alison) zij
maakt er een rimpelloze uit
voering van. Zelfs yan de
aloude Rock 'n Roll classic
'Back in the U.S.A.van
Chuck Berry, weet zij een
pretentieloos deuntje te ma
En dat is eigenlijk van
alle negen nummers die op
de plaat staan te zeggen.
Muziek waaraan Linda zich
geen buil zal vallen, maar
die ook niet vermag te blij
ven boeien. Uitstekend ge
schikt om een rustige eten
tje te omlijsten, goed in het
gehoor liggend en wat voor
de betrokkenen misschien
belangrijker is, goed in de
markt liggend(Elektra/Asy-
lumfWEA.)
Captain Tennille
Daryl Dragon (als Captain)
en Toni Tennille hadden in
1975 met „Love will keep
us together" van hun gelijk
namige debuutelpee, een in
ternationale hit. Verdere be
kendheid door de langspe-
lers „Song of joy" en
Come in from the rain"
bezorgde hen een eigen tele
visieshow en nu hebben de
getrouwde heden een vierde
plaat opgenomen met we
derom gezellige vrijbhjven-
de muziek, veelal door an
dere (bekende) artiesten
geschreven en in een eigen
jasje gestoken. Zo zijn op
de onlangs uitgebrachte
„Dream" nummers te horen
van John Hall, Ray Stevens,
Rod McKuen, Leon Russell
en Neil Sedaka. De muziek
heeft soms een soul-inslag
(Dame Tennille heeft een
wat negro'ide stem), hier en
daar komt een Carpenters-
sfeertje om de hoek kijken,
en zelfs gospelklanken sche
meren door in „Love is
spreading over the world".
Hoogtepunten zijn ,Jj0ve
me like a baby" en het
Leon Russell-nummer
„Back to the island". Een
prettige plaat zonder 'n ei
gen gezicht, waarop goed
gemusiceerd en vooral ge
zongen wordt Rest nog te
melden dat het echtpaar
overtuigd vegetarisch leeft
en dat fanmail met vragen
over hun vleesloze dieet
persoonlijk beantwoord
worden. (A8cM/CBS)
Walker brothers Om de
nieuwste langspeelplaat van
de Walker Brothers te kun
nen waarderen, moeten
eerst alle vergelijkingen met
de oude Walker Brothers
van de jaren zestig totaal
worden vergeten. Op „Nite
fhght" is somber getinte,
verrassend progressieve mu
ziek te vinden, schitterend
gespeeld met opvallend gi
taar- en saxofoonwerk.
Vooral Scott Engel met zijn
uitermate herkenbare stem
levert bizarre nummers, die
in dreigend mineur zijn ge
zet met teksten vol dood en
verderf, die soms veel weg
hebben van moderne poëzie.
„Fat mama kick" heeft on-
weerherrie op de achter
grond, wordt gezongen met
de zogenaamde „badkamer-
sound" en kenmerkt zich
door een nauwelijks te be
grijpen samenhang tussen
muziek en zangmelodie.
Vooral het wat Roxy Music-
achtige titelnummer is
angstaanjagend goed. Sinds
„The sun ain't gonna shine
anymore" en ,My ship is
coming in" is er dus wel
het een en ander veranderd
met de nep-broertjes. (In
werkelijkheid heten zij John
Maus en Scott Engel). Luis
ter naar „Nite flight", „The
electrician", „Disciples of
death" en. „Child of fla
mes". (G.T.O/Polydor)
10 cc Het duo Eric Ste
wart en Graham Gouldman
hebben ook op hun nieuwe
elpee „Bloody Tourists" het
contact met het publiek, zeg
maar de commercie niet
verloren. De elpee telt
twaalf composities. Geen
wereldschokkende num
mers, maar stuk voor stuk
weer typische, bijna ouder
wetse lOcc stukken met veel
verrassende tempowisselin
gen, waarin de vocale rollen
voornamelijk zijn weggelegd
voor Stewart en Gouldman.
Voor de 'nieuwelingen'
Stuart Tosh, Duncan Mac-
kay en Rick Ferm zijn geen
grote rollen weggelegd. Zij
beperken zich alleen tot het
verzorgen van het muzikale
en vocale behang. De eerste
elpeekant start met het in
middels overbekende rag-
gae-deuntje „Dreadlock Ho-
liday".Die zuidelijke sferen
worden ook later opgeroe
pen in het Gouldman-num-
mer „From rockdale to
ocho Rios" op kant 2. Ook
disco zit in het album
verwerkt („The Anonymous
Alcoholic") en een portie
zestigerjaren rock Zijn de
muzikale kwaliteiten van
lOcc overduidelijk aanwezig,
qua teksten valt het duo
aardig door de mand dit
keer. Neem bijvoorbeeld de
ballad „Tokyo" dat het ni
veau heeft van een aardige
VVV-tekst. Al met al een
zeer redelijke elpee, waarop
lOcc geen stap voor- of ach
teruit heeft gezet. Gewoon
goed dus. (Mercury/Phono
gram)
Vitesse Alweer bewijst
de Nederlandse viermans
formatie Vitesse een ere
plaats te verdienen binnen
de Nederlandse rockscene.
