Oud-strijders zien er wel wat in LANGE REIS Stichting op de bres voor behoud van landgoed Kareol vr; Zeilen over de wereldzeeën en dat minstens een jaar achtereen. Jan Carree en zijn vrouw Lidy, uit Edam zijn begonnen aan het realiseren van dat ideaal. Onlangs zijn zij met hun schip „Namaste II" uit de thuishaven vertrokken. Hun baan aan de wal hebben zij opgezegd. Jan Carree vertrouwt erop dat hij als bouwtechnicus na een behouden vaart weer aan de slag zal kunnen gaan. En Lidy zal wel zien of zij dan opnieuw de gelegenheid krijgt in een bibliotheek te gaan werken. Het echtpaar zal onze lezers geregeld van zijn ongetwijfeld boeiende ervaringen verslag doen. Vandaag een inleidend artikel, door Lidy In Zuid-Engelse Lymington geschreven. Oe „Namaste II" heeft Inmiddels zijn reis vervolgd; op weg naar Spanje, Portugal, de Canarlsche eilanden, het Caraiblsch gebied, door het Panamakanaal naar San Francisco Lidy en Jan hebben nog heel wat voor de boeg! lietrekje bezat: het in stilte willen wer- ken, op welk terrein ook. Sommigen leg den zich toe op winstgevende zaken en bouwden een wereldomspannend Bunge- concernf op, waarvan alleen de strikt in gewijden de bijzonderheden weten. Het gaat om graan; meer weet men er niet van. Julius Carl was de vreemde eend in de bijt Een man die zich niet interesseerde voor zaken, maar voor kunst en voor de componist Wagner in het bijzonder. Het destijds voor hem ontworpen produkt, het landgoed Kareol, dat op weg lijkt naar een roemloos sterfbed, interesseert de huidige zaken-Bunges niet. Die Julius ook... Maar Julius Carl toonde zich wel dege lijk een echte Bunge door in alle stilte de kunst te steunen, zeker wanneer Wag ner in het spel betrokken was. Zijn acti viteiten, voor zover naar buiten gericht, speelden zich af ver van zijn bed. Wat er gebeurde achter de dikke muren van Ka reol, 's avonds na de voorstellingen in schouwburgen en theaters, waarvan de bespeling vaak door deze Bunge moge lijk was gemaakt, wist niemand. Hele volksverhalen deden de omloop en in de fantasie van de welgestelde Aerdenhou- .ters steeg het niet onaanzienlijke vermo gen van Julius Carl Bunge tot verbijste rende hoogten. Het enige dat waar was, bestond uit een goed gebouwd en welingericht landgoed, uniek in zijn soort en bruikbaar voor vele doeleinden. Oorlogen, erfkwesties en het overlijden van Julius Carl verander den wel veel aan het officiële gebruik van het landgoed Kareol, maar niet aan het landgoed zelf, al ging veel van het meubilair verloren Na enige wildgroei in gebruik komt Ka reol tot rust. Het gemeentebestuur van Bloemendaal plaatst Kareol in 1947 op de gemeentelijke lijst van monumenten, om verdere aantasting van het gebouw te voorkomen. Het pand wordt gekocht en verkocht voor ongemeen lage prijzen. In dit verband kunnen worden genoemd de namen van de Wassenaarder Pasman en van Reindert Zwolsman, voor wie Kareol - als ze tot de ontdekking komen wat ze hebben gekocht en in kennis worden ge steld van servituten - niet langer interes sant is. Thans zijn de Aerdenhoutse ma kelaars Muller en Buijert eigenaren en bewoners. Hun bloeddruk ondergaat geen wijzigingen, althans voor zover het Kareol betreft. Ze kochten het landgoed "voor een schijntje en wonen er riant. Mocht hun beroep tegen plaatsing van Kareol op de monumentenlijst geen suc ces hebben, dan blijven ze voor een schijntje riant wonen en valt er te pra ten met eventuele gebruikers en/of ko pers. Heeft hun beroep wel uitwerking, dan kunnen ze met ongekend plezier het landgoed tegen de vlakte schoppen, er huizen bouwen en er de vfoningbouw plegen die zij al lang, als goede make laars, voor ogen hebben. „Nee", roepen de mensen van de stich ting Kareol, die inmiddels gegadigden hangen, klaar voor gebruik, nu niet langer een gevaarlijk obstakel op het dek vormt. Heel wat tijd werd doorgebracht bij zeilmakerij Jan Schokken waar we een nieuwe genua en twee passaatfokken bestelden en waar twee bomen op maat gemaakt werden