.rgentime nog feeds in de roes ran het succes Joop Nederpelt houdt ervan de jeugd achter zich te laten H)OZA Drie maanden later zwijmelt Argentinië nog in roes van het succes. In de winkels schettert de officiële song van de Mundial uit de luidsprekers, nog steeds is „Con quistador" van de Nederlander Piet Souer razend populair en kweelt l'do Jürgens zoetgevooisd zijn „Buenos dias Argenti- vanuit de groeven. Op de straten voetballen de kleine jongens, liefst gehuld in het shirt van het nationale team, en i kr meten rich de namen aan van hun helden: Kempes, Luque, Fillol maar even goed Sjongblood, Rensenbrienk, Soerbjier. ami Zt sommen moeiteloos de namen op van de spelers die drie maanden geleden in het imposante stadion van Buenos Aires de finale van het toernooi om het wereldkampioenschap 1978 ns/d opvoerden en voegen er met trots aan toe dat hun Argentinië a vier jaar - ten minste want er komen meer titeltoernooien - getooid zal zijn met die zozeer begeerde onderscheiding „be ste ter wereld". Mario Alberto Kempes (links) in wankel even wicht tijdens de w.k. waa rin hij naam en faam ver wierf die ook na het toernooi kaarsrecht ble ven toen de voetballer in Spaanse dienst tot natio nale held was verheven. bedj Buiten Zuid-Amerika, en zeker niet in Europa kan men - drie maanden later - ook maar enigszins bevroeden welk een intense vreugde en immense trots zich ;ft genesteld in de harten van de Ar gentijnen. Alleen maar door een wereld titel, die echter in dit land de waarde heeft, en van piepjong tot stokoud, van de hoofdprijs in de frequent georgani- loterijen waarin voor de somma van zesduizend pesos het fabelachtige kapitaal van zestig miljoen pesos kan worden verworven. En de gok wordt even frequent gewaagd want één keer geluk zou een heel leven zonder zorgen betekenen.Daar moet dan maar de voor de doorsnee-Argentijn niet geringe som van achttien gulden voor een heel lot te genaan worden gegooid. tee Dat wereldtoernooi heeft wat losgewoeld vi|in Argentinië. In het land waar het woord emancipatie nog zorgvuldig uit het woordenboek wordt gehouden, wagen ndi vrouwen zich momenteel, zij het schuch ter, in de stadions. Tot vóór de Mundial 1978 was dat onmogelijk. Zé konden zich beter niet mengen tussen de warmbloedi ge fans die schreeuwend hun favorieten oi aanmoedigen en tierend de opponent trachten te intimideren, zoals dat in vele snj voetballanden gebeurt maar zelden op zo n hartstochtelijke manier. a tij !ed Tijdens het wereldtoernooi viel dat alles mee. Tevoren was via radio en krant en, voor wie zo'n apparaat in huis heeft of in de winkel kon bekijken, de televisie met met aflatende regelmaat erop gewe- dat tijdens het toernooi veel buiten landers in Argentinië zouden verblijven. Zij moesten een goede indruk van land ai bevolking krijgen dus: „Wee§ vriende lijk, gebruik geen krachttermen op straat, in openbare vervoermiddelen noch in de stadions; zet, en dat vooral voor taxichauffeurs, de gasten niet af" meer van die raadgevingen die prompt werden opgevolgd en uitgevoerd. Trots Het leek voor de buitenstaander ondoen lijk om een heel volk wekenlang in toom te houden maar het lukte wat niet eens zo lastig moet zijn geweest want de Argentijn is van nature vriendelijk en gastvrij en behulpzaam. Maar ook vurig en gauw gekrenkt in zijn onvoor stelbare nationale trots, waarvan Mario Alberto Kempes de exponent in voetbal land is. De „held van de finale" werd verheven tot een nationale grootheid, een voetbal god met een grenzeloze populariteit. De voornaamste club in Mendoza is Gimnasia y Esgrima, die in de provincia le prof competitie in de top vertoeft. Mario Kempes en zijn huidige werkge ver, het Spaanse Valencia, waren bereid 'voor een gigantische berg pesos enige duels te komen opvoeren in Argentinië. De wk-steden Rosario, Cordoba en Men doza kregen de vedette Mario Alberto Kempes binnen de stadionmuren. Succes verzekerd. Vandaar dat de big boss van Gimnasia y Esgrima, Domingo Martinez en de directeur van het „wereld"stadion van Mendoza, Aldo Roggero, in een drachtige samenwerking hadden besloten dat kinderen tot twaalf jaar gratis de match mochten bezoeken en dat overige minderjarigen en vrouwen „slechts" acht duizend pesos aan de loketten en voor