De groep, die ooit Herman
Brood ais zanger en pianist
in de gelederen had, heeft
op „Out in the country" we
derom gekozen voor stevige
rock, met af en toe duide
lijk merkbare funkinvloe-
den. Was de vorige elpee
„Rendez Vous" nogal one
venwichtig van opbouw, de
veertien nummers op deze
elpee hebben allemaal een
overeenkomst, en dat is dat
het swingt als een gek. Het
enige waarmee Vitesse nu
nog te kampen heeft zijn de
teksten, die veelal kinderlijk
eenvoudig zijn. Ook zou
Jan van der Mey wat meer
aandacht moeten schenken
aan zijn wat vlakke gitaar
solo's. Overigens zijn de
nummers, die hij voor dit
album schreef stukken min
der interessant dan die van
drummer en oud-gediende
Herman van Boeijen. Voor
liefhebbers van een swin
gende rockelpee is „Out m
the country" in elk geval al
leszins de moeite van het
beluisteren waard. (Bovema-
/Negram).
Gino Vannel li De Cana
dese zanger/componist Gino
Vannelli wordt wat ouder
en bezadigder. Dat is duide
lijk te merken op zijn nieu
we elpee „Brother tot Bro
ther". De jazzy-spirit is er
nog wel, maar bezit toch
minder vitaliteit dan vroe
ger, wat mede veroorzaakt
wordt door broer Ross, het
derde lid van de familie
Vannelli, dat zich met Gi
no's elpees is gaan be
moeien, en twee redelijk
rustige nummers heeft ge
schreven. Broer nummer
twee, Joe, kreeg op de vori
ge, tegenvallende elpee „A
Pauper in Paradise" al vol
doende speelruimte tot zijn
experimenten met de syn
thesizer. Ditmaal hield Gino
broer Joe stevig onder con
trole, hetgeen de elpee veel
toegankelijker heeft ge
maakt. Nog steeds zoekt
Vannelli het in het rock-jazz
werk, met ruime aandacht
voor de melodie. Het num
mer waarin Gino ouderwets
„tekeer" gaat is het zeer
up-tempo titelnummer. De
overige zeven nummers zijn
stukken commerciëler, en
minder interessant. On
danks dat is Gino gelukkig
weer de goede weg ingesla
gen. Het „klassieke" uitstap
je op z'n vorige elpee zullen
we maar snel vergeten.
(A&M/CBS).
Dave Edmunds Gode zij
dank zijn er nog mensen
als Dave Edmunds in de
rock-business. Deze Engels
man weet zonder noemens
waardige poespas lekkere,
haast ouderwetse rock in de
groeven te brengen op een
manier waaraan zich new-
wave noemende groepen
nog een puntje kunnen zui
gen. De hele elpee „Tracks
on Wax 4" staat vol met ui
terst swingende rockers.
Soms grijpt Edmunds terug
naar de jaren 50 en 60,
zoals in „What looks best
on you" la Everly Bros.)
en „Deborah" la Buddy
Holly). Voeg bij dit alles de
uitgekiende produktie van
Dave zelf en het stuwende
baswerk van maatje Nick
Lowe en je hebt een elpee,
die klinkt als een klok.
(Swan Song/WEA)
Louis Andriessen: omloopsnelheid.
„Er wordt de laatste jaren
in ons land onrustbarend
veel gecomponeerd", zegt
drsRogier Starreveld met
een glimlach want hij ge
bruikt bet woord „onrustba
rend" omdat de boeveelheid
bet instituut waarvan bij
directeur is, al geruime tijd
voor grote problemen stelt.
Hij doet de uitspraak in
zijn nieuwe kantoor aan de
Amsterdamse Paulus Potter
straat, vlak bij bet Concert
gebouw en tegenover bet
Stedelijk- en bet Van Gogb-
museum. Hij is van mening
dat zijn instituut in die
buurt zijn taak bet best kan
vervullen omdat bet daar
bereikbaar is voor de ge
middeld 2400, merendeels
professionele bezoekers die
in bet „documentatiecen
trum voor Nederlandse mu
ziek" informatie komen ba
lennog afgezien natuurlijk
van de informatie die
schriftelijk en telefonisch
wordt gevraagd en ver
strekt
Donemus, zoals de instelling
afgekort heet, werd enkele
jaren na de laatste werel
doorlog opgericht en moest
een vader zijn voor alle
componisten in ons land.