om de passaatfokken op te voeren. Alle verstaging werd nagekeken. Veiligheidslijnen om onszelf met slecht weer aan te kunnen klipsen. werden op het dek gemonteerd. En te elfder ure besloten we toch ook nog maar een trysail aan te schaffen. Een verhaal apart is de windvaanstuurinrichting. We hoorden erg goede berichten over de hydrovane. eei type met een eigen roer dat. na ingesteld te zijn, de boot stuurt zonder dat allerlei lijnen met helmstok a in ons geval stuurrad, verbonden zijn. Gedurende enkele weken hadden we dagelijks de importeur aan de lijn. De hydrovane was uit Engelan verstuurd. Dat bleek toch niet waar te zijn; iemand zou hem meenemen, maar de douanepapieren war er niet goed. Hij zou afgestuurd worden. Hij was echt afgestuurd. Hij bleek per abuis in een container te A gestopt, die bestemd was voor Antwerpen. Hij was ii Antwerpen. Hij werd weer verstuurd naar Nederland nu waren alle papieren daarvoor in orde. En uiteindelijk was hij er dan toch echt! Inmiddels hadden Jan en ik onze banen opgezegd de laatste weken werkten we full-time aan de boot. Het was harder werken dan we ooit in onze banen deden, maar het doel was dan ook veel leuker! De laatste zaken lukten opeens wonderbaarlijk goed. D< boot bleek voor de hele reis te verzekeren. Het huis\ werd verhuurd. Een deel van het voedselprobleem werd opgelost toen iemand ons het adres gaf van slager, die zelf vlees inblikt, waardoor onze hoeveelheid op het laatste moment werd uitgebreid met heerlijke runder- en varkenslapjes, smakelijke kippepoten en niet te vergeten de goede gehaktballt geschonken door onze watersportvereniging. Ongelooflijk zoveel medewerking we bij alle voorbereidingen van iedereen kregen. Soms dacht bij mezelf: alle mensen zijn hier zo aardig, waarom gaan we eigenlijk weg? Maar we gingen toch, uieindelijk slechts drie dagen later dan de oorspronkelijke planning was. richting goed weer. richting mooie baaien met wuivende palmen. Maar of we daar zullen komen? Eerst maar eens oversteken naar Dover en langs de schitterende kust van Engeland varen tot Falmouth. Vandaar naar Noord-Spanje. langs de kust van Spanje en Portugal afzakken naar de Golf van Cadiz en dan naar de Canarische eilanden, waarvandaan we half november- hopen te vertrekken naar het Caraïbische gebied. Vanuit Falmouth hopen we u weer op de hoogte te brengen van onze vorderingen en belevenissen. Lidy Cai Nederland en daarbuiten, zijn draaL krachtig, althans voldoende om gezameï lijk Kareol tot een ontmoetingscentn te maken, met mogelijkheden tot bew ning. Huistelefoon van Kareol. voor het landgoed hebben gevonden. „Het zou waanzin zijn om Kareol uit te gummen. Voor dit buiten moet een be stemming worden gevonden die voldoet aan de oorspronkelijke. Er zouden mu ziekstudenten in kunnen worden gehuis vest. Maar, weet deze stichting inmiddels, elke bestemming die te maken heeft met sub sidies is in deze tijd van bezuinigingen onhaalbaar. Daarom is de stichting blij met de belangstelling, die oud-strijders uit de laatste wereldoorlog hebben ge toond. Deze oud-illegalen, woonachtig in In het Haarlemse Frans Halsmuseui Groot Heiligland 62, wordt tot 21 oktob« een beknopte tentoonstelling gewijd a3 het landgoed Kareol. De openingstijde zijn dagelijks van 10 tot 17 uur en c zondag van 13 tot 17 uur. Met deze expositie wordt aangetooni wat mogelijk voor Kennemerland verll ren gaat, als de Aerdenhoutse makelaai hun zin krijgen: een van de meest facs nerende en wonderlijke landgoederen U het begin van deze eeuw. Mevrouw Sla ter: „Er is sprake van een kluis. Wai neer die kluis wordt gevonden, zo heel Julius Carl Bunge zelf nog bepaald, vel valt de inhoud ervan aan de gemeentl Die kluis is nog nooit gevonden, ook nil door mij, toen ik er logeerde. Wat ik od stampte en waar ik ook klopte." Het wachten is nu op het antwoord va de Kroon, die er zich over moet uitspri ken, of het beroep van de makelaai ontvankelijk kan worden verklaard e Kareol weer van de lijst van