Verjonging Oranje doorzetten na Europees eindtoernooi Wij waren de liefste amateurs ter wereld" Bondscoach Jan Zwartkruis: BOUWEN AAN ELFTAL MOEILIJK DOOR VLUCHT NAAR BUITENLAND 'ORT 'pline en nationale trots zijn de pijlers waarop Rini Wagtmans zijn begeleiding bouwt IT Op 1 juli begon Zwartkruis zijn zaamheden voor de B als bondscoach. is „vervolgde" beter woord, omdat gerofficier in feite ree jaar met Oranje is. Niet echter in 'dergelijk dienstver- als nu tussen hem e voetbalbond be- Z wart kruis: „Het iterie van Defensie mij honderd dagen aar ter beschikking ld voor de KNVB en g dagen voor het _.ji air elftal. Die aan zie kunnen eventueel lonejsteld worden indien een noodzaak voor $jn". Dat laatste zal imende tweeëneen- aar (daarna heef t de ër flrige Zwartkruis de aj ijrende periode van vierjarig contract Jt de tijd voor de JB omdat hij begin met pensioen gaat) ntuioedelijk nogal eens vaijren. Vooral indien n" "t kruis hetzelfde tempo handhaaft aai raarin hij nu bezig it w ioet wat terugnemen", weet ook Zwartkruis n in Ik loop te hard van stapel. Ik zal wat werk e „b n delegeren. Ook privé is dit niet vol te houden, ie g nog weinig rust gehad na Argentinië. Er erg veel te doen. Ik zoek naar een goede r w inie tussen de bond, de clubs, de trainers en oetl s. Ik heb daarvoor tal van idealen. De vraag ell en of die haalbaar zijn. Neem de clubtrainers, bedoel dan vooral de bovenlaag: Graag zou die mannen regelmatig eens om de tafel gaan om lekker bij te praten. De belangen van en van de Europa Cup houden dat nog tegen. Die mannen zitten tot hun nek werk. Het zou een te grote belasting vormen ERdnog eens wat extra's te doen". ivartkruis heeft bij zijn benoeming een duidelij- acht meegekregen, die er vrij vertaald op ppjomt dat hij een nieuw Oranje moet bouwen et oog op het wereldkampioenschap 1982 in e. Zwartkruis: „Dat is inderdaad de opdracht, ichtig karwei. De grote vraag is hoe wij het van twee wereldtoernooien vast kunnen n. Je hebt nu eenmaal met belangen te maken harmoniëren lang niet altijd met (ie van rigoureuze verjonging van de selectie is 'eel reden, omdat zich in Argentinië al een irjonging heeft ingezet. Ik kies voor een jke weg, waarbij ik geen spelers aan de it die nu nog goed kunnen functioneren", staat voor Jan Zwartkruis dat het Neder- zich moet plaatsen voor de eindronden Europees 1 andenkampioenschap, waarvoor 'sland werd gewonnen en de volgende week tegen Zwitserland wordt gespeeld, is: „Nederland kan het zich na twee medailles bij het wereldkampioenschap uitteren om in 1980 in Italië te ontbreken, kies ik de komende twee jaren voor een* sling tussen jeugd en routine. Pas na Italië verjonging verder doorgezet worden," want liseer me ook dat Spanje voor sommigen van oog geslecteerden wellicht veraf is". Jan Zwartkruis blikt de toekomst vol optimisme tegemoet. Hoewel ook hij de teleurstellende presta ties van twee Nederlandse Europa Cup-vertegen woordigers als een teken aan de wand ziet, weigert de bondscoach te geloven dat op de vaderlandse voetbalvelden geen talent meer rondloopt. „Er wordt alleen te krampachtig gespeeld door de jeugd", vindt Zwartkruis. „Dat komt omdat er bij de clubs veel gepresteerd moet worden. Het accent ligt te veel op de prestatie en te weinig op de ontwikkeling. Juist daarom ben ik blij dat Jong-Oranje een beetje van de grond komt. Dat kan een ideale kweekvijver worden voor jong talent". Dat talent ziet Jan Zwartkruis al aankomen. Voorbeeld „Feyenoord is een goed voorbeeld. Ik ben erg blij met de lijn die daar gevolgd wordt. Nu blijkt dat er ook nog voldoende jeugdspelers zijn. We moeten in Nederland alleen niet de fout maken om op zoek te gaan naar een nieuwe Cruijff, een nieuwe Keizer en een nieuwe Van Hanegem. Die talenten zijn eenmalig. De jongeren moeten zichzelf ontwikkelen zonder met hun grote voorgangers vergeleklen te