verkoopadressen behoefden in te leveren. De overige prijzen varieerden van drie tot tien duizend pesos, altijd nog negen tot dertig gulden en dat laatste bedrag is voor de gemiddelde arbeider in Argenti nië eentwaalfde van zijn maandsalaris. Niettemin puilde het stadion van Mendo za uit, ook al omdat een onverlaat (of meer) de euvele moed had gehad valse kaartjes in omloop te brengen waardoor de capaciteit ruim onvoldoende was en een gedrang ontstond dat de ijzeren toe gangshekken maar nauwelijks konden verwerken. Televisie en bioscopen houden herinnering Un espectóculo imponente DB0E H0Y EXCLUSIVAMENTE j levend Licht Elke dag staat deze advertentie nog in de kranten. Op het grootbeeld scherm kan men zich elke dag weer dat,voor Argentinië, glorieuze toe rnooi voor de ogen halen met de openings-en sluitingsceremonie,alle doelpunten die de Argentijnse ploeg maakte en natuurlijk de finale:Ar- gentina versus Holanda. licht verspreiden dat ten enenmale on voldoende is om er een avondwedstrijd onder te spelen. Maar zo nauw kijkt de den lichtinstallatie. Schuin boven het veld zijn draden gespannen waaraan lampen hangen die een nachtclubachtig Argentijn nu ook weer niet. Ter gelegenheid van de komst van Kem pes en de plaatselijke verdette Felman die ook een onderkomen bij Valencia heeft gevonden, werd gebruik gemaakt van het zogeheten provinciale stadion dat werd gebouwd ten faveure van het wereldtopernooi en meestentijds onge bruikt erbij ligt, evenals het perscentrum dat met bekwame spoed uit de grond was gestampt maar sinds het wereldtoer- nooimet gesloten deuren, leeg en verlaten zonder emplooi is. Dat zou in diverse landen - de ellende .van Montreal na de Spelen 1976 is nog niet voorbij - een storm van protest doen opsteken maar niet in Mendoza waar de vreugde over het behalen van de wereldtitel nog steeds groter is dan het leed over het „verspilde" geld, wat overigens een zaak van de regering is dus daar maakt de bevolking zich weinig of helemaal geen zorgen over. De komst van nationale held Mario Al berto Kempes laadde de vaderlandse trots weer eens extra op. Hij moest na tuurlijk scoren, en dat gebeurde ook, vooral in Cordoba waar hij vandaan komt. In Mendoza deed Valencia alle mogelijke moeite om Felman, afkomstig uit deze stad, in stelling te brengen. Ten slotte werd hij in zo voordelige posities gemanoeuvreerd dat hij tweemaal de doelman van Gimnasia y Esgrima kon verschalken, tot intense voldoening van de stadgenoten die zich de kelen schor schreeuwden om het dubbele succes van Felman te vieren, waarbij de plaatselijke topclub volkomen in de vergetelheid raakte op die middag van weer een vrije dag in de week vanwege een patroonheilige. Herinnering Nog steeds, en er mag worden aangeno men dat het voorlopig tot in lengte van dagen zal zijn, beheerst het wereldtoer nooi een groot deel van het dagelijks le ven van de Argentijnen.De borden met Argentina Campeon Mundial zijn niet verwijderd, de souvenirs worden nog gretig verhandeld en vlaggetjes van de zestien landen die het toernooi opsier den hangen nog steeds in de etalages van de winkels. In de bioscopen wordt nog dagelijks op grootbeeldschermen de herinnering aan de successen levendig gehouden. Op de televisie wordt elke dag een plaats ingeruimd voor hoogtepunten uit het toernooi, waarbij natuurlijk Argenti nië niet wordt vergeten. Wie een frequ ent beeldbuiskijker is, heeft de finale na het toernooi nog tientallen malen kunnen zien want Argentina-Holanda is voor de programmamakers een succesnummer dat niet genoeg kan worden herhaald. Elke dag vliegen alle doelpunten die de Argentijnse equipe m de Mundial heeft gemaakt, flitsend over het scherm. Elke dag wordt de openingsceremonie en-of de sluiting van het toernooi met de hul diging van de wereldkampioen vertoond. Voorlopig zal Argentinië er niet genoeg van krijgen. En dan vragen ze aan de Nederlander wat een wereltitel voor Oranje teweeg zou hebben gebracht in dat kleine land aan de zee. Het ant woord: een kortstondige roes van ten hoogste een week, waarna Nederland zou zijn overgegaan tot de orde van de dag. En dat komt de Argentijnse bevolking, ook de vrouwen want sinds de hostesses van de perscentra zich op de tribunes hebben gewaagd hebben