monumei ten moet worden afgevoerd. De stichting wacht gelaten af, hopend! dat plaatsing destijds op die lijst niet ot aanvechtbare gronden is gebeurd. Krijjl de stichting gelijk, dan kan Kareol, waij raan destijds nooit publiciteit is gegeveir zbals in de Bunge-lijn lag, een trefcei trum worden voor oud-illegalen, die geel enkel bezwaar hebben tegen kunstmaiv festaties. Maar onderhand lekt het dak. i* F.J.BROMBERC, Oe muziekkamer met orgel: Kareol in betere tijden Lymington Toch nog opeens is het dan zover: de reis waar we zo lang op gewacht hebben gaat beginnen. Jarenlang hebben we erover gedacht, gemijmerd en ernaar uitgekeken. Aanvankelijk als iets onbereikbaars, als iets wat alleen voor anderen, voor oen heel speciaal soort mensen te realiseren was; later als een misschien ooit te verwezenlijken ideaal en sinds twee jaar als een te verwezenlijken droom. Uiteindelijk, er nu op terugkijkend, is het toch snel gegaan; de groei van de door Jan als tiener zelf gebouwde „Schakel" via de eerste kajuitboot, een stalen Aeolus en daarna de stap naar een „zeewaardige" boot. Dat werd de „Auwina". een schitterend oud scheepje, in 1914 als vissersvaartuig vervaardigd en later op de juiste wijze tot jacht verbouwd. Vier seizoenen voeren we ermee, onder meer naar Denemarken ;en het was geweldig. Door zijn enorme kuip en zijn geringe diepgang was het weliswaar niet het meest ideale zeeschip, mdar het had zoveel charme dat we er graag mee op pad zouden zijn gegaan en een reis door de Franse kanalen naar de Middellandse zee voorbereidden. Toen kwam in 1975 voor Jan de kans die naderhand al onze plannen in een enorme versnelling zou brengen: hij kon mee als bemanningslid op „The Great Escape" tijdens de Financial Times Clipper Race, een zeilrace rond de wereld met slechts één stop, in Sydney. Het stuurde de Middellandse Zee-plannen danig in de war, maar het was een kans zoals je niet vaak krijgt en dus te mooi om te laten lopen. Al gedurende deze race begonnen onze plannen andere vormen te krijgen. Jan was totaal gewonnen voor het zeezeilen, maar de „Auwina" was duidelijk niet het schip voor een echt verre trip, zodat we het met bloedend hart verkochten. Door een ongelooflijke toevalligheid konden we in diezelfde tijd precies het type schip kopen waar we al lang een oogje op hadden: een Seadog. Jaren geleden zagen we, op vakantie in Engeland, een schip dat ons erg aansprak. Bij navraag bleek het een Seadog te zijn. Qlsof we speciaal hiervoor uit Nederland gekomen waren belden we de werf en maakten een afspraak. Uiteraard hadden we bij lange na niet het geld voor zo'n schip en we zetten het uit ons hoofd, tot we, deze reis plannend, de Seadog weer zagen en we ons herinnerden dat dit schip precies alles had wat we graag zouden willen hebben. Met zijn lengte van 9,14 meter en zijn ketch-tuigage is het makkelijk door twee personen te bedienen. De diepgang van 1,37 meter is, ons inziens net genoeg voor zeezeilen, maar ook weer niet te diep voor onze thuishaven, Edam. Ook de indeling bevalt prima. Voorin niet de gebruikelijke twee kooien, maar ruime zeilberging, toilet, diep wasbakje en diverse bergruimten. Dan de kajuit met de kooien en bij de AERDENHOUT - Nauwelijks te vinden, aan een smalle laan buiten Aerdenhout, ligt het zeven hectaren grote landgoed Kareol. Een fraai woonhuis dient zich als eerste blikvanger aan, het tuinmanshuis. Verderop staat het hoofdgebouw, dat eer der aan een fabriek doet denken dan aan het onderkomen van een landheer. Een hoog, pijpachtig bouwsel lijkt op een schoorsteen, maar is de particuliere waterto ren van het landgoed, dat in betere tijden volledig autonoom was. Het landgoed maakt thans een sterk verwaarloosde indruk en is dat ook. Het dak lekt en de ruiten zijn ingegooid. De huidige eigenaren laten niemand tot het terrein toe. Wind en regen doen het werk, dat doorgaans aan bulldozers wordt toevertrouwd. Tot machteloze woede van een groot aantal in dit landgoed geïnteresseerden, die, ge