worden. En als die ontwikkeling eenmaal goed op gang komt, ben ik ervan overtuigd dat de continuï teit gehandhaafd blijft." Zwartkruis realiseert zich dat het inslaan van een nieuwe weg onherroepelijk betekent dat andere spelstijlen ontwikkeld zullen worden. Hij heeft daar al uitgesproken gedachten over: „We gaan in Neder land naar een ander soort voetbal toe. Ajax en Feyenoord hebben daarvoor de weg gewezen, en Kees Rijvers heeft die bij PSV weer verder uitge diept. Het samenspel tussen het individu en de collectiviteit moet nog groter worden. De tijd is voorbij dat het individu de dienst uitmaakt. De rest van de ploeg pikt dat niet meer". Een pleidooi voor nog meer collectief voetbal, waarbij Zwartkruis er echter wel meteen inbouwt dat een dergelijke ontwikkeling het individu niet behoeft te onthalzen. „Platini bij Frankrijk en opbrengen om het werk van een speler over te nemen, maar weigert dat zodra twee of meer voetballers het individu laten preveleren boven het collectief. Terecht hamert Rijvers bij PSV daar ook steeds op". Weg Een visie waarmee Jan Zwartkruis aangeeft welke weg hij met het Nederlands elftal wil gaan. Nauwe lijks een verrassmg omdat de beide finalisten van het wereldkampioenschap, Argentinië en Neder land, eigenlijk al min of meer volgens die lijnen voetbalden. Zwartkruis: „In de eerste ronde in Argentinië hadden we een ploeg met elf vedettes. Toen ging het ook bijna helemaal fout Pas vanaf de tweede ronde liep er een geheel op het veld. Die lijn moet voortgezet worden. Nog sterker dan in Argentinië, want daar hebben we eigenlijk in geen enkele wedstrijd negen tig minuten Tang als een geheel gespeeld. Steeds was er een terugval omdat een individu naar boven kwam. We moeten er naar toe dat Oranje de hele wedstrijd door als een echte ploeg gaat spelen". Een van de grootste problemen die Jan Zwartkruis de komende jaren dient op te lossen is dat van de Nederlanders die in buitenlandse dienst voetbal len. Zwartkruis: „Ik speel met de gedachte om elke voetballer, die na de eindronden van het Europees landenkampioenschap in 1980 in het buitenland gaat voetballen, erop te wijzen dat de kans dat hij voor Oranje geselecteerd wordt minder groot is. Het is haast niet mogelijk om aan een collectief te werken als je niet steeds kunt beschikken over de spelers die je wilt hebben. Daar het echter een wat a-sociale houding is om een speler, die zich in het buitenland financieel kan verbeteren, tegen te houden aarzel ik nog of ik dat besluit al dan niet neem Ik moet er eerst nog eens rustig over nadenken. Er moet echter wat gebeuren. Die vlucht naar het buitenland maakt het moeilijk om aan een elftal te gaan bouwen. Rob Hartog die nationale trots, heb ik altijd gehad. Toen ik nog renner was, vocht ik als een lkeeuw voor Oranje. En over poen werd pas later gepraat. Zo hoort het ook", belijdt Wagtmans. „Drie jaar lang zijn wij de liefste amateurs ter wereld geweest. Dat is nu afgelopen. De Polen, de Russen en de Belgen hebben tot nu toe geen antwoord gehad op onze prestaties. Natuurlijk hoe meer wij winnen, hoe viezer de buitenlanders voor ons zullen worden. Daar trekken wij ons niets van aan, omdat we weten dat wij de sterksten zijn. Het is een kwestie van de goede mentaliteit kweken, van opvoeden tot goede jonge profs. Daar is mijn hele manier van begeleiden op gericht". Ploegleiders Rini Wagtmans mag dan al veel wijzigingen in de aanpak van de begeleiding hebben doorgevoerd, hij vindt toch dat de „ombuigingsoperatie" nog lang niet is voltooid. Een belangrijke rol daarin spelen de ploegleiders van de sponsorformaties. 