zij -mondjes- maat- navolging gekregen, ongeloofwaar dig voor. Daar zwijmelt men nog steeds in de roes van het succes, die de dage lijkse zorgen niet wegneemt maar wel vermindert. Televisie en bioscopen dra gen daartoe met graagte hun steentje bij. Boze tongen zouden kunnen beweren dat zulks niet geheel vrijwillig zou kunnen zijn maar daarvoor liggen de bewijzen nimmer op tafel. HERMAN VAN BERGEM. Na wereldkampioenschap worstelen nu naar wereldstrijd windsurfen Joop Nederpelt: „Ze roepen spottend ben je op de heen- of op de terug weg". DEN HAAG „Vroeger zei ik altijd: je moet me nooit succes wensen, en dan ging bet altijd goed. Nu zeg ik: het enige dat ik wil is niet afgedaan". Een mentaliteits- ▼erschil heeft zich voltrokken in de per soon Joop Nederpelt; eens een vermaard internationaal worstelaar, over twee we ken deelnemer aan de wereldkampioen schappen windsurfen in Cancun te Mexico •16 tot 24 oktober). Voor de tweede maal •de eerste keer werd hij 34e) werpt „de veteraan" zich in de strijd met de jongere collega's in een nog jonge sport, waarin de wereldkampioen amper zeventien jaar telt. „Maar dit wordt echt mijn laatste kampioenschap", belooft de sympathieke sportman, die het als een van de weinigen presteerde om in twee verschillende tak ken van sport (worstelen en windsurfen) tot het hoogste plan, het wereldkampioen schap, door te dringen. De nu 44-jarige Joop Nederpelt wil na dit wereldkampioenschap zuiver voor zijn ple zier gaan windsurfen. „Ik ga niet meer in februari naar Friesland om bij een water temperatuur van vijf graden te oefenen", meent de garagehouder, die net is terugge keerd van een „vakantie" in Spanje. Daar hij de afgelopen weken deel aan de Benelux-kampioenschappen, waarin hij vierde werd, en aan de open Spaanse bteüstnjd, waarin hij op een derde plaats öndigde. „Een tegenvallende derde plaats", fegt hij uit „Ik had natuurlijk eerste moeten Joop Nederpelt koos, nadat hij werd afgekeurd voor het worstelen, voor de surfsport. Ook in die tak van sport drong hij door tot het wereldkampioenschap. worden. Ik werd namelijk bij de laatste manche, je moet er zes varen, klem gevaren door twee Spaanse deelnemers, zodat mijn concurrent, een Spanjaard die ook één eerste, één tweede en een derde plaats had behaald, een voorsprong kon nemen en won. Ik had dat natuurlijk van te voren moeten beseffen, maar je denkt niet overal aan". Toch is Joop Nederpelt hierover niet merk baar teleurgesteld. Als worstelaar had hij reeds de nodige tegenslagen moeten incas seren. Kort na de oorlog meldde hi] zich aan de bij de vereniging Simson en in 1953 drong hij door tot de Europese top door het behalen van het landskampioenschap. Dit kampioenschap prolongeerde hij vier maal en de kroon op ^ijn worstelcarrière werd gezet in 1959 door het behalen van de titel Europees kampioen in het bantam- gewicht. Hierna kwam echter de grote deceptie. Tijdens de Olympische Spelen in Rome werd hij voor de wedstrijden gekeurd en tot zijn eigen verbazing afgekeurd. Met de raad zo snel mogelijk met worstelen te stoppen werd hij huiswaarts gezonden. „Ik werd toen op mijn tikker afgekeurd, maar de doktoren die me toen de raad gaven zo snel mogelijk te stoppen, zijn nu alle maal dood", merkt Joop Nederpelt bitter op. Daarna was het erg stil. Ik heb nog even gevoetbald, maar dat beviel me niet. Daar wordt mij te veel gescholden. Op het veld komt een hoop agressiviteit los; er wordt meer gekankerd dan gespeeld. Het voordeel van voetbal is, dat je je fouten op een ander kunt afschuiven. Je kan zeggen: „hé, kan je die pass niet beter geven? Maar feit is dat jij harder moet lopen. Dan haal je 'm wel". „Ik ben toen, in 1970, in aanraking gekomen met surfen. Ik kreeg zo'n plankje in handen en ben toen met een broer, met dat ding gaan stoeien. Na een maandje konden we erop blijven staan", aldus de levenslustige Joop Nederpelt, die onmiddellijk wordt verbeterd door zoon Sven, herstellend van een beenbreuk. „Schrijf maar rustig een jaar op", voegt hij toe, daarmee zijn vader regelrecht de grond in werkend. „Ja, dat komt" vervolgt Nederpelt aarze lend, „wij dachten het is windsurfen, dus daar zal je veel wind voor nodig hebben. Wij wachtten daarom telkens op flink veel wind, windkracht