bundeld in de Stichting Kareol, eveneens tot wachten zijn gedoemd. Zij zorgden -ervoor dat Kareol in 1975 op de voorlopige lijst van monumenten werd geplaatst en in 1977 op de definitieve lijst De huidige eigenaren tekenden daar tegen beroep aan. De uitslag van dit beroep wordt nog dit jaar verwacht en op dat moment wachten beide partijen, Tegenover elkaar staan twee belangheb benden met uiteraard volledig tegenstrij dige doelstellingen. De huidige eigenaren, de makelaars Muller en Buijert, willen het grote woonhuis tegen de vlakte zien, om er woningbouw te kunnen verrichten. Omdat het pand nu nog op de monu mentenlijst staat, mogen zij er niets aan veranderen, zelfs nog geen spijker ergens in een balk drijven. Ze hoeven ook niets; daarom laten zij het pand letterlijk in de regen staan, want wind en weder laten zich niet door rijksvoorschriften inlijven. De stichting Kareol ziet knarsetandend toe. Het liefst lieten zij gisteren nog het dak herstellen en gaven zij schilder en glazenier carte blanche om^te redden wat te redden valt. Maar, zo' weet deze stichting ook, op bouwmateriaal hebben de eerste eigenaren nooit een cent hoe ven te besparen. De fundamenten zijn hecht en stevig. Irts kan dit landgoed Julius Carl Bunge. dus wel hebben. De mensen van de stichting wachten met ingehouden, maar verbeten woede op de uitspraak van de Kroon, waarbij zij ver trouwen op het woord van de huidige ei genaren, de twee makelaars, die lieten weten best met nieuwe belangstellenden te willen praten, wanneer hun beroep geen succes mocht hebben en Kareol rijksmonument blijft. Wat hun prijs is, blijft voorlopig verborgen. Dat wordt een langdurig vers twee Waarom deze Aerdenhoutse twisten om een landgoed, dat in vervallen staat ver keert? Mevrouw H. Slagter, secretaris van de stichting, weet er alles van. Haar privé-belangstelling bracht haar destijds op het terrein van Kareol, dat zij leerde kennen als een landgoed vol stille histo rie, opwindend en raadselachtig. Het huis Kareol ontstond in de eerste ja ren van deze eeuw; bewoner en eigenaar was Julius Carl Bunge, een telg uit het geslacht Bunge, dat een specifiek fami- Tentoonstelling Oe „Namaste II" nog aan de wal in Edam, klaar voor de grote krachtproef kajuitingang aan stuurboord de kaartentafel en aan bakboord de kombuis, compleet met cardanlsch opgehangen oven, grill en 2-pits kooktoestel. De kuip is erg klein, maar voor twee personen groot genoeg en je voelt je er veilig en beschut in. In de achterkajuit tenslotte zijn nog twee slaapplaatsen. Aanvankelijk was het onze bedoeling daar te gaan slapen. Maar toen we te elfder ure een echte sponsor vonden voor onze trip, n.l. Batavus, offerden we voor de vouwfiets onze slaapkamer op. Nu slapen we dus in de kajuit, wat eigenlijk wel zo plezierig is; vlakbij de radio die. en dat schijnt in ieder land zo te moeten, op de meest onmogelijke tijden de weerberichten geeft. Hoewel onze boot, omgedoopt tot „Namaste II" zeer volledig was uitgerust, viel er toch nog heel wat te doen voor we vertrekken konden, afgezien dan nog van het feit dat je je eigen schip moet leren kennen en dus alles nog een keer doorsleutelt om te ontdekken hoe het werkt. Afgelopen winter stond het op de wal en elk vrij ogenblik gingen we er heen om dingen te bekijken en op te meten. Toch bleef er nog heel wat over om de afgelopen zomer te doen Zo besloten we, toen de ergste kou voorbij was, het kolenkacheltje eruit te halen en een kast er voor in de plaats te timmeren. De koelkast ging van boord ten gunste van een rek voor vers fruit en verse groenten, steunen voor een reddingsvlot kwamen op het kajuitdak en op de achterkajuit kwam een rek voor de buiten Nederland zo noodzakelijke bijboot. De plaatselijke werf maakte een sterke r.v.s.-goot, die als een boegsprietje voor op het schip gemonteerd werd en waar de stok van het 25 lbs zware CQR-anker in paste, zodat het anker kon blijven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 20