Dat vaderschap zou het met
de beste wil niet meer voor
allen in de volledige beteke
nis van het woord kunnen
uitoefenen. Afgezien van het
feit of dat wenselijk zou
zijn, is het onmogelijk want
in ruim dertig jaar werd
voor niet minder dan 3000
werken orkestmateriaal ver
vaardigd wat een geweldige
opslag betekent en uiteraard
niet altijd efficiënt en ver
antwoord is geweest
Nu worden elk jaar nog zo'n
200 nieuwe composities aan
het documentatiefonds toege
voegd, doorgaans in een
zeer gering aantal exempla
ren, vervaardigd als kopieën
van op transparant-papier
geschreven muziek. Daar
kan zo nodig in redelijke
tijd meer materiaal yan wor
den gemaakt en er kunnen
eventueel losse partijen uit
worden uitgeschreven.
Donemus wil ook persé do
cumentatie- en informatie
centrum blijven met een zo
volledig mogelijke biblio
theek, met alle beschikbare
gegevens, plaatopnamen,
banden, enz.. Het streven
naar volledigheid dat enkele
tientallen jaren het beleid
gepaalde, heeft men evenwel
moeten opgeven omdat het
absoluut noodzakelijk is
meer energie en geld te be
steden aan de promotie van
de Nederlandse muziek. Pro
motie houdt onvermijdelijk
selectie in, want een catalo
gus met zo'n 5000 nummers
zoals die nu is verschenen,
kan wel worden verspreid
maar niet in zijn geheel
worden .gepromoot". Dat
zou niet alleen onwaar
schijnlijk veel geld kosten
maar ook weinig effect sor
teren.
Na een ingrijpende, rond
1975 op gang gekomen reor
ganisatie heeft Donemus dan
ook naast het zogenaamde
documentatiefonds een uit-
gavefonds in het leven ge
roepen dat uiteraard een se
lectiefonds dient te zijn. Op
voorstel van een commissie
van zeven worden bepaalde
composities, hetzij in fasci-
mile naar het handschrift
van de componist (als het
zich daar voor leent), hetzij
model gegraveerd en in off
set vermenigvuldigd. Het
kan gaan om betrekkelijk ri
sico-loze edities van stukken
voor het ondewrwijs (bij
voorbeeld pianocomposities
van Ton de Leeuw) of voor
het orkestwezen (bij voorbe
eld korte werken van Hen
drik Andriessen) maar het
kan ook gaan om werken
aan de exploitatie waarvan
(verkoop en verhuur) wel
degelijk groot risico is ver
bonden maar waarvan men
meent dat die composities in
het muziekleven een kans
moeten krijgen.
Sinds 1961 beschikt Done
mus al over een grammo
foonplatenfonds dat door
BUMA wordt gefinancierd.
Met een gemiddelde oplage
van 1000 platen deed men
tot voor kort doorgaans zo'n
vijf tot zeven jaar, maar de
laatste tijd is de omloopsnel
heid van bepaalde werken
sterk gestegen. Van de plaat
met werken van Louis An
driessen (waaronder „De
Staat") zijn in ruim een jaar
al anderhalf duizend exem
plaren afgezet. Gezocht
wordt naar wegen om de
Donemusplaten bij het pu
bliek een grotere bekendheid
te geven, al zitten daar pro
blemen aan vast wat betreft
auteurs- en vooral uitvoe
ringsrechten.
Het tweemaal per jaar ver
schijnende periodiek „Key
Notes" is ten dele gericht op
ons eigen muziekleven maar
dient toch in hoofdzaak om
voor Nederlandse componis
ten en composities op het
internationale podium een
plaats te veroveren. Om dit
te bereiken is men ook bezig
met nieuwe vertegenwoordi
gingen in het buitenland, on
vermijdelijk door commer
ciële ondernemingen maar
dan wel zulke die zelf he
dendaagse muziek publice
ren en bereid zijn zich naar
mogelijkheid voor de onze
in te zetten.
De onontkoombare selectie
procedure die Donemus nu
moet toepassen is zo goed
mogelijk vastgelegd in nieu
we statuten en reglementen,
al ontveinst men zich niet
dat ook daar altijd haken en
ogen aan blijven zitten. Een
andere weg is er echter niet,
alleen al niet om organisato
rische en financiële redenen.
J. KAS ANDER
Zaterdag 7 oktober David Bromberg
komt naar Nederland voor twee concerten.
De eerste is in Paradiso te Amsterdam.
Maandag 9 oktober Tweede concert van
Davis Bromberg in de Lantaren in Rotter
dam.
Dinsdag 10 oktober De Franse zanger
Gilbert Becaud komt voor zeven concerten
naar ons land.
Zaterdag 14 oktober Al Dimeola in Doe
len Rotterdam.
Maandag 16 oktober Barry Manilow in
Concertgebouw in Amsterdam.
Dinsdag 17 oktober Bette Midler in
Haagse Congresgebouw.
Woensdag 18 oktober Optreden van ex-
Dr. Feelgood's Wilko Johnson in de Eksit
te Rotterdam.
Donderdag 19 oktober Steve Hackett
ook in Congresgebouw in Den Haag.
Dire Straits in Schouwburg Rotterdam.
Vrijdag 20 oktober Wilko Johnson in het
Amsterdamse Paradiso
Marshall and Hain in Sonesta Koepel
zaal in Amsterdam.