'Wagtmans: „De goeden onder hen wil ik zoveel mogelijk inschakelen bij het begeleiden van de nationale ploeg, maar er zijn ook ploegleiders die ik verafschuw. Met hen wil ik uiteraard niets te maken hebben. Tot de goeden reken ik Herman Krott, vooral gezien zijn werk over een lange termijn. Voor Jan Gisberg heb ik ook veel waardering, anders had ik hem niet meegenomen naar het wereldkam pioenschap. En dan Jan Janssen. Hij had een kleine ploeg en heeft zich kalm gehouden. Maar daarom is hij niet onbelangrijk voor het geheel. Integendeel, zijn ervaring in de Tour de France is goud waard". „Ben van Erp komt bij mij daarentegen niet vriende lijk over. Maar ik moet hem wel nageven dat hij vriendschap in zijn ploeg heeft gebracht Ben van Erp zou alleen de oude mannen uit zijn ploeg, die hij heeft om zoveel mogelijk wedstrijden te winnen, moeten afstoten. Die ouderen blokkeren de doorstro ming van jonger talent Overigens begrijp ik wel dat Van Erp moeilijk anders kan. De sponsor eist dat er veel wedstrijden worden gewonnen, anders wordt de ploeg opgeheven. En aan continuïteit wordt niet gedacht. Dat vind ik jammer". Uitbannen Uitgaande van het standpunt dat zachte heelmees ters stinkende wonden maken, blijkt Rini Wagtmans voor een rigoureuze aanpak van sponsors te zijn die de wielersport en de renners misbruiken om in de publiciteit te komen. „Wij hebben niets aan mensen die na een korte periode van sponsoren twintig wrakken van renners achterlaten. Die jon gens moeten wij uitbannen", hekelt Wagtmans. Tot de goede voornemens van Rini Wagtmans be hoort ook het introduceren van een „kernploeg" die in het begin van het seizoen moet worden gefor meerd. Daarbij kunnen echter wel complicaties overigens van prettige aard optreden. Wagtmans legt uit: „We zitten zo goed in de sterke amateurs, dat ik er zonder problemen vijftig kan opnoemen die ik in de kernploeg zou willen plaatsen en die zich met de internationale top kunnen meten. Maar aangezien er maar twintig renners in die selectie kunnen komen, zal ik zeker dertig goede coureurs moeten teleurstellen". HARRY BRINK Jan Zwartkruis ziet met vertrouwen de toekomst tegemoet. „Jong Oranje kan een ideale kweekvijver voor jong talent worden", zegt hij Kempes bij Argentinië zijn net als Willy van der functioneren. In de toekomst zal echter nooit meer Kuijlen bij PSV goede voorbeelden", legt de bonds- dan één speler per elftal zo'n uitzonderingspositie coach uit. „Spelers die als individu best mogen kunnen hebben. De rest van de groep kan het BREDA Rini Wagtmans heeft het roer omgegooid. Geen enkele keer noemt hij de naam van Joop Middelink, zijn voorganger als bondscoach van amateurwegrenners, maar evengoed is duidelijk dat de Brabander de begeleiding van de goedmoedige Amsterdam mer als veel te „lief' beschouwt. „Twee punten", zegt Wagtmans, „staan in mijn ma nier van werken centraal: discipline en natio nale trots. Ik geloof dat ik daarmee op de goede weg ben. Een half jaar geleden werd gezegd, dat Nederland geen goede amateurs meer had. Nu durf ik te stellen dat we de beste van de hele wereld hebben. Alle grote internationale wedstrijden die wij met de Nederlandse ploeg hebben gereden, hebben we gewonnen. En niet met geluk, maar op basis van klasse. Ik heb ook een veranderde instelling bespeurd bij de renners. De ploeg die ik nu heb, laat zich in de door mij gewenste richting bijsturen. Er is niemand die rebel leert. Zij accepteren mijn aanpak, vooral ook omdat ze merken dat het succes oplevert". „Wij, in West-Europa, hebben veel vrijheid. Dat is mooi, maar er is ook een stuk ouderwetse discipline nodig. Ik ben geen boeman, maar ik sta er wel op dat de renners voldoen aan de voorwaarden die nodig zijn om goed te fietsen. En wat dat dienen van het nationale bang betreft, is het Nederlands elftal ons voorbeeld. Dat presteerde goed op twee wereldkampioenschappen en veroorzaakte daardoor een golf van enthousiasme in het land. Zo moet het met het wielrennen ook worden. Dat eergevoel, Wielercoach Rini Wagtmans: buigings- peratie" nog mg niet Voltooid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13