vijf of zes, en dan gingen we het water op. Dan lukte het bijna nooit en wij wisten niet waarom. Maar je kan het in één dag leren. Na een paar uur oefenen kan eenieder eroD blijven staan en een beetje heen en weer varen. Iedereen kan het, daarom is deze sport zo razend populair". HOGER Joop Nederpelt valt in de lichtste categorie van de A-surfers. Door middel van een selectiesysteem op grond van prestatie en belangstelling werd hij met twintig ande ren, onder wie drie dames, uitgekozen voor deelneming aan de WK te Mexico. Vorig jaar moest hij verstek laten gaan omdat hij niet aan alle voorwedstrijden had deelgenomen. Het jaar daarvoor eindigde hij op de Bahama's op een 34e plaats. Dit jaar verwacht hij hoger te eindigen. „Omdat ik er plezier in heb al die jongere knapen achter me te laten. Ze roepen wel eens spottend „Opa, ben je op de heen- of terugweg", maar ondertussen liggen ze wel achter. Ik ben een van de oudere surfers in Nederland. Het ligt echter aan het weer of ik mee kan komen. Gaat het flink spoken met een windkracht van zeven, dan moet ik afhaken. De jongere knapen hebben dan het voordeel van hun gewicht en kunnen blijven staan. Ik denk echter, dat als deze sport nog meer groeit, er in de toekomst zelfs bij windkracht acht niemand meer valt. Wat betreft de tactiek en techniek kan ik ze wel aan. Ik ben bijvoorbeeld nooit zenuwachtig en dat scheelt bij de start altijd al zo'n twintig meter. Daarbij heb ik nog een uitstekend evenwichtsgevoel en heb ik een tactiek, waarbij ik de tegenstanders letterlijk en figuurlijk de wind uit de zeilen neem. Bovendien heb ik geleerd, vooral met worstelen, om af te zien. Soms moet je een bord voor je hoofd hebben. Als je de zee opgaat voor de start bijvoorbeeld en je ziet geen kant of wal meer. Dat maakt zelfs goede surfers zenuwachtig. Op de Bahama's werd er bovendien nog bij verteld dat er haaien op het traject zwommen". MATERIAAL Over omstandigheden tijdens het wereld kampioenschap in Mexico weet Joop Ne derpelt niet veel te vertellen. „Ik weet alleen dat er in het zuiden een overstro ming is en dat er in Nicaragua een burge roorlog wordt uitgevochten. Verder weet ik niets, zelfs niet met welk een materiaal wordt gevaren", verklaart de surfer Neder pelt, wiens plank ook prijkt op de hoes van het plaatje „Windsurfin" van The Surfers. Niet zonder trots toont hij de hoes samen met een uit de kluiten gewassen foto-album. „Kijk, dit is de regerende wereldkampioen Robbie Mash", wijst hij aan, „En dit is de vorige, Matt Scheitser. Die zitten alle twee bij mij in de poule, evenals die Fransen en Japanners. Het zal'dus erg zwaai- wor- Als voorbereiding vaart Joop Nederpelt nog eén wedstrijd, in Zandvoort ten bate van de gehandicapten. Daarna reist hij af met vrouw en kinderen naar Mexico. Als grote favoriet tipt hij de huidige wereldkampioen, terwijl hij de beste Nederlandse prestatie vernacht van Onno Tellier. Zelf hoopt hij bij de eerste vijfentwintig te eindigen. „Maai- als ik bij de eerste vijf zit, ga ik zeker door", meent hij. „Ik heb niet meer die honger van vroeger, zo van ik ga dood of ik moet winnen. Ik kom ook niet met het goedkope smoesje van ik stop omdat ik de jeugd een kans wil geven. Ik vind het nog veel te leuk om die jonge aapjes achter me te laten. Ik vind het echter ook tijd om het wat rustiger aan te gaan doen", besluit Joop Nederpelt in zijn gezellige maar bijna onvindbare huis („Rijdt maar een eind de polder in") te Rijswijk, dat verder bevolkt wordt door zijn familie, honderd twintig opgezette dieren, een glazen kast met een schitterende worsteltrofee en een aquariumachtig object. Bij navraag blijkt dit géén prijs te zijn, maar een ding waarop Joop „helemaal gek" van is. Een stekker wordt m het stopcontact gestoken en het plots verlichte aquarium begint, in toom gehouden door een doorzichtige laag „olie" daarboven, te golven. Even later produceert het „ding" de meest fantastische surfgolven, waar een bewoner van Hawaï trots op kan zijn., „Dat heb ik in Engeland gekocht en het moet de zee voorstellen", voegt hij onnodig toe. „Als ik dit zie, gaat er wat door me heen. Dan beginnen mijn handen weer te jeuken...." BAS GROOT WESSELDIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 11